De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 9 januari pagina 8

9 januari 1926 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2535 COLIJN TERUG? Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Jordaan HET LIJK: HAAST JE MAAR NIET VRIEND, IK LAAT ME NOG NIET KISTEN!" HET ONBEWUSTE EN DE KUNST door JULIUS DE BOER DlEP EN VERBORGEN IN HET ONBEWUSTE". ... ARTI-VOORDRACIIT VAN MEVR. BOUD IE R-B AKKER. Men heeft het Onbewuste in het menschelijk zieleleven vergeleken bij het Kind, ook wel bij het Dier of den Wilde; wij kunnen het eveneens vergelijken met de Sphinx ! Wie is die men", die het heeft gewaagd het Onbewuste, die troebele bron van zooveel onbegrijpelijks, (waaruit zoowel de praehistorische mensch, de primitiefste teekens en beelden krassend op de wanden van grafgewelven en grotten, als de futuris tische kunstenaar, in hypermoderne tentoonstellings zalen, verward in zijn phantasieën, den verborgen zin opdiept), te vergelijken met den klaren eenvoud van.... het Kind? Zoo hoor ik den tijdgeest vragen. Maar laat mij geen namen noemen ! Nomina odiosa sunt, en ik wensch geen haat te zaaien. Ik wil ten aanzien van het kind vrede oogsten en maak even, met den tijdgeest, een beleefde buiging voor His Majesty the Baby.... Maar toch, als wij onbevooroordeeld, niet als moeder of vader of tijdgeest, His Majesty bestudeeren als object van wetenschappelijk onderzoek en daarbij het experiment niet schuwen, dan blijkt het kind in zijn profond négligé, als heel kleine monsieur of madame Sans Gêne, voor onze zér critische blikken wel degelijk een.... aardig diertje. Fin menig ouder laat zich dat liefkoozende woord ook wel eens in een onbewaakt oogenblik en dat is immers juist het ware onbewuste moment ontvallen ! Heeft ook niet een der grootste kerkvaders gezegd, dat de Wijze waarop de zuigeling, als hij of zij dorst heeft, om de moederborst schreeuwt, en dat is dikwijls nog niet het ergste, heel weinig menschelijks heeft? Dat woord, waarover een boekdeel zou zijn vol te schrijven, stemt roerend overeen met de nieuwste paedagogie en psychologie. En met de jongste aesthetica ! Het rste woord bijna, dat het Kind uit, stemt even hartroerend overeen met ongeveer het laatste woord der Kunst, althans in Parijs. Het Kind spreekt, luister dus Mensch ! Het zegt dada" en legt er al zijn ziel in, en de ziel aller eeuwen klinkt er in mee, met de ziel aller volken. In alle talen luidt het rste woord vol diepe beteekenis: dada.... ! Het is meteen het laatste Woord. Niet alleen in de lichtstad Parijs, ook in het verste donkerste hoekje der wereld vindt het Dada sme klank en weerklank. Dada is niet alleen voor 't Parijsche kind de naam van het meest geliefde object zijner verbeelding (het paard), maar het is ook het sleutelwoord van de Wereldtaal der ideeën. Als men zegt: c'est son dada, zoo beteekent dat: c'est son idee favorite. Het vormt het sleutelwoord, dat de deur opent van het Onbewuste naar het Bewuste. Uit het duister treden wij in het licht, in den lichtHET adres voor prima P "AR K E T V LOEREN tegen sterk concurreerende prijzen is FRED. MEIJER ~ Amsterdam v. Baerlestraat 160 - Tel. 25615 - Gev. 1908 kring van het bewustzijn. In dat licht onthullen alle teekens uit het Onbewuste hun beteekenis, alle beelden hun ideëele schoonheid. Ook in kunst ver hevener dan dadaïsme ! De duisternis der onbewuste ziel, waarin de lichtkring van het bewustzijn verschijnt.... Is het bewustzijn niet te vergelijken met een klein gloei lampje in de duisternis van 't heelal, dat wij met ons ronddragen? Elk oogenblik beschijnt het andere dingen, waar wij ons over hebben te verwonderen; terwijl die alledaagsche verbazing waar men ten slotte aan went overgaat in bewondering" wanneer wij in enkele dingen van nature of van kunst een ideëelen schijn zien, dat is: schoonheid. Wie noemde dit: der schoonheid huiv'rend schouwen?''" In overeenstemming met de Platonische gedachte herinnert" de mensch zich in zijn duisternis, bij het ontwaren van dien schijn, zijne prae-existentie in de wereld der ideeën. Zoo aanschouwt hij een glimp van wat schoon, wij s en goed" is, of in n woord van het goddelijke", in dien zinnelijken schijn als afspiegeling der ideai". Wij worden ons dan deze ideeën bewust bij het ontwaren der zinnelijke nabeeldingen vai1 die bovenzinnelijke voorbeelden. Die oerbeelden komen ons te binnen, in den lichtkring van het bewustzijn, als wij iets schoons en goddelijks" gewaar worden. En altijd hunkert de mensch in die herinnering naar den omgang met het god delijke. Hoe ver schijnt op 't eerste gezicht deze antieke voorstelling van ons af te liggen, en toch: hoe nabij is ze in waarheid ! De ideëele inhoud van dit Plafonisme is door het Christendom heen ons algemeen geestelijk eigendom geworden, wie wij ook mogen zijn.. En wat kleurloos, vormloos en ontastbaar" in wezen is, onbewust in de herinnering gebleven, wordt ons bewust, want het verzinnelijkt zich, verschijnt en neemt schoone vormen aan. Is welbegrepen die bovenzinnelijke weerspiegeling der ideeën niet de vergoddelijking van het onbewuste? En als men vraagt: maar hoe dan die tweespalt van het hooge en lage, van het hemelsche en aardsche, van het godde lijke en dierlijke? Wel, is er van dien tweestrijd geen verzoening denkbaar? De mensch is, evenals in d<. dichterlijke verbeelding van den schrijver van Phaedrus, nog altijd de menner van een tweespan.... een gevleugeld tweespan", waarvan het eene paard goed en edel en het andere daaraan tegengestelde eigen schappen heeft. De ziel is dus een tweespan, dat door de rede lastig te besturen is. Het ros, dat iets slechts aan zich heeft, drukt met zijn zwaarte naar de aarde, als 't door zijn menner niet is afgericht". Welnu, is de ziel niet als het tweespan van het bewuste en onbewuste? Het onbewuste is het nog niet afgerichte dier, het onbeteugelde paard. Het is het nog niet menschelijke. Het wordt menschelijk als het zich daartoe verheft, bovenal in schoonheid, goedheid, wijsheid, welke wczenheden in Phacdrus goddelijk" genoemd worden. Nochtans berust in het onbewuste de herinnering der eeuwen. Het is het donkere psychische depot der ideeën, doch kleur loos, vormloos en ontastbaar". Het bewaart zijn geheim van eeuwen als de Sphinx en geeft een groo' raadsel op, dat door het woord Mensch" wordt opgelost. Ook de Sphinx verheft zich van het dierlijke tot het menschelijke. De Sphinx is verschenen als gewrocht der bewust-onbewuste verbeelding gelijk alle kunst. Op het lichaam van een dier verheft zich een menschelijk-goddelijk hoofd, eerst zinnebeeld vaa den vorst (Neb), later wcrge^aan in het symbool va.i den zonnegod Horus. Diep en verborgen" leeft het beginsel der schep ping" in het onbewuste", tot het docr den scheppingsdrang verschijnt in kunst zoo sprak dezer dagen een onzer eerste romanschrijfsters, een woord dat herhaaldelijk vloeide uit de pen van den leider der beweging van '80, en zij maant eiken kunstenaar te wachten tot het donkere beeld vanzelf opklaart in den lichtkring des bewustzijns. AU CAVEAli PARISIEN" American Bar - Dancing Amsterdam Afternoon-ThéDansant 4 6.30 Soiree-Dansante 8.45?12 ALS GROOTSTE ATTRACTIE VOOR DEN DANS DE BEROEMDE ENGELSCHE BAND THE LONDON SYMPHONY FIVE"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl