Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2540
Plattegrond met welwillende toestemming ontleend aan het Algemeen Handelsblad"
5CHELLIN6WOUDE
mm VOORNAAMSTE TE
MAKEN WEGEN
KT3 WOONKWflRTIEREN
OPEN BEBOUW
HE* VOORNAAMSTE
PLANTSOENEN.
PARKEN ENZ,.
ITTTm TERREINEN VOOR
INDUSTRIE
*'"*"e8m NIEUWE HAVENS
IÉMËW fflffl VOORLOOPIG IN
BEUlt STAANOEN.TOESTAND
TE HANDHAVEN
SPOORLIJNEN
WATERGRAAFSMEER
UITBREIDINGSPLAN VOOR GROOT-AMSTERDAM
door H. J. M. WALENKAMP CZN.
Lang gewacht
En stil gezwegen.
de nu volgende regel van het al-oude
rijm is hier niet van toepassing. Want dat het plan
eindelijk komen zou, sprak wel van zelf. Hoe lang
«n hoe dikwerf werd door de velen, wien de toekomst
?der Hoofdstad ter harte gaat, op publicatie ervan
-aangedrongen. En nu het dan betrekkelijk nog
onverwacht verscheen, is de eerste en voornaamste
Vraag welke zich onmiddellijk opwerpt, natuurlijk deze:
?of het mee- of tegenvalt?
Deze vraag in haar vollen omvang kan maar niet
zoo even beantwoord worden. Daarvoor is zij te
?ernstig. Het zou van meer dan gewone oppervlakkig
heid getuigen, dit nu reeds, dw.z. slechts eenige
dagen na het verschijnen van het plan, te beproeven.
Enkele terloopsche algemeene beschouwingen mogen
echter voorloopig volgen.
Onder bovengeuit voorbehoud kan dan al daadlijk
worden gezegd, dat de eerste indruk van dit gewichtig,
verstrekkend voorstel van Burgemeester en Wethou
ders aan den Raad gunstig is; en wel om de voor
name reden, dat het voorgelegde plan zich uit de
bestaande gegevens, de in de stad zich openbarende,
reeds aanwezige tendcnzen, natuurlijk en als geleidelijk
ontwikkeld heeft. In zooverre We het nu reeds hebben
kunnen overzien, bevat het niets onnatuurlijks,
niets gedwongens, gemaakts of kunstmatigs.
Het Uitbreidingsplan voor Groot-Amsterdam. Wat
ligt er niet besloten binnen die weinige woorden !
Hoe hangt de geheele toekomst der Hoofdstad,
het wel-en-wee van duizenden harer bewoners, van
het al-of-niet rationeele, het al-of-niet doeltreffende
Van dit Voorstel af ! Van zóó groot gewicht voor het
toekomstig bestaan en het welzijn van Amsterdam is
het, dat men zelfs huivert het te bespreken.
Van algemeene bekendheid kan het thans worden
geacht, hoe de, zoowel praktisch als aesthetisch,
afschuwelijke uitbreidingen der stad welke zich
gedurende den loop der 19e eeuw voltrokken, het
schoone en rationeele ter wereld nige
Centraalplan voor altoos verminkten.
Bij de verschillende uitbreidingen der laatste
jaren, en vooral in Zuid en in West, isernaargestreefd
deze stedeschennis zoo goed mooglijk te verbeteren
en te ontwijken. Deze latere uitbreidingen echter,
daar zij op het wanstaltige bestaande dienden aan
t^stuiten,. moesten daardoor wel halfslachtig blijven.
cn dient volmondig erkend te Worden, dat men
gemaakt heeft wat ervan te maken was.
i echter geldt helaas geenszins voor de groote
tbreiding van Amsterdam aan de Overzijde van
het IJ. Hier, inderdaad, deed zich de zeldzame gele
genheid voor, een geheel nieuw stadsdeel te scheppen,
een uitleg van een uitgebreidheid als de reeds be
staande. Men had daartoe den on-vergelijklijken
planvorm (den Halvc-maanvorm) in groote trekken (en
natuurlijk bij toepassing tevens aan de nieuwe
eisenen), slechts te completeeren gehad; een geheel
nieuwe stad dus, liet waardig pendant van de Oude.
1 Een onzer dichters der vorige eeuw, sprak als zijn
vurige wensen uit:
de Halve-maan van Amsterdam
te zien wassen tot een volle.
Het heeft niet zoo mogen zijn. Ook deze illusie
vervloog; hetgeen te betreurenswaardiger is, daar
het aan tijdige ernstige waarschuwingen niet ontbrak.
Men sloeg deze goede wenken in den wind, met het
gevolg, dat de thans ontstane planindeeling der Over
zijde de onsamenhangendste is die zich denken laat.
De verbrokkeling aldaar is moeilijk bedroevender
denkbaar. Dit wordt wel eenigszins door den
toegepasten laagbouw", welke altijd iets aantrekke
lijks en landelijks heeft, gecamoufleerd; doch het
planlooze van het geheel wordt door deze gelukkige
omstandigheid niet te niet gedaan. Het gemis aan
eenheid, aan compositievermogen, springt hier on
middellijk in het oog; en is te onbegrijpelijker, daar
deze uitbreiding ontstond juist in het tijdperk der
allerwege weer oplevende belangstelling inden
Stcdebomv.
Het thans ingediende Uitbreidingsplan is geen
uitbreidingsplan in den eigenlijken zin van 't v oord.
Het geeft geen straten-, wegen- en pleinenindeelingcn
enz. zooals we dit van eigenlijke uitbreidingsplannen
verwachten; slechts geeft het in groote vlakken en
omgrenzingen de bestemmingen aan voor de verschil
lende stadsgebieden naar alle zijden in de toekomst.
Het is dus slechts een Schema"; en men had het
dan ook, meer eigenlijk, aldus kunnen noemen.
Afgescheiden van deze min-juiste benaming dient
onmiddellijk erkend, dat de hier gevolgde wegd'eeenig
ware en doeltreffende is. Want eerst en vóór alles
dienen de verschillende bestemmingen der onder
scheiden stadsgebieden in groote lijnen voorgoed
vastgesteld te zijn, alvorens tot de uitwerking en
indeeling in blokken, straten en pleinen, enz. kan
worden overgegaan. Hierover in de eerste plaats
dient geen verschil van meening in den grooten
gedachtengang meer mooglijk te zijn. Vóór alles
dient men te weten uaar men naartoe roeit; de
onderscheiden bestemmingen en doeleinden dienen
alzijdig op hechte grondslagen gefundeerd.
We mogen het Gemeentebestuur gelukweiischeii,
dat het dezen eenig juisten weg volgde. Terecht meen
den B. en W. geen opdracht tot het ontwerpen van
een volledig uitgewerkt plan te moeten geven, vóór
dat gebleken zou zijn, dat de Raad met het thans
gepubliceerde concept zich vereenigen kan. Immers,
het zou kunnen gebeuren, dat de Raad ten aanzien
van misschien gewichtige onderdeelen wijzigingen
wenscht; hetgeen bij een volkomen uitgewerkt plan
het gevolg hebben zou, dat een schat van belang
rijk werk nutteloos zou verricht zijn.
Als een groot voordeel voor hun voorstel mag het
echter nu reeds aangemerkt worden, dat de Commissie
van Bijstand in het beheer der Publieke Werken en
de Commissie van Bijstand in het beheer der /.aken
van Volkshuisvesting zich met het plan vereenigd
hebben. Dit beteekent een groote stoot in de goede
richting.
Gelijk gezegd, bepaalt het ingediende project nog
slechts de plaatsen of sfeeren waarin men zich voor
stelt in de toekomst den onderscheiden stadgcbieden
hun bepaalde afzonderlijke bestemmingen te verleenen.
Daarenboven geeft het de onmisbare ruime llonf
iirgcvi aan, die deze verschillende centra dienen te
verbinden.
Maar juist het vaststellen dezer eentra met de
hun verbindende hoofdverkcersw'egen is al daadlijk
van de grootste beteekenis voor liet algemeen karakter
van het geheele plan, daar het onherroepelijk tevens
het karakter van al het daaruit volgende bepalen
DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT
VERZIN KT.VERLOODT, VERKOPERT
ONAFHANKELIJK. VAN VORM EN AFMETING
TEGEN BILLIJKE PRIJZEN.
LOONSCHOOPEERAFDEELING.
zal. Het is het geraamte, de innerlijke ondeigrond,
de vaste onderbouw, de hoofdstructuur waarvan in
den kern al het overige zal afhangen.
Dit nader te beschouwen dient vóór alles het hoofd
doel eener studie van eenige beteekenis te zijn.
Een van de belangrijkste zich daarbij voordoende
vraagstukken is ook dit:
in hoever de reeds vastgestelde Ceintmirspoorwegbaan
om de stad en het geprojecteerde Kingkanaal aan de
Noordzijde van het Y de mogelijkheid scheppen, de
unikf en historische Ccntrual-aanleg voor Groot-Am
sterdam weer te herstellen en te vervolgen.
jNederlandsche Munt
i Holland's beste 10 cents sigaar
NIEUWE UITGAVEN
Ambacht of Nijverheid". (Uitgave
Dordrechtsche Drukkerij en Uitgevers Mij.)
De schrijver van dit pamflet, de heer Koos van
Eybergen, noemt het in een ondertitel: Een pleidooi
voor de Ambachtskunst". Ik las het reeds eerder in
eene reeks dagblad-artikelen en mijn eerste indruk
Wordt thans bij het herlezen der gebundelde bijdragen
bevestigd: het boekje heeft, goed bedoeld intusschen,
niet veel om het lijf.... En welk een taal! Men
oordeele zelf, De toegepaste kunst, zijnde de uiting
van een artist in een meer of min practischen vorm
vastgelegd. ..." Maar wie beweert dat in onzen tijd
de machine als vijandige macht ten opzichte van het
kunst-object dient te Worden beschouwd is waarlijk
aan den Nieuwen Tijd verre ten achter. Het is alsof
men den braven Morris de machine hoort hekelen,
alleen. . . . hij zeide het feller, sterker, levendiger en
met heel Wat meer kennis van zaken. Daarenboven
verstout de heer van Eybergen zich te beweren, ook
daar waar hij toejuicht dat de directie van een
glasfabriek bekwame kunstctiaren in den arm (sic. l v. T.)
genomen heeft, die haar producten wisten te verfijnen
tot gracieuse gebruiks-en siervoorwerpen, <'at niette
min , een inniger samenhang met de ontwerpers"
nooit is aangetoond ! Ik zou nu slechts n naam
willen noemen : de Bazel. . . . Wat deze beginselvaste,
wilskrachtige en begaafde op initiatief van den
kunstzinnigen heer Cochius bereikte is dus slechtsn
ddelmatig massaproduct !
Neen, wie zóó vluchtig over de dingen heengaat
als de/.e auteur, mag, ook al kan men de goede be
doeling waardeeren, gerust rekenen opeen zeer koele
ontvangst van zijn, al te zwak,pleidooi. Ik heb nog
een acsthetisch-uitgevuerde prulleinand van de
Rijksriet vlechtschool....
Meiibiiccrini/ en Inrichting der iiwii'm;, (Niji/h
en i'iin Ditmar's Uitgevers Mij. K'tl^in.)
Een boekje, vlot geschreven, met iets huiselijke en
zelfs iets heel vriendelijks, hier en daar. Een niet diep
gaand maar logisch ingedeeld praatje over het huis,
de verschillende vertrekken enz. door A. E. van
deiTol,dat vooral in hoofdstuk V Hoe onze voorouders.
woonden" gaat lijken op den tekst van een vroolijk
schimmenspel en daarin nu is m.i. de schrijver het
meest zichzelf gebleven.
Sprakeloos, geslagen door smart, Was Hatasa,
gisteren nog de gelukkigste der aanzienlijke vrouwen
van Egypte, nu de eenzame weduwe van Hophra,dcn
machtigsten en rijksten der meest be/onnenen van alle
Wij/en".
En dan volgt rene beschrijving van de doodenbaar...
Men ziet het, de auteur houdt van vertellen, maar
wat mij betreft is dit boekje wat al te zeer aan den
buitenkant der dingen gebleven. O.ik de keuze der
afbeeldingen is niet altijd gelukkig, men mist er de
sterkste werken der jongeren, hoewel inderdaad vo0r
een volkomen leek zoo'n uitgave toch nut kan hebben.
OQKTFREDJPOESKE
ZANDBLAD - SIGAREN 8 cnlO cfs.