Historisch Archief 1877-1940
"No. 2538
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
WAT AAN DE ORDE IS....
door PAUL SABEL
RUBBERPRIJZEN EN KOERSEN VAN
RUBBERWAARDEN. AMERIKA IN
DE KNEL.
AAN de rubbercultuur is ongetwijfeld voor een
groot deel te danken, dat Nederlandsch Oost-Indi
thans zooveel belangstelling uit het buitenland, in
?de eerste plaats van de Vereenigde Staten geniet.
?Onze koloniën hebben zich dan ook wel een voor de
-rubbercultuur bij uitstek geschikt terrein bewezen.
Trouwens men vindt vermoedelijk de oudste rubber
plantage ter wereld op Java en wel in een van 1860
?dagteekenenden en nog altijd bestaanden aanplant
In de Pamanoekan- en Tjisassemlanden, welke, gelijk
Ibekend, oorspronkelijk een bezit van de
NederlandschIndische Landbouw Maatschappij en dus feitelijk
?van de Nederlandsen-Indische Handelsbank vormden,
?maar later in Engelsche handen zijn overgegaan.
Dat de hevea in Oost-Aziëzulk een groote
?verspreiding verkreeg, is te danken aan den
Britsen-Indischen planter Henry Wickham, welke
?door financiëele hulp van de Britsen- Indische re
geering in staat werd gesteld in 1876 een lading
hevea-zaad aan de waakzaamheid der Braziliaansche
«douane-ambtenaren, welke strikt opdracht hadden
:geen hevea-zaad uit Braziliëte doen vertrekken, te
ontvoeren. Via de Londensche Kew Gardens, den
twtanischen tuin van Paradeniya op Ceylon en den
plantentuin te Singapore is dit zaad later over een
groot deel van Oost-Azië, ook over
NederlandschIndië, verspreid, waar het een zeer vruchtbaren
bodem vond.
??Wanneer men in aanmerking neemt, dat van een
?wereld-productie voor rubber in 1925 ten beloope van
?circa 500.000 ton niet minder dan 195.000 ton of
?bijna 40 pCt. uit Nederlandsch-Indiëafkomstig is,
«dan springt de beteekenis van onze koloniën voor de
fubbercultuur ongetwijfeld genoegzaam in het oog.
Te allen tijde hebben de Engelschen deze beteekenis
:goed ingezien en vandaar dat het Engelsche kapitaal
bij het in deze cultuur in Ned. Indiëgestoken kapitaal
.steeds toonaangevend is geweest, althans tot voor
weinige jaren geleden. Of het Britsche rubberkapitaal
in onzen Oost nog steeds het Nederlandsche overtreft,
:zouden wij niet met zekerheid durven beweren,
?daar in recenten tijd wel een wijziging ten gunste van
? liet Nederlandsche kapitaal kan zijn ontstaan. In
ieder geval was het aandeel van de andere landen
toch onbeteekenend, vergeleken met dat van
Enge4and, en ook thans speelt het Anierikaansche kapitaal
?daar nog slechts een ondergeschikte rol, al valt te
dien opzichte juist in den laatsten tijd wel eenige
verbetering waar te nemen.
Waar het belang van onze koloniën bij de zo;) sterk
n beteekenis gestegen rubbercultuur, vooral door
toenemend automobielgebruik, zoo aanzienlijk is
geworden, is het te begrijpen, dat hier te lande de
gebeurtenissen op rubbergebied met meer dan gewone
belangstelling worden gevolgd.
De groote strijd, welke momenteel tusschen Amerika
als groot consument en Groot-Britanniëals groot
producent gestreden wordt, gaat ons land dan ook
-niet onverschillig voorbij. Daartoe wordt het verloop
van den rubberprijs hier met te groote belangstelling
.gevolgd en is de rubberafdeeling ter beurze van te
overwegende beteekenis voor het bepalen van de
beursstemming in het algemeen. Bovendien heeft
onze rubbercultuur het voorrecht bij den strijd, die
thans door de groote mogendheden op commercieel
gebied gestreden wordt, de gelukkige positie in te
nemen van den koopman, die weet, dat men zijn
artikel noodig heeft. Men weet hier dan ook zeer
goed, dat de toestand geheel anders zou hebben
kunnen zijn, indien de Amerikaan bijtijds er op
bedacht was geweest zorg te dragen voor het aan
leggen van behoorlijke rubberplantages, maar óf men
heeft ook in de Vereenigde Staten niet verwacht, dat
de ontwikkeling van het rubberverbruik ten gevolge
van de uitbreiding van auto-gebruik zoo snel zou
toenemen, of men heeft in de meening verkeerd, dat
de productie van het onontbeerlijk geworden artikel
zoo sterk zou toenemen en de. waarde dientengevolge
zich op zulk een laag niveau zou blijven bewegen,
dat men zich niet beangst behoefde te maken voor
«en eventueel tekort. Inderdaad zag het er in den
zomer van 1922 naar uit, dat de Amerikanen volkomen
gerechtigd waren tot die meening, want toen daalde
de rubberprijs tot circa 7 d. per Eng. pond, zijnde
niet voldoende om de kosten te dekken. De rubber
cultuur scheen dan ook ongeveer ten doode op
geschreven, tenzij er krachtige maatregelen werden
genomen om de zieke er weder bovenop te brengen.
Men meende het middel gevonden te hebben in de
invoering van het z.g. Stevenson-systeem, waarbij
iedere drie maanden het uitvoerpercentage uit de
Britsche koloniën in verband met den marktprijs
wordt vastgesteld. Als basis wordt daarbij genomen
de z.g. normale productie van l November 1911) tot
31 October 1920. Het is een feit, dat na de invoering
van!het Stevenson-systeem een verbetering in de
positie der^rubbermarkt is ingetreden, waardoor
f
Hoe staat het
met Uw dak
PROFITEER door de ervaringen ,
?t van anderen. Kies een dakbedek
king, die bewezen heeft voordeelig,
waterdicht, duurzaam en aantrekkelijk
te zijn en bovendien Uw huis beschermt
tegen brandgevaar. Vermijd teleurstelling
en koop alleen
JREX' DAKLEIEN
met roode of groene steenslag
Verkrijgbaar bij :
P PROOST & ZOON
alleenvertegenwoordigers van de bekende
Plintkote Fabrieken te Boston.
AMSTERDAM, Tel.
N. 8094
N. 137
C. 2788
RUSLAND 24-26
deze er weder geheel bovenop is gekomen, zoozeer
zelfs, dat nu de consumenten, in de eerste plaats
natuurlijk de Amerikanen, om hulp roepen, aangezien
zij bevreesd zijn, dat de bandenverbruikers te veel
moeten betalen en dat de industrie daardoor schade
zal lijden. Nu zal het zoo'n vaart wel niet loopen,
want men rijdt nu toch eenmaal automobiel en zal
dat niet wegens den hoogen prijs der rubberbanden
weder opgeven.
In zooverre is het brandgeroep van gene zijde
van den Oceaan wel wat overdreven. Maar het valt
te begrijpen, dat men ook daar niet meer wil betalen
dan strikt noodig is, vooral niet, omdat men
daarbij denkt, dat Groot-Britanniëvan zijn gedeelte
lijk monopolie gebruik heeft gemaakt om de Ameri
kanen een deel te laten betalen van de geweldige
schattingen, die het Britsche imperium zoo vele jaren
achtereen aan Amerika heeft op te brengen. Vooral
toen de rubberprijs ten gevolge van een voorbijgaand
tekort te Londen tot 4 sh. 8 d. per Ib. steeg, wilde
men zich met alle geweld aan de Britsche macht, die
haar prijzen maar decreteeren kon, ontworstelen,
werd de heer Hoover, de bekende organisator aan
het werk gezet om middelen tot afweer te beramen,
commissies benoemd, die een uitgebreid en nauwgezet
onderzoek moesten instellen, kortom alles werd in
het werk gesteld, wat te doen in zulk een geval in
de Vereenigde Staten gebruikelijk is. De groot
fabrikant Firestone wilde zelfs s 100 millioen (excusez
du peu) besteden voor den aanleg van rubberplan
tages in Liberia, waardoor de prijs van het artikel
weder tot eenige tientallen dollarcenten zou dalen.
Het ongeluk wil echter, dat rubber tijd noodig heeft
om te groeien en dat de gunstige gevolgen van
dergelijke maatregelen, gesteld al dat zij met succes
zouden worden bekroond, eerst G a 7 jaar na aanvang
kunnen worden bespeurd. De Anierikaansche
regeeringscommissies geven meer de voorkeur aan de
Philippijnen en aan Nederlandsch-Indiëen daar de
cultuur op de Philippijnen voor zeer groote moeilijk
heden staat, zou feitelijk alleen dan ons Indiënog
als groot aanplant-gehied overschieten. Op Sumatra,
Borneo en Celebes kan trouwens nog in zeer ruime
mate worden aangeplant en al doet men dat niet,
dan zal de inlandsche bevolking er zelf wel voor
zorgen, dat de productie binnen enkele jaren een
aanzienlijke vermeerdering ondergaat.
Over de uitwerking van het Slevenson-plan, de
vooruitzichten van consumptie en productie, het
technisch beheer der plantages is den laatsten
tijd zoo veel gestreden onder de niensehen van het
vak, dat men als buitenstaander het best doet zich
daar niet in te mengen. Dit kan niet worden tegen
gesproken, dat het beheer onzer Nederlandsche
ondernemingen over het algemeen de grootst mogelijke
reden tot lof heeft gegeven, waaraan wij stellig
ook hoofdzakelijk te danken hebben, dat onze cultuur
thans zulk een sterke positie inneemt. Men kan
het dus gerust aan hen overlaten. Ook in het
buitenland, met name in Engeland, wordt de auto
riteit onzer rubberplanters ten volle erkend. Dat men
voorloopig niet bevreesd behoeft te zijn, noch voor
overproductie, noch voor tekort aan het artikel, kan
ook wel worden aangenomen. Men heeft berekend,
dat, al heeft de consumptie in 1925 de productie ver
moedelijk met circa 63.000 ton overtroffen, 1926 toch
weder een overschot van 38.000 ton boven de
comsumptie zal laten.
Aan den anderen kant zijn de voorraden momenteel
gering. Op het eind der vorige week bedroeg de voor
raad te Londen iets meer dan 7300 ton tegen een
jaar geleden bijna 30.000 ton, hetgeen toen reeds een
gevaarlijk laag niveau werd genoemd, daar het
minder dan n maand wereld-consumtie voorstelde.
De Londensche voorraad van thans bedraagt echter
niet meer dan het verbruik van n maand van een
fabriek als de Dunlop Rubber Co. Van een ernstige
verdere daling van den rubberprijs kan dan ook
moeilijk sprake zijn, althans niet meer tot een niveau,
waarbij het bestaan der cultuur op het spel zou
worden gezet. Toch is het niet onmogelijk, dat men
binnen afzienbaren tijd weder prijzen van 2 sh. en
50 dollarcent per Ib. ziet, maar ook op dat niveau
kunnen onze rubbermaatschappijen nog zeer bevredi
gende dividenden uitkeeren. Men heeft er dan ook
ernstig rekening mede te houden, dat over 1926 niet
meer een gemiddelde van 3 sh. 7 d., zooals over 1925,
zal worden behaald. Maar dat is ook geenszins noodig,
want ook bij een lager gemiddelde van b.v. 2 sh.
staat de cultuur er nog schitterend voor. Het ligt
echter voor de hand, dat iedere daling van den
rubberprijs zich ook in de koersen van rubberaandeclen
zal weerspiegelen, totdat de/.e een niveau zullen
hebben bereikt, waarop de aandeden weder in ver
band met hun rentabiliteit aantrekkelijkheid zullen
blijken te bezitten.