Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2531
ir
r
i
^
L
pi4*
I
f
1
CRITIEK EN VRIJKAARTEN
door A. B. VAN TIENHOVEN
Meermalen is er over gesproken of de
tponeelspeelkunst al of niet gediend is met de critiek. Er
zijn meeningen verkondigd dat een goede critiek
de ontwikkeling van de kunst dienstbaar is, maar
ook het tegenovergestelde is te berde gebracht.
Sommige theaterdirecties hebben bekend, dat hun
de critiek koud laat. Toch hebben diezelfde direc
ties gebruik gemaakt van goede zinnetjes uit
recensies om hun stuk aan te bevelen in adverten
ties. Tooneelspelers en -schrijvers hebben zich in
alle toonaarden er over uitgelaten. Ze hebben de
bevoegdheden van critici in twijfel getrokken, er is
geredekaveld over het feit of de criticus al dan niet
van het vak zelf verstand moet hebben, er is
zelfs betwijfeld of het publiek er zich aan stoort,
bewezen is vaak dat stukken die afgemaakt werden
door recensenten toch lang repertoir hielden. De
waarde van de critiek zal altijd moeilijk te be
palen zijn. We hebben steeds met persoonlijken
smaak van den recensent te doen, elke critiek is
niet meer dan het oordeel van n mensch, en
deze kan al of niet geroutineerd zijn, al of niet
vooroordeelen hebben, een breede kijk bezitten,
of bekrompen en beperkt van oordeel zijn.
Hoe men daarover echter oordeele, over
nding zal ieder het eens zijn, dat de critiek ernstig
en met overtuiging moet worden uitgeoefend. In
dezen moeilijken tijd voor het tooneel vooral moet
men de hoogste eischen kunnen stellen aan de
beoordeelaars, die ten slotte, hoever hun invloed
gaat kan dan nog in het midden gelaten worden,
een ernstig woord medespreken. De critiek moet
een serieus vak zijn, door beroepsmenschen uit
geoefend. Het blad, dat een tooneelrubriek heeft,
moet een recensent hebben, die zijn werk opvat
als degelijken arbeid.
En nu is er een instituut, dat gevaar oplevert
voor de degelijkheid van de tooneelcritiek. Dat
is de instelling der Vrijkaartjes.
De recensent is gast van de directie. Hierin is
iets scheefs. Het is niet aangenaam voor een gast
om verplicht te zijn, zijn gastheer min of meer
onprettige dingen te moeten zeggen, en dat
gebeurt toch, wanneer een recensent zich on
vriendelijk over een voorstelling uitlaat.
Nu zullen recensenten van groote bladen dit
bezwaar in het algemeen zelve niet voelen, althans
zich er niet door laten beïnvloeden. Ze geven zich
er geen rekenschap van dat ze uitgenoodigd zijn,
zeggen hun meening onomwonden, trekken zich
van de invitatie niets aan.
Maar dan vervalt toch wel de grondgedachte
van het vrijkaartje, dat in principe een beleefdheid
Wil zijn, die in de beschaafde wereld moeilijk anders
dan door een tegenbeleefdheid kan worden be
antwoord.
En hieruit is meer dan eens een conflict voor
gekomen. Booze theaterdirecteuren hebben de
vrijkaarten voor kranten, die onaangename recen
senten hadden, wel eens ingetrokken. Dan ging
eenigen tijd de tooneelcriticus op kosten van het
blad naar de voorstellingen, en deed zijn Werk
precies als vroeger. Tot er later weer een com
promis tot stand kwam,en de zaak op gelijken voet
Werd voortgezet.
Er is ook wel een voorbeeld te noemen van een
blad dat zich boven al dit gedoe stelt, voor zijn
recensenten de plaatsen betaalt, en zelf voor zich
alleeneen gezonden en normalen toestand geschapen
heeft. Dit voorbeeld echter heeft nooit genoeg
kracht gehad om in de pers algemeene navolging
te vinden. Alleen bewijst het, dat ook van de zijde
van de pers het onjuiste van het aannemen van
vrijkaarten is gevoeld.
Toch kan er niet verwacht worden, dat ooit, al
zou er van alle zijden op worden gewezen, en al
zou er zelfs dcor de directeuren van kranten of
door de journalistenorganisatie een besluit worden
genomen, deze vrijkaarten niet verder te accep
teeren, van de zijde van de pers een einde ge
maakt zal worden aan het euvel.
Want er zit meer aan vast, dan de
belcefdhcidskwestie, dan het ftit of de recensent zich al of niet
gast voelt van de theaterdirectie. De vrijkaartjes
zijn aantrekkelijke zaken voor beunhazen. Een
vrijkaartje wordt door de mindere goden in de
journalistiek, maar vooral van den zelfkant der
journalistiek, ais iets bijzonder begeerenswaardigs
beschouwd. Het heeft een fictieve waarde. Er zijn
beunhazen die er een eer in stellen criticus uit
te hangen, en een vrijkaartje is daarvoor een
brevet. Er wordt op onwaardige wijze om vrij
kaartjes gebedeld. Er zijn menschen die het
recensentenwerk gratis willen doen, voor het vrijkaartje.
En er zijn tallcoze kleine blaadjes, dieereen
theaterrubriekje op na houden, want dat kost niets, dat
wordt voor niets volgeschreven. En zoo leidt het
vrijkaartjessysteem er toe dat er steeds tal van
onbevoegden in den schouwburg komen, die laffe
zoete vleierijtjes schrijven, want die storen zich
wél aan de beleefdheid, en die zijn graag goede
ONZE KOLONIËN: BANGKA
Teekening voor de Groene Amsterdammer door J. G. Sinia
STRANDKAMPONO
Uren vaak heb ik doorgebracht aan Bangka's
strand, waar kleine kampongs stillekens liggen te
droomen in de schaduw van ranke klapperboomen,
die ernstig en plechtstatig heen en weer Wiegen
op de maat van het juichende lied der witgekuifde
golven, welke in eindelooze opvolging bruisend
uiteenstorten op het blinkende zand. De schil
derachtige ligging dezer stille kampongs, met op
den achtergrond de oneindige, verkoeling .bren
gende zee, deze trok mij altijd geweldig aan, doch
niet minder deden dit de vele wondere dingen,
die men hier op, of in de onmiddellijke nabijheid
van het strand vond. Daar waren wel in de al
lereerste plaats die wonderlijke vischjes, die met
behulp van hun vinnen omhoog klauteren tegen
stammen en takken der rhizophooren en die men
hier in massa vond in de met brak water gevulde
poelen en plassen, onmiddellijk achter den
strandwal gelegen. Maar niet minder merkwaardig waren
de krabben; geen krabben, zooals wij die hier
kennen, doch krabben met n groote, sterk
ontwikkelde schaar en n kleine, Welke haast
niet tot ontwikkeling gekomen is. 't Merkwaardige
bij deze dieren is niet alleen deze hoogst zonder
linge speling der natuur, welke mij nooit duidelijk
is kunnen worden, maar ook, dat zij zich torentjes
van klei bouwen, die bij honderden over het
strand verspreid liggen en heele kolonies vormen.
Boven op hun torentjes gezeten speuren zij het
strand naar prooi af om bij nadering van eenig
gevaar onmiddellijk daarin weg te duiken.
Dan waren er vreemdsoortige zeeslakken, die
bij aanraking een scherpen snavel vertoonden, die
mij altijd deed denken aan den snavel van een
papegaai, zeesterren, waaronder er waren prachtig
van kleur en vorm, kleine inktvischjes en, niet
in het minst, een groote verscheidenheid van mooi
gevormde schelpen. J. G. SINIA
maatjes met de tooneelwereld. En daarmee is de
critiek zelf slecht gediend. Aan dezen t< estandkan
slecht opeen wijze een eind gemaakt Worden. En dat
is, dat de theaterdirecteuren unaniem het heele
systeem afschaffen. De theaterrubriek zal dan de
kranten geld kosten. Maar dit bedrag is zoo buiten
sporig hcog niet, dat de groote kranten er de rubriek
om zullen laten vervallen. Als de kleinere er dat geld
niet voor over hebben, en vooral de kleine week
bladen niet, zal de tooneclspeelkunst er geen enkel
nadeel van ondervinden, en vermoedelijk zal de
critiek in het algemeen er door op een hooger
peil komen.
Van deze meening was een der administraties
van een gezelschap zelf, ik geloof zelfs dat allen
er wel iets voor zullen voelen, want ze hebben zich
steeds min of meer te Weren tegen die
indringertjes, die ze zoolang het systeem bestaat, niet Wei
geren kunnen. Ze geven heel wat plaatsen weg aan
bladen waarbij ze, zooals ze zelf zeggen, niet het
minst belang hebben. En juist die kwestie van
al of niet belang moet zooveel mogelijk bijzaak
zijn. Door voo r den vastgestcideii prijs Vaste p laat se n
te bestemmen voor de recensenten van de kranten
en bladen die van belang zijn, kunnen ze
voldoendeblijk van welwillendheid geven.
Kleinere bladen en weekbladen, die niet rijk zijn,
komen nu in het gedrang. Deze moeten zoolang het
instituut perskaartje bestaat om economische
redenen wel meevaren, men mag van hen het initia
tief niet verwachten van zelf kaarten te koopen.
Maar ook onder de recensenten van die bladen
kunnen ernstige critici schuilen. En ook deze
Worden dikwijls voor vrijkaartjesjagers aangezien.
Is echter het vrijkaartje van de pers afgeschaft, dan
zal van zelf het kaf van het koren gescheiden
worden. Dan ook blijkt of de krant of het weekblad
zelve het ernstig genoeg met zijn theaterrubriek
meen t,of hètalseen goedkoope bladvulling opneemt.
Wanneer die te betalen hebben, alleen al voor de
ELECTRIC HOME
DEN HAAG
THOMSONLAAN 20 TELEFOON 34257
Electrische Verwarming en
Warmwater Voorziening
plaatsen, zullen ze reeds daarom waar voor hun
geld willen hebben, en'erniet een of anderen beun
haas, die graag werk voor niets doet, i m de voor
stelling bij te wonen, meer heen zonden.
Ten slotte zullen de gezelschappen, die geen
van allen rijk genoemd mogen worden de inkom
sten die van de pers zullen komen, best kunnen
gebruiken, en niet e ergenis hebben, van hun
eigen vijanden in huis te halen, zooals het vaak
lijkt Wanneer een recensent een stuk slecht be
oordeelt. Er zijn, hoe men deze zaak ook beschou
wen moge, aan liet vrijkaartensysteem Voor de
scliouwburgdirecties, bijna geen goede kanten te
ontdekken, terwijl de nadeelen y.oowel gevoeld
Worden aan de zijde der gezelschappen, als bij de
journalisten, die liet niet hun vak goed meenen,
en zien hoe de belustlieid op vrije plaatsen het
gehalte van critici naar beneden haalt.
KONINKLIJKE BAZAR
82, ZEESTRAAT DEN HAAG
WAAR ELKE PETIT R I E N" IS
EEN GENOEGEN OM TE GEVEN EN
EEN VREUGDE OM TE ONTVANGEN.