De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1925 26 december pagina 5

26 december 1925 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2534 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Agenten omstreeks 1890 eenmaal zeer veel verduren; zij handelt nu eenmaal in de volle openbaarheid en meer dan eens moet zij ingrijpen in de belangen en het leven der bur gers. Wie zoo aan den weg timmert, oogst van zelf kritiek, lokt ze zelfs tot op zekere hoogte uit. Maar die kritiek heeft dit gunstige gevolg gehad, dat in den loop der jaren zeer veel is verbeterd. De heer Versteeg laat niet na daarop te wijzen., Wie hem niet op zijn woord gelooven wil, moet maar eens in zijn boek nalezen, hoe de handhaving der openbare orde en vooral de bedwinging van oproerige bewegingen in vroeger tijd geschiedde en hoe dat tegenwoordig gebeurt; oproeren, die dagen lang aanhouden, zooals nog het palingoproer in 1886, komen niet meer voor. En van plunderingen van reeksen van huizen, zooals men dat nog in de achttiende eeuw meer dan eens beleefde, is zelfs bij formeel oproer geen sprake meer. Er heerscht zonder twijfel veel meer regelmaat en orde in het verkeer en in de stad in het algemeen dan in vroeger dagen. Ook hier is voorkomen beter dan genezen gebleken. En dat het gehalte der politie veel beter is dan een eeuw of zelfs nog een halve eeuw geleden, kan zelfs de oppervlakkige waar nemer constateeren. Zoo geeft het boek van den heer Versteeg den bemoedigenden indruk van vooruitgang, ten minste op dit gebied. Of men de zaak ook mag omkeeren is de vraag. Want een geperfectionneerde politie beteekent niet tevens een verbeterde maatschappij. Haast zou men om gekeerd kunnen redeneeren en de vraag stellen, waarom zulk een steeds beter geschoold corps noodig blijkt. Maar die vraag stelt de heer Versteeg niet, omdat zij niet op zijn weg lag. En om de zelfde reden laten wij haar ook verder rusten. . H. BRUG MANS 1) H. J. Versteeg, Van schout tot hoofdcommis saris. De politie voorheen en thans. Amsterdam, Van Holkema en Warendorf, 1925. 8°. WANDPLATEN VAN NED. OOST-INDI door Mr. H. G. KOSTER Agent in 1844 in Zotidagsch tenue Agent omstreeks 1861 in Zondagsch tenue Wandplaten van Ned. Oost-lndiëdoor Menno van Meeteren Brouwer met handleiding van J. Koning en D. Wouters. Uitgave P. Noordhof ??_, Groningen 1924. Hoe herinner ik mij nog mijn schoolklasse ! Donker, naargeestig met gele verflooze banken, het zwarte bord met vieze spons en lap, en aan den muur: de wandplaten van Lummel. Die naam alleen reeds duidelijk stond hij onder iedere plaat te lezen was mij een gruwel. Tergend hing daar iederen dag de plaat, welke de straat voor stelde meteen liniaal-rechte huizenrij en houterige heertjes en juffertjes; als een bos spinazie hing daar de tuin; ook waren er allerlei dieren, koe, paard, haan, allemaal akelig en vervelend. Toch keek ik er altijd naar, omdat ik nu eenmaal mijn meesters nog vervelender vond. Als ik mij dit in den geest terugroep en ik bezie de aardrijkskundige wandplaten van Indië, naar schilderijen van Menno van Meeteren Brouwer, dan besef ik dat de jeugd van heden het toch anders en beter heeft. Men heeft van Meeteren Brouwer verweten, dat er in zijn werk te veel atmosfeer is, te veel van het Hollandsche landschap; de dingen zouden bij hem te vaag van contouren, te zeer omwaasd zijn, niet rauw en scherp zooals ons oog ze ziet in het genadelooze, felle tropenlicht; men heeft ook opgemerkt, dat de gelaatstrekken der op het doek gebrachte inlanders te Westersch aandoen en het Wezen van het Javanengelaat niet door hem wordt weergegeven. Er moge Waarheid in deze kritiek schuilen, het denkbeeld der uitgevers om, bij de keuze van wand platen voor de school, te grijpen in het volle menschenleven,was sympathiek. Zoo schenken ons dan deze platen een kijkje op de passar, een gezicht op de steigers te Priok, een optocht in de Vorstenlanden, een erf van een suikerfabriek, een Javaansch landbouwer achter den ploeg, een wajangvertooning, een zitting van den Volksraad. Sommi gen zullen deze keuze wat eenzijdig vinden; zij zouden iets begeerd hebben, dat het weelderigtropische of het mystieke Indiëvoor ons opriep, bij voorbeeld Taman Sari te Djokja of de Tempel ruïnen van Mendoet of Prambanan of de grootsche vulkaanlandschappen van Midden-Java. Doch laat ons niet klagen: deze platen brengen ons het nuchter, zakendoend Indiëvoor en dit Indiëis er ten slotte ook ! Mogelijk is zelfs, dat de schooljeugd met d!e zijde van het Indische leven later het eerst en het meest in aanraking komt. Ten slotte hangt bij het plaatonderwijs alles af van den onderwijzer. En ik heb onderwijzers gekend, die zelfs bij mijn verachte platen van Lummel leerrijk en onder houdend, ja boeiend konden vertellen. Terecht gaan daarom deze wandplaten vergezeld van fraai gedrukte handleidingen, welke een omstandige beschrijving geven van hetgeen op de plaat te zien is. De docent moet nu wel een aartsdroogstoppel zijn als hij, gewapend met deze handWINTERGENOEGEN Vraagt ons nieuw model Projectielantaren, of onze wonderlantaren voor het proj i teeren van ondoorzichtige voorwerpen (aanzichtkaarten etc.) te leveren met electr.of acetyleen licht franco door geheel Nederland tl. 35.?. JOS. HARTOG Hoofdsteeg 17 Nobelstraat 28 ROTTERDAM UTRECHT leidingen, die zelf ook weer mooi verlucht zijn, geen stof voor gezellig plaatonderwijs weet te ver zamelen. Het aardigst schenen mij de deeltjes over den Volksraad en over de Wajang. Het eerste verraste mij door zijn beknopt maar volledig staatsrechtelijk overzicht, het tweede door de interessante vergelijking, welke de schrijvers trekken tusschen de wajang en de toondrama's van Wagner en de tragedies van Shakespeare. Meer dan nog de platen zelf bekoren mij deze eenvoudige boekjes door de degelijkheid der kennis, die zij bevatten, door de frissche en didactisch-knappe wijze, waarop zij zijn saamgesteld. Ik hoop, dat zij niet slechts door de docenten, maar ook door de discipelen en door het publiek zullen worden benut. Zij voldoen zoo geheel aan hetgeen voor goede populaire lectuur over Indiëverelscht wordt. Zij zijn namelijk gemaakt volgens een recept, dat Luther eens gaf voor tafel- en kansel reden: Tritt frisch auf, Tue das Maul auf, Höre bald auf!" VANNELLE'SVARINAS GOUDZEGEL 5O ets. per Pakje. Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele GOEDE SIGAREN.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl