De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 2 januari pagina 6

2 januari 1926 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2535 SOESTERBERG JUBILEERT Op den eersten Januari was het 12£ jaar geleden, dat de militaire luchtvaartafdeeling te Soesterberg werd opgericht, een evenement op militairistisch en aviatisch gebied in Nederland. In het algemeen is de wijze, waarop velen over het Nederlandsche leger oordeelen, niet bijzonder vleiend, doch over de militaire luchtvaart wordt nooit anders dan met het grootste respect gesproken. Misschien is dat Wel, omdat de sportiviteit bij het vliegen zoo'n groote rol speelt. Een andere reden is, dat het groote publiek bij tal van gelegenheden van zeer nabij kan kennismaken met de prestaties van de leden van het Corps, dat de beide gouden vleugels als embleem voert. Inderdaad, bij belangrijke gebeur tenissen op luchtvaartgebied geven de militaire vliegers acte de présence. Is er iets bijzonders op Schiphol te doen, dan komen de heeren van Soester berg aanfladderen en strijken op den hobbeligen bodem van ons Amsterdamsche vliegveld neer. Om een geval van recenten datum te noemen: de aankomst van Van der Hoop en luitenant van Weerden Poelman van hun HollandIndië-vlücht. En verder teruggaande zien we het keurige werk dat eenige hunner op de I.C.A.R. te Oothenburg en op de E.L.T.A. hebben verricht. De luchtvaartafdeeling als organisatie dagteekent van l Juli 1913. Dit vond voor een belangrijk deel zijn oorzaak in het feit, dat Generaal Snijders het groote nut van een luchtwapen inzag en zijn ideeën daaromtrent wilde verwezen lijken. De oorlog heeft hem, zooals ook in andere zaken, in het gelijk gesteld. Tot commandant werd aangewezen de kapitein der genie, Walaardt Sacré, een naam welke vele jaren met Soester berg verbonden is geweest. Onder zijn bekwame leiding begon de nieuwe afdeeling zich langzaam maar zeker te Oud-Commandant Walaardt Sacr ontplooien. Het vliegwezen lag dezen militair na aan het hart en hij spaarde geen moeite om zich van alles, wat om ons land gebeurde, op de hoogte te stellen. Pioniers van de luchtvaartafdeeling zijn van Heijst, Versteegh, van Steyn, Coblijn en Roeper Bosch. Als onkundigen kwamen ze niet bij de afdeeling, omdat ze het vliegen tevoren reeds voor eigen rekening bij particulieren hadden geleerd. Met dat al was in het jaar 1913 de stand van de aviatiek in Nederland nog niet van dien aard, dat er een uit gebreide organisatie van personeel en materieel was. Als terrein werd de grond gekozen van de Firma Verwey en Lugard te Soesterberg, waar slechts eenige kleine werkplaatsen en een paar loodsen het vliegveld markeerden, doch waar al menig particulier vlieg tuig de lucht onveilig had gemaakt. De sterkte bedroeg drie vliegmachines, Farmans, Welke men van wege hun doorzichtige constructie, een warreling van bamboe met staaldraad, als a jour bewerkt kon aanmerken. Het type was in die dagen en nog lang daarna zeer bekend en een nakomeling van het Commandant Hardenberg geslacht flaneerde dikwerf boven de E.L.T.A., waar het publiek haar met den naam van de kip op hooge pooten, betitelde. Met deze drie toestellen werden boven Soesterberg in die dagen heldendaden verricht. Deze ontzagwekkende sterkte werd gehandhaafd tot de oorlog uitbrak. Dank zij de schriel toegemeten gelden bleef de luchtvaartafdeeling slechts een klein stukje van de nationale de fensie. Het groeide ten slotte wat, toen het aantal Farmans tot zeven Werd uitgebreid. In de eerste maanden van den oorlog bleek over de grenzen welk een kracht erin het luchtwapen school. Tevens werd duidelijk, dat men verschillende types noodig had. Het materiaal uit het buitenland werd bestudeerd en het bood een dankbare en leerrijke stof. Pogingen om in.het buitenland nieuwe vliegtuigen te koopen faalden aan vankelijk. Men kon daar het materiaal zelf maar al te goed gebruiken. De binnen onze grenzen geïnterneerde vlieg tuigen kwamen intusschen goed te pas. Van Heyst en Versteegh probeerden ze, en slaagden er in hen te temmen. Dat was voorwaar geen kleinigheid, omdat elk type nu eenmaal z'n kuren heeft, die in den regel pas blijken, wanneer het in de lucht is. Met groote moeite tikte Nederland in Duitschland een serie van 10 Fokkerjagers en een van 60 Rumplers op den kop. Vooral deze laatste (men noemde ze de Roempel-heeren of Roempelaars) waren niet gemakkelijk te vliegen. Toch kon de organisatie zich dank zij deze aan winsten uitbreiden. Ook werd aan dacht besteed aan de bewapening, de fotografie, het bommen werpen, het gevechtsvliegen, de radio-telegrafie en aan nog vele andere onderdeden. Na drie jaren kwamen er nog Caudrons en Nieuports los; schoon niet p re-historisch, kon de constructie dier toestellen toch wel als verouderd be schouwd worden. De steeds opnieuw bepleite eigen-industrie (Trompenburg) kwam,en met haar een aantal machines met Zweedsche Thulin-motoren. Evenals zulks bij de oorlogvoerende landen het geval was, begon men meer aandacht te schenken aan de waar neming en de vuurleiding voor de artillerie. Ook de grondorganisatie werd geperfectioneerd: er kwamen een autodienst, een radiografische, en fototechnische en een medische dienst, welke laatste vooral van zich deed spreken. Was de kwantiteit van de N. F. van Gelder & Co.7 AMSTERDAM Prins Hendrikkade 25-27 - Van Baerlestraat 40 Tel, -12997 34062 r ii L r 11 o w D c c i inl( ei, oei l n ud-TiL n%\ j nriKi ui \\ c u g ?» < o l EETSERV1ES fcWeelig f Ifó, ONTBIJTSEPvVlES 19-cleelig 3,^0 ONTB1]TKOP en SCHOTEL per Siuk ., l,f>2* THEESERVIES 16-Jeelig 23,»0 THEEKOP en SCHOTEL per s<«k 1,124 501 CONDUITE-INTÉRIEURE 4 Cylinders. 1015 P.K., 4 Zitplaatsen, Ballonbanden, Schokbrekers, Voorwielremmen De Importeur: UIT VOORRAAD LEVERBAAR J. LEONARD LANG, Stadhouderskade 114, A'dam. Tel. 27100 f 4200. vlieger-officieren niet groot, zeker wel hun kwaliteit. Tot alter leedwezen vertrok in 1919 de commandant, de heer Walaardt Sacré. Hij werd opgevolgd door den heer Hardenberg, die thans nog het bevel voert en de leiding heeft over een organisatie, die in tijd van oorlog zonder veel moeite kan worden uitge breid, o.a. dank zij het instituut van reserve-vliegers. Dat de propellors op Soesterberg niet hebben stilgestaan, wordt bewezen uit het aantal vlieguren. Dit bedroeg in 1913, 170; in 1914 ongeveer 650; in 1915, 1631; in 1916, 3068; in 1918, 3475; in 1919 meer dan 5000. Het steeg vrij snel tot in 1924 de 10000 ruimschoots Werd bereikt. Een vliegafdeeling heeft, en dit in tegenstelling met andere legerwapenen ook in vredestijd haar risico's. Vele kameraden zijn heengegaan en op het veld van eer gevallen. Een monument te Soesterberg geeft blijk, dat hun nage dachtenis in dankbare herinnering voort leeft. S. NIEUWE UITGAVEN CAMILLE FLAMMARION, Stella. Ver taald door H. M. Lïopold. Bandver siering van Wybo ML ver. Zutpheii, W. J. Thieine et Cie. Dr. IJ. Z. DUBOSQ, Lc Livrc Francais et son commerce en Hollanite de 1750 ;i 1780. Academisch proefschrift, uitge geven door H. J Paris te Amsterdam. HENRI BEROSON, De. scheppende evo lutie (t'Evolution créatrice,) vertaald en ingeleid door Mr. W. G. de Marez Oyens. Amsterdam, Wereldbibliotheek. MARIE VAN ZEGGELEN, De Vrede van liet Moerland. Geïllustreerd door de schrijfster. Tweede druk. Amsterdam, Scheltema en Holkema's boekhandel. MAURICE MAETERLINCK, Het Groote Geheim. Vertaling van G. de Ridder, Uitgave van W. J. Thieme et Cie. De schrijver onderzoekt de geheime wetenschappen en geheime krachten,, die in sommige individuen zich ver toonden en nog vertooneii. Na een inleiding passeeren de wijsgeerige stelsels van Indië, Egypte, Perzië, Chaldea en Griekenland de revue, de Gnostieken en Neo-PIatonici, de Kabbalisten en Hermtisten, de moderne occultisten en metapsychici, terwijl hij in een nawoord nog eens alles samenvat.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl