Historisch Archief 1877-1940
No. 2538
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
A. WERUMEUS BUNING
de Nederlandsche schrijver, die 21 Januari j.l.
80 jaar werd
MUZIEK
door CONSTANT VAN WESSEM
JASCHA HEIFETZ.
De techniek van Jascha Heifetz brengt inderdaad
alle wonderen, die men er van vertelde, en wier faam
hem reeds verre vooruit liep. In dat opzicht kon het
publiek, dat hem hier nu tweemaal in een stampvolle
zaal toehoorde, zich niet teleurgesteld voelen. Met
deze prachtige techniek, zoo overwonnen, dat zij
transparent, schitterend, helder als een kristal is, doet
Heifetz inderdaad wonderenen de violisten van beroep,
die zijn techniek beluisteren, zijn terecht omgevallen
van verbazing en enthousiasme. De techniek van
Heifetz is een wereld op zich zelf. In de techniek
culmineert het wezen van Heifetz. Techniek is een
wonderlijk ding. In een techniek van een kunstenaar
Jon een geheele levens- en dadendrang zich uiten.
Liszt beschouwde de opperste virtuositeit als de be
vrijding van het universeele in den mensch. In Heifetz'
techniek klinken alle spelnuances, alle voordrachts
nuances bevrijd door hun volmaakte beheersching.
Het is licht, het is geëquilibreerd, trefzeker, het is
ontdaan van alle zwaarte. Wie speelt het Perpetuum
.mobile" van Ries zoo licht en duizelingwekkend pre
cies als Heifetz? Wie speelt het zwaarste zoo licht als
stond er een goochelaar met messen en ballen en
breekbare borden te jongleeren? Heifetz'virtuositeit
Jieeft niets meer van het demonische beklemmende
van een Paganini, van de Gott sei bei uns", zij is
glad, veramerikaanscht, society-techniek, er is bij
dezen violist slechts liefde voor de voordracht, geen
liefde wor het stuk, dat hij speelt. Helaas, helaas,
hoe moeilijk is het onze bewondering los te maken
van onze verbazing. Wie ook speelt het Ave Maria
van Schubert voor viool, de piano^nocturne in Es van
Chopin voor viool alleen om de mooie toongeving,
"Wie speelt er zulke leelijke
koorddansers-cadenzen in het vioolconcert van Beethoven? Wie ook
ien slotte, speelt de Kreutzersonate van Beethoven
?zwak, dun, en geheel en al uiterlijk zonder drama
tische -spanning, zonder innig, groot gevoel? Dat doet
ook Heifetz. Wij mogen het ons niet verhelen: de
proef van een grootemenschelijkheid doorstaat het spel
van Heifetz niet. De naam van Kreisler naast de zijne
te noemen is en blijft een lastering. Heifetz is alleen
?een groot violist (misschien nog grooter dan Kreisler).
Maar de menigte onderscheidt niet en de prachtige
society-virtuositeit van een Heifetz doet een heele
zaal het uitbrullen van enthousiasme.
MARCELLE MEYER.
Wederom bracht de avond van den piano-cyclus in
de Vrije Gemeente ons de kennismaking (voor Neder
land) met een belangrijke figuur, ditmaal de Fransche
pianiste Marcelle Meyer, een der beste onder de
modernen, de krachtige en ijverige pionierster der
jongeren, der ,,Six" en de door Strawinsky zelf uit
verkoren vertolkster van diens werken (hij droeg haar
de klavierpartij van het pianoconcert op en zij be
speelde o.a. een der klavieren in Noces"). Het werd
?een avond van merkwaardig en krachtig spel, spel
vvan een natuurlijk gevormd piano-talent,zeer persoon
lijk en veelal verrassend in de opvattingen van ons
vaak anders vertrouwde werken, een enkele maal te
verrassend anders (b.v. in de Poissons d'or van
Debussy, doch hier schijnt in de forto's ook een
acoustische vergissing een rol te hebben gespeeld), maar
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-Den Haag.
£>E BESTE HOEDEN IN HOLLAND
over het algemeen prachtig en markant in uitvoering
zooals in de Rag-caprices van Milhaud, in de stukken
van Satie en vooral in de Napoli van Poulenc, dit
alles vol helderheid, virtuostieit en sterke accentu
eering-,.Petrouchka", dat zij tot besluit speelde klonk
niet, als in Rubinstein's vertolking, zoo geweldig,
donderend en wervelend als een natuurstorm, doch
in Marcelle Meyer's spel Was het hier en daar
transparenter, zooals ook de orkest-klank het werk
transparenter maakt dan de akkoord-ensembles op een
piano dat vermogen.
De pianiste verwierf met dat eerste debuut in
Holland een groot succes en wij verwachten haar
spoedig weer te zien.
TOONKUNST: VERDI'S REQUIEM.
Toonkunst gaf Zaterdagavond een prachtige uit
voering van deze Requiem" scène, die Verdi zonder
tooneel, doch niet geheel buiten het tooneel om com
poneerde, zooals ook Berlioz zijn Damnation de
Faust" niet geheel buiten de tooneel-dramatiek
om heeft kunnen componeeren, waarom men dit
oratorium te Parijs niet geheel ten onrechte heeft
vertoond", op de planken gebracht.
Prachtig Waren de dramatisch-plastische hoogte
punten, die Monteux met het geheel wist te bereiken.
Soepel, gedurfd, zonder vrees voor de dreigende nabij
heid der opera liet Monteux door koor en orkest en
ook door de solisten deze hoogtepunten nemen. Vosral
het ensemble der solisten functioneerde prachtig.
De vrouwenstemmen waren Mia Peltenburg en Suze
Luger, stemmen, die goed samen gaan. Mia Pelten
burg zong met kracht en enthousiasme en ook Me
vrouw Luger was dien avond bijzonder goed op dreef
en had weer haar prachtige intonaties van vroeger.
Van Tulder kwam ook ditmaal uitstekend naar voren,
alleen Denijs bleef wat op zich zelf staan en sloot
zich met zijn geaardheid van zingen minder goed bij
de drie anderen aan. Wij herinneren aan zeer mooie
momenten in het Recordare Jesu pie, in het Domine
Jesu", Lux aeterna", Libera me" en het slot van
Kyrie eleison". Ook het orkest was in het Dies irae"
op volle kracht en het Sanctus" klonk in zijn op
stuwend marschrythme indrukwekkend.
Rectificatie. In mijn artikel over Casadesus verleden
week zijn een paar regels Weggevallen. Zij maken
den zin onverstaanbaar. Deze moet luiden:
Robert Casadesus gaf mij van dit boven de vertolking
staande gevoelsspel de sterkste openbaring juist in
een algemeen als zwak aangenomen werk, de As-dur
sonate van Weber. Hierkreegde Weltschmerz-achtige,
pompeuse romantiek, de grillige schittering, het
gladde passagewerk iets, dat de aparte sensatie van
het allergrootste opriep, en ik heb deze sonate eigenlijk
vóór dien nog nooit gehoord".
SCHILDERKUNST
KRONIEK
Teekening voor de Groene Amsterdammer'
door B. van Vlijmen
JOEP NICOLAS, TE GROET.
Ze hebben in Amsterdam op de tentoonstelling van
de werken van het kunstverbond NicolüS' Parijsclie
raam wel achterste voren gezet, maar 't zij dat dit ge
schiedde uit onkunde (veel makers van glas-in-lood
zijn niet erg van het vak etc. op de hoogte !) 't zij
dat geschiedde uit voorzichtigen onwil het zal niet
schaden, de glazenier Joep Nicolas is niet te keeren
meer, in zijn kunst, in Holland, en niet in onze
Hollandsche kunst. Hij is ook een van hen, die een goed
getal vroeger door mij gewaardeerden naar achteren
heeft geschoven, want hij is sterker, kundiger, fon
kelend, met meer kracht, met meer leven in de ver
beelding. Deze tijd begon het gevaar te doen zien der
zoogeheeten styleering. Maar styleeringen zijn pas
wat waard zoo ze na den hartstocht zijn, en het begon
er bij sommige te veel op te lijken, of styleeringen
fatsoenlijke afwezigheden waren van den hartstocht, en
ik vrees dat aan dit foutieve inzicht de architekten
van onzen tijd niet zonder schuld zijn. Ze hebben
bijgelooven geschapen voor de versiering hunner
gebouwen, of liever idolen gezet op leemen base
menten, en bepaalde vlakvullingen, bepaalde geome
trische oplossingen leken hun de waarheid, terwijl
ze begin waren van te mijden gevaar: Een onstuimig
leven is altijd beter dan een beschaafde dood; kunst
moet immers de eeuwige ontkenning van het doode
zijn ! Onstuimig is Nicolas. Zóó vond ik hem te Groet.
Wat hij maakt, wordt gemaakt met de phantaisie van
den kunstenaar; met de vreugde van een goed wer
kend man. Er is geen plechtigheid, er is spontaniteit,
dwang, drang. Zoo vond ik hem in zijn werk, zóó
is hij in zijn huis bij Groet. Hij is n van hen, die
op de wonderbaarlijke vischvangst zijn hij is met
andere woorden een mensch, een kunstenaar, een,
die rijk is aan verbeelding, en die schept in gullen
overdaad.
TOON KELDER, DEN HAAG.
Een vrouw (als een zwoele bloem), bijna een dier,
dat haar klein, begeerig jong zoogt, zoo schildert
Kelder het moederschap. Niet subtiel als Sluyters,
maar zwaar, in een volle, rijke kleur. Met toomelooze
J. HEIFETZ
eerlijkheden in de vormen; niets wordt, als vorm,
conventioneel gezien of verfraaid, ik zou haast
schrijven: integendeel maar de kleur geeft het
leven, en meer en meer komt het psychologische naar
voren, dat sommigen niet in hem zagen, omdat zij
alleen een tobberigheid in 't wezen een uiting van
Werkelijke psychologische!! zin vinden. Kelder zou
een belangrijke serie Mislukten" kunnen schilderen,
maar nooit littérair, altijd schilderhaast. En het is
merkwaardig om te zien, hoe de vroeger veel te zware
materie door het rijker klcurenspel en door de andere
schilderwijs haar kinderlijke zwaarte wordt ont
nomen, en draagster nu wordt van het psychologisch
wezen. Het spreekt van zelf, dat deze schilder hetzelfde
deed als schilder, wat Nicolas deed als glazenier, een
aantal vati hen die zich met schilderkunst onledig
houden, vertrok naar de kim van mijn aandacht, en
vonden daar een juiste plaats. Kelder, vroeger (in
't begin van zijn goede periode) een stillevenschilder
van te waardeeren werk, is inderdaad gegroeid tot
een schilder van figuur, die naar een der eerste
plaatsen manmoedig en werkzaamdringt. Het lijkt mij
daarom gewenscht, dat, als de commissie voor de
buitenlandsche tentoonstellingen aan 't uitzenden gaat, hij, na
Sluyters en met Gestel, Matthieu Wiegman ons land
niet zonder bepaalde persoonlijkheid en bepaalde
kracht zou vertegenwoordigen, wanneer ten minste
daar dan gezocht wordt naar de coloristen, naar de
picturalen. Ik heb meer dan eens gezegd, dat uit
sluitend van zulke picturalen eens een uitzending moet
gebeuren, en dat er dan niet te veel schilders moeten
zijn, maar dat iedere schilder, die gekozen is met
een aantal werken moet uitkomen. Niet te weinig,
(dan blijft er geen voldoende indruk over van de
persoonlijkheden) maar goed gekozen, en wel ge
schakeerd.
Wanneer gebeurt dat?
PLASSCHAERT
NIEUWE UITGAVEN
DIETSCHE SPROKKELINÜEN. Twee bundels moderne
lyriek voornamelijk ten behoeve van Lycea,Gymnasia
en H.B.S., samengesteld door Dr. J. A. Roetcrl
Frederikse, leeraar aan de 3e H.B.S. m. 5 j.c. te
's Gravenhage. Eerste en Tweede Deel. Uitgave van
Nijgh en van Ditmar's uitgevers mij. te Rotterdam.
Prntestantsch letterkundige Essays, verzameld en
ingeleid door Dr. V. A. LANSBERG en Dr. J. C. DE
MOON. Deel VIII van de serie Lyceum-Herdrukken
voor inrichtingen van voortgezet onderwijs, voor
studeerenden voor de hoofdakte en voor zelfstudie.
Uitgave van J. B. Wolters te Groningen.
INTERNATIONALES GESELLSCIIAFTSRECHT VOI1 Dr.
A. E. von Saher, rechtsanwalt am Oberlandesgericht
in Amsterdam. Uitgave W. L. en J. Brusse's Verlag,
Rotterdam.
Kunstzaal VAN LIER
GNS G\T> naast het Postkantoor te Laren (N.-H.) G\D G\9
ANTIQUITEITEN - OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN -NEGERPLASTIEK
Dagelijks ook des Zondags geopend