Historisch Archief 1877-1940
No.,2531
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE TRADITIES VAN MIJN
STAND"
Mevrouw Carry van Bruggen geeft de getrouwe
Jezeres en den getrouwen lezer van onzen Groenen
Amsterdammer des Zaterdagsavonds de resultaten
van Wat zij gegrepen heeft. Zij grijpt als een
voortreffelijke huisvrouw, opdienster van geeste
lijke gerechten, maar.... zij grijpt, dat wil zeggen
zij vertoont eene eenzijdigheid, in strijd met haar
schrijversnatuur. Uit eene universeeie levens
overtuiging brouwt zij ,,apartheden". Dat kan
niet, zonder dat de binnenvetten" onder hare
lezers het bespeuren. Iedereen zal het best vinden
dat zij maar doorgaat met schrijven, maar eigenlijk
moet men voor zulke grepen een stevig dogma
ticus zijn, een gezellige praatster, zooals Annie
Salomons, of een nar.
Voor wie hare geschriften kennen, zal het
?duidelijk zijn, dat Mevrouw Carry van Bruggen
evengoed het tegengestelde kan verdedigen en
bespotten als zij in deze Grepen" doet, en dat zij
door de troebele Wateren van de gevoeligheid in
de door haar gehate collectiviteit binnenzeilt.
Of.... om de gevaren der beeldspraak" nog
verder te trotseeren: dat de Groene Amster
dammer" voor Carry van Bruggen de strafkamer
is, waarin zij hare verachting voor de communis
?pinie" heeft uit te boeten.
Wat is het geval? De heer Groeninx van Zoelen,
die door een anachronistische toepassing van het
vuistrecht op het aan de bevloering van
schermzalen herinnerende Haagsche spoorwegperron,
zichzelf ge-Don-Quichotteerd heeft en zijn tegen
stander behalve het ridderteeken der Mensur"
de kroon der martelaren heef t verleend, trotseerde
zoo hevig de communis opinio, dat zijn politieke
vrienden reeds den romantischen droom hebben
beleefd van gemeenschappelijke Siberische avon
turen. Mevrouw Carry van Bruggen, die hare
dagen en nachten aan gesystematizeerd verzet
tegen de communis opinio heeft gewijd, vertegen
woordigt in haar laatst-verschenen greep" de
communis opinio ten aanzien van den
bloeddorstigen residentie-bewoner.
Want Wanneer de heer Groeninx van Zoelen,
daarbij op ver-vervlogen tijden doelend, opmerkt
dat zijn gepantserde vuist terugkeer beteckent tot
de tradities van zijn stand van edelman, en
Mevrouw Carry van Bruggen werpt daartegen op,
het heden bekijkend, dat er onder de huidige
edellieden en hun trawanten velen zijn, die het
bezit verdedigen tegen den geest, en het privilege
tegen de ontwikkelingskansen van het niet blauwe
maar roode bloed, dan is heel Nederland, met uit
zondering van eenige excentrieken, het met haar
eens. En Wij zouden tot de adellijke toehoorders
van Mevrouw Carry van Bruggen, posthuum
troubadoure in ridderkasteelen, willen uitroepen:
dat komt er van, als ge naar het gevaarlijk speel
goed van geëmancipeerde schrijfsters met Uw
ongewende vingeren grijpt, het is gevaarlijker zaak
nog, dan wat sommigen Uwer genooten deden,
toen ze in 1918 de roode vaan plantten op den
toren van Dordt, wel Wetend, dat de
burgerWachten de opening der brandkasten zouden
beletten, die de gemoedsrust verzekeren, waarin
aristocratische revolutionairen hun sympathie
betuigen met den communistischen heilstaat.
Houdt U liever bij de tradities van Uwen stand !
Maar niet tot de aristocratische executanten van
revolutionaire opera's, niet tot de dochters van
bestuursleden der vereeniging tot bestrijding van
revolutie, die zich aan communistische geschriften
overgeven binnen de veilige omhulling van satijnen
divans, richten wij voor heden onze Welgemeende
en welmeenende waarschuwing.
Wij wilden onzen goeden raad aanbieden aan
onze geachte Larensche collega, die als een heldin
de holen der leeuwen met afgeknipte nagelen
binnentrad, om ze te laten grommen van haar
onthutsende geschriften.
Mevrouw Carry van Bruggen construeert in haar
artikel normaal-typen: De aristocraat, die pal
staat voor het conventioneel-gëijkte dat met zijn
belangen overeenkomt, de intellectueele
tafelschuimer die op dat belang parasiteert, de onder
gaande aristo-intellectueel die het verfoeit dat
hem het brood voor den neus wordt Weggehaald
door den greep" eener opkomende demokratie en
eindelijk de Bard, die, naar haar inzien in het
gezellig-betimmerde spreekzaaltje van onzen
vriend Pannekoek het vuig belang omhult met
schijnschoone leuzen. En daartegenover Het arme
volkskind, dat den jonker aan de Universiteit ver
dringt, De man van onderen, die aan al die aristo
cratische bevoorrechten] een eind zal maken. De
Gentleman-dief, reeds in de figuur van Lord Lister
verheerlijkt.
Heel Nederland applaudiseert, zoo hevig dat
het applaus der lusthoven, waarin de Larensche
schrijfster zich als een geestelijke herdershond liet
bewonderen ervan verstomt, en wij, Wij doen
hartelijk mede, Wanneer zij een huichelende
aristocratie kapittelt, omdat.... die aristocratie
de tradities van haar stand verloochent.
Wij zouden nog hartelijker applaudisseeren,
Wanneer de Woordvoerders en voorgangers der
arbeidersklasse aan de tradities van eigen stand
getrouwer bleven.
Wij hebben, hoezeer onze ontaarde overtuigingen
zich afbuigen van de sociaal-demokratie, nimmer
met meer instemming de arbeidersbeweging ge
volgd, dan toen zij besloot dat de arbeiders in den
Mei-optocht zouden wandelen in werk-tenue.
Helaas ! het was maar een verschietend moment,
want onze volkstribunen hullen zich al te vaak in
bont, wiegen al te vaak hun Welgedane persoonlijk
heden in auto's en vertoonen buikjes, waar een
bourgeois trotsch op zou zijn.
Waartegenover er vele stille, ingetogen, hard
Werkende en Weinig pratende blauwbloedigen door
de Nederlandsche wereld gaan. Wij kunnen best
de zon in het Water zien schijnen, en wij zouden
het heel goed kunnen verdragen dat thans een
andere kategorie van het menschdom dan die
eeuwenlang aan de Weivoorziene tafelen zat,
zich eens ging vetmesten, indien onze naieve
natuur de Idee, het Geestelijke er niet zoo droevig
bij zag glimlachen.
Hetgeen Mevrouw Carry van Bruggen zegt, is
zeker juist. Maar hetgeen wij hier neerschrijven is
óók juist. En de Juistheid der juistheden, door
Mevrouw Carry van Bruggen in haar werken
erkend, in de Groene" verloochend, is, dat de
collectiviteit", laat ons zeggen, niet de eenige
maatstaf is, waarmede een wijsgeerig-onderlegd
auteur de verschijnselen uit het menschenleven
beoordeelt.
En nu de heer Groeninx van Zoelen. Wij keuren
zijn daad evenzeer af als de daad van den dienst
weigeraar die, eenige jaren geleden, een bom wierp
in het huis van een vreedzaam gezin. Al is een bom
gevaarlijker dan een oorvijg, de verstoring van
familiegeluk is in beide gevallen even ernstig, en het
geweld in beide gevallen met onze zeden in strijd.
Maar indien dan de dienstweigeraar en de heer
Groeninx beide achter kerkermuren moeten zuch
ten, dan maken zij ook beide, evenals de
Dief-uitbeginsel, dien Mevrouw Carry van Bruggen ten
tooneele voert, in gelijke mate aanspraak op de
Welwillende beoordeeling, ja de sympathie van
geëmancipeerd Nederland, omdat zij beiden, in
tegenstelling tot de schrijfster van Hedendaagsch
Fetichisme", die het in vrijheid doet, de communis
opinio weerstreven, tot in de eenzaamheid der cel.
P. H. R i TT E R !r.
HET BOLLANDISME NA
BOLLAND'S DOOD
In zijn beschouwing over het Bollandisme na
Bolland's dood eischt Ir. B. Wigersma met zooveel
woorden een leerstoel aan n der Universiteiten
voor het Bollandisme, de Bollandistische wijs
begeerte of voor de Hegelische wijsbegeerte.
Als dankbaar toehoorder van Bulland en leer
ling van Hegel moet ik nadrukkelijk verzet
aanteekenen. Ik begrijp dat de plaatsruimte van uw
blad niet toelaat uitvoerig op deze zaak in te gaan
en beperk mij dus tot de volgende, ietwat gedron
gen toelichting:
Het Bollandisme is geen Bollandistische wijs
begeerte, want het is heelemaal geen wijsbegeerte
doch onbegrepen uiterlijke navolging van een groot
man, die tot wijsbegeerte velen heeft geleid, doch
zelf profeet en geen wijsgeer was. Maar niet alleen
is er geen Bollandistische wijsbegeerte, er is thans
in 1925 ook geen Hegelische wijsbegeerte meer.
Wie Hegel werkelijk verstaat is geen Hegeliaan
en voor aanhangers van een meester die hun mees
ter niet verstaan een leerstoel aan een universiteit
vragen, is toch de ongemanierdheid der aanmati
ging wat ver gedreven. Wat die laatste betreft
mogen de Bollandisten" zich het Latijnsche
spreekwoord herinneren Quod licet lovi non licet
bovi".
BRINKGREVE
Bunnik, 5 December 1925.
WORDT ER MINDER GELEZEN?
Nog niet weinig genoeg, Prof. Kernkamp. U
hebt- de vraag eigenlijk niet beantwoord, haar
alleen gesteld. Ik zou er ook niet op antwoorden
kunnen, want ik mis gegevens. Wél durf ik m'n
verlangen openbaar te maken: er moest nog
minCO
VAN
DER
6LU/Ó
GEHEELE WOON
INRICHTING
DEN HAAG
NGORDEINDE
der ncderlandsche literatuur gelezen worden.
Waarom V
Omdat de meeste nederlandsche romans die
thans verschijnen hersenproducten zijn,
Omdat doorgaans dames en heeren voor dames
en heeren, over dames en heeren schrijven,
Omdat, als ontkenning van de werkelijkheid,
dat kunst provinciaal, ja locaal dient te zijn, wil
ze van belang zijn voor een volk, onze huidige
romanliteratuur buitenlandsch van allure is,
Omdat een waarlijk hollandsche gesteldheid dus
aan die werken ontbreekt, en
Omdat er door deze grondfouten geen harmo
nische wisselwerking tusschen volk en kunstenaar
mogelijk is en voor nationale kunst de pas af
gesneden is.
Het is een treurige boel. We hebben eenige on
beschroomde, driftige, ja bezeten volksjongcns
hier noodig.
Vergeef me de massacritiek,de namen der goeden
wil ik schiften en hier bekend maken.
HERMAN DE MAN
N. V, MEUBILEElIXmCHTIKG
V/H F. VAN DER H El DE
HILVERSUM
TEL. 1150 's-GRAVELANDSCHEWEG
KERSTGESCHENKEN
HET UITBREKEN VAN DEN
OORLOG
Uit het artikel van Dr. B. J. Manger: Het
uitbreken van den oor/og(No. 2529) is de volgende
alinea uitgevallen:
Eerlijk komt Pierre Renouvin steeds met alle
tegenargumenten aandragen; men krijgt meteen
vertrouwen en gevoelt dat de schrijver u geen rad
voor oogen draait. Al zal men hier en daar met htm
van meening verschillen, men is hem dankbaar
voor de rijke bijdrage, die hij levert tot het
nauwkeurig vaststellen der feiten. Hij is een
geestdriftig waarhtidzoeker en heeft een poging
gedaan om volgens de meest strikte historische
methode het verhaal te geven van de crisis
van 1914.
RINGERö'
KROKAMTE
CHOCOLADE
15 CTS.