Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2538
GREPEN
door CARRY VAN BRUGGEN
DOOI
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Jordaan
SlLBERMANN
Mijn bejaarde vriend, de notaris, heeft mij ter
gelegenheid van het nieuwe jaar geschreven dat hij
gedurende het oude het een en ander van mijn hand
met ingenomenheid had gelezen, maar dat ik hem
heel erg heb bedroefd en teleurgesteld met dat cy
nische" artikel over de Moeder". Hoe ik, dochter
van een liefhebbende moeder en zelf een liefhebbende
moeder, tot zulke ontboezemingen kwam, kon hij
niet begrijpen.
Toevallig verjaart hij dezer dagen, mijn vriend de
notaris en ik heb hem Silbermann" gezonden.
Silbermann", belangstellend lezer, is een boekje
van Jacques de Lacretelle en behelst de eenvoudige
historie van een Joodschen jongen, die van een deftig
Parijsch lyceum wordt weggepest", nadat zijn mede
leerlingen, onder aanvoering van een groepje aristo
craten en aristocratenaanbidders, kostjongens van
het katholieke, reactionaire en adellijke Saint-Xavier
College hem er het leven tot een hel hebben gemaakt.
Deze Saint-Xavier-edelknapen ontvangen een deel van
hun onderwijs op het wereldsch" lyceum, dat ze als
een vulgair dagschooltje beschouwen, waar ze welis
waar niet meekunnen wat overigens niet hindert,
daar immers ,,1'oncle Mare", een der steunpilaren
van de Ligue des Francais de France" leert dat een
goed-toegebrachte vuistslag meer waard is dan alle
schoolsche geleerdheid; men ziet: het is al overal
eender met die tradities ! maar waar ze niettemin
den eindeloos-langen tijd op aangename wijze pas
seeren met het beramen van ridderlijke kruistochten
tegen ongewenschte elementen, in casu tegen Silber
mann. Deze is volstrekt geen onverdeeld-sympathieke
held. Hij is eenzijdig, over-intellectueel, veel te
heetgestookt en te ambitieus voor een jongen. Maar hij
is die hij is en laat de anderen met rust, die hem geen
van allen met rust kunnen laten. Geen van allen,
zelfs niet de geëxalteerde Protestantsche jongen, die
zich tot zijn schildknaap maakt.
Wordt een Jood eigenlijk wel ooit met rust gelaten,
dat wil zeggen, zonder bijzonder voorbehoud en bij
zondere eisenen, zonder bijzonderen lof of blaam, zon
der ophef of beginselverklaring eenvoudig als
medemensch geaccepteerd? Zelden! Of men ontzegt hem
allerlei eigenschappen, of men dicht er hem allerlei
toe. Maar altijd wordt er over hem gepraat en op hem
gelet, altijd wordt hij aangevallen en verdedigd, altijd
is hij het voorwerp van hoogwijze (of neuswijze of
waanwijze of eigenwijze) beschouwingen. Zijn fouten,
deugden en hebbelijkheden gelden niet, als bij anderen,
voor persoonlijke deugden, fouten, hebbelijkheden
alles wat hij doet, doet hij in qualiteit" als jood.
Zelfs voor zijn vrienden. Bakt de jeugdige Silbermann
voor n keer eens iemand een poets, dan herinnert
zich zijn bijbelvaste schildknaap onmiddellijk la
parole vangélique: Race incrédule et perverse".
En dan verwacht men op den koop toe dat de Jood,
die dat alles natuurlijk hel goed weet en voelt, on
bevangen zal blijven en zich gewoon" gedragen !
Maar niet om dien jongen Jood, niet om de Edel
knapen met hun Tradities en hun practijken, niet
om het welmeenende vriendje heb ik mijn notaris
het boek gezonden, doch om de Moeder van het
vriendje, om haar houding in zijn zaak.
Het gezin is, gelijk gezegd, Protestant, de vader is
rechter van instructie en de moeder is de Moeder.
Dat wil zeggen, dat haar wereld begint en eindigt
in haar gezin, dat ze geen andereambitiesendroomen
maar ook geen andere moraal, geen andere ethiek
en geen andere rechtsgrondslagen wenscht en kent
dan de glorie van het gezin. Ze kent de woorden en
de termen der gangbare ethische en moreele waar
deeringen wel, maar ze past ze alleen op anderen toe
en nog maar enkel voor zoover die anderen haar
gezin dienen of schaden kunnen.
Er is: de promotie van den man, de carrière van
den zoon. Ze leeft als in het centrum van een mieren
nest, ze graaft haar gangen naar waar ze hoop of
voordeel ziet voor man of zoon, ze verlaat ze, zoo
gauw ze tot niets blijken te leiden. Met dat ne
oogmerk alleen kiest'ze haar vrienden, noodt ze
haar gasten, brengt ze haar bezoeken, zelfs daar,
Waar de ex-maitresse als vrouw-des-huizes troont,
tegen eigen rigoureus puritanisme in, omdat de
heer-des-huizes Invloed heeft. Ze slooft en tobt en
sjouwt en kruipt en intrigeert voor man en kind ,
ze is het volmaakte beeld van de toegewijde Gade
en de opofferende Moeder.
Arme, vervolgde, overprikkelde, ijdele, geniale,
bespottelijke Silbermann. Wat voor figuur kan
hij maken in dat huis, hij, voor wien moeders eenig
zoontje de vriendschap verbrak met Philippe Robin,
toen die hem dwong te kiezen tusschen ,,le Juif"
en hem zelf? Juist Philippe Robin, de spruit uit voor
name, invloedrijke magistratenfamilie, de ideaal
vriend voor een toekomst van Carrière en Promotie.
Arme Silberman, natuurlijk op zijn smalst en op zijn
malst tusschen papa's hautain-geleerde ongenaak
baarheid en mama's koude vijandschap. Maar
misschien heeft ze iets tegen den jongen? Tegen
den jongen? Ze ziet hem niet eens, hij'bestaat nauwe
lijks, hij is geen mensen, met eigen hart en eigen lot,
met eigen smart en eigen nood, hij is eenvoudig een
schaduw op de toekomst, op de carrière van haar
OVERAL KRAAKT HET
zoon. Daarmee begint en eindigt haar belangstelling
in Silbermann.
De Frangais de France" hebben hun belofte
gehouden , de campagne tegen de Joden wordt
ditmaal flink aangepakt ! Silbermann Père is als
kunstkooper door toedoen van anderen in elk geval
met medeplichtigheid van priesters ! al dan niet
volkomen onwetend in het bezit van aan kerken
onttrokken preciosa gekomen. Eureka ! Voleur"
en Fils de Voleur" wordt voortaan het wachtwoord
van Sa in t-Xa vier. He t is dezen f ie ren en fijn besnaarde n
knapen afstammelingen van roofridders,
kastegenooten van valschrnunters onmogelijk met
het dievenjong op dezelfde banken te zitten! L'Oncle
Mare" houdt het zaakje warm door zijn neefje
Philippe geregeld La Tradition Frangaise" (alweer
die drommelsche Traditie !) toe te zenden, er gaat
geen dag voorbij, zonder dat Silbermann
meedoogenloos wordt afgcjakkerd. De eene vriend blijft trouw,
maar op een dag wacht hem ziin moeder bij de school.
Ze is woedend, ze is buiten zich zelf, de Jood is nu
niet meer alleen een vage ergernis, hij is een on
middellijk gevaar, elk contact met den zoon van een
door de Ligue des Francais de France" aange
klaagden vader kan haar man en haar zoon nood
lottig worden, carrières breken, promoties tegen
houden. Dat ne Weet ze en als een furie snauwt
ze Silbermann, die de moeder van zijn vriend komt
begroeten, van zich af, sleurt haar zoon bij de
hand mee naar huis.
En wanneer dan later. . . . maar de rest duet er
niets toe, noch Silbermann, noch de vriend, noch
de beide vaders, noch de ridderties van Saint-Xavier
.... dit boek is liet boek van de Moeder
Niet van de slechte, maar van de goede moeder.
Want zóó en niet anders handelt de goede moeder
tegen alles wat haar jong belaagt, en zóó handelt
ze met het jong, dat in jeugdig onverstand op zich
neemt, Wat het waarschijnlijk niet volbrengen kan,
en onbesuisd verwoest, wat het nooit meempbi uwen
zal, dat zijn rust en zijn geluk en zijn toekomst en
zijn plaats tusschen de men>chen opoffert ter wille
van bij voorbaat verloren zaken, voor t<>ch onher
roepelijk tot den ondergang gedoemde individuen
en groepen, zonder er de wereld n stap mee vooruit
te brengen.
Kijk, nu ik het zoo formuleer, ziet het er nu niet
dadelijk veel sympathieker uit? En opzettelijk for
muleer ik het zoo, opdat duidelijk blijke: deze moeder
is geen onsympathieke uitzondering, zij is de sym
pathieke regel. Zij doet niets dan wat bij uitne
mendheid der Moeder is. En is ze zoover, dat ze de
behoefte voelt het moederlijke met het menschelijke
in zichzelf te verzoenen, dan zal ze het zelf aldus
formuleeren. En de zoon, moe van de mittelooze
poging, die hem vervreemdde van de vrienden, bij wie
hij au fond toch hoort, zal het van harte beamen,
wanneer hij als Enfant Prodigne" terugkeert in
de ouderlijke armen, op den dag dat papa tot Raads
heer wordt benoemd. Dan zal ook het Bijbelwoord
niet ontbreken: Qnel avantage revient-il a 1'homnie
de la peine qu'il se donne? Tont n'est que vanitc
et poursuite du vent."
Maar is de Moeder nog een stapje verder, dan
weet ze ook weer beter.
En toch had ik, achteraf beschouwd, mijn notaris
misschien heter een bus drabbelkoeken zijn
lievelingsgebak als verjaarsgeschenk kunnen sturen.
Overtuigen doe ik hem toch niet. Wie ter wereld
heeft ooit een ander overtuigd?
VAN NELLE'SVARINAS
GOUDZEG.EL.
5O ets. per Pakje.
Een aangename Bezuiniging
een HALF ONS vervangt
vele GOEDE SIGAREN.