Historisch Archief 1877-1940
ia
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2538
DRAMATISCHE KRONIEK
door TOP NAEFF
VEREENIGD TOONEEL. Een van ons, door John
Galsworthy.
Aan Le voleur" van Henri Bernstein herinnert
ons dit Engelsen tooneelstuk: een geval van diefstal
in een patricisch landhuis, waarvan een der gasten
wordt verdacht. De Engelschman, die voor den
collega uit het land van la pièce bien faite" niet
onderdoet, heeft op dezen dan nog zijn distinctie voor,
en waar hij nu eenmaal QalsWorthy heet, kwam er
bovendien meer menschelijks in den, wat de eerste
bedrijven betreft, meesterlijk gespannen dialoog.
Dat hij bij het schrijven van dit stuk, dat het niveau
van het society-play, niettegenstaande het drama
tisch gegeven, nergens overschrijdt, heel warm is
geloopen, gelooven we niet. Noch het leed van den
gehitsen bestolen jood een tegen allen noch
het tragisch lot van den op den diefstal betrapten,
onteerden en geconfisqueerden officier schijnt hem
bijzonder ter harte te zijn gegaan, hij wilde maar
eens laten zien hoe bij een zekere stagnatie in het
gladde leventje dezer welgestelden, de ingeschapen
verschillen zich doen kennen, persoonlijk en
grocpsgtwijze, sinds de hoogere kringen zich door de over
macht van het geld niet select konden houden. Meer
dan op het ras-verschil, valt hier de nadruk op het
standsverschil. De niéuwe-rijke, Ferdinand de Levis,
die dank zij zijn geld en vlotte levenswijze z.ich
toegang tot den adel wist te verschaffen, bijna op
voet van gelijkheid, had desnoods alleen
nouveauriche kunnen zijn; dat hij daarbij van joodsche
afkomst is, vergroft slechts de verhouding, zonder
het geval essentiëeel te beïnvloeden. De kaste-geest,
die hier beslist, is iets minder duidelijks, iets fijners.
Elk individu staat, in een ietwat andere sfeer dan
die, waarin hij is geboren en getogen, als een vreem
deling in Jeruzalem; het zijn bepaalde reacties die
dit uitbrengen, ondefinieerbaar, doch onmiddellijk
doorslaande; alle verfijnde vreugden der sympathie,
alle verfijnde kwellingen der uitgeslotenheid, be
rusten op de natuurlijke saamhoorigheid der gelijk
soortige elementen, vol achterdocht en onwil jegens
den ongelijke, hoc diep zich dat in beschaafden kring
tracht te verbergen. Van een schrijver als Galsworthy
had ik verwacht, dat hij het in die fijnere nuances
gezocht zou hebben; nu hij dit niet deed, ligt het
conflict er wel erg bovenop..De jonge de Levis is een
jonge man met ontegenzeggelijk grove instincten en
slechte manieren, die hem bij de menschen, met wie
hij wil verkeeren, terecht onmogelijk maken; hij
behoefde daarvoor echter niet bepaald een jood te
zijn. Er zijn ook minder beschaafde christenen, die
niet voelen, dat men in een bevriend huis niet, als in
een hotel, zijn kamerdeur afsluit, en alarm maken
als ze iets van hun eigendom missen", zonder cenig
besef hoe onaangenaam dit voor gastvrouw en gast
heer moet zijn. En die er zich ten slotte nauwelijks
rekenschap van geven wat zij een medemensch aan
doen, dien ze schuldig of onschuldig -- voor den
strafrechter dagen. Tegenover dit jongemensch, niet
bevredigd vóór hij middenin den nacht het huis in
rep en roer heeft gezet om zijn vermiste duizend pond,
had de gastheer op zijn beurt gerust de grofheid
kunnen hebben hem het ontstolen bedrag terstond
te restitueeren, een breed en diplomatiek gebaar,
Waarmede de zaak ware gesust geweest, en kapitein
Dancy, op wien al dadelijk de verdenking valt, gered.
Doch Galsworthy Wilde er een tooneelstuk in zeven
tafereelen van maken, dies moest het hard tegen
hard gaan, elke minnelijke schikking, waartoe die
goedige jodenjongen als ze hem niet zoo stom gesard
hadden, best te vinden zou zijn geweest, zorgvuldig
worden vermeden, en eindigen met den zelfmoord
van den ongelukkigen kapitein. Een einde, waaraan
de voor een edelman Wel uitermate tactlooze gastheer
en zijn cóterie zeker niet minder schuldig staan dan
de man van het andere ras. Moge deze uitkomst ons
op zichzelf als onpartijdig bevredigen, de middelen
die ertoe leidden, overtuigden ons niet meer dan de
romantiek van draak of film, terwijl de naam van
den schrijver en de dialoog onze hoop en verwachting
op tooneelkunst van ietwat hooger orde hadden
gespitst.
Niet te zeer op den keper beschouwd, missen echter
deze korte, al om de situatie boeiende tafereelen hun
uitwerking niet en waar de vertooning (regie: Ver
kade) door goed sluitend samenspel, met name in de
heeren-scènes, daaraan relief gaf, daar blijven wij in
den afloop van het conflict geïnteresseerd. De slechte
articulatie van verscheiden loden van het gezelschap,
waarbij ditmaal, vrees ik, nog een poging kwam, met
den Engelschen pantalon-snit ook den Engelschen
tongval in Nederland te importeeren, maakte dit
spel bij gedeelten echter geheel onverstaanbaar.
Zelfs Huf, die het stuk vertaalde, schaadde als zoo
danig zijn eigen roem, door in de rol van Charles
Winsor, gastheer op Meidon Court, ons in den
aanvang den tekst nagenoeg te onthouden.
Cees Laseur, in de moeilijke rol van de Levis",
wist deze figuur, waarvoor hij zijn uiterlijk niet mee
had, wat mede den nadruk op het standsverschil
legde, sympathiek te houden. Welbeschouwd zou de
rol er niet bij gewonnen hebben indien het andersom
ware geweest en hij het ras" in het bijzonder had
gekarakteriseerd, doch van den eleganten, mondainen
Freddy" met een oppervlakkige exotische bekoring,
zooals hij den schrijver vermoedelijk voor oogen
heeft gestaan, had hij niet veel, men verwonderde
zich hoe hij zich met zijn geld alleen in deze kringen
had ingewerkt. Doch hij wist in al deze tooneeien,
die hij vulde, een mensch te blijven, met toch even
iets van het ras in den weeken oogopslag, in de aarze
lende stem. Niet goed gezien was het van de regie,
in het overigens fijn gehouden 1ste tooneel van 11 op
de Club", hem voor de tirade: My race was old
When you we re all savages. l am proud to be a jew !"
in de houding te laten staan. Het is de eenige maai,
dat Galsworthy zich aan zulk een speculatie op de
gallery" vergaloppeert, en men kan de phrase niet
eenvoudig genoeg doen voortvloeien uit het begin
van de claus, zonder voorafgaande pauze en zonder
stemverheffing dus.
Aan de figuur van kapitein Dancy (Dirk Verbeek)
ontbrak helaas juist die menschelijke charme, welke
voor het evenwicht noodzakelijk zou zijn geweest.
Deze dief", aangebeden door de vrouwen, een held
in gevaar, een waaghals en au fond geen kwade kerel,
die den moed vond te doen, wat men van den ont
eerden edelman, mits hij niet in Hongarije woont,
blijft verwachten, komt mij een geheel andere persoon
lijkheid voor dan Verbeek, die ook nooit door (Je
grime wat uit zich/elf tracht te komen. Hij speelde
de rol intelligent, naar den letter, met vereischten
climax, doch zonder ons hart te raken. Een rol voor
Brondgeest in zijn goede jaren, deze ietwat dolle Hans
uit het Engelsche leger.
Ontroerend was zijn trouwe Badelocli, Mrs. Dancy,
DEN HAAG
LUNCHROOM DE BIJENKORF"
WAGENSTRAAT «~45a
LUNCH 75 et, van 12-2 uur
(Vera Bondam) die, aanvankelijk geen oogenblik in
zijn schuld geloovend, allengs het vreeselijke voelt
aankomen en nochtans geen seconde in haar liefde
wankelt. Het is innig en zuiver wat Vera Bondam
van zulk een rol maakt, en ook de tragische slotscène
kon zij, door haar natuurlijke overgave, aan.
De beide andere society-dames gedroegen zich als
ledepoppen, zij gaven den schrijver, die een type van
de soort vroeg, meer dan de maat der vrouwelijke
onbevangenheid, en dan houdt het op kunst te zijn.
Vooral voor Minny ten Hove geldt dit, die de vrij
gevochten Engelsche, Welke naar de dertig loopt,
speelde als een kostschoolmeisje. Louise Kooiman
(Lady Winsor) brengt voor zulke rollen dan altijd
nog een eigen distinctie mee. Beiden kunnen veel
leeren van Herman Kloppers, die ook ditmaal Weer
in een kleine rol, welke hij voortreffelijk typeerde,
boven allen uitmuntte. Dit typeeren is niet alleen
uiterlijk, schoon ook dit: dat men moeite heeft hem
uit zijn verschillende grimen te herkennen,
medeWerkt, het is vooral het zuiver opbouwen uit de kern
van het algemeen wezen (hier had hij een mijnheer
te zijn voor wien de Club" de wereld is) bij een uit
beelding, die de fijnheid en de scherpte heeft van een
miniatuur. Dat zijn clubgenooten, hoe verdienstelijk
ook, daarnaast wat verbleekten, minder vast schenen,
was niet zijn schuld, aangezien zijn overwicht geheel
uit innerlijke beheersching voortkwam. Het waren:
Eerens (Lord St. Erth) an old John Buil", dien men
in den Haag in De Witte" zou zoeken, Van Dalsum
(generaal Canynge) Huf (Winsor) en Carpentier
Alting, een vurig kameraad van Dancy.
Verkade was de oude advocaat, welke diens zaak
op zich neemt, doch nadat onloochenbaar bewijs van
schuld is uitgebracht, zijn cliënt moet laten vallen.
Van het aangrijpende dezer verrassing, waarbij de
eer van het ambt den prijs eischt van een van ons",
van een mensch in den bloei van zijn leven, en een
liefhebbende jonge vrouw', merkten wij niet veel,
doch uit den gemoedelijken toon sprak de
professioueele deernis van den man, in het vak vergrijsd. La
Chapelie maakte van den kruidenier, die in zijn
omioozelheid het verpletterend schuldbewijs komt
leveren, een aardig Dickens-figuurtje, dat echter
eu hier bleven het uiterlijke middelen -- wel wat uit
het kader sprong, hetgeen zich met een open doekje
strafte. Genoemd mogen nog zijn: l-'rits van Dijk, als
de plechtige butler op Meidon Court, en Hans van
Meerten. in de rol van een jong advocaat.
CORRESPONDENTIE
Mevr. Hacker van Leuven. In Uw twee
staat geen naam vau de stad uwer inwoning.
dezen opgeven.
Mevr. J. H. te H. De uitgeefster van The Ccill of
Eüucatiun is de firma van Holkema en Warendorf te
Amsterdam. Bij haar kunt u een proefnummer aan
vragen.
l
v.VOLLENHOVEN 'S STOUT
Cliché's
Van Leer
Amsterdam
TEOOSIERBEEK
LEVEPT
MEUBELEN
EN VER/lEBINCiEN
f f ff JAAK
GAffA/Wl
MACHINEN
84
TYPEh
>llCHIBWXHItlfT.
VEHCH.
HARALD HOYERMANN Co.
Sarpbatistraat 8 Amsterdam
Telefoon 351331
P E E K & C L O P P E N BURG