De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 26 december pagina 14

26 december 1925 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

14 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2534 DE TWEE MARTELLS (PEP) KRONIEK VAN DEN DANS door J. W. F. WERUMEUS BUNING XX. Peper en zout. Er was eens een waarachtige Spaansche danseres, een Spanjaard en een Amerikaan. De danseres danste, de Spanjaard raakte in vervoering, klom op een stoel en schreeuwde Olé, tienes mas sal que un salero !" de Amerikaan keek hem minachtend en haar strak aan en stelde vast: She 's got söme" pep l" En de suppoost, die den Spanjaard van zijn stoel kwam halen men doet dat niet hield zijn hart vast, want hij verstond Spaansch n Amerikaansch en hij vreesde dat minstens de stoel en de Ameri kaan ernstig beschadigd zouden worden, indien de Spanjaard Amerikaansch verstond.... Dit lijkt een geschiedenis, duister als koffiedik; z'e Wordt dan ook inderdaad verteld om er de toekomst van den dans uit te voorspellen, en wel niét op die oude zigeuner-manier, maar uit een net peper-en-zout-stelletje. Men stelle zich daartoe de bekende vraag: als de lezer zich te begeven had naar het ideale onbe woonde eiland, dat helaas alleen uit dergelijke vragen bekend is, en waar men alleen het allernoodigste mag meenemen, zou hij dan zijn peperen-zout-stelletje aan beide kanten met peper, aan beide kanten met zout, of half om half laten vullen ? Dat is natuurlijk een zeer prozaïsche vraag, de lezer aarzelt veel liever over de keuze tusschen een compleete Dan te en een comp'eete Shakespeare, een keuze waar eer aan te behalen is, maar gesteld toch dat hij geen profesionneel zoutwinneris,dat er geen peperboompjes bloeien op zijn eiland en dat de omringende oceaan even zouteloos is als het opgeworpen vraagstuk, dan zal hij, als ver standig mensch, moeten kiezen: zout aan beide kanten. Het zout is een eerste levensbehoefte, de peper is maar een specerij; daarin zal niemand zich ver gissen. En het eigenaardige is nu dat men. in zake danskunst, nauwelijks het verschil tusschen peper en zout kent. Mas sal que un salero", zouter dan een zoutvat" lijkt ons een dwaas compliment voor een danseres. Het is in Spanje een karakteristieke lof, waarop elke danseres trotsch is, en als men haar de even karakteristiek Amerikaansche uiting söme pep" vertaalde is er alle kans dat er, in de zigeunerkroegjes bloed en in de groote dansgelegen heden koffie gemorst werd: zij zou het een vulgaire beleediging vinden. Er leven in die twee soorten waardeering van een zelfde soort dansen inderdaad twee werelden. Al zegt de Europeesche toeschouwer dan niet altijd söme pep" bij een driftig en hartstochtelijk dansen, hij denkt vaak iets van dien aard; men is nog veel te veel het gevoel voor het elementaire gewend, beheerscht en gevormd tot kunst, verloren om het vrij te beleven, het wordt veeial gezien als iets bizars, iets overbodigs, een specerij. Sal", zoutin den dans dat waren, kort geleden, de Russen van de Eltzoffgroep, met hun salto's en cabriolen en al hun vitale dansacrobatiek, dat was Woizikowsky en zijn boogschutters in Prince Igor", dat is Argentina, die als een vlam danst, dat is, vluchtiger en ijler, de heldere balletdans, dat zijn de hartige volksdansen, de duivelsche Jazznegers, de ranke Hofmanngirls, alles waarbij het lichaam, in welke melodie dan ook, bespeeld wordt als een goed instrument en, als het zout, uit een elementaire wereld komt. Het mag bij het rauwe af zijn, begeerte, primitieve drift, het danst Waarachtig, fel Wellicht en wervelend, maar altijd zonder halve bijbedoeling of het bij een straatorgel of een tam-tam of een snorrende balalaïka of een zwart gerokt orkest is; het kan, uit het elemen taire, verfijnd worden tot de welhaast te ijle balletfiguur, uit de hartige pret van den volksdans tot alle gratie van een tooneeldans, maar het is altijd van deze wereld, zout, zilt, een smaak die men niet missen kan, een element zonder hetwelk de dans lichaam n ziel verliest. Wat is de geheele recente historie van den dans, de aanvallen op het ballet, de vernieuwing der gymnastiek, de meeste nieuwe dansscholer. en richtingen anders dan in vele opzichten een pogen om dat elementaire dat in de strenge balletschool verloren was gegaan, Weer aan het lichaam terug te geven, en Wat is de aantrekkingskracht van Afrikaansche, Amerikaansche, Russische elemen ten in tooneel- en gezelschapsdans anders dan, voor een goed deel, de aantrekking van hun onge broken, rauwe vitaliteit. Die ons dan, via vele cabarets en dansparen vaak als peper wordt voor gezet waar men zout vroeg. ^* Maar de dans met söme pep". Dat is inderdaad de dans met exotische costuums zonder inhoud, de dans met de techniek van het knipoog, met de opgelegde zwoelheid, waarin het lichaam op een of andere wijze een verboden vrucht moet voor stellen, de dans met bijbedoelingen, de dans die niets uitviert, maar gewaagd" is, de dans die niet stuwt, maar prikkelt, die een slechte hazenpeper is, te weinig Wild en te veel peper de dans van driehonderd zeven en negentig Europeesche en Amerikaansche cabarets, de drie goede niet te na gesproken. In die Waardeering waarin een korrel peper een ersatz vormt voor een klein heelal van hartstocht en beheersching, elementaire kracht en kristallisatie, worden alle Oostersche dansen langoureus en gesluierd gedanst, in alle Spaansche dansen stampt de danseres hevig op den grond. Inderdaad echter ziet men juist in den edelsten Oosterschen dans de beheersching, uit het elementaire gegroeid; inder daad echter is de hartstocht van den Spaanschen dans helder en brandend, de voet slaat de aarde als spoorde hij, even en fel, een paard aan. Men kan zich afvragen, hoe het komt dat in het land waar de peper groeit, de dans zelden gepeperd is, terwijl in ons zilte Noorden, het verschil tus schen peper en zout menigeen nog volstrekt onduidelijk bleef? Misschien omdat de boctprofeten tientallen van jaren, bijkans eeuwen, dit zout des levens voor overbodige peper hebben gescholden, omdat een deel der artistieke ge meenten de kunst als een soort specerij alleen voor specerij-kenners, als een luxe, een product van een geheimzinnig kruidnageleiland hebben beschouwd. Wellicht, omdat dit sal" in den dans zich alleen kristalliseert in den loop van een sterken beschavingstijd en de moederloog van den volks dans noodig heeft om tot zijn hoogste volmaking van vorm te komen. In ieder geval kan men dit allegorische peper-enzout-stel hanteeren als een Weegschaal om heden een toekomst te meten; en indien de zijde met de peper nog lang de zwaarste blijft mag men niet veel hoop hebben. Als de Europeesche toeschouwer en deelnemer aan dans en danskunst de ras dansers Spanjaarden en Russen en wat dies meer zij niet in eere weet te houden, maar zoo vaak zouteloos blijft, zoo weinig vitaal, zoo weinig elementair gestuwd, dan is er wezenlijk een goede kans dat de muze van den dans de vlucht neemt naar wat onze voorouders pleegden te noemen de Barrebiesjes, te weten de eilanden waar de peper groeit en waar men nog weet te dansen mas sal que un salero". Boekbespreking J. W. RAKASOFF. Godzoekers. Zes tafcreelen uit het leven van dolende menschen. Vert uit het Duitsch door A. R. de Jong. Blaricum 1925. Uitgevers Mij. De Oogst". In deze zes,vrij losjessamenhangende,tafercelen wordt de strijd geschetst van hen, die waarheid zoeken, tegen hen die de dienaren zijn van de over geleverde moraal; tegelijkertijd de strijd van bezit- en rechteloozen tegen bureaucraten en onderdrukkers. Die strijd is in allerlei litteraturen al het onderwerp geweest van tallooze kunst en tendenz-werken, en het is niet te verwonderen, dat men in dit boek verscheidene motieven aan treft, die al eerder behandeld zijn. Een man uit de ANNA PAVLOVA (SAL) E. J. VAN SCHAICK MAKELAAR Xorte Jansstraat 25"" - Utrecht WONINGBUREAU ASSURANTIES TELE FOON 125 bezittende klasse, die er genoeg van heeft, traditio neel onrecht te plegen, en zich onder de armen begeeft om hen te helpen, tot waarheid en inzicht te komen; een dienstmeisje, dat verleid wordt door een rijken jongen, wiens familie met allerlei gekonkel dat zaakje in 't reine tracht te brengen ~ een verkondiger van het zuivere en eenvoudige evangelie, die het moet afleggen tegen den verte genwoordiger van de officieele kerk: dat zijn mo tieven, en er zouden er meer op te noemen zijn,, die door andere schrijvers met grooter kunstenaar schap behandeld zijn, dan het in dit boek gebeurt. Voegt men daarbij de, uit een tooneel-oogpunt gezien, zwakke compositie, dan is het de vraag, . of het stuk bij opvoering wel een diepen indruk zou maken, als men zich tenminste niet om den tuin zou willen laten leiden door lichteffecten en klokgelui, waarvan een overvloedig gebruik is. gemaakt. Het werk is gedeeltelijk symbolisch opgezet. De autoriteit" komt er niet alleen in voor in de personen van den ritmeester Weressew,, den professor-psychiater Jegorowitsch en den pope, maar ook als de vreemde", die in algemeene theorieën zegt, wat door de drie anderen practisch wordt toegepast. De figuur van dezen vreemde"' is niet zonder suggestieve kracht, al mag hier de opmerking niet wegblijven, dat het Hollandsch van den vertaler, vooral waar het metrisch en rijmend is, plat en banaal klinkt. Men oordeele: Vergeefsch is het zoeken, ijdel het streven, Vergeefs verspild de kracht van uw leven, Vergeefs verneemt ge stemmen van binnen, Die u over het worden overeen doel doen zinnen,. Vergeefs zoo onstuimig gedraafd langs uw pad, Zoolang gij nog de Idee niet vat." Het is niet het nieuwe van de idealen, dat het kunstwerk maakt, maar het zijn wel de vormen, waarin het bekende opnieuw wordt aangeboden. Zoodat dit boek wel voornamelijk zijn waar deering zal moeten vinden in kringen, waar men de verwantschap voelt met het ideaal en overigens geen hooge eisenen stelt. HERMAN MIDDENDORP O L O O f o. a S &N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl