Historisch Archief 1877-1940
No. 2539
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
PADOX HOUTBOUW
Houten Scholen, Winkels,
Directiekeeten
Levering in kortent ijd.
Fabrieken Warmond
DE ZUINIGE KEUKENMEID
door ALIDA ZEVENBOOM
Aal!
Ja, mevrouw?
Aal, We krijgen van middag een
gast.
? Ja, mevrouw. '
Een heel bizondere gast, voor wie
je wat lekkers moet klaar maken.
Waar houdt meneer van?
Maak een lekkere schuimtaart,
Aal, met chocolade-vla. Hij is dol op
zoet.
? Best, mevrouw.
Ik heb een schuimtaart met
chcoladevla gemaakt, zooals ze er in heel Amster
dam geen maken kunnen. Dat is geen
grootspraak. Ik bracht hem zelf binnen
en ik zag met n oog aan de oogen van
den gast dat hij goed was. De taart,
bedoel ik.
Ik kon eerst dien kleinen meneer
maar niet thuis brengen, hoewel ik er
op zweren kon dat ik zijn groote snor
al eens eerder gezien had. Hij schelde
heel bescheiden aan en vroeg heel be
scheiden of de familie thuis was. Dat
beviel me al direct. Gewoonlijk maken
:ze op de stoep al zooveel wind, dat al
de meisjes uit de buurt den volgenden
dag vragen wie er nu weer bij mevrouw
op bezoek is geweest. Maar hij kwam
zoo ongemerkt dat hij er al stuud vóór
ik er verdacht op was. En hij was zoo
binnen en veegden zijn voeten netjes
op de mat. Dat vergeten tegenwoordig
ook de meesten. Het personeel is er
goed voor, denken ze. En dat zijn juist
de ergste democraten, zegt domme de
Graaf.
Ik nam zijn pels aan. Een
heeknette pels, zonder n motgaatje. Waar
vind je dat in dezen tijd? Zelfs de pels
van meneer Theo.... Alles was klein
maar rein bij hem. En met kleine stapjes
ging hij de marmeren trap op. Als een
muisje, had ik bijna gezegd. Mevrouw
kwam hem al te gemoet en de begroeting
was hartelijk, levendig. Ik dacht een
oogenblik dat hij haar een zoen op haar
hand zou geven, zoo netjes ging hij er
voor in de positie staan, maar het bleef
bij een warmen handdruk, net als bij
meneer.
Eindelijk ! hoorde ik meneer
zeggen.
Ja, eindelijk, zei hij. En eigenlijk
nog onverwachts.... Zie je, dat is nu
het goede als je tusschen de partijen
staat. Minzaam met rechts en vriendelijk
met links en gemoedelijk met het
midden en niet te veel naar achteren
kijken.
En je vooral nooit op den voor
grond plaatsen, zei mevrouw, om ook
een duit in het zakje tejgooien.
E. J. Van Schaick
M A K E;L A'A.R "'"" """"*
Korte Jansstraat 25bis Utrecht
WONINGBUREAU
Assuranties Telefoon 125
De heeren lachten.
U denkt zeker aan Pieter Hendrik
Marchant? vroeg de kleine, dien ik nu
onwillekeurig vergeleek met een prentje
dat ik eens van Napoleon gezien had.
Er stond onder De kleine Korporaal".
Ja, dit was de kleine korporaal, in zijn
nét-zittend jacketje en zijn keurig
gestreept broekje. Gek, maar ik had
het in eens voorzien op dat mannetje.
Wat gaat hij tegen je te keer, zei
meneer.
Ja, het is niet prettig voor hem,
zei de kleine korporaal. Dit was de kans
van zijn leven, maar ziet u kans cm om
het nationale wiel een band te leggen,
waarvan het eene einde Stenhuis is en
het andere van Wijnbergen?
Hij spreekt als een boek, mijn kleine
Napoleon, dacht ik en ik zette de bon
bons voor hem neer. Hij smikkelde er
lekker van. Dat moet een goed mensch
zijn, zei ik bij mij zelf, want slechte
rrunschen lusten geen zoet. Dat moet ik
mevrcuw ter eere na geven snoepen
doet ze nooit.
En de sociaal-democraten zijn niet
onvriendelijk, zei meneer.
Hij lachte achter zijn breede snor.
Waarop meneer ook lachte. Waarom
heb ik niet begrepen.
Schiet u al op? vroeg mevrouw,
onderwijl ik in het zijkamertje bezig
was met de thee. Dat is ook zoo iets
ze schenkt zelf nooit thee. Och, och,
wat was dat anders bij mevrouw zaliger.
Als die achter het theeblad ging zitten,
was het net een kloek. Maar kom daar
nu eens om. En ze dronken ook 's mid
dags geen thee maar een zoet slokje.
Dat was wel zoo gezond en goed voor de
zenuwen. ^
Het begint al aardig, hoorde ik
hem zeggen en hij streek met den boven
kant van zijn hand langs zijn snor. Nu
lusten er een heele boel in eens van
Karnebeek niet meer en waar haal ik
zoo gauw een ander vandaan? Loudon
zit veel te lekker in Parijs en verder is
er niets. ... En Weet je wat vooral een
groote moeilijkheid is waar moet ik
mee beginnen: met het ei of met de kip?
Moet ik eerst een program hebben of
eerst de ministers? Want maak ik
eerst een program, dan lusten mijn
ministers me misschien niet en maak ik
eerst ministers dan lust ik hun program
allicht niet.
Maar waarom is u niet rustig
Gedeputeerde gebleven? vroeg mevrouw,
wat ik nog al astrant vond.
-?'s Landsbelang, mevrouwtje,zei hij.
En nijt anders. Al zal straks Hendrik
Pieter of een andere goede vriend, wat
vriendelijkers zeggen. Want wat is het
groote gevaar voor ons land? De kloof
tusschen Links en Rechts ! Die moet
overbrugd worden. Wil u Wel gelooven
dat ik als Gedeputeerde in een rechtscn
college soms niet meer Weet of ik rechts
of links ben? En hoe dikwijls heb ik me
niet afgevraagd als ik gestemd had: is
dat nu links of rechts? Zoo moet het
worden, meneer eu mevrouw ! Dat
niemand meer weet of hij rechts of links
is. Bij een heele boel liberalen en katho
lieken is dat al het geval. Laat u mij
een paar jaartjes begaan en het zal ze
allemaal duizelen. Zelfs de rooden
zullen er een hooi- en een stroo-been
op na gaan houden om zich naar rechts
of links te kunnen orienteeren. Mijn
taak is die van den Pacilicator !
(ik heb het moeilijke Woord in mijn
zakWoordenboekje opgezocht en ik spel
het goed.) Ik geloof in den Volkenbond
eu de toenadering der volken. Ik geloof
ook aan de toenadering der partijen.
En daarom zal ik voor den dag komen
met een ministerie waarvan niemand
Weet of het rechts of links is. Het zal
als een regenboog zijn. De Regenboog
na den Zondvloed der splijtzvvam !
Ik had zoo geluisterd dat ik naast het
kopje schonk, wat me een lief woordje
van mevrouw kostte, maar ik zag hem
in mijn gedachten staan onder den
regenboog, de kleine korporaal, en hij
was groot !
Ik geloof dat liet ministerie al lang in
elkaar zit. Als het nu al bekend gemaakt
werd, zou het net zijn of het alles al
met meneer de Visser bekonkeld was.
Ik Weet meer, maar Alida kan zwijgen.
En twee zilverbonnen als fooi. En een
vriendelijk woord, dat een tientje
waard was. Als het lukt, vraag ik een
colkctrictschap van de Staatsloterij aan
hem. Hij zal het niet weigeren, ^_
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE