Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2531
fe
r
t'
Dr. W. G. C. BYVANCK f
Lang geleden bracht het toeval mij in kennis met
een oud-leerling van Byvanck uit den tijd van zijn
leeraarschap aan het Leidsche gymnasium. Ik
informeerde naar de gestie van dezen
merkwaardigen man, die zoo weinig beantwoordde aan het
denkbeeld en misschien ook niet aan het ideaal,
dat men zich van een leeraar voorstelt. Het ant
woord, dat ik kreeg op mijn belangstellende vraag,
Was eigenlijk niet veel anders dan ik had verwacht.
Het gedoceerde vak heette eigenlijk aardrijkskun
de, maar het omvatte verder ongeveer alles wat er
aan geestelijke Wetenschappen aan gymnasiasten
is bij te brengen: letterkunde, kunst, geschiedenis,
wijsbegeerte van ongeveer alle volken en van haast
alle perioden, met een zekere voorliefde voor de
Romanen. Het sprak van zelf, dat dat alles niet
in den vorm van een statig en strak gebouwd be
toog Werd voorgedragen, maar in den vorm van
digressies in soms zeer los verband. Maar het was
altijd belangwekkend en wie van de geestelijke
dingen van vroeger, nu en straks iets meer wilde
Weten dan in beknopte en droge leerboeken stond,
kon bij Byvanck terecht. Hij zal de Leidsche gym
nasiasten wel niet hebben afgericht voor het eind
examen; maar hij heeft zonder twijfel de besten
van hen iets en zelfs veel aan geestelijke waarden
meegegeven voor hun verder leven.
Ik heb deze herinnering even willen vastleggen,
omdat zij zoo geheel overeenstemt met mijn eigen
ervaring, maar vooral ook, omdat zij Byvanck zoo
uitnemend typeert. Zeven jaren heb ik met hem
samengewerkt aan de Koninklijke Bibliotheek. Ik
kwam daar in het tweede jaar van zijn
bibliothecariaat; hij Was toen in de volle kracht van zijn
frisch enthousiasme voor de reorganisatie der wat
verachterde boekerij. Hij zag de Koninklijke Bibli
otheek als een instituut van nationale cultuur
waarde. Zij moest niet alleen het publiek dienen,
maar het ook voorgaan; zij had niet alleen te bie
den wat de lezers en onderzoekers vroegen, maar
hen ook te brengen bij de geestelijke schatten, die
zij slechts vermoedden. Dat leek iets op een open
bare leeszaal, maar was het toch allerminst. Want
de Koninklijke Bibliotheek had zich volstrekt niet
te richten naar het actueele, maar naar het waarde
volle. Juist om dat waardevolle te onderkennen en
zich te verwerven, daarin lag de roeping der boe
kerij.
Aan dat ideaal is Byvanck getrouw gebleven
niettegenstaande misverstand en ook tegenwer
king. In ruime mate heb ik zijn arbeid van nabij
kunnen waardeeren, omdat ik Was geplaatst aan
het hoofd van een afdeeling, die hem zeer ter harte
ging, die der handschriften. Het is voor mij en,
naar ik mag aannemen, ook voor hem een ge
noegen en een voldoening geweest samen te mogen
werken aan de kostbare sectie der manuscripten.
Die afdeeling was lange jaren geheel verwaarloosd,
of liever, zij had geheel stil gelegen; zij was dood,
beter, schijndood. Want zij is door Byvanck tot
nieuw leven gewekt. Toen ik aan de bibliotheek
kwam, was er in jaren geen handschrift van
beteekenis aangekocht. Wat hij in mijn tijd en ook
daarna heeft weten te verwerven aan kostbare
manuscripten, kan men in de verslagen van die
jaren nalezen. Rijke getijdenboeken en andere
liturgische bceken, belangrijke letterkundige ma
nuscripten, zeldzame alba amicorum, ten slotte
uitgebreide brievencollectiën werden voor de
bibliotheek verkregen. Dat alles bracht de
handscjviftenafdeeling weer op peil en soms wel er
boven. Met klimmende sympathie heb ik Byvanck
daarbij ter zijde gestaan. Er was maar n bezwaar
aan deze sterke Werkzaamheid verbonden : door de
beschrijving der nieuwe aanwinsten werd de tijd
zoozeer in beslag genomen, dat de hoog noodige
catalogiseering der geheele afdeeling handschriften
daaronder sterk heeft geleden.
Overwin die
vermoeidheid
met Sanatogen
Denk eens terug aan die dagen dat gij U sterk voelde, fleurig en
energiek, klaar voor elk feestje en voor iedere wandeling. Zoo
kunt ge U weer voelen binnen enkele weken, wanneer gij
slechts aan Uw bloed en zenuwen juist die stoffen toevoert die
noodig zijn met Sanatogen.
Zooals een bekend Engelsch geneesheer schrijft:
Sanatotjen gaat naar de kern der gezondheid, n.!, de cellen en
bouwt die op tot 'n blijvend krachtig lichaamsgestel".
Sanatogen zal bloed en zenuwen belangrijk versterken.
Zoo deefcr.de bekende schrijfster ANNIE SALOMONS mede:
T)e uitwerking van Sanatogen iaas verrassend.
Ik voel me, sedert ik met het gebruik ervan be
gon, energieker en fleuriger dan sinds /aren en
raad het iedereen met volle overtuiging aan."
Geniet een sterke gezondheid met:
SANATOGEN
^^^ Het zenuwsterkend voedsel
Verknigbaar bij alle Apothekers en Drogisten vanaf /' l,?per bus.
Bij die samenwerking aan de afdeeling hand
schriften heb ik Byvanck's veel omvattenden geest
leeren kennen en hoogachten. Van hem kon waar
lijk als van den ouden Vossius worden gezegd, dat
wat in boeken stak, in zijn hoofd gevaren was.
Maar daarbij had hij niets van wat men een
boekenwurm pleegt te noemen. Een veelweter in
den gewonen zin was hij allerminst, hoewel hij
ongelooflijk veel wist en ook spontaan voor den
dag wist te brengen. Maar dat alles was geheel
door zijn geest gegaan; zijn vermogen was veel
meer dan zuiver receptief; hij Wist alles, wat hij
in zich had opgenomen, te ijken met het keurmerk
van zijn geheel oorspronkelijken geest. Zoo werden
besprekingen over handschriften tot wisseling van
gedachten, denkbeelden, indrukken, gevoelens
over de meest uiteenloopende geestelijke dingen.
En het ging altijd weer als op het Leidsclie
gymnasium: het vak heette eigenlijk
bibliotheekWetenschap, maar het omvatte ten slotte alles wat
een geestelijk sterk levend men se h belang kon
inboezemen. En dat alles ging met den bekoorlijken
zwier, die aan zijn Fransche neigingen evenredig
was, en die een gesprek met Byvanck tot een in
tellectueel genot maakte.
Op deze wijze heb ik heel wat van Byvanck's
studiën zien worden. De jeugd van Isaac Da Costa
was toen wat achteraf geraakt. Maar met Willem
III hield Byvanck zich toen bezig; zijn
Fruinstudiën ontstonden na den dood van den groot
meester der Nederlandsche geschiedenis; en vooral
Dorus' droefheid was in wording. Het merkwaar
dige was, dat hij zijn buigzamen geest aan ver
schillende onderwerpen tegelijk kon geven en zich
geheel kon verdiepen in historische onderzoekingen
van zeer uiteenloopenden aard. Dat dat ook zijn
groote bezwaren had, heb ik van nabij kunnen
waarnemen; want indien iemand de gebreken van
zijn eigenschappen had, dan was het Byvanck.
Zijn belangstelling reikte soms verder dan zijn
gezichtskring. Ook miste hij de gave de grenzen van
zijn groot talent duidelijk te zien. En ten slutte
was hem die geestelijke energie onthouden, die het
den onderzoeker mogelijk maakt een nasporing
door te zetten ook door de doornen der
alledaagsche navorsching heen. Vandaar, dat zijn zeer
sugTABA SIGAREN
ZIJN TOCH DE BESTE
gestieve kracht uitgeput was, als anderen nog zeer
veel van haar verwachtten.
Een persoonlijkheid als Byvanck vindt in een
land als het onze niet gemakkelijk de plaats, die
haar toekomt. Daarom is het gelukkig, dat hij aan
de Koninklijke Bibliotheek een ambt vond, dat
misschien niet geheel met zijn rijken aanleg strook
te, maar dat hem toch de gelegenheid schonk met
zijn gaven in ruimen kring nut te stichten. Ik zou
ten minste geen anderen w'erkkring Weten waar
hij beter thuis zou zijn geweest; want in menig
opzicht had hij een teveel, dat evenwel een tekort
aan de andere zijde niet kon aanvullen. Zijn be
wonderenswaardige veelzijdigheid heeft hem belet
diep op enkele speciale onderwerpen in te gaan,
maar aan den anderen kant hem ook verhinderd
in duffe beperktheid zich terug te trekken. Want
ten slotte was Byvanck boven alles een sterk leven
de persoonlijkheid, die zijn altijd receptieven geest
naar alle zijden wijd open zette. Een man, door
Wiens ziel eigenlijk alles was gegaan wat den
mensch kan verrijken en veredelen. Een man in
n wuord, wien niets menschelijks vreemd was.
H. B R u G M A N s
Koninklijke Meiibellianspott-Maatschappi
DE GRUYTER &Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein