De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 5 december pagina 9

5 december 1925 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND NELLY BODENHEIM door ELI s. M. ROGGE Nelly Bodenheim, een der Amsterdamsche joffers, die dezer dagen bij Buffa exposeeren, heeft in plaats van 't penseel de filetnaald ter hand genomen en geeft beeldende kunst in het handwerk. Vreemd is dit niet. 't Komt meermalen voor, dat schilder, graphieker en beeldhouwer grijpen naar de naald als zijnde deze het voorwerp, waarmede zij een grootere verfijning in hun kunst richting bereiken dan anders mogelijk is. Wij herinneren ons de zoo uiterst gevoelige werklapjes ? \an den Rus Kogan. Welk een sentiment in de sierlijke lijnen, in de teergehouden vlakvullingen en dat van den man wiens beeldhouwwerk juist trof door forschheid en kracht van compositie. Nu is het echter merkwaardig, dat Nelly Bodenheim niet de naald gebruikt om haar kunst te verfijnen, doch om deze in decoratiever vorm te brengen. De minutieuse zwartkunst voldoet haar blijkbaar niet meer ten volle. Haar illustratief talent zoekt naar nieuwe Wegen en met humor fantaseert haar rake teekenstift op de netstof naar den inval van 't oogenbMk. Krabbels met de naald" zou men haar werk kunnen noemen. Vreemd, bizar doen haar creaties aan. Hoe zouden de meeste van die tafreelen gewonnen hebben, als ze op fijner grondstof gede tailleerd als de silhouetjes waren behandeld, hetzij in kleuren of in de sobere maar toch altijd be schaafde tegenstelling van zwart en wit. Een der grootste doeken van de werkster is het Vlinderpaneel, hierbij afgebeeld. Op dit ruime veld had Nelly Bodenheim's lachende fantasie vrij spel. Overal gefladder, hoog en lager in de lucht, overal speelsche lijnen, lenige vormen, vreugden vermaak. In gedachte zien wij Nelly Bodenheim op haar atelier aan 't werk. Rondom haar de groote hoe veelheid kleurige wol in felle en gedempte tinten. Nu hier, dan daar kiest zij de draden als ware 't de kleuren op haar palet. Dan speelt zij met de naald door de ruitjes en telkens beziet ze haar Spielerei" op afstand om zelf in de eenzaamheid van de werkuren te genieten van dezen haar oorspronkelijken, ongebonden arbeid. Als het Vlinderpaneel af is, heef t het haar vreugde gegeven. En dan komen wij, nuchtere menschen van het Werkelijke, practische leven het bezichtigen en wij begrijpen het waarom niet. We staan ervoor als oningewijden die toch iets voelen van het er niet aan mogen raken en die alleen maar in onze ziel mogen laten opkomen de gedachte: 't kon van Nelly Bodenheim toch anders zijn. KIEKJES UIT HET KINDERLEVEN door C. D o z Y Ze zaten beiden in een der laagste klassen der lagere school. Waren het de blonde vlechten, de blauwe oogjes, of het gesnap van het roode mondje, die maakten dat hij zich juist tot haar aangetrokken voelde? Dat iets in hem, hem als 't ware dwong, bij 't uitgaan van de school, altijd naast haar de straat op te vliegen. Als muschjes wipten ze samen stoep op, stoep af, de straten door, tot ze vlak bij haar ouderlijke woning waren. Zonder afscheid draaide hij zich dan om en sloeg op een holletje alleen den weg naar huis in. Thuis gekomen, at hij gauw zijn boterhammen op om weer weg te kunnen en haar af te halen. En het spelletje van stoepje op, stoepje af, her haalde zich tot ze tusschen de huizen in 't school gebouw verdwenen. Alleen aan een banketbakkerswinkel, die op hun weg lag, kon ze nooit voorbijgaan, zonder even te blijven staan kijken. Nog veel lekkerder, had ze eens gezegd dan al die gebakjes waren taartjes met aardbeien en slagroom. Hij moest ook eens proeven hoe heerlijk die taartjes waren, zei ze enthousiast. De glimlach waarmee de verkoopster gekeken had, hoe eerst Lientjes roode mondje in de witte schuimige massa hapte en daarna de andere helft in den mond van haar vriendje verdween, had hem even gehinderd, maar Lientjes kordate hou ding, waarmee ze den winkel weer uitstapte, alsof er niets vreemds aan haar handelwijze ge weest was, had hem er vlug o ver heen geholpen. Den Maandag daarop, was ook hij in het bezit van zijn week geld gekomen en toen ze Weer langs de banketbak kerij kwamen, kon ze niet na laten te zeggen, dat 't nu zijn beurt Was om eens te tracteeren, net zooals zij laatst gedaan had. 't Was moei lijk ! Nooit had hij zijn geld versnoept ! Dat was flauw gedoe ! Hij spaarde liever voor een nieuwe batterij in zijn zaklantaarn of voor zoo'n leuk spoorwagentje, als hij laatst ge zien had. 't Gaf hem een onaan genaam gevoel, die gedachte, te snoepen. Maar toch, hij kon moeilijk anders dan ook tracteeren; 't stond zoo krenterig, als hij niet wilde. Hij kon zich toch niet alleen door haar laten onthalen. 't Glunderende gezicht van de winkeljuffronw kwam weer voor zijn geest. Liefst was hij met een vaartje weggestoven, maar Lientje had de deur knop al in de hand, en alsof hij nooit anders ge wild had,stapte hij binnen en ruilde zijn Wekelijksch inkomen voor een taartje met aardbeien en slagroom.. . Wat later thuis, kwam zijn weekgeld ter sprake en moest 't hooge woord er uit het was er niet meer, was versnoept, en open, als hij was, beleed hij zijn schuld. Maar met het versnoepte weekgeld, was ook de aantrekkingskracht van Lientje verdwenen. Hij had zich te klein gevoeld, te veel geschaamd en als men naar haar vroeg, antwoordde hij sma lend: ,,ze hoort tot die meisjes, die altijd moeten snoepen." OVER BOEKEN EN TIJD SCHRIFTEN NELLY BODENHEIM VLINDERPANEEL sglifiwGvDfilfflK COR6ETIÈRF 15 Kalender Van der Vecht. Een Kalender, ver moedelijk door den sierkunstenaar zelf in bewer king genomen, die in zwart, roomwit en goud gehouden, op elke wanóbekleeding voornaam van werking is. Ditmaal zijn de dagcijfers en dagletters als kader om de middenfiguur geplaatst en geheel in de ornamentiek opgenomen. Een goede vondst, die rustige eenvoud bewerkt, daar elk drie maandelijksch blad niet deh inderlijke afscheiding heeft tus schen plaat en cijferruimte. Alleen voor practisch ge bruik had de weekaanduiding duidelijker kunnen zijn. De symboliek gelegd in de figurenuitbeelding der jaargetijden geeft te denken. Geheel in 't klare komen wij er niet mede. Het warmrossige goud op de twee eerste bladen doet bijzonder goed. Op het derde herfstblad dekt het slechts den achtergrond om op het laatste blad in de maanden van sneeuw en ijs geheel te verdwijnen in de verkilling tot het wit van den doodsslaap. Het wintersymbool schijnt ons het minst gelukkige. E. M. R. Op Rozehojje door J. P. Zoomers-Vermeer. Uitg. Holkema en Warendorf, Amsterdam. Het Was een week vóór de vacantie, dat die prettige brief van Tante Mathilde kwam, waarin ze schreef, de meisjes dan stellig over acht dagen te ver wachten. De eerste vier weken vroeg ze dan geen andere logees. Het huisje was klein, maar heerlijk gelegen in 't groen". Zoo luidt de aanhef van het boekje. Het geldt hier dus het dankbare thema van een logeerpartij buiten, met al de genoegens van dien. Gaandeweg komen er ook een paar jongens op het tooneel. En ten slotte was men het ns met de verzekering: O, deze vacantie ! Die vergeet ik nooit!" Een op dit gebied ervaringrijke grootmoeder betuigt, na lezing, dat dit een ideaal boek is voor jongens en meisjes van om en bij de tien jaar. Het is geïllustreerd door Netty Heyligers, op haar bekende, eigenaardige wijze. Tclii-me door Helene Laman de Vries. Uitg, Maatsch. Elsevier, Amsterdam. Zeven Nederlandschc meisjes, een paar boven de twintig jaar en de anderen daaronder, brachten cenige zomer weken door in het Zwitsersch Rhónedal. Het chalet waarin zij woonden, droeg den naarn Tchi-me, wat in het plaatselijk dialect beteekent: chcz mui". De gezellige wijze, waarop zij daar huishielden, men zou haast kunnen zeggen: kampeerden" wordt, door een van haar, in dit boekje naar het leven geteekend. Dat gaat heel eenvoudig: voor een groot deel in bakvisch-jargon. Soms verheft zicli de verhaaltrant tot zekere artisticiteit, waar het de schoonheid van het Alpcnlandschap geldt en de schrijfster haar bewondering uit in woorden, die van zelf-zuiver-zien en diep-voelen getuigen. Het boekje is geïllustreerd met eigen kiekjes,, waarvan sommige o.a. van de Quille du Diable.. dien zij met een gemocdelijken gids beklommen). heel goed gelukt zijn. Het is opgedragen aan ,,de vroolijke chaletgenooten en aan allen, die Zwitserland liefhebben". Voor ons vrouwelijk Jong-Holland biedt liet een onderhoudende lektuur. G. C: Boter metRijksmerk geleverd door OUD-BUSSEM" is het beste van het beste. Verzending per postpakket door het geheele land TELEFOON 139 Post-adres: NAARDEN t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl