De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 2 januari pagina 5

2 januari 1926 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2535 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR" NEDERLAND SPREEKZAAL VERDEELDHEID ONDER DE SOVJETS Teekening voor ,,de Groene Amsterdammer" door Jcrdaan HET BOLLANDISME NA BOLLAND'S DOOD Dr. Brinkgreve uit Bunnik teekent in de Groene" van 12 Dec. nadrukkelijk verzet" aan tegen hetgeen ik over het Bollandisme in Neder land in 't midden heb gebracht. Ik zou deze zaak niet verder aanroeren, ?ware het niet dat het Wanbegrip des heeren Brinkgreve over het Bollandisme" en de Hegelische Wijsbegeerte" door anderen gedeeld en gepropageerd wordt, die misschien ook dankbare toehoorders van Bolland en leerlingen van Hegel" geweest zijn, doch die, zoo min als Dr. Brinkgreve, de beteekenis van deze groote mannen en hunne Werken doorzien. Zij toch meenen dat Bollandisme ?e.d. bedoeld zijn als namen voor een zeer bepaald "Wijsgeerig stelsel naast andere bepaalde stelsels, ?Welke alle aanhangers" kunnen hebben, wier taak het is om eigen stelsel te verdedigen en dat van anderen te bestrijden. Wij echter gebruiken zulke termen naast andere, die ongeveer hetzelfde zeggen als daar zijn: leer van zuivere rede", centrale wetenschap" e.a. Het gaat echter niet aan bij iedere gelegenheid opnieuw te ontwikkelen dat en waarom hiermee bedoeld wordt de wijstoegeerte in hare ware gestalte, dat is als het proces van liet absolute weten", zooals zich dit in en door Hegel het eerst in volstrekte zelfbewustheid heeft verwerkelijkt en zooals het zich in en door Bolland en enkelen zijner leerlingen ook door leerlingen, die niet zijn toehoorders zijn geweest bestendig nieuwe vormen geeft. ^a.^ In dit proces, waarin de absolute waarheid zich op bewuste wijze verwerkelijkt en waarin het niet gaat om den bepaalden vorm doch om het proces als zoodanig, in dit proces krijgen alle stelsels de hun toekomende plaats en worden ze alle gewaar deerd naar wat ze, in het verband met alle andere, waard zijn. Indien dan ook Dr. Brinkgreve zich de moeite had getroost tot het ernstig bestudeeren van de geschriften in den geest van zuivere rede geschreven na Bolland's dood, dan zou hij, mits hij zonder vooroordeel en ijverig de moeizame studie had weten vol te houden, althans geleerd hebben dat het in deze waarlijk wijsgeerige werken niet gaat voor of tegen iets of iemand in het bijzonder, (daarbij inbegrepen de Bollandisten en hun werk), doch dat het wezenlijk gaat om het ware en algemeene in al het bijzondere, ook in het Werk van hen, die niet bewust weten wat aan hun eigen werk het ware en wat het bijkomstige is. Nog onlangs schreef een, ondanks de doodverklaring van Dr. Brinkgreve, altijd nog levende ,,Hegelaar": tot den zin van het geheel, dat is tot het begrip, komt men allén door het voorgedachte, den gedachte-gang, met terzijdestelling van eigen meening en met den wil het in zijne volstrekte zuiverheid toch ook weer onuitspreek bare begrip te begrijpen, denkend mee te beleven, om op deze meegaande wijze den inhoud tot eigen inhoud, tot het door zich zélf voortgebrachte te maken". Aanhangers" heeft daarom het .Bollandisme' zoo min als de , Hegelarij', want het heeft geen (kapstokken' of .grondslagen' Waaraan zulke aanhangers zich kunnen vasthaken. Wie daarom,als Dr. Brinkgreve,over aanhangers" van Hegel spreekt, dan nog Bolland gén wijsgeer maar Wel een profeet noemt enz., die toont al bitter weinig te hebben begrepen zoowel van Boliand als van Hegel. Op dezen grond heeft daarom de redactie van de Idee" een haar door Dr. Brink greve aangeboden opstel geweigerd en het doet eigenaardig aan dat, na deze weigering, Dr. Brinkgreve het ,Bollandisme' ineens dood verklaart. Wat dat betreft zijn we dan in goed gezelschap, want ook Hegel en Bolland hebben in en na hun tijd hetzelfde lot ondergaan. Want voor de velen, die niet de kracht hebben om door te dringen tot den geest der redelijkheid, die deze redemeesters in hun Werken bewust bezielde, is het maar het gemakkelijkst om, heel ijverig, dood te verklaren wat voor hen nimmer heeft geleefd. Wat Hegel aangaat raakt dit ietwat uit de mode ; het staat tegenwoordig zelfs wel gekleed om zich een leerling van Hegel te noemen, mits men er bijvoege dat men 't met Hegel niet heelemaal eens en vooral geen Hegeliaan is ! En ,men' doorziet dan niet dat .men' door dit te doen alleen open baart dat het den meester niet is gelukt om zulke ,men' tot begrip van begrip te brengen en dat men" wezenlijk niets van de meesten heeft beg epen. Tot deze.men' reken ik Dr. Brinkgreve, die van onbegrepen uiterlijke navolging van Bolland spreekt, omdat hij noch Bolland noch zijn leerlin gen begrijpt en daarom alleen de uiterlijke ge lijkenis kan zien tusschen hunne Werken. Want inderdaad volgen de , Bollandisten' hun meester Bolland en zij verwaarloozen niet wat hij heeft geleerd. Terwijl dit in iedere wetenschap als vanzelfsprekend wordt beschouwd, gaat dit in de wijsbegeerte niet op, omdat er zoovelen zich geroepen voelen en toch zoo weinigen zijn uitverDE VULKAAN DE^IWAN" BEGINT TE WERKEN koren. Door alle eeuwen heen is de waarheid op allerlei wijzen verkondigd om begrijpelijker wijze voorde velen het onbereikbare te schijnen, waarvan dan maar verkondigd wordt dat het ook het voor allen onbereikbare ('s. En Dr. Brinkgreve, die in zijn geestelijke blindheid de kracht der beweging op het gebied der .Bollandistische' wijs begeerte niet kan waarnemen, verklaart daarom maar dat deze geen wijsbegeerte is. B. WlGERSMA reiDDINGH yTUYNENBURG MUYSI aSCHILDEPSI ELECTRISCHE VOGELFOTOGRAFIE Uw medewerker Dr. Jac. P. Thijsse,?in de be spreking over mijn boekje Ranke Wieken" over electrische vogelfotografie sprekend, uit de ver onderstelling, dat deze in ons land voor het eerst met succes is beoefend door Dr. Eijkman. Ik geloof ook wel, dat Dr. Eijkman de eerste is geweest, die er over schreef en de resultaten plubiceerde. 't Is dan ook niet mijn bedoeling, de veronder stelling van Dr. Thijsse als minder juist te qualificeeren, doch ik wilde even opmerken, dat ik, vóór ik nog een camera had, 1909, al op middelen zon de vogels zichzelf te doen fotografeeren door middel van electriciteit. Gevoelende echter, dat hiermee het mooie van de vogelfotografie af zou zijn, maakte ik geen haast, zoodat ik eerst in October 1912 mijn eerste resultaat door middel van mijn uitgedachten electrischen sluiter kreeg: een musch op een paaltje, heel mooi. Ik had echter geen lust, den nog onbetrouwbaren sluiter te volmaken en dezen meer te ge bruiken. En gelukkig, wat zou ik vele aangename uren, al zat ik dan ook op prachtige, zonnige lentedagen opgevouwen in den grond, gemist hebben, en hoevele schitterende tooneeltjes, vooral van de meeuwen en sterns in de inlagen, waren nooit door mij aanschouwd geworden, als ik uitsluitend de automatische methode had toegepast. De laatste heeft groote voordeden. Maar ze vermag aan deze sport niet iets van de charme te geven, die de andere methode den amateur rijkelijk en bij voortduring verschaft. Ik zou met weinige woorden kunnen volstaan en zeggen: De electrische vogelfotografie is een sport apart." Eerst, toen dan Dr. Eijkman zijn werkwijze publiceerde, ben ik mijn sluiter weer gaan vol maken en kreeg ik ook binnen enkele jaren een schat van schitterende negatieven door toepassing der electrische methode. Ontdek ik echter een vogel, waarvan ik nog geen opname heb, dan gaat onvermijdelijk hok of tent er voor, en tuur ik maar weer door 't kijkgaatje, urenlang. J. VIJVERBERG Kunstzaal VAN LIER naast hal Postkantoor ta Laren (N.-H.) ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK Dagelijks ook des Zondags geopend

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl