Historisch Archief 1877-1940
No. 2531
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
In den Silveren Molenbeecker"
Kalventraat 32
TTn nrrctpo t 11
UUpllddl j]
Gemonteerd
Oud Holl,
Kristal.
Specialiteit In;
lm. Oud Hotl.
Zilverwerk.
TAFEL- en
SERVIESZILVER,
HET AMSTERDAMSCHE BOSCH
door Dr. JAC. P. T H ij s s E
Daar is bij de begrootingsdebatten weer het een
en ander over te berde gebracht. Als ik het wel
heb, dan is deze maal het woord Arboretum"
niet genoemd. Het Was anders nog al prettig,
om jaar op jaar vertroost te worden met de
belofte van een arboretum. Ik hoop dan ook van
harte, dat dit plan niet is opgegeven. Thans was
er sprake van een Amsterdamsch bosch van
zeshonderd hektaren of Waren heter achthonderd?
en dan aan de overzijde van het IJ. Die plaatsing
maakt dan meteen het vraagstuk van de verbin
ding der IJ-oevers nog wat dringender.
Het denkbeeld van een uitgestrekt Amster
damsch Bosch is niet nieuw. Tientallen van jaren
geleden heeft men er al over gedacht om de heele
Watergraafsmeer te bebosschen. Dat leek toen
echter hersenschimmig, veel en veel te kostbaar,
onuitvoerbaar zelfs. Thans zou men misschien de
Bijlmermeer willen bebosschen of een van de
kleipolders in Waterland? Ik weet het niet.
Wel weet ik, dat in de laatste veertig jaren onze
hoofdstad gaandeweg steeds armer is geworden
aan opgaand hout en dat er altijd nog meer valt
dan er bij komt. Dat is zeer jammer want er is
geen enkele reden waarom Amsterdam niet zou
nestelen in het groen of omgeven Worden door een
gordel van smaragd.
Overal in en om de stad kunt ge de bewijzen er
voor vinden, dat allerlei boomen goed willen groeien
in en om de stad. In Artis vinden we nog enkele
reusachtige iepen, afkomstig uit den tijd toen
Artis nog Plantage was. Ze staan in het verlengde
van de Franschelaan, boomen van meer dan
honderd jaren oud. Ook de groote wilgen van
het muziekplein mogen gezien worden en in
't jonge plantsoen vindt ge ahorns en platanen,
een paar beuken en zelfs een noteboom, die ver
trouwen moeten inboezemen aan ieder voor
stander van bebossching van het Amsterdamsch
gebied. Het Vondelpark geeft ook op menige
plaats bemoedigende voorbeelden: reusachtige
populieren en wilgen, ook nog veel iepen van
beteekenis en vooral zeer fraaie exemplaren van
haagbeuken, een boomsoort, die dikwijls genoemd
wordt, maar niet te vaak kan worden geprezen.
Er staat ook wel een enkele flinke beuk in 't
Vondelpark, d.w.z. flink voor Amsterdam, maar
We voelen wel dat we er geen beuken kunnen
verwachten als in den Haarlemmerhout. De lage
veengrond heeft natuurlijk zijn beperkingen.
Ook is het wei leerzaam om eens langs de
Amsterdamsche buitenwegen en polderwateren te
zien, wat er al zoo op de boerenerven en buiten
plaatsen tot stand is gebracht. Daar liggen lattgs
den Amstel nog een paar landgoederen met zeer
zwaar geboomte van iepen en linden en
daartusschen ook nog respectabele eiken en beuken.
Honderd jaar of langer geleden heeft men den
moed gehad, die boomen te planten en thans
verschaffen zij ons vreugd en verwondering en
moed voor nieuwe ondernemingen. Ook wenschen
wij dat die buitens met hun boomen behouden blij
ven, dat zij kernen en steunpunten zullen vormen
voor een park-achtige behandeling van de oevers
der poiderwateren in het Amsterdamsch gebied:
Amstel, Holendrecht, Bullewijk, Waver, Abcouder
Meer, Gein, Amstelveensche Poel, Nieuwe Meer.
We kunnen de Vechtstreek bezoeken, om ons te
inspireeren, mogen echter niet vergeten, dat de
grond langs de Vecht anders en beter is dan die
van de oevers der Amsterdamsche Polderwateren.
Indien we die oevers goed behandelen, de wegen
die er langs leiden zooveel mogelijk intact laten,
alleen hun beplanting overal uitbreiden, op
sommige geschikte plaatsen zelfs belangrijk uit
breiden, dan krijgen we in het Zuiden en Oosten
van de stad een onovertreffelijk landschap van
woud en water, geheel in overeenstemming met
het polderland en het laagveetigebied. De boeren
erven en de oude wegen leeren ons ook, dat in
de beplantingen oude, practische elementen
kunnen worden opgenomen. Veertig jaar geleden
was de Amstclveenscheweg van Schinkelhaven
af tot Amstelveen en de Poel toe een van de
mooiste Wegen van ons land en dat kwam in
de eerste plaats wel door zijn eigen iepen, in de
tweede plaats door de zeer goede beplanting der
bocrenerven en in de derde plaats door een reeks
van.kleine boschjes van hakhout aan de westzijde.
Het waren maar kleine perceeltjes, een meter of
tien breed, dertig meter lang, meest elzen en
esschenhout, maar in den loop der tijden
doorgroeid met varens en bramen, meidoorns,
lijsterbessen en daardoor in hooge mate bekoorlijk.
Geen wonder dan ook dat die
Amstelveenscheweg zeer rijk Was aan dierenleven. Daar huisden
boschvogels en moerasvogels van allerlei soort en
er was ook een groote overvloed van vlinders en
kevers en andere insecten.
Met wat aanvulling en retouche zou nu nog op
menige plaats zonder groote kosten Amsterdams
omgeving kunnen worden verrijkt en men zou
zelfs productieve beplantingen kunnen aanleggen.
Trouwens, een stadsbosch" van 600 hektaren
zou ook productief gemaakt kunnen en moeten
worden, 't Is een eisch, dien men ook aan gewone
wegbeplantingen mag stellen, al heeft men pri
mair het doel om den stedeling genoeglijke wande
ling te verschaffen, het aspect van het landschap
te verbeteren, en den wind te breken, zoodat
mensch en dier en huis en tuin bescherming
vindt tegen ruwe vlagen. De ondervinding leert,
dat die bescherming reeds wordt verkregen door
een strook van struikgewas enkele tientallen meters
breed, ja zelfs door twee of drie rijen.
Het spreekt van zelf, dat inheemsche boom
soorten het eerst in aanmerking komen voor onze
beplantingen, de boomen, die hier vanzelf zouden
groeien, wanneer er geen menschen woonden. Dat
zijn dan we! in de eerste plaats de elzen en de
berken. Hier en daar in 't Vondelpark kunt ge
zien, dat men daarmee wel wat goeds kan bereiken.
Daarna komen de wilgen: de vroeg bloeiende, die
struiken blijven, de laat bloeiende, die zich tot
reusachtige boomen kunnen ontwikkelen. Naast
de wilgen verwachten We de esschen, hoewel die
in 't veengebied toch niet zoo heel dikwijls spon
taan opschieten, wat mij Wel spijt, want het is
een van onze mooiste boomen. Waar ze goed op
schieten en tijd van leven hebben maken ze stam
men en kronen, die niet onder behoeven te doen
voor beuken of eiken. Oud of jong, altijd zijn ze
even mooi. Dan hebben we in het lage land ook
nog een goede kans met eiken en zelfs met
haagbeuken. Op opgehoogde stukken, langs de dijken
en wegen kunnen we haast alles planten wat we
willen.
Intusschen zult ge in de omgeving van Amster
dam niet veel coniferen vinden. Geen sprake van
dennen of sparren. Men heeft 't in 't Vondelpark
met sparren wel geprobeerd, maar dat is op niets
uitgeloopen. De eenige conifeer, die in 't Vondel
park nog al goed voort wil,is de terecht beroemde
Virginische Moeras-cypres en met thuja's en de
zoogenaamde dwerg-cypressen is er ook wel wat
te bereiken. Die zijn bestand tegen de vochtigheid,
maar ook,en dat is voor coniferen van veel belang,
tegen de vervuiling van de atmosfeer door het
branden van steenkolen, een omstandigheid,
waarmee men ook rekening heeft te houden bij
het bepalen van een plaats voor den aanleg van
een bosch.
Met die cypressen en thuja's zijn we vanzelf
beland in het gebied van de uitheemsche boom
soorten en daarmee bij het arboretum. Zeer zeker
hoop ik dat We ook daarmee verblijd zullen worden.
Het had er eigenlijk al lang moeten wezen, want
nu komt het vanzelf al tamelijk excentrisch te
liggen. Ik had het mij gedroomd tusschen Amstel
en Schinkel, langs het kanaal en dan natuurlijk
alweer met allerlei aardige Waterpartijen.
Ik wil het aaneengesloten stadsbosch van 800
H.A. gaarne geven voor een behoorlijk arboretum
en voor een parkengordel met parkachtige be
handeling van de polderwegen en polderwateren in
de omgeving van de stad. Dat bosch komt er toch
ook wel, maar niet zoo dicht in de buurt.. Ik
bedoel het bosch in het gebied van de Amster
damsche waterleidingduinen. Dat zou lang zoo
kostbaar niet zijn als een bosch in het poldergebied
en zeer zeker veel en veel mooier.
Zou er nu een middel zijn, om de uitvoering
van de vele goede plannen, die ten stadhuize
bestaan en die wellicht beter zijn dan de hier
boven aangestipte, te bespoedigen?
de meest volmaakte wagen.
AUTO-CENTRALE - HAARLEM