De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 30 januari pagina 16

30 januari 1926 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 253» BIOSCOPY door L. J. JORDAAN ZUSTER ANNA .... ! DE ROMAN VAN N NACHT. HET SPOOK VAN DE OPERA. AARACHTIG het spijt me.... het spijt me meer dan ik zeggen kan, dat ik in deze beide produc ten der Amerikaansche cinemato grafie geen waardige tegenhanger kan zien van het machtige Ufawerk Variété"?dat ik er zelfs niet den geringsten drang naar iets moois of iets nobels in kan ontdekken. Het spijt me, want meer wellicht dan iemand an ders ben ik er van doordrongen, dat de film een critieke en beslissende periode van haar be staan is ingetreden. Wie ooren heeft om te hooren en oogen om te zien, die weet, dat er in de openbare meening een kentering plaats grijpt ten aanzien van de film. O nee, zooiets gebeurt niet per proclamatie van het stadhuis dat gaat langzaampjés en voorzichtigjes.... daar moeten heel wat eigenzinnige nekken gebogen ??daar moeten heel wat onwankelbare artistieke inzichten" in ootmoed gewijzigd daar moeten heel wat daverendapodictische machtsspreuken voor herroepen worden ! Eh dergelijke dingen doet men nu eenmaal niet graag coram publico. De minderwaardigheid en schadelijk heid van de film, die eerst een uitgemaakte zaak heetten, zijn zoo ongemerkt tot ernstig vraagstuk" geproclameerd en vele verantwoordelijke en onver antwoordelijke koppen houden er zich in alle stilte mee bezig, want hm ! tja zie je, 't kon toch wel eens niet zoo heel eenvoudig wezen. Misschien zijn zelfs de autoriteiten, die met een imponeerende zekerheiden bewonderenswaardige accuratesse respec tievelijk verklaarden, dat de bioscoop moet ver dwijnen en voor 99,9 (of was 't 99,99?) pCt. schund is misschien zijn zelfs deze heeren op 't oogenblik, dat ik dit schrijf, ijverig aan 't narekenen, of die uit spraken wel precies juist zijn. Want nog eens: er zit kentering in de lucht. De openbare meening, die de film reeds op haar juiste waarde meende geschat te hebben begint teekenen van onrust te vertoonen en zich ernstig af te vragen, of zij er nu zoo maar in moet berusten, dat een wereld-verschijnsel, welks groeiende macht en beteekenis zelfs voor de fana tiekste tegenstanders moeilijk meer te loochenen valt gekwalificeerd en behandeld wordt als tot nu toe het geval is. Wat dan neerkomt op lastige vragen als: Is het juist, is het billijk, is het geoorloofd dat de film vogelvrij verklaard blijft! Mag zij nog langer als een inferieur amusement worden doodgezwegen of in critiek-parodieën als een kinderachtige volksgril gedenigreerd? Mag zij nog langer een object van ongeremde uitbuiting zijn voor den fiscus mag zij inderdaad onder een funeste en vernederende censuur gesteld worden? Zie al deze lastige vragen, die heel Wat heilige huisjes in gevaar brengen die het stof van het conservatisme hinderlijk doen opwaaien.... zullen eerlang gesteld en beantwoord moeten worden. Dat zal niet zonder felle tegenkanting geschieden en Wij allen, die de film liefhebben, moeten haar voor dien strijd sterk en paraat maken, door haar moreel en materieel te steunen. Wij moeten het artistiek en kultureel prestige van de film verdedigen en de bioscopen (die ze ons ten slotte toch moeten brengen) het leven mogelijk maken. En daarom vind ik 't zoo ellendig, dat ik voor deze producten, die ons eerste film-theater brengt, zoo weinig bewondering kan vinden. Want dit theater is in zijn soort uniek ook onder de buitenlandsche etablissementen. Het is voortreffelijk ingericht en geoutilleerd ik neem gaarne aan, dat voor de aan schaffing der nieuwe werken moeite noch kosten worden gespaard en dat de directie in gemoede overtuigd is het beste van het beste te brengen. Tuschinsky" is voor ons nationale film-leven repre sentatief en ik wenschte niets liever, dan het te allen tijde krachtig te kunnen steunen. Maar vóór alles gaat de eerlijke, zuivere critiek, die in haar strijd voor de film en de filmtheaters, moet kunnen wijzen op de kultureele en artistieke waarde der cinemato grafie. Die haar verdediging van het bioscoop-wezen in Nederland moet kunnen verantwoorden, door zelf de oogen Wijd open te houden voor wat goed en wat slecht is in de film-productie. Daar komt nog iets bij: ik vind het zoo dubbel jammer, dat dit alles in hoofdzaak voor de Ameri kaansche films geldt hoe paradoxaal dit misschien klinken moge. Het is waar ik heb de Amerikaansche hegemonie steeds als een noodlot beschouwd en haar dienovereenkomstig fel bestreden. Nu ze er eenmaal is valt echter niets anders te doen, dan er in godsnaam het beste van te hopen ieder vonkje artisticiteit ijverig aan te blazen en geduldig te wachten tot de Europeesche kunstenaars, die de groote Parvenu naar zich toehaalt voldoende geacclimatiseerd zijn, om het verrotte, geheel op het uiterlijke en de sensatie gebaseerde Amerikaansche film-wezen grondig te hervormen. Wanneer dit zijn zal? Misschien spoedig misschien na langen tijd maar met iedere nieuwe Yankee-film is het te verwachten.... en daarom is alle teleurstelling zoo pijnlijk en verdrietig. Daarom is het zoo ontmoedigend, wanneer het klassieke Zuster Anna...." nog steeds ontkennend beant woord moet worden. Want daar is met deze beide jongste producten geen twijfel mogelijk. Het eerste werkje met een der twee Talmadge's ik meen Constance, maar dat doet er eigenlijk niets toe in de hoofdrol, heeft men uitbundig geprezen als een frissche, fijne comedie. Wat het ongetwijfeld is en ik ben blij te kunnen erkennen, dat de Amerikanen in dergelijke lichte, beschaafde amusement-films op hun best zijn. Maar tot nu toe kwamen ze daar nimmer boven uit en nog eens en nog eens: daar schieten we niet mee op daar hebben we niets aan ! Een kunstvorm, die zijn tijd verknutselt aan zulke onderhoudende grapjes hoe goed in hun soort ook is steriel impotent en daarmee als levende artistieke uiting veroordeeld. Want boven de genocgelijkheid en de gladheid en de keurige monteering o, gezellige film-causeilrs ! staat de ontroering staat de kunst-daad ! En wie de indrukwekkende laatste acte van Variété" nog versch in 't geheugen heeft, voelt diep de machteloos heid en de volkomen nutteloosheid van een productie, die niet verder komt, dan het fabriceeren van aardige tijdpasseeringen. [f En nu het fameuze Spook van de Opera". Het is met veel ophef aangekondigd en moet dus blijkbaar als troef uitgespeeld worden. Och arme ! Hoe leeg hoe kinderachtig hoe smakeloos moet de mentaliteit zijn van een publiek en een pers, die deze combinatie van ongerijmde griezeligheden en protserige, overdadige uitstalling toejuicht! D'r /'s!" Kent gij, lezer, die typische uitdrukking, door den volksmond weer gegeven als het slagwoord van den Prots? D'r /s!" en rammelend met zijn dollars, steekt de O-Weeër een zeer on-aesthetischen buik Vooruit bekleed met een kostbaar zijden vest, in de uitdagendste kleuren versierd met een overdaad van dure breloque's en charivari aan een kolossalen gouden ketting.... D'r is \" ?UYNENBURG MUYS aSCHJLDEPSI PMen heeft de heele Parijsche Qroote Opera gecopieerd tot in de geringste onderdeden". Waartoe in godsnaam? Om er een monsterachtige vergrooting: van de beruchte gekleurde ansicht" van te maken., het kunst-voorwerp, dat alleen nog maar het dienst meisje-van-buiten aan haar jongen stuurt, Men heeft een heel complex van onderaardsche spelonken,,. trappen en holen gebouwd. Waartoe? Om een Nick Carter-verslindend schellinkjes-publiek aangenaam te laten griezelen. Romantiek? Maar dit ('s geen romantiek dit mist alle grandezza, alle fantazie, alle teederheid, die de Romantiek onsterfelijk maken. Dit is de grove, ongezonde sensatie van een twaalfderangsch keukenmeiden-roman. Het spel ! De groote figuur is Lon Chaney, die zulk. een goede herinnering naliet als Quasimodo in De klokkenluider". Men heeft nu, met het betreurens waardige gebrek aan smaak en zin voormaat-houden, dat den Amerikaan kenmerkt, dit soort karakterspel" tot een karikatuur gemaakt. Quasimodo (eclitfromantiek ditmaal !) leefde in zijn tragische, felle bewogenheid ontroerde als heftige uitbeelding van. het monster, dat door zijn afschuwelijk uiterlijk uit de bewoonde wereld gebannen, zijn menschelijke hartstochten en gevoelens mot t verkroppen tot aan de grenzen van den waanzin. Aha ! you like i t?" heeft toen de Universal geredeneerd dan zal ik 't je nog veel sterker vertellen". En in de heilige over tuiging, dat een karakter-speler" zijn facie zooveel mogelijk behoort te verminken, heeft zij een griezel masker en een griezel-rol geproduceerd, waarbij de Quasimodo-creatie kinderspel is aldus, met de gelukkige onwetendheid van den volmaakten philister overstappend uit de tragische romantiek in de goedkoope sensatie. Deze uitbeelding heeft met ontroering niets van doen zij geeft slechts de aangename huivering van een ijselijk Gemengd Bericht. Over de andere spelers zwijg ik als 't graf er zijn altijd nog wel recensenten, die figuren als Norman Kerry en Mary Philbin voor kunstenaars" aanzien we V moge 't hun bekomen ! Daar ligt dan een der grootste Amerikaansche troeven op tafel en het is niet alleen een barreteleurstelling, maar zelfs na De Klokkenluider" \an verleden jaar een achteruitgang. En terwille van deze platte en, ondanks haar brallenden overdaad, arm zalige kunstenmaker!] terwille van zulke grove sensatie-vertooningen zou een groote, ernstige be weging, als de Europeesche film-kunst om hals, gebracht zijn? Dit ware verschrikkelijk voor de jonge kunst, die ons lief geworden is en zou een drukkenden last van verantwoordelijkheid leggen op de schouders. van de pers, die het Amerikanisme in bescherming nam en propageerde. Maar nee duizendmaal nee ! Dit mogen dit kunnen wij niet gelooven ! Laat ons liever hopen, dat de revanche-daad spoedig zal komen.... laat ons hopen, mijnentwege tegen alle hoop in. Maar laat ons eerst de film-tegenstanders, in wier handen dergelijke schund een machtig wapen is, vóór zijn, door zei] te erkennen, dat hier goedkoope en inferieure prikkel-sensatie gegeven wordt, die niets. met kunst heelt uit te staan. Daarmee bewijzen wij. de cinematografie en de bioscopen een beteren dienst. dan met het goedpraten of (godbetert) prijzen van dit soort films. En nu maar vol vertrouwen naar het Westen gekeken de eenige windstreek, die momenteel' op ons compas is overgebleven. Zuster Anna.... !"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl