De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 5 december pagina 5

5 december 1925 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

N<K 2530 DEfGROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND In het afwateringskanaal KIJKJES BIJ DE ZUIDERZEEWERKEN door Ir. J. TH. TH.IJSSE (Slot) Kleitransporteur Bij het afwateringskanaal heeft men minder ?van het bezoek gemerkt, omdat het niet dicht bij het grootscheepsvaarwater ligt. Toch is het ge makkelijk te bereiken, want het staat op een kwartier afstand van de halte Koegras in ver binding met het Noordhollandsch kanaal. Het pontje over dat kanaal bij de Kooy, dat de verbinding vormt tusschen den grooten weg Alkmaar?Helder en den Anna Paulownapolder, -wordt op verzoek van de gemeente Helder ver vangen door een vlotbrug. Aan den overkant is, ook al weer buitendijks, een schutsluis gebouwd, waardoor de vaart tusschen het Noordhollandsch kanaal en het nieuwe afwateringskanaal kan ?worden onderhouden. Dit laatste buigt nu naar het Noorden om en loopt verder op een heelen afstand van den dijk tot tegenover het marinevliegkamp de Kooy", waar het eindigt in de uitwateringsluis. Deze sluis heet, «m verwarring met de schutsluis te voorkomen, naar het in de nabijheid gelegen fort Oostoever". Er Wordt nog flink aan gewerkt en het begint goed op te schieten. In den loop van 1926 moe ten kanaal en sluis gereedkomen. Van de sluis naar den ouden Koegraszeedijk loopt een verbindingsdijk en nu is waarlijk, zonder dat het erom te doen was, hier de eerste landaanwinning ontstaan. Tusschen dezen dijk, het] afwateringskanaal, de schutsluis bij de Kooy en'den? Koegraszeedijk is een stuk wad inge sloten dat is opgehoogd met uit het kanaal af komstige voor dijksbouw ongeschikte specie *n nu een poldertje van 70hectaren vormt. Heel veel moois is het niet en ge moet de waarde van de toekomstige Zui?derzeegronden vooral niet afmeten naar de resultaten die in dit kleine poldertje worden bereikt. En zeker niet naar den oogst die verleden jaar in den Oever is binnengehaald. Daar is in 1922 en 1923 een dijk gelegd om het terrein ten oosten van Wieringen dat bestemd is voor den bouw van de groote sluizen die het overtollige IJselmeerwater op zee zullen loozen. Deze dijk behoort bij het beperkte werkplan omdat hij noodzakelijk werd door de afsluiting van het Amsteldiep. Dat zit zóó in elkaar. Het zeegebied ten zuiden van Wieringen werd vroeger bij vloed vrijwel geheel gevuld, en bij eb geledigd, door het Amsteldiep. Nu dit niet meer mogelijk is, moet al het vloedWater om den oostpunt van Wieringen komen en men vreesde door de grootere stroomsnelheden aantasting van den zeebodem op de plaats waar de sluizen moeten komen. Daarom is dit terrein beschermd door er al vast den dijk omheen te leggen, die later als ringdijk van de fundeeringsput toch moet komen. De uitschuring, die werkelijk is opgetreden, is daardoor verplaatst naar een plek waar een beetje meer of minder diepte er niet op aankomt: oostelijk van den ringdijk. Verleden jaar is de sluisput leeggemalen om er verschillende metingen in te kunnen doen en men heeft toen voor het eerst droogvoets op den bodem der Zuiderzee geloopen.Een grappenmaker heeft toen in de put naar ik meen spinazie en radijs gezaaid, maar het water was er zoo zout, bijna puur zeewater, dat er van de spinazie niets terecht kwam. De radijs is wel opgekomen en op het bureau Van de ZuiderzeeWerken wordt een monster tje van dezen eersten oogst op alcohol in een stopflesch als curiosum bewaard. Nu is de sluisput Weer volgeloopen in afwachting van de dingen die komen zullen, in dit geval den bouw van de sluizen, die hopenlijk het volgend jaar zal beginnen. Dan zal voor den Oever een tijdperk aanbreken nog drukker dan in de jaren 1921, 1922 en 1923, toen hier vrij groote werken zijn uitgevoerd. Vóór den aanleg van den ringdijk om den sluisput is er een ruime werkhaven ge maakt, want de visschershaven biedt geen ruimte voor al het aannemersmaterieel dat hier jaren lang zal worden geconcentreerd. Het is nu stil in die werkhaven, alleen wordt er geregeld steen gelost. Steen is het eenige buitenlandsche materiaal dat in groote hoeveelheid moet Worden gebruikt. Het is vooral noodig als zetsteen voor dijkbekleeding en als stortsteen voor het ballasten van rijswerk. Beide soorten kunt ge op verschillende plaatsen langs het noordelijk gedeelte van de Zuiderzee in allerlei verscheidenhedc-n en grootten aantreffen. De stapel bij den Oever is Wel de grootste, maar er ligt ook steen in voorraad op den afsluitdijk Kunstzaal VAN LIER naast het Postkantoor te Laren (N.-H.) ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK Dagelijks ook des Zondags geopend Uitwateringsluis Oostoever in aanbouw van het Amsteldiep, langs het Noordhollandsch kanaal bij Helder en in Stavoren. Tegenwoordig komen ook in Medemblik de lange sleepschepen hun steen lossen en in Harlingen, waar geen ge schikte opslagplaats was te vinden, is een terrein, natuurlijk weer buitendijks, opgespoten, waarheen de steen uit de schepen in de haven gemakkelijk kan worden getransporteerd. Voor een groot deel komt de steen uit België; dit is de lichtgrijze Maassteen en het Petit-Oranit. De donkerder getinte stapels zijn van Duitschen oorsprong, zij bevatten de bekende basaltzuilen, die al op groote schaal in de glooiingen van de dijken zijn verwerkt. Behalve de steenbergen verrijzen bij de werken telkens stapels rijshout, die verleden jaar vooral op de westpunt van Wieringen groote afmetingen aannamen, en weer even snel verdwenen als ze gekomen waren. Dit bij uitstek Hollandsche materiaal wordt vooreen gedeelte gesneden in de grienden die door de goede zorgen van de Heide maatschappij ten behoeve van de ZuiderzeeWer ken zijn aangelegd. Behalve deze werken bevat de creditzijde van de balans van het beperkte werkplan nogeen twee tal belangrijke posten. Ten eerste is door het werk van de commissie Lovink, gecombineerd met een uitvoerige begrooting van de afsluitigs- en droogmakingskosten, uitgemaakt dat de rentabiliteit van de onderneming verzekerd is, ook in de naoorlogsche omstandigheden. De uitbreiding van grondgebied die Nederland zoo noodig heeft, kan dus op deze wijze zonder opofferingen worden verkregen. De andere balanspost is van technischen aard. Aan de uitvoerbaarheid van de afsluiting der Zuiderzee is sinds dr. Lely zijn Technische Nota's schreef door geen deskundige getwijfeld, maar tcch vreesde menigeen onvoorziene moeilijkheden. Het was onmogelijk te voorspellen welke toestanden, vooral welke stroomsnelheden, bij de afsluiting zouden optreden en hoe de materialen zich daartegenover zouden gedragen. Door de afsluiting van het Amsteldiep is daar een grondige verandering in gekomen. De ervaring die daarbij is opgedaan en de metingen die er zijn verricht zijn aangevuld met proeven en met be rekeningen die zijn geleid door den voorzitter van de andere staats commissie die voor de Zuiderzee aan het Werk is, Prof. Lorentz. En het resultaat is, dat thans een Werkplan voor de groote afsluiting kon worden opgemaakt, dat de zekerheid geeft om het Werk tot een goed einde te brengen. Een sprong in het duis ter, wat de aanleg van den afsluitdijk vier jaar ge leden op zekere hoogte nog altijd beteekende, behoeft thans niet meer te worden gedaan : het programma ligt gereed en zal ook tot het einde kunnen Worden gevolgd. Als dus straks de Sta ten-Generaal de onbe perkte voortgang van de werken weer moge lijk maken, kan met vertrouwen worden be gonnen. Zeker, er zal nog wel eens een tegen slag komen, maar zelfs een storm die op het ongelukkigst denkbare oogenblik koint^ zal niet anders dan een zeer tijdelijke stagnatie kunnen veroorzaken. En als Nederland zich door de kans *p een tegenslag zou laten afschrikken is het ook niet waard om te worden vergroot met een mooie v'ruchtbare provincie. Door eenvoudige behandeling met ABIS garandeeren wij abso luut afdoende bestrij ding van Kakkerlak ken en andere schade lijke insecten, muskieten, \\andgedierte, enz. Vraagt inlichtingen en prospectus voor schepen, gebouwen en particulier gebruik aan N.V. A.B.I.S., Mij. ter Afdoende Bestrijding van Insectenschade. Heerengracht 281 Tel. 32281 Amsterdam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl