Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2539
Kunstzaal VAN LIER
CVS G-O naait het Postkantoor te Laren (N.-H.) (M> C\9
ANTIQUITEITEN OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN NEGERPLASTIEK
Dagelijks ook des Zondags geopend
DE VEREENIGING HENDRICK DE KEYSER"
door C. VISSER
Het behoud van architectonisch of his
torisch belangrijke oude gebouwen.
HOEWEL de Vereen. ,,H. de Keyser", en met recht,
den steun van velen geniet, komt het ons toch
niet overbodig voor om haar doel, haar middelen om
?dit te bereiken en de verkregen resultaten, zij het
allicht voor verschillende lezers van dit blad ten
overvloede, nog eens in breeder kring te be
lichten.
Het doel van de Vereen., die in Januari 1918 werd
opgericht, vindt men omschreven in art. 2 van haar
statuten: De Vereeniging stelt zich ten doei maat
regelen te nemen tot behoud van oude gebouwen, die of op
zich zelf architectonische beteekenis hebben of een inte
greerend deel van een schoon of sprekend geheel
uitmaken of waaraan historische herinneringen ver
bonden zijn."
Hare bemoeiingen strekken zich uit over het geheele
land.
Het ideëele doel, dat de Vereen, zich heeft gesteld,
tracht zij op practische Wijze te bereiken. Bij hare
oprichting gold de overweging, dat de meerdere of
mindere architectonische waarde van den gevel van
«enig gebouw vrijwel niet van invloed Was op zijn
handelswaarde. Hierdoor moest het mogelijk zijn
om op veilingen of uit de hand zulke perceelen tegen
handelswaarde te koopen en dekkend te exploiteeren.
Dit bleek juist gezien. De Vereen, bestaat thans
acht jaren, bezit 44 panden over het geheele land
verspreid, onderhoudt deze behoorlijk en vernieuwt
ze waar noodig en honoreert ten slotte de coupons
van hare obligaties prompt.
Tot aankoop van een huis wordt niet overgegaan
?Wanneer uit de huuropbrengst niet het onderhoud,
alle lasten en 5 pCt. van de koopsom kunnen worden
voldaan. In hoogst enkele gevallen, en alleen wanneer
de waarde van het pand als cultuur-object dit ten
volle wettigt, wordt meer gegeven. Verder komt het
voor, dat aan gekochte huizen omvangrijke her
stellingen moeten worden uitgevoerd, waarvan de
kosten niet uit de exploitatie gevonden kunnen
worden. De noodige afschrijvingen en de bedragen
voor de zooeven bedoelde herstellingen worden uit
het aankoop- en herstellingsfonds geput.
Uit de contributiën worden zooveel mogelijk de
algemeene onkosten bestreden.
Van de huizen der Vereen, vindt men er te Amster
dam 21, te Enkhuizen 4, te Middelburg en te Alkmaar
elk 2 en te ageldonk,Oude\vater,Gorinchem, Dordrecht,
Ijlst, Heelstim, Edam, Vere, Hoorn, Haarlem,
Elburg, Bridle, Kampen, Venlo en Delft elk 1.
Amsterdam steunt de Vereen, door een jaarlijksclie
subsidie van niet minder dan / 2500.
Alkmaar maakte het aankoopen van twee belang
wekkende panden door het schenken van een flinke
bijdrage mogelijk.
Den Briel, de goede oude geuzenstad, stelde voor
het herstellen van den gevel van het ter plaatse
gekocht huisje onmiddellijk eenige honderden guldens
beschikbaar.
Nog in meerdere gevallen bleken gemeentebesturen
het juiste inzicht te hebben, dat het bewaren van een
belangwekkenden gevel in hun plaatseen gemeente
belang en als zoodanig een offer waard was.
De belangstelling van de Vereen, in oude bouw
werken is universeel, tot haar bezit behoort bijv. de
Hervormde kerk te Heelsum. Met het daarbij
behoorende kerkhof Vormt zij wel een der eigenaardigste
exploitatieobjecten van haar bezit. Zij bezit evenwel
óók een buiten gebruik gesteld R. K. kapelletje uit
het einde der vijftiende eeuw dat in Gageldonk, een
gehucht bij Princenhage, staat.
Het zijn intusschen niet alleen grootere bouwwerken,
die de belangstelling van de Vereen, hebben. Ook
eenvoudige Woonhuisjes, wanneer hunne vormen
slechts verhalen van den smaak ten tijde van hunne
stichting in vervlogen tijden, zijn begeerd bezit. Het
schilderachtige perceeltje aan de Breedstraat te
Enkhuizen moge hiervan getuigen.
Met het bovenstaande hebben We bedoeld den
lezer, voor zoover noodig, nader bekend te maken
met het nuttig streven van de Vcrcenigjng Hendrick
de Keyser". Men moge het ons vergeven, wanneer we
daarmede hebben bedoeld meer dan alleen platonische
belangstelling te Wekken. De Vereen, behoeft, zal zij
haar doel steeds Voldoende kunnen nastreven, velerlei
steun. Marcelen steun vraagt zij van ieder, Wien de
ontwikkelingsgeschiedenis van ons land ter harte
gaat; van hen die tevens gefortuneerd zijn vraagt zij
meer. Hoe materieele steun kan Worden verleend is
uit het bovenstaande Wel af te leiden.
Het secretariaat is gevestigd: Sarphatistraat 12,
Amsterdam.
SCHILDERKUNST
KRONIEK
O. WENCKEBACH, TE NOORDWIJKERHOUT.
Het werk van den kritikus is voortdurend zijne mee
ningen te herzien, te verdiepen, en niet te blijven
stilstaan; geen cliché's te gaan geven van meeningen.
Wat hij in 1912 b.v. niet onbelangrijk vond, kan hij
in 1925 niet meer mogen rekenen dan als van den
derden rang, want, naast de eigen ontwikkeling, kun
nen grooter talenten zijn bewondering hebben gewekt,
en kan een nieuwe, rijker tijd verschuivingen in zijn
waardeeringen hebben bewerkt, die niet ten genoegen
kunnen zijn van vroeger geprezenen. Dit moet hem
onverschillig laten, want hij heeft n noodzaak in
zich: volkomen zuiver te staan, ten allen tijde, tegen
over zich zelf. Maar het werk van den kritikus heeft
nog iets anders, dat een algeheele bekoring geeft
aan zijn bezigheid. Hij moet een steeds vernieuwden
ommetocht maken door de schoonheid, dat domein,
hem toegewezen ; hij moet op zoek; hij moet er op uit;
hij doet ontdekkingen. Drie mijner laatste vondsten
zijn: Toon Kelder, Joep Nicola en nu Oswald Wencke
bach, de zoon van den Weenschen hoogleeraar. Deze
drie zijn talenten, en ze hebben een hoop lieden,
vroeger in mijn waardeering nog ai goed geplaatst,
bijna uit het zicht geschoven. Onwillekeurig. Ik moest
ze een plaats geven; ik heb plaatsen voor ze open
gemaakt. Toon Kelder is een schilder, een colorist,
die in een paar jaren een bizonderen vooruitgang ver
toont en een der talenten van zijn generatie zal zijn,
daarenboven een overvloedig werker; Joep Nicolas
wij hebben in zeer langen tijd geen glazenier gehad
als hij, en te weinigen zien nog wat hij waard is;
de derde is O. Wenckebach, de houtsnijder en
de beeldhouwer. Want dat is het verrassende bij dezen
laatste, dat hij met sterken ijver aan 't beeldhouwen
gegaan is, toen hij, terecht, bekend was als hout
snijder. Hij maakt nog houtsneden, en het is niet
te ontkennen, dat deze kleine boekillustraties veel
meer kracht vertoonen, en veel grooter zijn dan
de vroegere, die meer vierkante centimeters opper
vlak besloegen. En het aangename van deze drie
schilders, glazenier, beeldhouwer, is dat ook in hen
bewaarheid vVordt wat ik schreef: de tijd der riskante
proefnemingen is voorbij; de tijd der voltooiingen
nadert. Niet dat Wenckebach het beeldhouwwerk
maakt, dat zijn einddoel is ! (hij heeft een einddoel).
Zijn lust tot accentueering der anatomische
bizonderheden maakt het beeld niet altijd eenvoudig genoeg
(het détail, te veel aangewend, kan verzwakken \)r
maar er is telkens voortgang en vooruitgang, en cc
is een spanning in alles, tin daar gaat het in de jongr
jacen om; een later leeftijd zal de inniger of Weidsche,
harmonie geven. Het beeld van Wenckebach leeft;
de huid vibreert als bij een levend wezen, en daar
kan alles uit komen wat goed is, en wat ons noodig
is. IIn het beeld, dat hij maakt, is eenvoudig. Het is
nog niet innerlijk genoeg (het gevoelige, geestelijke
spel van Raedecker is hem vreemd), maar het is toch
kundig, heeft leven, begint een draad te wezen. Eti
wat het worden kan bewijzen de houtsneden, die hij
maakt bij de oude hollaiidsche spreekwoorden ! Die
zijn vast en toch open; zij hebben leven,
karakterisueringen, en hebben een ruimte in zich, rond zich.
A. PLASSCIIAHRT
NIEUWE UITGAVEN
WIU.IAM M. Mc. OOVERN. Al s koel i vermomd naar
Tibet. Bewerkt door Jhr. R. H. . Nahuys. Uitgave
W. de Haan.
William M. Mc. Gorvern deed een merkwaardige
reis door Tibet, naar de hoofdstad van dat land
Lhasa, het verblijf van de iJalai Lama.
Als'anthropoloog bekoorde het Tibetaansche volk den schrijver.
Hij kreeg een uitstekende gelegenheid om zijn theore
tische kennis van het Tibetaansch praktisch toe te
passen, toen hij zich in de vermomming van koel i
moest steken, omdat de Thibetaansche overheid
geen blanke indringers duldde. Na een gevaarlijken en
vermoeieiideii tocht, waarop o.m. een pas van lui W)
voet hoogte in het hartje van den winter Werd
overgetrokken, kwam William Ciovern te Lhasa, waar
hij zijn tegenwoordigheid den autoriteiten bekend
maakte en waar hij de oorzaak Werd van een
volksoproer. Hij kreeg daar echter gelegenheid ver
schillende vooraanstaande Thibetanen te ontmoeten.
Na een verblijf van zes weken Werd hem vergund
naar Indièterug te keeren. Vooraf had hij de hand
weten te leggen op talrijke manuscripten van on
schatbare waarde.