De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 13 februari pagina 10

13 februari 1926 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2541 DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Rotterdamsch-Hofstadtooneel De zonderlinge bruidegom, door Joh. W. Broedelet. T~) AAR brengt het op weinig opwekkende wijze *-' gevorderd" seizoen nog een aardige ver rassing ! Een oorspronkelijk blijspel, dat wij, zonder ?onze pen geweld aan te doen, geslaagd mogen noemen. ??Geest van goeden huize, op een basis van zui veren ernst. Een stuk, om in je bruidsdagen te ;gaan zien", hoorde ik bij den uitgang een jeugdig ?candidaat zuchten, die het blijkbaar naar zijn qualiteit, als een particuliere waarschuwing tot psychisch ?onderzoek vóór het huwelijk had opgevat. En inderdaad, geen onderwerp kan de mensen zich haast nader aantrekken dan dii. Zou Robbers' ,,De bruids tijd van Anniede Boogh" - waarin hij het gevaltr?gisch rstelt en, in stede van den bruigom, de bruid het zonderlinge" laat begaan het ooit tot dertig ?duizendtallen hebben gebracht, als niet een lichte .huivering voor dien dag-der-dagen, waarop voor den Burgerlijken stand de strop zal worden aangehaald tot een deugdelijken knoop, ons allen in het bloed :zat, als niet de gedachte: nóg kan ik terug !" veler bruidsdroomen had gesteld in het teeken" eener permanente vlucht? Broedelet's uitzonderlijke bruidegom iaat het niet bij dien droom, hij doet het heusch. Verloving, bruids?dagen, hebben hem gerijpt tot de daad. De lieve convenance, welke op het huwelijk als onze be stemming" aanstuurt, waaraan hij op het punt stond te voldoen, bloeit op hst uiterste nippertje voor hem open, als de bloem, die haar gouden hart toont.... hij deinst terug voor den ongeweten, diepen glans. In I, terwijl de bruiloftsgasten aanrukken en de bloerntropheën hem dreigen te verstikken, krijgt hij n oogenblik kans, met de reeds in pontifikaal geistoken bruid alleen in de kamer, ook haar de kardi nale vraag te stellen: hou je van me?" doch dit maal met de intonatie op leven en dood.... En dan voelt ook het bruidie sinds den eersten verlovingskus geleidelijk aan het ontwaken zich niet meer ?zoo gemoedelijk verantwoord als men haar wijs maakte,dat zij was.... Zeker, zij houdt van hem. . .. .?Maar toch misschien niet zóó....?" Tranen niet tuiten ischi-cit zij eensklaps onder het opzetten van den blanken sluier; ondoorgrondelijke, iranen, in het bijzonder voor de gelukkige bruidsniama, die haar moederlijke zorgen over een half uur bekroond hoopt te zien. De bruidegom weet dit moment van stagnatie te benutten. Een oom van de bruid, een profcssor-philosoof, die in zijn geschriften voor de persoonlijke vrijheid" ijvert, en bij deze ervaart hoeveel inge wikkelder de praktijk kan y.ijn dan de theorie doet vermoeden, zal hem bij de familie excuseeren. En zie ! boven verwachting, met de bruid zelve heeft zijn hooggeleerde de minste moeite : zij herademt. Wat is dat lief van hem !" zegt ze, uit den grond van haar oprecht hartje, niettegenstaande de mama in vertwijfeling uitroept: ,,\Vic is er nou openhartig op z'n trouwdag !" Doch behalve de bruid is er nog een ander, voor ?wien de oogenschijnlijke catastrophe slechts schoone openbaring brengt: de hruidsvader. Bovenal om deze figuur, ,,dc man van mevrouw van Brandden". is ons dit stuk lief. Want dit is de pantoffelheld", verlost van het onverdrapelijk blijspel-cliché, in menschelijke gestalte, bezien met genegen oogen ook voor het minder stoutmoedige dezer aarde. Wij zien zijn makke, geëffaceerde figuur ophiiken bij de mannelijke daad, waarvoor hij zelf in zijn jonge jaren ^noodlottig is teruggeschrikt ,Een, die den moed had".... hooren we hem prevelen ,een held".... En alles begint aan hem te plunderen, zooals een man ?flundert, die eindelijk een slipje van zijn ideaal te pakken heeft ! In II, in een buitenhotcl, waar de kamers voor de wittebroodsweken nu eenmaal besteld waren, vinden we de ouders met de gedupeerde dochter terug, om in de buitenlucht wat van den schrik te bekomen; en onvermijdelijk daar is het een blijspel voor belandt daar op een dag ook de verloren bruidegom, Dr. Rijnstee, die komt vragen of er wellicht ook voorbarige brieven aan het adres van: den heer en mevrouw Rijnstee" zijn bezorgd? In een charmant tooneel kan daar thans de oude man zijn jarenlang verkropt hart eindelijk lucht geven tegenover een kameraad, die naar hem klisten, zij'n broeder als het ware, naar den geest. Want zóó, zonder slag of stoot, wordt men van een flinken zee-officier toch ook niet: de man van mevrouw van Brandelen, die eet uit de hand.... Och bekent hij (ik citeer uit mijn hoofd) nadat ik om haar uit dienst \vas gegaan, bleef mij niet veel keuze.... Algeheele onderwerping, of den geheelen dag scènes.... Niet, dat zij dit commando over mij bepaald ambieerde, haar aard bracht het alleen maar zoo mee, en zij zou misschien heel onge lukkig zijn geweest als ik haar had laten merken hoe onze verhouding nu eigenlijk was. De ,,illusie", aldus geliikkig-gehuwd te zijn, heeft hij haar, dank zij zijn opgewekt negativisme, kunnen laten. En dit, /egt hij, is op mijn manier wellicht een kleine heldendaad geweest, waarop ik mij dan zou mogen beroemen". Intusschen hebben ook de gemankeerde bruid en DE UITERSTE NOODZAAK bruidegom elkander teruggevonden op dit neutraal lerrciil, waar /ij voor het eerst als vrije menschcn tegenover elkaar staan. Zij bemerken IIKC gaarne zij elkander als zoodanig mogen lijden. Samen lezen ze een der vergeefs geschreven brieven aan hei gelukkig echtpaar", van ee;i tante in Florence, die van hel keerpunt in dit geluk nog onbewust bleef. Een pronkjuweel van een brie t' ! Alle bekende livpoihesen op de liefde, alle meer en minder kicsrhe toe spelingen op den echtelijkeii staat, waarmede wij elkander bij dergelijke gelegenheden gelukkig maken. vinden we er voor de litteraire eeuwigheid in vast gelegd. Nu het geluk" niet door is gegaan, komen de tantelijke phrasen eerst recht in hun ridicuul licht, en het ligt in de natuur, dat de t\\vc belanghebbenden, als stoute kinderen, die de familie de/e poets gespeeld hebben, al lezend, de hoofden hoe langer hoe dichter hij elkaar steken. Ook dit is een allerliefst tooueel. Op het laatst dreigt het bedrijf door het militant optreden van de afgewezen schoonmama, die den huwelijksbolsjewiek" begrijpen noch vergeven kan, en de gezellige verhouding der twee , onzedelijk" noemt even te verloopen. De/e explosie was echter noodig om iu den man van mevrouw van Brandelen" den man te bevrijden. Met het jeugdig voorbeeld voor oogen, durft hij.... Ongeveer als Nora" verlaat hij huis en haard, om zijn individualiteit te herwinnen. In 111 zien we, hoe ook de individueele vrijheid, na zooveel-jarige gebondenheid, alweer niet onver deeld loonend mag heeten. Zelfs aan het minder aangename raakt de mensch op den duur, meer dan hij weet, gehecht. De professor spreekt het voor hem uit: Om te willen, moeten We weten wat we willen. Er zijn gevallen, waarbij het onmiskenbaar een zekere verlichting brengt iemand bij de hand te hebben, die voor óns v\il". Aldus zien wij mevrouw van Brandeicn in haar speciale functie, in eere hersteld. En dit eer herstel, dat plaats vindt in de nieuwe wonini'", waar de jonge dokter - het bordje zat vermoedelijk al aan de deur ? zijn eersten patiënt nu toch maar ontvangt, waar de gedeserteerde heer van Brandelen zijn toevlucht zoekt, waar diens echtgenoote komt om te luchten", en de dochter heen wordt getrokken als door onzichtbare koorden: daar had ze met hem /uilen wonen komt de verzoening tot stand. Een echtelijk vergelijk, in den toon eener oude romance.... Ook hier heeft de afstand iets gcopenbaard, wat de gedwongen nabijheid vele jaren verborg. Beiden hebben zich een weinig herzien, en de daad" van den ouden man heeft in cl e oude vrouw nog even de illusie gewekt, die /ij levenslang bestreed: te moeten zwichten voor den sterkere. Het slot herBij de Vele ili.Mliieiteil, die dit blijspel bezit, ni<>i;eii we ons van kritiek, die daar voor mijn gevoelen toch niets al zou dingen, wel ccnigszins ontlast achten. I lel kon wat meer gevuld zijn, dat is nu eenmaal de moeilijkheid: een stuk over een avond te doen strek ken, het kon sterker, vaster omlijnd. En ook de, in het algemeen verdienstelijke vcitonniug. zou nog nieei' uitgewerkt kunnen worden en dan hei stuk vanzelf voller en sterker doen schijnen. Een fijne figuur had Herman Sehw.ib (de regisseur) van zichzelf gemaakt. als de oude lieer van Brandelen, en bijzonder op zijn plaats vond ik Reule in de rol van den bruidegom, dien hij tïisch. geestig, en met hart speelde. Minder beheersebt. /on door de/e rol, waar nu aller sympathie naar uitging, de lieve ernst aan dit vroolijk liuwelijksspel" ontnomen zijn geworden. Veel /wakker was Kie (iilhnys als het brnidje; baar stil spel moet uit drukken wat er in hun beiden gelijkelijk omgaat, om eindelijk door den jongen man onder woorden te worden gebracht. Technisch kou zij dit niet aan, bij toch wel liefs en jeugdigs, dat er een beetje luk-raak uitkwam. Mevrouw Schwab bleek voor de moederrol, die /ij zuiver inzette, op den duur een gevaar, zij neigt gauw naar het caricatnrale en dat moet het hier naast den menscliclijken echtgenoot -- zoo min mogelijk zijn. Uit enkele'kleinere rollen ware ook nog meer te halen geweest, zoowel door den schrijver als door de vertolkers. Aardig was l'iet Bron in de kleine rol \an een schuldeiseher, die den bruidegom in elk stadium het vuur aan de schenen komt leggen, zonder dat dit zijn moedig hart doet wankelen; het geen dezen in 111 komen de/.e peneteutiëen uit in de oogen van liet versmade broidje, dat een fortuinlijke partij" was, nog kilonieters verheft. Jan van der Linden maakte iets goeds van een /ennwpat iënt, waarbij hij echter op moet passen niet uit de lijst te dringen. Moge de/e Spieghel on/er saligheit" nu een repertoire-stuk blijven ! Kunstzaal VAN LIER '. '? r, ., ,?UIS( J, i-1 Postkantoor te Laren (N.-ll.) ff .9 ff IANTIQUITEITEN - OOSTERSCHE KUNST SCHILDERIJEN - NEGERPLASTIEK Dagelijks ook des Z o n d n g s geopend

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl