Historisch Archief 1877-1940
No. 2535
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR" NEDERLAND
SPREEKZAAL
VERDEELDHEID ONDER DE SOVJETS
Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door Jcrdaan
HET BOLLANDISME NA BOLLAND'S DOOD
Dr. Brinkgreve uit Bunnik teekent in de
Groene" van 12 Dec. nadrukkelijk verzet" aan
tegen hetgeen ik over het Bollandisme in Neder
land in 't midden heb gebracht.
Ik zou deze zaak niet verder aanroeren,
?ware het niet dat het Wanbegrip des heeren
Brinkgreve over het Bollandisme" en de
Hegelische Wijsbegeerte" door anderen gedeeld en
gepropageerd wordt, die misschien ook dankbare
toehoorders van Bolland en leerlingen van Hegel"
geweest zijn, doch die, zoo min als Dr. Brinkgreve,
de beteekenis van deze groote mannen en hunne
Werken doorzien. Zij toch meenen dat Bollandisme
?e.d. bedoeld zijn als namen voor een zeer bepaald
"Wijsgeerig stelsel naast andere bepaalde stelsels,
?Welke alle aanhangers" kunnen hebben, wier
taak het is om eigen stelsel te verdedigen en dat
van anderen te bestrijden. Wij echter gebruiken
zulke termen naast andere, die ongeveer hetzelfde
zeggen als daar zijn: leer van zuivere rede",
centrale wetenschap" e.a. Het gaat echter niet
aan bij iedere gelegenheid opnieuw te ontwikkelen
dat en waarom hiermee bedoeld wordt de
wijstoegeerte in hare ware gestalte, dat is als het proces
van liet absolute weten", zooals zich dit in en door
Hegel het eerst in volstrekte zelfbewustheid heeft
verwerkelijkt en zooals het zich in en door Bolland
en enkelen zijner leerlingen ook door leerlingen,
die niet zijn toehoorders zijn geweest bestendig
nieuwe vormen geeft. ^a.^
In dit proces, waarin de absolute waarheid zich
op bewuste wijze verwerkelijkt en waarin het niet
gaat om den bepaalden vorm doch om het proces
als zoodanig, in dit proces krijgen alle stelsels de
hun toekomende plaats en worden ze alle gewaar
deerd naar wat ze, in het verband met alle andere,
waard zijn. Indien dan ook Dr. Brinkgreve zich de
moeite had getroost tot het ernstig bestudeeren
van de geschriften in den geest van zuivere rede
geschreven na Bolland's dood, dan zou hij, mits
hij zonder vooroordeel en ijverig de moeizame
studie had weten vol te houden, althans geleerd
hebben dat het in deze waarlijk wijsgeerige werken
niet gaat voor of tegen iets of iemand in het
bijzonder, (daarbij inbegrepen de Bollandisten en
hun werk), doch dat het wezenlijk gaat om het
ware en algemeene in al het bijzondere, ook in het
Werk van hen, die niet bewust weten wat aan hun
eigen werk het ware en wat het bijkomstige is.
Nog onlangs schreef een, ondanks de
doodverklaring van Dr. Brinkgreve, altijd nog levende
,,Hegelaar": tot den zin van het geheel, dat is
tot het begrip, komt men allén door het
voorgedachte, den gedachte-gang, met terzijdestelling
van eigen meening en met den wil het in zijne
volstrekte zuiverheid toch ook weer onuitspreek
bare begrip te begrijpen, denkend mee te beleven,
om op deze meegaande wijze den inhoud tot eigen
inhoud, tot het door zich zélf voortgebrachte te
maken".
Aanhangers" heeft daarom het .Bollandisme'
zoo min als de , Hegelarij', want het heeft
geen (kapstokken' of .grondslagen' Waaraan
zulke aanhangers zich kunnen vasthaken. Wie
daarom,als Dr. Brinkgreve,over aanhangers" van
Hegel spreekt, dan nog Bolland gén wijsgeer maar
Wel een profeet noemt enz., die toont al bitter
weinig te hebben begrepen zoowel van Boliand als
van Hegel. Op dezen grond heeft daarom de
redactie van de Idee" een haar door Dr. Brink
greve aangeboden opstel geweigerd en het
doet eigenaardig aan dat, na deze weigering,
Dr. Brinkgreve het ,Bollandisme' ineens dood
verklaart. Wat dat betreft zijn we dan in goed
gezelschap, want ook Hegel en Bolland hebben
in en na hun tijd hetzelfde lot ondergaan. Want
voor de velen, die niet de kracht hebben om door
te dringen tot den geest der redelijkheid, die deze
redemeesters in hun Werken bewust bezielde, is
het maar het gemakkelijkst om, heel ijverig, dood
te verklaren wat voor hen nimmer heeft geleefd.
Wat Hegel aangaat raakt dit ietwat uit de mode ;
het staat tegenwoordig zelfs wel gekleed om zich
een leerling van Hegel te noemen, mits men er
bijvoege dat men 't met Hegel niet heelemaal eens
en vooral geen Hegeliaan is ! En ,men' doorziet
dan niet dat .men' door dit te doen alleen open
baart dat het den meester niet is gelukt om zulke
,men' tot begrip van begrip te brengen en dat
men" wezenlijk niets van de meesten heeft
beg epen. Tot deze.men' reken ik Dr. Brinkgreve, die
van onbegrepen uiterlijke navolging van Bolland
spreekt, omdat hij noch Bolland noch zijn leerlin
gen begrijpt en daarom alleen de uiterlijke ge
lijkenis kan zien tusschen hunne Werken. Want
inderdaad volgen de , Bollandisten' hun meester
Bolland en zij verwaarloozen niet wat hij heeft
geleerd. Terwijl dit in iedere wetenschap als
vanzelfsprekend wordt beschouwd, gaat dit in de
wijsbegeerte niet op, omdat er zoovelen zich
geroepen voelen en toch zoo weinigen zijn
uitverDE VULKAAN DE^IWAN" BEGINT TE WERKEN
koren. Door alle eeuwen heen is de waarheid op
allerlei wijzen verkondigd om begrijpelijker
wijze voorde velen het onbereikbare te schijnen,
waarvan dan maar verkondigd wordt dat het ook
het voor allen onbereikbare ('s. En Dr. Brinkgreve,
die in zijn geestelijke blindheid de kracht der
beweging op het gebied der .Bollandistische' wijs
begeerte niet kan waarnemen, verklaart daarom
maar dat deze geen wijsbegeerte is.
B. WlGERSMA
reiDDINGH
yTUYNENBURG MUYSI
aSCHILDEPSI
ELECTRISCHE VOGELFOTOGRAFIE
Uw medewerker Dr. Jac. P. Thijsse,?in de be
spreking over mijn boekje Ranke Wieken" over
electrische vogelfotografie sprekend, uit de ver
onderstelling, dat deze in ons land voor het eerst
met succes is beoefend door Dr. Eijkman. Ik
geloof ook wel, dat Dr. Eijkman de eerste is
geweest, die er over schreef en de resultaten
plubiceerde.
't Is dan ook niet mijn bedoeling, de veronder
stelling van Dr. Thijsse als minder juist te
qualificeeren, doch ik wilde even opmerken, dat ik,
vóór ik nog een camera had, 1909, al op middelen
zon de vogels zichzelf te doen fotografeeren door
middel van electriciteit. Gevoelende echter, dat
hiermee het mooie van de vogelfotografie af zou
zijn, maakte ik geen haast, zoodat ik eerst in
October 1912 mijn eerste resultaat door middel
van mijn uitgedachten electrischen sluiter kreeg:
een musch op een paaltje, heel mooi.
Ik had echter geen lust, den nog
onbetrouwbaren sluiter te volmaken en dezen meer te ge
bruiken.
En gelukkig, wat zou ik vele aangename
uren, al zat ik dan ook op prachtige, zonnige
lentedagen opgevouwen in den grond, gemist
hebben, en hoevele schitterende tooneeltjes,
vooral van de meeuwen en sterns in de inlagen,
waren nooit door mij aanschouwd geworden, als
ik uitsluitend de automatische methode had
toegepast. De laatste heeft groote voordeden.
Maar ze vermag aan deze sport niet iets
van de charme te geven, die de andere methode
den amateur rijkelijk en bij voortduring verschaft.
Ik zou met weinige woorden kunnen volstaan
en zeggen: De electrische vogelfotografie is een
sport apart."
Eerst, toen dan Dr. Eijkman zijn werkwijze
publiceerde, ben ik mijn sluiter weer gaan vol
maken en kreeg ik ook binnen enkele jaren een
schat van schitterende negatieven door toepassing
der electrische methode.
Ontdek ik echter een vogel, waarvan ik nog geen
opname heb, dan gaat onvermijdelijk hok of tent
er voor, en tuur ik maar weer door 't kijkgaatje,
urenlang.
J. VIJVERBERG
Kunstzaal VAN LIER
naast hal Postkantoor ta Laren (N.-H.)
ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK
Dagelijks ook des Zondags geopend