De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 23 januari pagina 15

23 januari 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 5238 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 BIOSCOPY door L. J. JORDAAN DE DAAD ., VARIÉTÉ" UFA-FILM Rembrandt N zoo zal zich dan binnen de strakke omlijsting van het pro jectie-doek, koel en objectief als het léven-zelf, het eeuwige drama afspelen van den Verwekkingsdrang en de Vernietigings passie. Zoo zal het groote kosmische gebeuren, de essentie van het Zijn, Worden gecom primeerd in een ellendig brokje menschen-leed en menschentiartstocht. Zoo zal het nietige lichtveld het venster zijn, waardoor wij een blik werpen in de Onein digheid. Zoo zal Kunst" geschapen worden ! Als het drama der Vernietiging aanvangt, is het ?beeldvlak een wemeling van tragische zwarten en 'geheimzinnige grijzen, waartegen zich de silhouet van het Noodlot in vage dreiging ? duister en ^onverzettelijk afteekent. Dan plotseling trekt ?alles zich samen, van kosmische Symboliek tot .navrante, schrijnende realiteit: het licht is aangeiknipt! De trillende, onbestemde grijzen verstrakken :zich tot het koude, nuchtere beeld van een hotelikamer het Noodlots-silhouet realiseert zich in de gestalte van een man.... van den Man, wachtend op ?<len Minnaar. En in die atmosfeer van het loerend geweld en de onverschilligheid der doode dingen staat de Minnaar dronken, verliefd, hulpeloos oog.knipperend tegen het licht, dat zijn onvaste hand 'Ontstak. Dan dwalen zijn oogen rond en blijven ?eindelijk in vage verwondering rusten op de wachtende ?rgestalte vóór hem, die ons den rug toekeert in obse?deerende, verschrikkelijke onbewegelijkheid. Dat :zijn wel de geweldigste momenten van het heele ?drama: die wankelende, dronken figuur met de ?onzekere gebaren, den Wezenloozen glimlach en den sbenevelden blik tegenover den verstarden Wil den Wil tot Vernietiging. Het duurt slechts eenige se?conden maar het lijkt een eeuwigheid.... Dan verandert het beeld en toont het masker van ?den Man, strak en koud als een grafzerk, waaronder .alle mededoogen alle mcnschelijkheid begraven iliggen waarin slechts de oogen leven, die den ;rnoord aankondigen, zoo duidelijk of het ons toe:gegild werd. En die oogen haken zich vast aan de -armzalige figuur van den Geteekende, die zijn noodlot niet wil zien hoezeer de gruwzame werkelijkheid langzaam tot hem doordringt.... zij haken zich aan hem vast en doen den beten dronkcmans.-?glimlach verstijven tot een afschuwelijk grimas van ?doodsangst. Want die blik is niet mis te verstaan hij verlamt het slachtoffer, zooals hij ons paralyseert en Wij hebben niet noodig te zien, hoe de eenige ellendige poging tot zelfverweer Wordt ncergebeukt, ?om te Weten dat deze armzalige sterveling voor zijn «noodlot staat, zooals wij allen eenmaal zullen doen. En wanneer zij worstelend gevallen zijn, blijft het beeldvlak leeg en toont slechts de zwijgende bovenhelft der kamer tot eindelijk, eindelijk zich een vuist omhoog heft boven den rand van het lichtveld en het mes, dat zij omklemde langzaam loslaat om n machteloosheid terug te zinken. Dan is alles gedaan volgens de eeuwige onveranderlijke wetten van Verwekking en Vernietiging ! en visueele dramatiek. Ik wees er reeds vroeger op (?Voor het voetlicht" bij Tuschinsky) welk een meester Dupont is in het hanteeren der film-materie en het zijn deze menschen en niet de kuddendrijvers of cathedralen-copiïsten, die de cinematografie vooruit moeten brengen en haar verheffen tot waar achtige, nieuwe kunst. Werk wil komen, vergelijke het eens met De draai molen des levens", het blikkerende, geweldig geDe moord ! Hoe is dit gegeven uitgebeeld en ver werkt hoe heeft het alle gebieden der kunst dooroopen: van Nick Carter tot Dostojewski van ,,De ?Gebochelde" tot Sophocles van het Geïllustreerd Politienieuws tot Rembrandt! Het is een dankbaar .motief.. maar gevaarlijk! Alleen een suprême vertolking kan het goedkoope sensatie-effect ver?mijden en speciaal de film-moord Weet daar een woordje van mee te praten. En ziehier nu hetmoordtnotief opgevoerd tot een gebeuren van geweldige, ?adembeklemmende dramatiek angstaanjagend door zijn onafwendbaarheid, zijn onverbiddelijke logica vernietigend door zijn sterke suggestiviteit. Het staat op n lijn met de beroemde scène van Wegener in Andrejef's Der Gedanke" terwijl het ioch met absoluut eigen middelen bereikt is. Want dit is wel het groote in de creatie van den Tegisseur Dupont Wat haar stempelt tot ,,de Daad", waarop de dwalende, treuzelende film-kunst wachtte .... dit verwerken van een oer-oud gegeven tot een zelfstandige, oorspronkelijke schepping. Dit is geen ?geïllustreerde litteratuur geen gefotografeerd tooneel dit is film-kunst, die haar plaats in de zon verdiend heeft, omdat zij door geen anderen expressie-vorm te vervangen is. In deze scène Wordt haast niet gesproken kunnen alle teksten gemist worden hier is alles bereikt door stemming, kleur Al staat niet alles op de hoogte van de laatste acte, toch is de Ufa-film Variété", een meesterwerk geworden en de Amerikanen zullen met zeer hooge troeven moeten komen, om dezen zwanenzang der Duitsche film-kunst te overtreffen. In de eerste plaats komt daarvan de eer toe aan den regisseur Dupont maar onmiddellijk daarop volgt Emil Jannings. Ik heb laat ik het eerlijk bekennen dezen filmspeler in zijn laatste creaties wel eens met gemengde gevoelens gadegeslagen en mezelf afge vraagd of hij zich niet op funeste wijze herhaalde of ook dit talent niet zou doodloopen in cliché-werk. Zijn Letzte Mann" hoe sterk ook toonde een bedenkelijke vergroving en gaf aanleiding tot bange vermoedens voor de toekomst. Maar hij heeft schitte rend revanche genomen ! Wat deze creatie van Jannings vooral tot iets zeer verheugends maakt is haar veelzijdigheid beter gezegd: haar groote register. Zijn Bosz" is van een ongelooflijk zelfbedwang: de leutige Jannings, die we nu zoo lang zamerhand wel kennen en die van zijn succes bij het groote publiek zeker Was is aan banden gelegd. Daartegenover is zijn spel oneindig dieper geworden en fijner van nuance. Men lette eens op het scenetje, als Bertha-Marie hem weet over te halen om toch maar het partnerschap met Artellini, zijn mede minnaar, aan te gaan met Welk een oneindige teederheid en zachtheid hij haar aanziet! Dit kende ik van Jannings nog niet en brengt zijn uitbeeldings vermogen met n slag op een honger plan. Men zou het ook zoo kunnen formuleeren, dat naast de bekende factoren joligheid, zinnelijkheid, woede en verslagen heid, die tot heden zijn scheppingen bezielden, nieuwe elementen zijn gekomen, die zijn spel niet alleen belangrijk verrijken, maar het vooral edeler en voor namer maken: ik bedoel de teederheid en de ernst. Ik denk hierbij speciaal aan zijn houding tegenover de vrouw, die hij gaat verlaten en die hij met oneindig mededoogen en zelfverwijt behandelt. Dit alles is van zoo overwegende beteekenis, omdat het de geheele figuur van Bosz psychologisch verklaart en gelijk ik reeds opmerkte logisch en onafwendbaar voert naar het conflict en zijn gewelddadige oplossing. Hiermee is tevens een enorme verdien stede r Duitsche rs aangestipt hun streven om handelingen en drama tische gegevens ook van binnenuit te verklaren. Overigens is het karakteristiek voor het weinig uiter lijke der Europeesche film-kunst, dat deze groote en veelzijdige kunstenaar, die blijkbaar alles kan, wat hij wil, zijn type zoo weinig mee heeft. Het lijkt me voor de liefhebbers van aardige raadseltjes dan ook aan te bevelen, eens na te gaan, hoe het komt, dat deze dikke, plompe figuur niet zijn zinnelijken, Weinig intelligenter! en absoluutniet markanten kop alle schoone, edele, scherpe en duivelsche spelers over there" in den schaduw stelt. t* t ts» lïSiÉi f Nog een enkel woord over de mede-spelers. Zij zijn stuk voor stuk voortreffelijk, zooals onder de leiding van een nauwgezet kunstenaar als Dupont te ver wachten was. De vrouwelijke hoofdrol, Bertha-Marie, van Lya de Putti is, in haar weinig actieve karakter, uitstekend. Er gaat van deze vrouw iets ongezouds iets giftigs uit, dat op zich zelf uitermate antipathiek moge zijn maar hier van groote beteekenis blijkt. Overigens lijkt zij me geheel het sujet van den regisseur, die haar bespeelt ais mi vreemd, exotisch instrument. Zeer goed is ook de Artiuelli van den Engelschinan Warwick Ward. Vooral de groote slotscène met Jannings is subliem. Zoo is dan, Variété" een overwinning geworden voor den regisseur Dupont. Het uiterst moeilijke gegeven, om de bonte stof te verwerken, zonder dat het rammelt, is door hem geniaal opgelost en wie goed onder den indruk van de superioriteit van dit monteerde prul, dat de Paramount hier een paar jaar geleden gaf. Ik zou in dit verband nog kunnen wijzen op de technisch grandioze circus-scènes, die toch in kleur en stemming streng binnen de atmosfeer van het groote drama zijn gehouden op de prachtige schildering van het woonschuit-milieu, waar het kader van het beeldvlak als het ware op de spelers drukt en de sensatie van benauwdheid en beklemming suggereert .... op op tientallen andere mo menten. Maar boven alles staat het laatste bedrijf, staat dit monumentale brok film-kunst, dat onze indommelende genoegelijkheid als een zweepslag treft. Dupont is een meester en zijn laatste werk een Daad ! BOEKBESPREKING EARL DERR BIGGERS. Het huis zonder sleutel. Vert. v. P. Oreille. Amsterdam 1925. Em. Querido. De naam van een kunstwerk doet er niet veel toe, maar de titel van een detective-roman is een belangrijk ding. (Ik spreek uit ondervinding.) In zooverre is deze Amerikaansche roman alvast prachtig geslaagd. Niet dat deze titel Het huis zonder sleutel" de vlag zou zijn, die de lading dekt. Integendeel; voor de lief hebbers is dit een boek om van te smullen. Een in woner van San-Francisco krijgt van een neef uit Honoloeloe de opdracht, een oude geldkist uit een leegstaand huis te halen. Aan die kist is een geheim verbonden, en als ze hem willen meenemen, is hij.... gestolen. Dat had u wel gedacht? Maar ik verzeker u, dat er in dit boek heel wat vondsten voorkomen, waar u niet aan gedacht heeft. Een moordzaak op Honoloeloe, met verwikkelingen om van te water tanden; een origineele snuiter van een detective, een Chinees ditmaal; partijtjes knock-out en vrijerijen in den tropischen maneschijn ter afwisseling.... enfin, u leest maar, u leest maar MAKII' SCIIMITZ. Barendje. Edam z. j. De Kleine Librye". MARII; SCIIMITZ. Drovmenlaiul. Amsterdam 1925. Em. Querido. Aan de beschrijving van het zieleleven van een kind hebben in de laatste jaren verschillende Hollandsche schrijfsters haar krachten beproefd. In den regel zal de aard van dergelijk werk psychologischrealistisch zijn. De belangrijkheid er van hangt af van de mindere of meerdere zuiverheid van den indruk, dien het verbeelde kinderleven maakt op den volwassene; niet van wat er in dat kinderleven zelf gebeurt. In de terecht veel geprezen kiiiderschetsen van mevrouw Boudier-Bakker zijn de persoontjes, die zij beschrijft, in den regel volstrekt geen buitenis sige Wezens; het zijn allemaal gewone kinderen, wier onderlinge verschillen kleiner zijn dan de algemeenkinderlijke eigenschappen, die ze gemeen hebben. Men voelt bij liet lezen van die schetsen: zoo zijn kinderen. Een geheel anderen indruk ondergaat men bij de lezing van de twee mooie en opmerkelijke boeken Barendje en Droomenland van Marie Schmitz. De kinderen, die in deze boeken beschreven worden, zijn heelemaal niet gewoon. Het zijn uitzonderingstypen: de schrijfster geeft, in artistieken zin, de romantiek van het kinderleven. Men kan, deze boeken lezend, dan ook onmogelijk zeggen: zoo zijn kinderen. Maar wel komt men tot de conclusie, dat een kind zoo kan zijn, en naarmate men met de lezing vordert, Wordt die overtuiging sterker, want de schrijfster is met groote beheersching en onuitsprekelijk geduld zich-zelf gelijk gebleven, stapje voor stapje verder gaand met het minutieuze detailleeren, dat toch nergens leidde tot nuttelooze versnippering, waarbij de samenstellende lijnen vervaagd zouden worden. Zoo ontstonden hier twee boeken, Waar we werkelijk blij mee moeten zijn. Moest ik een keus doen, dan geloof ik, dat ik aan het kleine verhaal Barendje nog de voorkeur zou geven boven het breeder opgezette Droomenland. Maar in het tweede geval was de opgave, die de schrijfster zich stelde, ook buitengewoon moeilijk. Het gedachten- en gevoelsleven van een in zich-zelf gekeerd typetje als Leentje iu een zoo omvangrijk geheel Weer te geven was heel wat lastiger dan de v'ijf 'zacht-humoristische hoofdstukjes samen te stellen /waarin het resolute Barendje optreedt. Met beide werken handhaaft de schrijfster zich op het plan van haar, van zooveel talent, toewijding en warmte getuigend boek Marietje. HERMAN MIDDENDORP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl