Historisch Archief 1877-1940
No. 2534
DE ÓRÖENËAMSTERDAMMER, WËEK6LAD VOOR NEDERLAND
hem immers meegedeeld de Leaves of Grass"
van Walt Whitman in mijn taal te hebben weer
gegeven een ouderen dichter", natuurlijk in
zijn land een beroemden dichter. Want roem was
immers de belooning der dichtkunst overal,
schoon de bescheidenheid er niet steeds voor
wilde uitkomen. Een oudere dichter, die, wijl hij
zóó, als een sahib, ver weg van zijn geboorteland
kon reizen, zonder daarbij van de vleugelen van het
gezang gebruik te maken, ook wel een rijk man
zou zijn. Zooals alle dichters ook op den duur
van-zelf wel rijk worden.
* *
*
In mijn vriendschappelijken omgang met dezen
jongen Bengaalschen dichterling had deze niet
noodig mij te onderrichten hoe zeer de
BritschIndische Engelschen het ons nog steeds niet
kunnen vergeven, dat de Nederlandsche koloni
satie de hunne in diéen andere streken der Wereld
anderhalve eeuw lang den voortgang heeft be
moeilijkt. Ik wist welk een ongunstige meening
zij voorheen onder de inboorlingen van Indiëover
het Nederlandsche volk hadden verspreid. Een
jaar te voren, aan tafel van den gaekwar" van
Baroda, een der machtigste vorsten des lands,
had een oom van den gastheer mij op mijn vraag
of hij wel eens op Java had gereisd, meer open
hartig en gevoeld dan gegrond en beleefd, ge
antwoord, dat hij zich wél zou wachten een land
te bereizen, waar het den ingeborenen zelfs niet
vrij stond hun grond te beplanten, zooalszij wilden.
Het bleek, dat de goede rao" het nog had over
het toen langer dan een halve eeuw geleden
afgeschafte cultuurstelsel" op Java, hem in de
donkerste kleuren afgeschilderd.
Akinsjan Nisjiwanda bracht mij op de hoogte
hoe inlandsche leerlingen van hoogere onderwijs
inrichtingen werden onderwezen ten aanzien van
ons land. Hij liet mij een leerboek zien, waarin
stond in het Engelsen natuurlijk, ? Holland
is het land der tyrannen en een hol van slaven;
de rijken onderdrukken er de armen". Ik glim
lachte over een dergelijke uiting van nationalen
waanzin. Want hoe de Bengaleezen over de Engel
schen in hun land dachten had ik ervaren, toen
mij een inlandsche vruchtenverkooper maar zes
sinaasappelen wilde geven voor een bedrag,
waarvoor hij zijn landgenooten er acht gaf. Ik zei:
ik wil er óók acht hebben". Neen", ant
woordde hij: U krijgt er maar zes. U bent 'n
Engelsche sahib. Ik ben heelemaal geen
Engelschman, ik ben 'n Hollander". Wat"? !
riep hij, blij verrast, U bent geen Engelschman? !
Dan krijgt U er tien l"
Het was in de opkomst van de
Swadesji"beweging, later nog in kracht toegenomen door de
swaradsj". Het ging ik had het tweede Indische
congres bijgewoond slechts tégen de Britsche
nijverheid en vóór de inlandsche. Later is de
beweging versterkt doordien haar leus werd los
van Engeland"!
Dank zij Akinsjan Nisjiwanda leerde ik wat er
in harten en hoofden van de geschoolde jonge
inlanders omging.
Ik moet erkennen voor de Britsche kolonisatie,
ondanks haar zelfoverschatting en aanmatiging,
een diepe en levendige hoogachting te gevoelen.
Wat Engeland in Indiëgesticht, verricht en
geschapen heeft is een bewonderenswaardig stuk
volkskracht. Natuurlijk wordt het zoo min gewaar
deerd als wat het Nederlandsche volk, dwalingen
en misvattingen ten spijt, voor de volken van den
Nederlandsch-Indischen archipel gedaan heeften
voortgaat te doen. Nergens echter heeft een
kolonisatie recht op dankbaarheid. Daarvoor is
zij overal teveel gebaseerd op nationale zelfzucht.
Maar om bij Britsch-Indiëte blijven: de Engelsche
kolonisatie is daar, zopals overal, een hecht,
trotsch, schoon en den inlanders weldadig werk.
Als ik met den jongen dichter in de omgeving
van Calcutta of in de inlandsche stad godsdienstige
plechtigheden of tempelfeesten bijwoonde of
bijeenkomsten van yoghi's of fakirs bezocht, dan
merkte ik een niet steeds zwijgend protest tegen
mijn komst op, dat misschien tot daden zou zijn
overgegaan, zooals ik te Bombay, alleen, in een
tempelomheining, ervaren had, indien Akinsjan
niet oogenblikkelijk had te kennen gegeven, dat
ik geen Engelschman was. Het Was geen aange
name, maar toch een manier om veel belangrijks
te leeren over de gebruiken, zeden, levensinzichten
en denkwijzen van de machtig-belangwekkende en
oneindig geschakeerde menigte in wier midden
ik mij bevond. Dank ook zijn gezelschap was het
mij vergund een blik te slaan in leven en doen dier
heiligen en kwakzalvers, bedelaars en
straatkunstemakers, die onder den algemeenen naam van
yoghi" of fakir" den Europeaan wel eens ontzag
inboezemen, óf door hun leven van
onnavolgbaarin-Qod-opgegaanheid, óf door verbazende kunsten,
Welke even onnavolgbaar lijken.
Onderwijl onderwierp mij de opgetogen jongeling
maar steeds opnieuw aan de voorlezing zijner
drama's, welke ik met vrij veel geduld onderging
en waarover ik hem dan voorzichtig en bloemrijk
mijn meening zei. Wij spraken ook veel over het
leven in het Westen en in het Oosten, en de ver
schillen daartusschen. Doch zijn zwarte oogen
glansden met zachte kwijning, en heel zijn wezen
was gretigheid, wanneer ik hem vertelde over het
Europeesche tooneelleven, waarvoor zijn ooren
echter plotseling met doofheid schenen geslagen,
zoodra ik over de schaduwzijden daarvan begon.
Zoo was er dan vanzelf tusschen den jongen dichter
lijken inlander en den veel begrijpenden en gaarne
onderzoekenden en waardeerenden Westerling een
verhouding van vertrouwelijkheid ontstaan. Bij
het afscheid, na drie maanden, gaf Akinsjan mij
twee verschillende zijner foto's. Op de keerzijde
van de eene had hij in zijn taal en met sanskrietsche
letterteekens een afscheidsgedicht geschreven, dat
hij op de keerzijde van de andere in het Engelsen
had vertaald. Het begon : hoe droef is het uur van
afscheid" !
Dit afscheidsuur Was gekomen. Wij beloofden
elkaar te zullen schrijven, en deden dit ook in het
begin. Hij was kort na mijn vertrek summa cum
lande" door zijn examen ais dierenarts gekomen, en
bijna onmiddellijk daarna geplaatst naar een der
verste en hoogste oorden van het Himalya-gebergte.
Het kwam misschien door den afstand, dat ik op
mijn laatsten brief geen antwoord van hem ontving.
De herinnering aan den jongen dichter bleef mij
aangenaam, de foto's, mij door hem gegeven,
kregen een plaats onder de vele anderen, welke
mij lief Waren als herinnering, maar Akinsjan
Nisjiwanda, meende ik, was een schim geworden
van mijn vervlogen leven. Nooit meer zou ik een
levensteeken, docht mij, van hem ontvangen-,
Hoe verrastte het mij dus en met hoezeer Wel
dadige zieleWarmte, toen ik bijna achttien jaar
later, tegen den tijd, dat het weer Kerstmis zou
worden, een brief ontving van Akinsjan Nisji
wanda, ergens uit een nooit vernomen plaats in
Bengalen ! Hij vertelde mij daarin, na met harte
lijke belangstelling naar mijn leven en levensweg
gevraagd te hebben en onder den gebrtiikelijken
Kerstwensch many happy returns of the day",
niet zonder een ondertoon van ontgoocheling, van
eigen leven. Hij was in tusschen getrouwd. Natuur
lijk. Ik herinnerde mij plotseling met hoeveel
teederen eerbied en vrome aanbidding hij mij eens
had gesproken over de vrouw, schoon in wezen
hem nog onbekend, die hij zich kiezen zou, en
hoezeer de goede Bcngaalsche vrouw haar man
diende", en hem het leven terzelfder tijd ver
luchtte en verlichtte. De bezieling van dat
oogenblik van zijn bruin gelaat niet de stroopkleurige
donkere oogen leefde nog steedsin mij herinnering.
Hij Was dan getrouwd en vader reeds van vier
kinderen, wier leeftijd hij mij opgaf. Zijn vrouw
was hem goed en zijn kinderen waren hem Hef,
en nochtans ! Hij deelde het niet mede, doch ik
vernam duidelijk in zijn woord den mineurklank
der banale huWelijksteleurstelling, nog vergiftigd
door zijn dichterschap. In tusschen, kon hij mij
meedeelen, was hij in zijn land en onder zijn volk
een beroemd dichter geworden of hij nog steeds
dierenarts was? en hij had ook gedeeltelijk
Nietzche en Ibsen in zijn taal overgebracht. Nu
verlangde hij niets liever dan naar Europa te
komen, naar Engeland, Londen zooals van-zelf
sprak, naar Holland ook, om mij opnieuw te ont
moeten en mijn Werken (onnoodig te zeggen, dat
hij geen letter Hollandsen kon lezen) in zijn idioom
te vertalen.
Dit alles was mij Wel Waarlijk een lieve ver
rassing, welke een rijk verleden in mijn herinnering
opriep. Deze goede vriend, zoo ver weg, aan wien
ik nauwelijks meer dacht, schoon ik zijn portretten
met de gevoelige woorden nog steeds bezat, had
mij na achttien jaar niét vergeten. Hij moest nu
een door jaren en leven gerijpte man zijn. Zijn
levenservaring moest hem, docht mij, de
opgetogenheid, ook over het hem nog steeds onbekende
leven van het Westen, hebben verkalmd, zoo niet
verlamd. Welnu, neen ! In dit opzicht althans
was hij nog geheel dezelfde dichterling van voor
heen, die dacht, dat in Londen de gebraden....
de beroemde actrices een Bengaalschen dichter bij
zijn komst om den hals zouden vallen, en hij er zou
kunnen leven van nectar en ambrozijn in het huis,
Welks hooge dak in den nacht vonkelt van sterren.
Om dit geluk te ervaren Was hij bereid vrouw
misschien verklaarbaar ! ? en kinderen, levens
positie en alles in zijn geboorteland op te geven.
Wij, Hollanders, zijn wel onaangenaam nuchter,
heelemaal niet in staat om door schitterende be
spiegeling een luchtig en lokkend kasteel in Spanje
te schragen. Ik vond het niet prettig om mijn
trouwen dichterlijken Bengaalschen zangvogel
opnieuw bij de vleugels te moeten pakken en op
den prozaïschen bodem der werkelijkheid neer te
zetten. Maar ik heb het toch gedaan.
Sedert heb ik opnieuw niets van Akinsjan
Nisjiwanda gehoord. Dichters nemen de nuchter
heid van anderen soms kwalijk. Ik Weet niet of zij
daarin misschien geen gelijk hebben. Maar hij
althans is nog jong genoeg otn-nog achttien jaar te
leven en mij dan misschien opnieuw te schrijven.
Ik vrees echter, dat mijn adres dan veranderd
zal zijn.
GECOMPROMITTEERD
(Passing Show)
Oude Vrijster: Oroote Grutten! Hij
moet den geheelen nacht voor mijn raam hebben
gestaan mijn eer en goeden naam ben ik kwijt",
ONDER DE MISTLETOE
(Passing Show)
In den goeden ouden
! fjÉft»
l f i ?; Mtók>»
en in den .... nieuwen tijd.
WELKOME GESCHENKEN
(Humor i st)
,,Pst psst.... doe me een genoegen en
neem de sigaren mee die ik van mijn vrouw
voor mijn Kerst heb gekregen."