De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 16 januari pagina 1

16 januari 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

ZATERDAG. 16 JANUARI 192« Onder Hoofdredactie van G. W. KERNRAMP Top Naeff en G. Nolst Trenité. Secretaris der UITGAVE t N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 cent Advertentiën f 0.75 p. Regel Dispositiekosten 20 Cent REDACTIE EN ADMINISTRATIE: KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM H. Brugmans, Redacteuren t POLITIEK GEMODDER Toen wij in de Groene van 5 December 1.1. gewag maakten van het middel, dat reeds in die dagen werd voorgesteld om de mogelijkheid te scheppen van het weder optreden eener rechtsche regeering: den Nederlandschen gezant te Bern of te Weenen tegelijk ook te accrediteeren bij den Paus, hebben we deze op lossing van de crisis zóó zot genoemd, dat ze best waar kon zijn! Want al leek het voorgeslagen expediënt ons een bespotting van de waardigheid van de politieke par tijen, die het zouden moeten aanvaarden, onze parle mentaire geschiedenis van de laatste jaren heeft herhaaldelijk aangetoond, dat men het met het politiek fatsoen zoo nauw niet meer neemt. Wat toen alleen in sommige bladen nog maar werd geopperd, schijnt sedert ook door hem, wien de opdracht gewerd om een nieuw kabinet te vormen, als een deugdzaam middel te zijn beschouwd om de coali tie feitelijk te herstellen. Feitelijk niet in naam. De poging van den heer de "Visser om een parlementair kabinet te vormen is niet gelukt; daarna heeft hij het bijltje er echter niet bij neergelegd, maar schijnt hij zijn overredingstalent te hebben gebruikt om een aantal mannen van rechts zitting te doen nemen in een kabinet, dat geen parle mentair kabinet zou zijn, dat dus niet steunde op de dde rechtsche partijen, maar toch van haar welwillen de gezindheid verzekerd kon zijn. De heer de Visser schijnt dit te hebben gedaan; zelf heeft hij geen uitsluitsel gegeven over de onderhande lingen, die hij in de laatste weken voerde; wat men daarvan weet, berust alleen op berichten van bladen, die gecenseerd kunnen worden iets te vernemen van wat er achter de schermen gebeurt. Aanvankelijk leek het, of de heer de Visser zich niet uitsluitend wendde tot bekende leiders van de rechtsche partijen; weldra echter moet hij van koers veranderd zijn en zich tot taak hebben gesteld, de demissionaire ministers over te halen om aan te blij ven; het kabinet-Colijn zou dan, wat de personen betreft, geheel of zoo goed als geheel worden be stendigd; alleen zou het niet meer een coalitie-kabinet zijn; het zou dus niet samengesteld zijn uit groepen, waarvan n of meer voor de opheffing van het ge zantschap bij het Vaticaan hadden gestemd"; van de bekende bedreiging van den heer Nolens, dat de Katholieke Kamerfractie zou moeten overwegen" «f zij steun kon verleenen aan een aldus samengesteld kabinet, zou het nieuwe kabinet zich niets behoeven aan te trekken, want het was heelemaal niet samen gesteld uit groepen", het was geen coalitie-kabinet, maar een kabinet van mannen van rechts, toevallig dezelfden als ook reeds zitting hadden gehad in het kabinet-Colijn, maar overigens niets daarmede ge meen hebbende, immers van geheel anderen oorsprong! Dit was wel een aardig kunstje; maar ook dit nieuwe, los van de coalitie zijnde kabinet, zou de af gebroken behandeling van de begrooting voor Buitenlandsche Zaken moeten hervatten en dus de kwestie van het gezantschap bij het Vaticaan als steen des aanstoots op zijn weg vinden. Wilde het niet aanstonds daarover struikelen, dan zou het zich moeten ver zekeren van een meerderheid voor de oplossing, die het aan deze kwestie wilde geven. Voor zoover men thans weet, heeft werkelijk de heer de Visser als oplossing voorgeslagen het boven genoemde middel: het tegelijk bij den Paus accredi teeren van onzen gezant te Weenen, tot welken post dan de heer van Nispen zou worden benoemd, die tot dusverre ons land bij het Vaticaan vertegenwoor digde. Daar de heer de Visser die immers geen parlemen tair kabinet meer tracht te vormen ! zich zelf niet in verbinding kon stellen met de leiders der Kamer fracties, moeten deze fracties, voor zooverre zij met de zaak te maken hebben, door iemand anders op de hoogte zijn gebracht van den stand der onderhande lingen over de kabinetsvorming. In de laatste dagen hebben de christeüjk-historische en de katholieke Kamerfractie vergaderd; ook werden eenige buitengewone zittingen van den ministerraad gehouden. Op het oogenblik, dat wij deze regels schrijven, is het nog niet met zekerheid bekend, welk resultaat deze besprekingen hebben gehad; alleen heeft men ver nomen, dat de vergadering van de katholieke Kamer fractie niet tot zulk een uitslag heeft geleid, dat onder de gegeven omstandigheden een spoedige oplossing van de crisis te verwachten is. Maar onverschillig wat er in de eerstvolgende dagen moge gebeuren, onverschillig of het voorgeslagen expediënt door de beide genoemde Kamerfracties wordt aanvaard, dan wel of het door beiden, of een van beiden, blijkt te zijn verworpen indien het waar is, dat op zulk een grondslag een poging tot kabinetsformatie is gedaan (en tot nog toe is men wel gedwongen daaraan geloof te hechten) dan sta ook hier een woord van protest tegen de onwaarachtigheid van zulk een ondernemen, dat de minachting, die velen reeds voor het politiek gedoe gevoelen, slechts kan verhoogen. Want indien het geloof aan den ernst der politieke partijen nog niet geheel verloren is gegaan en men moet aannemen, dat althans de heer de Visser dit geloof nog koestert dan zou het berusten in een compromis, als ten opzichte van het gezantschap bij het Vaticaan wordt voorgeslagen, als onmogelijk moeten worden beschouwd, ja zelfs het voorstellen van zulk een compromis door de christelijk-historische en katholieke Kamerfractie als beleedigend moeten worden aangemerkt. Immers, de christelijk-historischen hebben zich op principieele gronden verzet tegen een vertegenwoordi ging van den Nederlandschen Staat bij het hoofd der Katholieke Kerk. Wordt er van die principieele be zwaren ook maar iets weggenomen door het feit, dat onze vertegenwoordiger bij het Vaticaan niet het geheele jaar te Rome zal vertoeven, maar ook nog een ander land zal bedienen? Wie, zooals de christelijkhistorischen, in een gezantschap bij den Paus ook een eerbiediging van zijn geestelijk oppergezag zien, tot welke eerbiediging zij volgens hun beginselen niet mogen medewerken, voor hen kan het toch geen ver schil maken, of wij een heelen, dan wel een halven gezant bij het Vaticaan hebben, of wij ons daar royaal laten vertegenwoordigen, dan wel op een koopje. Voor de Katholieken schijnt het expediënt iets minder onaannemelijk dan voor de christelijk-histo rischen; immers, indien het in practijk werd ge bracht, zou Nederland toch vertegenwoordigd blijven bij het Vaticaan, hoe dan ook. Maar als men nog eens nagaat, met welke argumen ten door hen de bestendiging van het gezantschap is verdedigd, en zich herinnert, welke houding de KathoINHOUD: 1. Prof. Dr. O. W. Kernkamp, Politck gemodder 2. Dr. B. Raptschinsky, Differentiatie der Russ. plattelandsbevolking 3. Joh. Braakcnsick, Moscou en de Comm. Partij Mr. G. H. Arnhardt, Noblesse Mr. H. O. Koster, Vulcanokgie 4. Mr. Ir. H. Smalhout, Watersnood 5. George van Raemdonck, Ontwerp van een nieuw Nedeil. wapen 6. Annie Salmnons, Bijkomstigheden 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de natuur 9. Mr. Dr. R. S. Bakels, Spreekzaal 11. Voor vrouwen, red. Elis. M. Rt.gge 12. A. Plasschaert en Mr. M. F. Hennus, Schilderkunstkroniek B. van Vlijmen, Portret Prof. Dr. W. Martin 13. Herman de Man, Holl. tafereelen 14. Top Naeff, Dram. kroniek Constant van Wessem, Pianisten 15. L. J. Jordaan, Spreekzaal L. J. Jordaan, De Kemel en de Naald 17. H. Verstijnen, Dierstudie Paul Sabel, National Bank of South Alrica 18. J. Leonard Lang, De Amsterdamsche Automo bielten toonstelling 21. Charivarius, Charivaria Alida Zevenboom, Nachtboek B. van Vlijmen, De auto vóór en na het bezoek aan de automobieltentoonstelling 22. Joh. Luger, Reisnotities Uit het kladschrift van Jantje 23. Dr. W. van Bemmelen, Werelddroom, met teekening door Is. van Mens 24. Kumgra Nosalis, Rijm L., Mijn film Cel 2, Telefoon Problemen Bijvoegsel: De Valsche Fransche Bankbiljetten, door Joh. Braakensiek HET GEMEENTEGIRONUMMER VAN DE N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER is VERANDERD IN: G. 1000 lieke ministers en de Katholieke pers na de verwerping van den post hebben aangenomen, schijnt het toch bijna onmogelijk dat zij het lapmiddel, dat hun thans wordt aangeboden, zouden aanvaarden. De heer Nolens heeft in de Kamer het behoud van het gezantschap in de eerste plaats verdedigd om zijn diplomatieke beteekenis, om het groote belang van het Vaticaan als centrum van diplomatiek verkeer, om de wenschelijkheid, dat Nederland daar een luisterpost zou hebben. Wie deze meening is toegedaan, moet voor onze vertegenwoordiging bij den Paus ook het volle pond opeischen. En hij betoogde verder, dat voor de Katholieken dit gezantschap een bizondere beteekenis heeft en de opheffing ervan voor hen uiterst grievend" zou zijn; het besluit tot die opheffing was voor de Katho lieke ministers de reden tot hun ontslagaanvrage; zoodra een soortgelijk compromis, als thans is voor gesteld, ter sprake werd gebracht, verkondigde de geheele Katholieke pers, dat zoowel het prestige van den H. Stoel als de waardigheid van de Katholieke staatspartij zulk een oplossing van de crisis ten eenenmale verwerpelijk maakte laat dit alles toe, dat men thans genoegen neemt met een schijn-bevrediging? Ter wille van de zuiverheid van het politiek leven moet men hopen, dat het voorgeslagen expediënt zal worden verworpen; het is reeds erg genoeg, dat men het heeft kunnen voorstellen. KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl