De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 9 januari pagina 7

9 januari 1926 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2536 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND v.VOLLENHOVEN 'S STOUT UIT DE NATUUR door Dr. JAC. P. THIJSSE NATUURBESCHERMING IN ENGELAND De Engelschen zijn een jaar of tien eerder begonnen ?dan wij. In 1895 Werd de National Trust" gesticht, maar het duurde toch tot 1907, eer dat instituut stabiliteit en prestige verwierf door een wet, de National Trust Act". Deze Wet houdt in, dat de National Trust gerechtigd is tot het bezitten van ?onroerende goederen en dat deze goederen geen andere bestemming mogen krijgen, dan die, waarvoor zij door de Trust zijn verworven. De veiligheid van <de Engelsche natuurmonumenten Wordt dus gega randeerd door den Staat. De Trust houdt zich niet alleen bezig met natuurmonumenten, maar ook -met gebouwen en terreinen van historische en architectonische beteekenis en haar Werk omvat dus alles, wat bij ons gedaan Wordt door Natuur monumenten, Hendrik de Keyser, Hollandsche Molen. Dat was dan ook in het land van Oilbert White moeilijk anders te verwachten. Haar manier van Werken komt in groote trekken «vereen met die van onze Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Zij heeft gewone leden, leden voor het leven, donateurs, net als wij, maar, vreemd genoeg, absoluut en relatief veel minder. Maar wat zij aan vaste medewerking mist, dat wordt ?Weer vergoed, door dat in bepaalde gevallen plaat selijke comité's aanzienlijke bedragen bijeen Weten te brengen. Daar Weten wij bij ons ook wel van mee te praten. Het bestuur is eventjes anders ingericht dan bij ons. Naast de bestuursleden, die gekozen worden door de leden, zijn er een aantal andere benoemd door wetenschappelijke lichamen. Natuurbescher ming is geen leekenwerk. In het Trustbestuur zitten dan cok officieele vertegenwoordigers van het Britsen Museum, van de Botanische Vereeniging, de Entomologische Vereeniging, van de Universi teiten van Oxford, Cambridge, London, Edinburg, Dublin, Olasgow en St. Andrews, van de Selborne Society, ja ook van het Koninklijk Instituut van Britsche Bouwkundigen, de Waterverf-schilders, de Koninklijke Academie van Kunsten, de National Gallery en zelfs Prof. C. S. Sargent voor de trustees van de Public Reservations in Massachussets, Vercenigde Staten van Noord Amerika. Vreemd genoeg missen wij er de geologen en de ornithologen en dat nogal terwijl natuurlijk het Werk van de Trust in de «erste plaats betrekking heeft op terreinen, die geolo gisch en ornithologisch van belang zijn. We ontmoeten ?echter onze vogelkundige vrienden des te meer in de plaatselijke comité's. Ongetwijfeld is zoo'n bestuur uitermate geschikt om vertrouwen in te boezemen bij het groote publiek en bij het Engelsche publiek in het bijzonder, omdat een prinses van koninklijken bloede, H. R. H. Princess Louise, Duchess of Argyll optreedt ais president, terwijl de bekende staatsman Viscount Grey of Fallodon het vice-presidentschap waar neemt, bijgestaan door de graven van Rosebery en van Lytton en viscount Ullswater. Orey is Werkelijk de groote man van de Trust en naast hem vinden we als bestuurslid Prof. F. W. Oliver als een groote drijfkracht. In de dertig jaren van haar werkzaamheid heeft de Trust heel wat tot stand gebracht. Op het oogenblik beheert zij al meer dan honderd bezittingen, groote en kleine. Enkele van de merkwaardigste wil ik u noemen en dan begin ik met Wieken Fen, dat in 1899 werd verkregen. Naar den plantengroei te oordeelen komt dit Wieken Fen ongeveer overeen met onze Boormbergummer Putten of met het Korenburger veen. Het is het laatste overblijfsel van het beroemde veenland van Oost-Angliëthe Fen Country". Wij weten Wel, dat dit veenland in het midden van de zeventiende eeuw grootendeels is drooggelegd onder leiding en invloed van onzen landgenoot Vermuyden, die in 1653 met zijn werk gereed kwam. Wieken Fen en Burwell Fen, bleven ongestoord tot in onze dagen, maar in 1890 gingen geruchten, dat er plannen werden beraamd, om ook dit stuk te ontginnen. Toen sprongen de Engelsche verzamelaars in de bres. Er is veel kwaads gezegd en geschreven over de Engelsche verzamelaars en dikwijls terecht. Juist in dezen tijd is er alweer een heele polemiek gaande over de kwestie of de Engelsche verzamelaars sommige vlindersoorten hebben uitgemoord, een zeer leerzame discussie. Nu stond Wieken Fen goed bekend bij de insectenminnaars en gelukkig vooral .bij den vliegenman G. H. Verrall, een rijk heer, die bij voorkeur de Tweevleugeligc Insecten ving en bestudeerde en die ons een kostelijk boek heeft geschonken over de groep der zweefvliegen. Jammer dat hij dood is. Hij had ruim honderd hektaren van het veen gekocht en vermaakte die aan de Trust. Daarvoor reeds hadden een paar andere verzamelaars, J. C. Moberley uit Southampton en N. C. Rotschild nog andere stukken aangekocht en aan de Trust geschonken. Later zijn er nog andere perceeltjes bij gekomen en thans is Wicker Fen een natuurmonument van den eersten rang ter grootte van ongeveer 250 hektaren, dus iets meer dan een derde deel van het Naardermeer. Het wordt in opdracht van de Trust beheerd door een plaatselijk Comité, hoofdzakelijk samengesteld uit leden van de Universiteit van Cambridge, vooral botanici en entomologen, eerste rangs menschen, zooals Sir Arthur Shipley met zijn medewerker Prof. Nuttall, beroemd in de geschiedenis van muggen en malaria, Prof. A. C. Seward, den beroemden kenner van de fossiele planten, Tansley, die ons leert zien naar het leven en strijden van de hedendaagsche planten, Sir J. J. Thomson, Stanley Gardiner en natuurlijk was Francis Darwin er ook bij toen hij nog leefde. Tot mijn groot genoegen en niet minder groote geruststelling beheeren zij het Wieken Fen precies zooals wij met het Naardermeer doen. Het WINTERGENOEGEN Vraagt ons nieuw model Projectielantaren, of onze wonderlantaren voor het projecteeren van ondoorzichtige voorwerpen (aanzichtkaarten etc.) te leveren met electr.of acetyleen licht franco door geheel Nederland fl. 35.?. JOS. HARTOG Heofdsteeg 17 Nobelstraat 28 ROTTERDAM UTRECHT De voornaamste natuurmonumenten in Engeland. l Wieken Feu 6 Box Hill 2 Hatfield Forest 7 Hindhead 3 Scolt Head 8 Exmoor 4 Blakeney Point 9 Chadwich 5 Farne Islands 10 Lake District De zwarte stippen duiden kleinere bezittingen van The National Trust aan. geheel wordt maar niet zoo klakkeloos aan de na tuur overgelaten, want daa zou er over een dertig jaar geen Wieken Fen meer zijn,maar een hoog veenkreupelbosch en een galigaanveld. Een paar stukken zijn aangewezen om daar dit verwordingsproces te kunnen bestudeeren, want dat is ook zeer belangrijk. De rest echter blijft zooals het tot nu toe was een soort van half-cultuurland. Ieder jaar snijdt men er ruigt en riet en tegelijk daarmee den opslag van elzen, berken, wilgen en wat dies meer zij en zoodoende krijgt de planten- en dierenwereld een zekere besten digheid. De geleerde bestuurders bekijken al deze zaken met groote aandacht en onder hoofdredactie van Stanley Oardiner en Tansley verschijnen op ongeregelde tijden afleveringen van een groot werk over de Natuurlijke Historie van het Wieken Fen. Er zijn er al twee verschenen, wcergaasch dure dinge tjes, maar je moet er wel aan geloovcn als je op de hoogte wil blijven van wat er van natuurmonumenten te maken en te verwachten is en 't is buitengewoon interessant om dit Engelsche werk te vergelijken met wat de Duitschers reeds voor den oorlog over hun zeer belangrijk veen-natuurmonument het Pflage Venu bij Chorin verteld hebben in een boek, zoo dik als een turf. (Wordt vervolgd) NIEUWE UITGAVEN Wondere verhalen van Vader Uggelubug. III. Het Wolkewezentje en de Baas van de grauwe Donderwolk. IV. Kleine Joctiem en de dolle mol in 't Muizehol. Tekst en teekeningen van Tjeerd Bottema. Uitgave van C. A. J. Dishoeck te Bussum. Nummer III van deze serie is een verhaal voorkinderen van 8?11 jaar; nummer IV voor kinderen van 7?9 jaar; beide ver halen zijn uitstekend geïllustreerd. Dr. W. VAN DEN ENT, leeraar aan de Ie H. B. S. m. 5 j. c. te Amsterdam, Gedichten lezen, Stilistische leesoefeningen. Tweede deel, bestemd voor de hoogste klassen van de inrichtingen voor middelbaar en voor bereidend hooger onderwijs. Uitgave van H. D. Tjeenk Willink ói Zoon te Haarlem. Schriftelijke opgaven van de Examens Middelbaar Onderwijs voor de akten Nederlandsche taal en letter kunde, geschiedenis, aardrijkskunde, staathuishoud kunde en statistiek, staatsinrichting, \Q\S?1924. Ver zameld door O. BOLKESTEIN. Uitgave van J. B. Wolters, Groningen?Den Haag. Dr. C. P. GUNNING, Tact. Brochurenreeks ,,De Jeugd", voor ouders en opvoeders. Uitgegeven door G. J. D. Ruijs' uitgevers maatschappij te Utrecht. Deutsches Lesebuch jür Christliche Schalen, herausgegeben von J. Cramer. Zweiter Teil. Uitgave van P. Noordhoff te Groningen. Hilfsbuch zurn Dentschen Lesebuch für Christliche Schillen II, herausgegeben von J. Cramer. Uitgave van P. Noordhoff. Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Langs den weg. Uitgave van J. Romen en Zoon te Roermond. Dit boek bevat verschillende opstellen door Dr. van Eeden in de jaren 1915?1916 geschreven, waarvan het grootste gedeelte den lezers van de Groene Amsterdammer" niet onbekend is. Daaraan is toegevoegd een artikel van Maart 1923, getiteld: Mijn overgang tot de kerk". Jhr. A. W. G. VAN RIEMSDIJK, Pro Domo. Roman tisch tooneelspel in vijf bedrijven. Uitgave van het Maandschrift Op de Hoogte" te Haarlim. N. VAN HICHTUM, Het Hoetzelmannetje van Stuttgart, vrij naar het Duitsch van Eduard Möriche. Hustraties van Tjerk Rottema. Uitgave van C. A. Mees. Een boek voor kinderen; met goede,gekleurde en zwarte, teekeningen. P FEDDE SCHURER, Persen. Uitgave van Branden burg en Co. te Sneek. MIEN LABBERTON, Schemeringen. Uitgave W. de Haan te Utrecht. r Dr. j. EIJKMAN, F. W. Foerster als zedelijk op voeder. Uitgave van D. A. Daamen's uitgevers maat schappij te 's-Gravenhage. ERNST TOLLER, Massa-mensch. Een stuk uit de sociale revolutie der 20e eeuw. Vertaald door J. Jac. Thomson. Inleiding van W. Bauning. Uitgave van de Uitg. Mij. DeTijdstroom"te Huis ter Heide. O L O O ? TABAK. .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl