De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 16 januari pagina 3

16 januari 1926 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓR NEDERLAND ' 3 MOSKOU EN DE COMMUNISTISCHE PARTIJ Lou de Visser Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek DE LAATSTE KLAP" NOBLESSE door MR. G. H. ARNHARDT JR. Keizer Caracalla had zijn broeder Geta vermoord en hij noodigde den beroemden rechtsgeleerde Papinianus uit, dit zaakje voor den Senaat en het volk van Rome goed te praten. In plaats van nu net zoo lang te redeneeren tot de hoorders in de overtui ging waren gebracht dat Geta was gesuccombeerd, tengevolge van een ongelukkige liefde, althans door het inslikken van zijn theelepeltje, althans zelf moord had gepleegd, of althans dat hij springlevend was en men slechts een lijk had gevonden dat de onvergelijkelijke brutaliteit had, een uiterlijke gelijke nis met des keizers broeder te vertoonen, in plaats daarvan, antwoordde de geleerde man dat hij de verdediging niet op zich nam. Hij maakte er zich niet met 'n smoesje af, maar zei royaal waarom: Het is niet zoo makkelijk een moord goed te praten als te plegen". De keizer deed wat des keizers is: Papinianus Werd in 212 na Christus op smadelijke Wijze ter dood ge bracht. Want niet alleen nu is er geen grooter misdrij'f dan een machtig boosdoener of zelfs 'n kleinen poli ticus den spiegel der waarheid voor te houden, zeventien eeuwen geleden mocht het ook al niet. Ik zou den ministerie-juristwillen zien die den minister die het garantieartikel 40 wilde verkrachten, de waar heid in het gezicht had geslingerd terwille van het hoogste goed: Recht. In Papinianus vinden wij vereenigd wat in ieder mensch vereenigd moest zijn, maar voor alles in iederen mensch die een hoogen post bekleedt. Wie de wetenschap van het recht, den godsdienst, de geneeskunde, de scheikunde en nog zooveel meer beoefent, dien sta vooroogen dat hij fijne, edele en dus uiterst gevaarlijke wapenen hanteert. Hij zij door drongen van de idee dat naarmate hem een machtiger wapen is toevertrouwd, de verantwoordelijkheid jegens de menschheid grooter is, en misbruik ervan te slechter. VANNElifSVARINAS (3OUDZEGEI. .gSOcts.perPakje.| Zoo is dan de advocaat die het recht helpt te kort doen, de geestelijke die zijn leeringen misbruikt voor baatzuchtige oogmerken, de medicus, die opereert ter fine van het schrijven van eene rekening, de che micus die zich verhuurt aan een vervalschingsinstituut en zoovoorts, veel slechter dan de venter, die een opgeblazen schelvisch verkoopt, de winkelierdie steelt op het gewicht, de koopman die een antiquiteitenfabriek heeft of de beursman die zich vetmest met gapkoersen. En nu is het wel treurig dat de overheid grootendeelsophaareigen kosten menschen laat studeeren (het collegegeld is zeer gering) die later de subtiele kennis zullen hebben die hen in staat zal stellen het meest verfijnde onrecht te plegen, de geleerdste vervalschingen te bedenken. De Alma Mater voedt met overgroote gulheid iederen alummus; dat zij adders aan haar borst heeft gekoesterd blijkt niet zelden, zoo al niet voor den buitenstaander, dan toch voor den insider. En die adders zetten de moederlijke gaven om in gif. Waarom voor Hoogeschool, Bestuursacademie enz. dus voor die scholen waar men macht over zijn medemenschen leert verwerven, door wetenschap of ambt, geen toelatingsonderzoek ingesteld naar hart en ziel? Waaron ieder eindexaminandus doorgezaagd op allerlei idiote schijnkennis (als daar zijn, op hoeveel meter hoogte in Indiënog pauwen leven, of dat het nu juist de kolonel Pain-et-Vin was die in 1672 of daar omtrent onze militaire situatie verknoeide). Waarom niet ook de zedelijke inhoud van den toekomstigen studiosus (in uitgebreiden zin) getoetst? Moeilijk? 't Is moeilijk omdat het niet wordt geeischt. Zoodra er ergens een Napoleon is, houden de meeste problemen op, moeilijk te zijn, want waar een wil is, al is het de dwingende wil van een inderdaad groot regeerder, daar is een Weg, die snel tot het doel voert. Dat een corruptiegolf in Indiëheeft gewoed, laat zien dat ons onderwijs eenzijdig is. Dat zelfs de groot ste bandiet een gragen verdediger vindt (om contant geld), laat zien dat ons onderwijs eenzijdig is. De poli tieke modderpoel laat zien.... Zeker, wij kunnen niet allen zijn, of Worden als Papinianus de godgelijke maar een beter onderwijs en een veelzijdiger examentoets kunnen bevorderen dat er minder menschen bezwijken voor de verleiding die van de ambtelijke of particuliere Ca raca l la's uitgaat. En hèt is te hopen dat in dezen tijd, waarin zooveel nieuwe denkbeelden naar voren komen w,E Z U l N l G WIL ZIJN MOET EEN FABRIKAAT KOOPEN DAT DEGELIJK DUS; IS omdat de menschheid snakt naar harmonie (zonder die ook maar in de verste verte te benaderen) dat in dezen tijd óók aandacht wordt geschonken aan de geestelij'ke keuring naast de verstandelijke, van de toekomstige leiders, de leidende dienaren van vader land en menschheid. Als er n ding is, dat dit tijdperk van overgang eischt, dan is het, naast kennis, noblesse. VULCANOLOGIE door Mr. H. G. KOSTER Op Java's Vulcanen, door W. SLEUMER TZN. Uitgave S. L. van Looy, Amsterdam. Een droog onderwerp op smakelijke, sappige wijze te behandelen: dit was de taak van den heer W. Sleumer Tzn., leeraar aan het Gereformeerd Gymnasium te Amsterdam toen hij zich zette tot het schrijven van Op Java's Vulcanen. Als ik hier spreek van een droog onderwerp, dan meen ik daarmee niets kwaads ten aanzien der vulcanologie. Op zich zelf beschouwd is geen enkel gebied van menschelijk weten droog d.w.z. steriel; ook het meest gespecialiseerde terreintje van Wetenschap is niet onvruchtbaar voor hem, die het zijn liefde schenkt; ook het verstverwijderd hoekje van den tuin der kennis kan den nijveren tuinman de schoon ste bloemen en vruchten schenken. Maar onder werpen als vulcanologie zijn wél droog voor het sroote publiek en wie daarover populair wil schrijven moet het op bizondere wijze aanleggen. Nu, dat heeft de schrijver van dit boekje gedaan. Zeker, hij geeft ons een streng wetenschappelijk overzicht van de theorieën omtrent vulcaanvorming, van de theorie der onderzeesche ruimten, van de contractie hypothese, van de planetesimaal-hypothese. Maar tusschen die nuchter-wetenschappelijke uiteen zettingen dóór, hoort men voortdurend de stem van den geloovigen Christen en bijbelvasten docent. Is zoo zal men vragen dit niet een kolfje naar de hand der spotters: Christelijke vulcanolügie, is dat niet even dwaas als Christelijke wiskunde? De spotters hebben het mis: de wetenschap wordt hier geen oogenblik geweld aangedaan. De schrijver verwijst slechts echter voortdurend naar de vulcanische verschijnselen, waarvan de bijbel gewag maakt. Heeft alzoo dit boekje naast zijn vulcanologischen ook een theologischen kant, er is nog een derde zijde: de indologische. Wel verre van alleen bij de oude Israëlitische overleveringen te blijven staan, verhaalt de schrijver ons menige schoone mythe uit den Javaanschen sagenschat. Talloos toch zijn de legenden, die het Javaansche volk geweven heeft rondom zijn vuurspuwende bergmonsters; want de vulcanen zijn voor den eenvoudigen Javaan werkelijke wezens, reuzen, wier titanenhand telkens moordend neerbeukt op de zijnen. De schrijver heeft ook de klassieke oudheid niet vergeten. Het boekje van den heer Sleumer is een goedouderwetsch boekje. Men versta mij wél: ouderwetsch, niet verouderd. De inhoud is uiterst modern, bijgewerkt tot 1925; maar de wijze van behandeling is eene die, helaas, zeer zeldzaam geworden is in onzen tijd. RINGER5' KROKAMTE CHOCOLADE 15 CT5.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl