De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 16 januari pagina 24

16 januari 1926 – pagina 24

Dit is een ingescande tekst.

f>4 DE KOENi- AMSTERDAMMER, WEHKBLAU VUUR No. 2537 TELEFOON» GESPREKKEN door CEL 2 2..,.8....9....3....3.... -- Hallo ! Ben jij daar zelf, Asscher? Nee, niet den Diamant-Asscher, maar den Kleerekoper-Asscher,... Juist, nut A. B. K. Dank je. B.st. Noe, ik heb ook nog niets over de crisis gehoord. Zit je op heete kolen? Knm, kom ! Als de uiterste nood zaak er eenmaal is, zou jij dan weigeren als hU Vaderland je roept? Maar man, ik ken je niet! Wie zal jou ooit van onbescheidenheid verden ken ! Maar als er nu toch n aange wezen is voor de Portefeuille van Justi tie Zeg, neem me niet kwalijk ! Als een Schokking op Heemskerk's stoel kan gaan zittui.... Ja, maar jij bent de erkende ongekroonde, ongewettigde jurist van de Kamer. ? Maar je heele denken en doen is gedrenkt in de juristerij. Vandaar dat je kameraad Schaper zoo dol op je is. Dat is heelemaal geen ironie. Neen, jij bent voor Tneo's erfenis als geknipt. En het mooie is juist dat je den meester titel mist. Want wat een prachtige gelegenheid om je, tijdens je minister schap, een eere-doctoraat aan te bieden. Doctor honoris causa van de Roomsen Katholieke Universiteit van Nijmegen bijvoorbeeld, om in den roodzwarten stijl te blijven .... En voor je Hoffahigkeit behoef je je ook niet meer bang te maken. Dat was werkelijk meesterlijk.... Kom, houd je niet zoo van den domme.... Die lieve uitlating van je aan 't adres van de Koningin. Jij die op de wateren des onheus even veel last van koude voeten had als Hare Majesteit en vandaar je bewondering ! Het Han delsblad heeft een traan weggeplukt en als ik je vertelde hoe ze in hofkringen over je spreken, zou jij een traan w gpinken ! Nou, tot op het Plein dan ! En dan moet je net doen als Theo: je eiken middag tegen half drie voor het hoekraam laten zien aan de Haagsche wandelaarsters ! Bonjour.... Excel.... Waarachtig niet ! Adieu !. 'ONGAREN-LIEFDE door KUMGRA NOSALIS Eere zij den trouw-verknochten minnaar van het eigen land, die aan 't rijk hoe diep gesjochten" hoofd en harte houdt verpand. Hulde hem, die onverdroten, Wars van weelde en gewin, onvervaard en vastbesloten trouw blijft aan z'n (droge) min ! Grands Vins de Champagne POL ROGER & Cie Agent General: JAGER GERLINGS, HAARLEM Doch het uitgelezen vendel, phalanx naar den ouden trant, achte bankbiljettenzwendel niet het heil van 't vaderland, Het papier, dat zij bedrukten, brengt hun land, noch hun, geluk: door de proeven, die gelukten, brengen zij zichzelf in druk ! Geldt het valsche geld voor 't ware, ook het ware geldt voor valsch, en de uitverkoren schare legt den strop zich cm den hals. Want de neergebogen natie voelt zich kleintjes en beklemd, als de druk der circulatie er den gang van zaken stremt! Minne Wordt het minst beleden, voor het lieve vaderland, door zich ridderlijk te kléden, met een drukproef in de hand. Ridders streden steeds met daden, doch in proza en in vers, in romancen of balladen, nooit met een rotatiepers! Wat de schare ook verklare, reeds beknelt de strop hun hals, want het valsche gold voor 't ware: 't ware gelde nu voor valsch. (En de tegenstanders weten, wat aan troost hun is gegund: uit wat valsche munt" moet heeten, slaan die 'n dosis goede munt!) MIJN FILM HET HISTORISCHE WOORD Het is verwonderlijk hoe historische woorden ontstaan zelfs wanneer ze niet uitgesproken zijn, zooals het historische woord van Cambronne, he laas nog dagelijks aangewend door lichtzinnige geprikkelde Franschen wier hoed te water gaat of die zich in het gesprek de vingers branden aan een lucifer, die zij nog niet zoover waanden. Het historische woord dan ontleent zijn min- of meerdere beroemdheid niet in de eerste plaats aan het feit dat het uitgesproken werd, zooals ik u uitnoodig als bewezen te achten in het hierboven aangehaalde geval Cambronne, maar aan de min of meerdere gepastheid of hevigheid eener situatie, die, tech nisch gesproken, om een historisch woord dwong. Hoewel zelfs de hevigste situatie niet de betreurenswaardige uitdrukking kan excuseeren, die nog dagelijks schatten aan auteursrechten zou opbrengen, ware Cambronne een even voorzichtig auteur als ongelukkig generaal geweest. Het is dus de situatie die aan het woord relief geeft en ook de persoon die het uitspreekt of uitgesproken zou kunnen hebben, wanneer er een goed journalist naast hem hadde gestaan. Ware Oallileo Oalilei lampenist geweest, geen kruiswoordpuzzle zou hem om zijn en toch beweegt zij zich" geciteerd hebben, maar het feit dat zijn overtui ging er mede gemoeid was, vereeuwig de een uitdrukking die schijnbaar zoo simpel was in verband te brengen met het slingeren van de lamp. Dat Ooethe wel eens om meer licht vroeg, was een huishoudelijk détail, dat slechts historische beteekenis verkreeg op het oogenblik dat zijn oogen voorgoed ver duisterden; grande armee" was een waarneming waar vriend of vijand die er mede in aanraking kwamen mede accoord ging, maar in den mond van den stervenden Empereur klonk het gewel dig zelfs voor wie iets beters verwacht hadden bij de gelegenheid. Nu heeft ook de Prins het historisch woord bij Watersnood" gesproken. Men kon het trouwens op eiken postzegel vinden. Maar hij zeide het op het juiste moment en vermoedelijk als antwoord op veel te late en overbodige beschou wingen. En evenmin als Ooethe of Napoleon trok de Prins een gezicht van: pas op, of ik spreek een historisch woord. Toch heeft hij juist het woord gezegd dat, Wanneer de eerste ellende voorbij is, tienduizend maal door polderbesturen en verantwoordelijke ambte naren zal uitgeschreven moeten Worden, ten einde er de wanden hunner bureaux mede te behangen het woord: NEDER-UAND. L PROBLEMEN PA.MFHOBLELM MtT >ASFEL 54 van A. A. POLMAN, AJme!" Motto: Meerslag III" Zwart 10 schijven rooi ,,de Groene Ain dammer" tinnr W, HCfA'f* 1 0 11 16 21 26 31 36 41 46 "f^rw~'t- ~w TP rfvV'ïrö""1i7 m. m s s ||..v.jji.?J$ ^ u,.; |3| i^i| :{;; r- /tl |l| 111^,11 , ii_& x 11 S S Si il «l SI N IZi j ^J%^j^.fjfi..\$l T-'^l ?'.;V;' ;i-'-i(: -ü; /^ï: 1 '''"'s..... .V'." '? 'T- ' .....' ^-' /'.-/x: ' 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit 10 schijven 12, 13, 17/20, Stand Zwart: 4, 10, 30, 36. Wit: 16, 28, 29,32, 38, 39,41, 42, 48, 4 9. Oplossing probleim Nr. 53 Wit: 43-38,32-28. 17-21, 12:34,35:2! Zwa t: 40:49,49:47,47:26,26:30. Correspondentieadres: K. C de Jonge, Van Woustraat 112n, Amsterdam. SCIIAAKFROBLEEM 52 van E. BOSWELL te Lancaster (The Brit. Ch. Mag. Jan. '26) i A i b c d e i h Wit: Kc7, Da2, Ta6 en el, Lh3 en h4, Pe3 en g4, pionnen: b4, go en h5. Zwart: KeO, Le2, PbO, pionnen: a3, a7, c4, D4 en f4. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing in het eerstvolgend nummer. Oplossing Probleem No. 51 van M. Feigl. 1. Pe7?-''5, Ke4xd5, 2. De7?-c5 f Kd5?e4, 3. Pc4 - d6 f. l , b i x c4, 2. Dc7 x c4 f Ke4 e5 (2 Pd4, 3. Dd4: f) 3. LbÖ-c7 f i...., Lg5?d2f, 2. Pc4xd2fKe4 do, 3. Dc7?c5 f. l Lg2?f3 (h3, fl), 2. Dc7?f4f Pe2xf4(2.... Lf4: 3. Pf6: f). 3. Pd5?c3 f, (2 ... Kd5: 3. Lf3 =1). l Ta7?a8 (of l ... Lg2?hl), 2. Dc7~h7f Ke4 x d5, 3. Dh7 x b7f (hl i). Correspondentie-adres : Dr. A. G. Olland, A. R. Falckstraat 5, Utrecht. OPLOSSING BRIUGKI'ROBLEEM 51. L's openingsbod was - - al voldee ' h aai' de eisenen niet meer dan middelmatig. Wat wil het tweebod van den partner zeggen? ,,Oa slechts dan door als je een beter dan middelmatige kaart hebt." Als L op een ge wone kaart door moet bieden, dan annon ceert B wel 3, Aangezien B dus 2 geboden heeft, en L slechts een gemiddelde kaart heetf, past L,. Ook ,,drie" bieden is fout, omdat dan de verleiding voor b veel te sterk is, ondanks zwakke kaart tocfi vier te bieden. (Contract-Bridge) B. M. Correspondentieadres: Secretariaat v d Amsterdammer: Motto Bridge" Kei zersgracht 333, Amsterdam. JEUGD Is hij niet eenig, Ma? Hij wordt later zielkundige. Teekeningen voor ,,de Groene Amster dammer" door W. Bielkine WELVAART Twee villa's heb ik nou, drie auto's en een secretaris, die mij de brieven dikteert. A PROPOS Waarom zou'n mismoedig gezicht--? Ach,?zwartgallig.... apropos zwartgallig, hoe maakt je vrouw het? OUDE WIJN Ik geloof niet, dat de wijn zoo oud is als je zegt Felix en daarbij zwemt er een haar in. Het bewijs, mijnheer, een grijze haar! Dag Jansen, Ja, ja, ik herinner mij je nog best, hoe gaat het er mee? Ben je het nou of oen je je broer. Typ. Amst. Boek- en Steendmkkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl