Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓR NEDERLAND
' 3
MOSKOU EN DE COMMUNISTISCHE PARTIJ
Lou de Visser
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
DE LAATSTE KLAP"
NOBLESSE
door MR. G. H. ARNHARDT JR.
Keizer Caracalla had zijn broeder Geta vermoord
en hij noodigde den beroemden rechtsgeleerde
Papinianus uit, dit zaakje voor den Senaat en het
volk van Rome goed te praten. In plaats van nu net
zoo lang te redeneeren tot de hoorders in de overtui
ging waren gebracht dat Geta was gesuccombeerd,
tengevolge van een ongelukkige liefde, althans door
het inslikken van zijn theelepeltje, althans zelf
moord had gepleegd, of althans dat hij springlevend
was en men slechts een lijk had gevonden dat de
onvergelijkelijke brutaliteit had, een uiterlijke gelijke
nis met des keizers broeder te vertoonen, in plaats
daarvan, antwoordde de geleerde man dat hij de
verdediging niet op zich nam. Hij maakte er zich niet
met 'n smoesje af, maar zei royaal waarom: Het is
niet zoo makkelijk een moord goed te praten als te plegen".
De keizer deed wat des keizers is: Papinianus Werd
in 212 na Christus op smadelijke Wijze ter dood ge
bracht. Want niet alleen nu is er geen grooter misdrij'f
dan een machtig boosdoener of zelfs 'n kleinen poli
ticus den spiegel der waarheid voor te houden,
zeventien eeuwen geleden mocht het ook al niet.
Ik zou den ministerie-juristwillen zien die den minister
die het garantieartikel 40 wilde verkrachten, de waar
heid in het gezicht had geslingerd terwille van
het hoogste goed: Recht.
In Papinianus vinden wij vereenigd wat in
ieder mensch vereenigd moest zijn, maar voor alles
in iederen mensch die een hoogen post bekleedt.
Wie de wetenschap van het recht, den godsdienst,
de geneeskunde, de scheikunde en nog zooveel meer
beoefent, dien sta vooroogen dat hij fijne, edele en dus
uiterst gevaarlijke wapenen hanteert. Hij zij door
drongen van de idee dat naarmate hem een machtiger
wapen is toevertrouwd, de verantwoordelijkheid jegens
de menschheid grooter is, en misbruik ervan te slechter.
VANNElifSVARINAS
(3OUDZEGEI.
.gSOcts.perPakje.|
Zoo is dan de advocaat die het recht helpt te kort
doen, de geestelijke die zijn leeringen misbruikt voor
baatzuchtige oogmerken, de medicus, die opereert
ter fine van het schrijven van eene rekening, de che
micus die zich verhuurt aan een
vervalschingsinstituut en zoovoorts, veel slechter dan de venter, die
een opgeblazen schelvisch verkoopt, de winkelierdie
steelt op het gewicht, de koopman die een
antiquiteitenfabriek heeft of de beursman die zich vetmest
met gapkoersen.
En nu is het wel treurig dat de overheid
grootendeelsophaareigen kosten menschen laat studeeren (het
collegegeld is zeer gering) die later de subtiele kennis
zullen hebben die hen in staat zal stellen het meest
verfijnde onrecht te plegen, de geleerdste
vervalschingen te bedenken. De Alma Mater voedt met
overgroote gulheid iederen alummus; dat zij adders aan
haar borst heeft gekoesterd blijkt niet zelden, zoo al
niet voor den buitenstaander, dan toch voor den
insider. En die adders zetten de moederlijke gaven
om in gif.
Waarom voor Hoogeschool, Bestuursacademie enz.
dus voor die scholen waar men macht over zijn
medemenschen leert verwerven, door wetenschap of ambt,
geen toelatingsonderzoek ingesteld naar hart en ziel?
Waaron ieder eindexaminandus doorgezaagd op
allerlei idiote schijnkennis (als daar zijn, op hoeveel
meter hoogte in Indiënog pauwen leven, of dat het
nu juist de kolonel Pain-et-Vin was die in 1672 of daar
omtrent onze militaire situatie verknoeide).
Waarom niet ook de zedelijke inhoud van den
toekomstigen studiosus (in uitgebreiden zin) getoetst?
Moeilijk? 't Is moeilijk omdat het niet wordt
geeischt. Zoodra er ergens een Napoleon is, houden de
meeste problemen op, moeilijk te zijn, want waar
een wil is, al is het de dwingende wil van een inderdaad
groot regeerder, daar is een Weg, die snel tot het
doel voert.
Dat een corruptiegolf in Indiëheeft gewoed, laat
zien dat ons onderwijs eenzijdig is. Dat zelfs de groot
ste bandiet een gragen verdediger vindt (om contant
geld), laat zien dat ons onderwijs eenzijdig is. De poli
tieke modderpoel laat zien....
Zeker, wij kunnen niet allen zijn, of Worden als
Papinianus de godgelijke maar een beter
onderwijs en een veelzijdiger examentoets kunnen
bevorderen dat er minder menschen bezwijken voor
de verleiding die van de ambtelijke of particuliere
Ca raca l la's uitgaat. En hèt is te hopen dat in dezen tijd,
waarin zooveel nieuwe denkbeelden naar voren komen
w,E Z U l N l G
WIL ZIJN MOET EEN
FABRIKAAT KOOPEN DAT
DEGELIJK
DUS; IS
omdat de menschheid snakt naar harmonie (zonder
die ook maar in de verste verte te benaderen) dat
in dezen tijd óók aandacht wordt geschonken aan de
geestelij'ke keuring naast de verstandelijke, van de
toekomstige leiders, de leidende dienaren van vader
land en menschheid.
Als er n ding is, dat dit tijdperk van overgang
eischt, dan is het, naast kennis, noblesse.
VULCANOLOGIE
door Mr. H. G. KOSTER
Op Java's Vulcanen, door W. SLEUMER TZN.
Uitgave S. L. van Looy, Amsterdam.
Een droog onderwerp op smakelijke, sappige
wijze te behandelen: dit was de taak van den heer
W. Sleumer Tzn., leeraar aan het Gereformeerd
Gymnasium te Amsterdam toen hij zich zette tot
het schrijven van Op Java's Vulcanen. Als ik hier
spreek van een droog onderwerp, dan meen ik
daarmee niets kwaads ten aanzien der vulcanologie.
Op zich zelf beschouwd is geen enkel gebied van
menschelijk weten droog d.w.z. steriel; ook het
meest gespecialiseerde terreintje van Wetenschap is
niet onvruchtbaar voor hem, die het zijn liefde
schenkt; ook het verstverwijderd hoekje van den
tuin der kennis kan den nijveren tuinman de schoon
ste bloemen en vruchten schenken. Maar onder
werpen als vulcanologie zijn wél droog voor het
sroote publiek en wie daarover populair wil schrijven
moet het op bizondere wijze aanleggen. Nu, dat
heeft de schrijver van dit boekje gedaan. Zeker,
hij geeft ons een streng wetenschappelijk overzicht
van de theorieën omtrent vulcaanvorming, van de
theorie der onderzeesche ruimten, van de contractie
hypothese, van de planetesimaal-hypothese. Maar
tusschen die nuchter-wetenschappelijke uiteen
zettingen dóór, hoort men voortdurend de stem van
den geloovigen Christen en bijbelvasten docent.
Is zoo zal men vragen dit niet een kolfje naar
de hand der spotters: Christelijke vulcanolügie, is
dat niet even dwaas als Christelijke wiskunde? De
spotters hebben het mis: de wetenschap wordt hier
geen oogenblik geweld aangedaan. De schrijver
verwijst slechts echter voortdurend naar de
vulcanische verschijnselen, waarvan de bijbel gewag
maakt.
Heeft alzoo dit boekje naast zijn vulcanologischen
ook een theologischen kant, er is nog een derde zijde:
de indologische. Wel verre van alleen bij de oude
Israëlitische overleveringen te blijven staan, verhaalt
de schrijver ons menige schoone mythe uit den
Javaanschen sagenschat. Talloos toch zijn de legenden,
die het Javaansche volk geweven heeft rondom zijn
vuurspuwende bergmonsters; want de vulcanen
zijn voor den eenvoudigen Javaan werkelijke wezens,
reuzen, wier titanenhand telkens moordend
neerbeukt op de zijnen. De schrijver heeft ook de klassieke
oudheid niet vergeten. Het boekje van den heer
Sleumer is een goedouderwetsch boekje. Men versta
mij wél: ouderwetsch, niet verouderd. De inhoud is
uiterst modern, bijgewerkt tot 1925; maar de wijze
van behandeling is eene die, helaas, zeer zeldzaam
geworden is in onzen tijd.
RINGER5'
KROKAMTE
CHOCOLADE
15 CT5.