De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 12 december pagina 3

12 december 1925 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2531 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek 325 MllklOEN D BELAST VERLAG MAGAZIJN DEN HAAG NIEUWE SPECIALE AFDEELING VOOR PERZISCHE TAPIJTEN EN KLEE D J ES Het Kerstnummer In de week van 14?19 December wordt aan alle Abonnés gratis het Kerstnummer verzonden. Zij die zich met l Januari 1926 op ons blad abonneert n, ontvangen behalve de December-nummers eveneens het Kerstnummer, zoolang de voorraad strekt. De Uitgevers, VAN HOLKEMA & WARENDORF Amsterdam. HOOFIEN'S ROOMBOTERl WORDT SPECIAAL BEREID g WlE DOET HET MIJ NA? RUSLAND IN DEN ZOMER VAN 1925 door Dr. E. HUBER NOODT HENRI BÉRAUD, Ce que j'ai vu a Moscou. Editions de France, Paris, 1925. . Voor het Journal heeft de schrijver van Le Vitriol de Luuc, Le Martyre de l'Obèse en verschei dene andere werken van verbluffende artistieke veelzijdigheid in den afgeloopen zomer een reis naar Moskou en Leningrad ondernomen. Zijn artikelen zijn thans in boekvorm verschenen. Merkwaardig voor de ontwikkeling onzer gees telijke beschaving is de vormverandering van het reisverhaal. Dorre opsomming van namen en cijfers, lyriek van het onbekende, sentimental journey", indrukken in briefvorm,wetenschappelijk verslag; nu, in dezen tijd, reportage: van alles wat, maar beknoptheid is hoofdvoorwaarde. Minimum aantal woorden, doch quantitatief en qualitatief zoo hoog mogelijk opgevoerde emotie. Geen tabellen of statistieken, geen gerekte uit eenzettingen. Boeiend, soepel, snel. De rappe geest van Béraud is hier op zijn volle kracht. In zijn genre herinner ik mij niets beters. Het tendentieuze, dat uit het boek, van elke bladzijde haast, naar ons opstijgt, is niet alleen een gevolg van een openlijk erkende teleurstelling (?Ik heb Rusland gezien met de oogen van een staatsburger, zeer gehecht aan de rechten van zijn klasse. Het was mijn wensch, er een gunstigen indruk van mee te brengen."), niet alleen een gevolg van het feit, dat hij zichzelf, den bakkers zoon (zijn vader een ruwe plebejer, zoon en klein zoon van democraten"?ik denk, dat communisten hier zullen glimlachen), als proletariër beschouwt, maar ook van zijn kunstenaarsnatuur, die hem den toestand moest toonen, zooals hij dien dan ook heeft beschreven. ,,Ik heb mijn best gedaan, de dingen gezond te beoordeelen. Misschien zou een ander ze onder een ander aspect zien." Maar eerlijk is de schrijver wel, al is alle eerlijk heid bij het beschrijven van indrukken over het ongelooflijk gecompliceerde Sovjet-Rusland na tuurlijk subjectief. Zoo leze men het Wel heel bijzondere gesprek met Kamenew: geen oogenblik twijfel ik aan de wel eenigszins pijnlijke waarheid van dit verhaal. Tuch is het prettig; partijdig van opzet (de titel is: Les cigarettes du camaradc Kamenew" !); partijdig van uitwerking, partijdig in eiken zin, in bijna elk woord.. Ook al is het artistiek, in stijl en visie, een meesterstuk. Want magistraal is het boek, onmisbare lectuur voor talloozen. Niet het minst voor het legioen journalisten, dat voor hun bladen al schrijvend, landen en menschen afreist. Het stervende Peters burg doemt voor onze oogen up als een nachtmerrie na zes bladzijden quasi terloops neergeworpen aanteekeningen. Ik citeer n zin: Tegen wil en dank denkt men aan de ruïnes, elders door oorlogen en eeuwen veroorzaakt, hier was slechts een dag van toorn noodig en acht jaar van wanhoop." Eén woord: Van zijn rotsblok af ziet Peter de Groote in galop diezelfde Neva met haar koude golven, langs welke het oude Piter" de matrozen der Oostzeevloot zag komen, om zingend de keizerlijke kaden te verwoesten." Kan het krachtiger geschilderd? Men vergeve mij, dat ik zoozeer den nadruk leg op het beeldende in Béraud's werk. Dit is niet te vermijden, want het is er het speciale, het esscntieele karakter van. Zelfs zijn requisitoir tegen de sprookjes, opgedischt door de communis tische propaganda in West-Europa, zelfs zijn nietonbelangrijke mededeelingen, die trouwens vóór hem reeds zijn gedaan, over het nationalistische, ja zelfs fascistische in het bolsjewisme, zij blijken meer uit tafereelen, in enkele regels uit zijn reportersvulpen gevloeid, dan uit zwaarwich tige betoogen, naar alle regelen der wetenschap met documenten gestaafd. Subtieler dan ergens vind ik bijv. de schrijnende tragedie van het conflict tiisschen oud en nieuw, zooals dat overal doorbreekt, in het volgende tafereeltje: Een stoet van kinderen achter een roode vlag trekt voorbij. Een klok luidt. Een oude koetsier legt de zweep over zijn paard, dat voortdraaft onder het accent circonflexe van de doega. Op het trottoir staat een militair van 25 jaar de krant te lezen: het is een divisiegeneraal. Een schoen poetser uit Tiflis, met geteerde knevels, borstelt de fijne laarsjes van een typiste. Op den bloedrooden muur van een revolutionnair paleis glijdt de schaduw van een kruis in het zonlicht. Heilig Rusland \. ... Voorwaarts, arbeiders en boeren ! .... Allerheiligste Vrouwe der vreugde, bescherm ons !.... Kameraden, de productie moet worden op gevoerd !.... En de klokken luiden den Angelus, terwijl de communistische kinderen zingen: Den hemel zullen wij bek/mrnen om er de goden uit Ie jagen !. . . . Maar zij hebben de stemmen van koor knapen en de avond schijnt teer-azi/re tinten te hechten aan hun scharlaken banier." Weinigen begrijpen Rusland als deze reiziger, die op een Juli-avond te Parijs in den trein stapte en naar Moskou reisde, als ware het Versailles of Meaux. Behalve de ellende van het rampzalige land zag hij er ook een blijder toekomst. Heeft hij ongelijk? Dat kan niemand zeggen. En het wachten kan lang zijn, onbegrensd schier eindeloos als de steppe. De schrijver erkent zelf het volstrekt tijdlooze in het land van Dostojewski: Het schijnt me toe, dat ondanks de menschen, Rusland zonder haast voortschrijdt langs den weg naar een gelukkige vrijheid, los van de tyrannie der tsaren en der doctrinairen. Zonder haast, ja. Niets heeft haast in dit onmetelijke land. De Russische ziel is eeuwig. Het Kreml en het Vaticaan zijn ter wereld de twee eenige plaatsen, waar de tijd niet in aanmerking komt. Wat zijn acht jaren bolsjewisme in dit Noorderland, welks nevels, in het grijs verleden, de zingende galeien omhulde? Acht jaar geredekavel, drie millioen dooden, het is niets dan een roode druppel, met helderen klankjneergevallen in den nacht." LAAT UWE CENTRALE VERWARMING £N BIJKOMENDE INSTALLATIES AAN LEGGEN DOOR .':, DEKOHLFABR.F.WBRAM-DELFT SEN GEBULT ^TEVREDEN ZUW..: ;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl