Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2541
DRAMATISCHE KRONIEK
DOOR TOP NAEFF
Rotterdamsch-Hofstadtooneel
De zonderlinge bruidegom,
door Joh. W. Broedelet.
T~) AAR brengt het op weinig opwekkende wijze
*-' gevorderd" seizoen nog een aardige ver
rassing ! Een oorspronkelijk blijspel, dat wij, zonder
?onze pen geweld aan te doen, geslaagd mogen noemen.
??Geest van goeden huize, op een basis van zui
veren ernst. Een stuk, om in je bruidsdagen te
;gaan zien", hoorde ik bij den uitgang een jeugdig
?candidaat zuchten, die het blijkbaar naar zijn
qualiteit, als een particuliere waarschuwing tot psychisch
?onderzoek vóór het huwelijk had opgevat. En
inderdaad, geen onderwerp kan de mensen zich haast
nader aantrekken dan dii. Zou Robbers' ,,De bruids
tijd van Anniede Boogh" - waarin hij het gevaltr?gisch
rstelt en, in stede van den bruigom, de bruid het
zonderlinge" laat begaan het ooit tot dertig
?duizendtallen hebben gebracht, als niet een lichte
.huivering voor dien dag-der-dagen, waarop voor den
Burgerlijken stand de strop zal worden aangehaald
tot een deugdelijken knoop, ons allen in het bloed
:zat, als niet de gedachte: nóg kan ik terug !" veler
bruidsdroomen had gesteld in het teeken" eener
permanente vlucht?
Broedelet's uitzonderlijke bruidegom iaat het niet
bij dien droom, hij doet het heusch. Verloving,
bruids?dagen, hebben hem gerijpt tot de daad. De lieve
convenance, welke op het huwelijk als onze be
stemming" aanstuurt, waaraan hij op het punt stond
te voldoen, bloeit op hst uiterste nippertje voor hem
open, als de bloem, die haar gouden hart toont....
hij deinst terug voor den ongeweten, diepen glans.
In I, terwijl de bruiloftsgasten aanrukken en de
bloerntropheën hem dreigen te verstikken, krijgt hij
n oogenblik kans, met de reeds in pontifikaal
geistoken bruid alleen in de kamer, ook haar de kardi
nale vraag te stellen: hou je van me?" doch dit
maal met de intonatie op leven en dood.... En dan
voelt ook het bruidie sinds den eersten
verlovingskus geleidelijk aan het ontwaken zich niet meer
?zoo gemoedelijk verantwoord als men haar wijs
maakte,dat zij was.... Zeker, zij houdt van hem. . ..
.?Maar toch misschien niet zóó....?" Tranen niet tuiten
ischi-cit zij eensklaps onder het opzetten van den
blanken sluier; ondoorgrondelijke, iranen, in het
bijzonder voor de gelukkige bruidsniama, die haar
moederlijke zorgen over een half uur bekroond hoopt
te zien. De bruidegom weet dit moment van stagnatie
te benutten. Een oom van de bruid, een
profcssor-philosoof, die in zijn geschriften voor de persoonlijke
vrijheid" ijvert, en bij deze ervaart hoeveel inge
wikkelder de praktijk kan y.ijn dan de theorie doet
vermoeden, zal hem bij de familie excuseeren.
En zie ! boven verwachting, met de bruid zelve
heeft zijn hooggeleerde de minste moeite : zij herademt.
Wat is dat lief van hem !" zegt ze, uit den grond
van haar oprecht hartje, niettegenstaande de mama
in vertwijfeling uitroept: ,,\Vic is er nou openhartig
op z'n trouwdag !"
Doch behalve de bruid is er nog een ander, voor
?wien de oogenschijnlijke catastrophe slechts schoone
openbaring brengt: de hruidsvader. Bovenal om
deze figuur, ,,dc man van mevrouw van Brandden".
is ons dit stuk lief. Want dit is de pantoffelheld",
verlost van het onverdrapelijk blijspel-cliché, in
menschelijke gestalte, bezien met genegen oogen ook
voor het minder stoutmoedige dezer aarde. Wij zien
zijn makke, geëffaceerde figuur ophiiken bij de
mannelijke daad, waarvoor hij zelf in zijn jonge jaren
^noodlottig is teruggeschrikt ,Een, die den moed
had".... hooren we hem prevelen ,een held"....
En alles begint aan hem te plunderen, zooals een man
?flundert, die eindelijk een slipje van zijn ideaal te
pakken heeft !
In II, in een buitenhotcl, waar de kamers voor de
wittebroodsweken nu eenmaal besteld waren, vinden
we de ouders met de gedupeerde dochter terug, om
in de buitenlucht wat van den schrik te bekomen;
en onvermijdelijk daar is het een blijspel voor
belandt daar op een dag ook de verloren bruidegom,
Dr. Rijnstee, die komt vragen of er wellicht ook
voorbarige brieven aan het adres van: den heer en
mevrouw Rijnstee" zijn bezorgd? In een charmant
tooneel kan daar thans de oude man zijn jarenlang
verkropt hart eindelijk lucht geven tegenover een
kameraad, die naar hem klisten, zij'n broeder als het
ware, naar den geest. Want zóó, zonder slag of stoot,
wordt men van een flinken zee-officier toch ook niet:
de man van mevrouw van Brandelen, die eet uit de
hand.... Och bekent hij (ik citeer uit mijn hoofd)
nadat ik om haar uit dienst \vas gegaan, bleef mij
niet veel keuze.... Algeheele onderwerping, of den
geheelen dag scènes.... Niet, dat zij dit commando
over mij bepaald ambieerde, haar aard bracht het
alleen maar zoo mee, en zij zou misschien heel onge
lukkig zijn geweest als ik haar had laten merken hoe
onze verhouding nu eigenlijk was. De ,,illusie", aldus
geliikkig-gehuwd te zijn, heeft hij haar, dank zij zijn
opgewekt negativisme, kunnen laten. En dit, /egt hij,
is op mijn manier wellicht een kleine heldendaad
geweest, waarop ik mij dan zou mogen beroemen".
Intusschen hebben ook de gemankeerde bruid en
DE UITERSTE NOODZAAK
bruidegom elkander teruggevonden op dit neutraal
lerrciil, waar /ij voor het eerst als vrije menschcn
tegenover elkaar staan. Zij bemerken IIKC gaarne zij
elkander als zoodanig mogen lijden. Samen lezen
ze een der vergeefs geschreven brieven aan hei
gelukkig echtpaar", van ee;i tante in Florence, die
van hel keerpunt in dit geluk nog onbewust bleef.
Een pronkjuweel van een brie t' ! Alle bekende
livpoihesen op de liefde, alle meer en minder kicsrhe toe
spelingen op den echtelijkeii staat, waarmede wij
elkander bij dergelijke gelegenheden gelukkig maken.
vinden we er voor de litteraire eeuwigheid in vast
gelegd. Nu het geluk" niet door is gegaan, komen
de tantelijke phrasen eerst recht in hun ridicuul licht,
en het ligt in de natuur, dat de t\\vc belanghebbenden,
als stoute kinderen, die de familie de/e poets gespeeld
hebben, al lezend, de hoofden hoe langer hoe dichter
hij elkaar steken. Ook dit is een allerliefst tooueel.
Op het laatst dreigt het bedrijf door het militant
optreden van de afgewezen schoonmama, die den
huwelijksbolsjewiek" begrijpen noch vergeven kan,
en de gezellige verhouding der twee , onzedelijk"
noemt even te verloopen. De/e explosie was echter
noodig om iu den man van mevrouw van Brandelen"
den man te bevrijden. Met het jeugdig voorbeeld voor
oogen, durft hij.... Ongeveer als Nora" verlaat
hij huis en haard, om zijn individualiteit te herwinnen.
In 111 zien we, hoe ook de individueele vrijheid,
na zooveel-jarige gebondenheid, alweer niet onver
deeld loonend mag heeten. Zelfs aan het minder
aangename raakt de mensch op den duur, meer dan
hij weet, gehecht. De professor spreekt het voor hem
uit: Om te willen, moeten We weten wat we willen.
Er zijn gevallen, waarbij het onmiskenbaar een
zekere verlichting brengt iemand bij de hand te
hebben, die voor óns v\il".
Aldus zien wij mevrouw van Brandeicn in
haar speciale functie, in eere hersteld. En dit eer
herstel, dat plaats vindt in de nieuwe wonini'",
waar de jonge dokter - het bordje zat vermoedelijk
al aan de deur ? zijn eersten patiënt nu toch maar
ontvangt, waar de gedeserteerde heer van Brandelen
zijn toevlucht zoekt, waar diens echtgenoote komt
om te luchten", en de dochter heen wordt getrokken
als door onzichtbare koorden: daar had ze met
hem /uilen wonen komt de verzoening tot stand.
Een echtelijk vergelijk, in den toon eener oude
romance.... Ook hier heeft de afstand iets
gcopenbaard, wat de gedwongen nabijheid vele jaren verborg.
Beiden hebben zich een weinig herzien, en de daad"
van den ouden man heeft in cl e oude vrouw nog even
de illusie gewekt, die /ij levenslang bestreed: te
moeten zwichten voor den sterkere. Het slot
herBij de Vele ili.Mliieiteil, die dit blijspel bezit, ni<>i;eii
we ons van kritiek, die daar voor mijn gevoelen toch
niets al zou dingen, wel ccnigszins ontlast achten. I lel
kon wat meer gevuld zijn, dat is nu eenmaal de
moeilijkheid: een stuk over een avond te doen strek
ken, het kon sterker, vaster omlijnd. En ook de, in het
algemeen verdienstelijke vcitonniug. zou nog nieei'
uitgewerkt kunnen worden en dan hei stuk vanzelf
voller en sterker doen schijnen. Een fijne figuur had
Herman Sehw.ib (de regisseur) van zichzelf gemaakt.
als de oude lieer van Brandelen, en bijzonder op zijn
plaats vond ik Reule in de rol van den bruidegom,
dien hij tïisch. geestig, en met hart speelde. Minder
beheersebt. /on door de/e rol, waar nu aller sympathie
naar uitging, de lieve ernst aan dit vroolijk
liuwelijksspel" ontnomen zijn geworden. Veel /wakker was
Kie (iilhnys als het brnidje; baar stil spel moet uit
drukken wat er in hun beiden gelijkelijk omgaat, om
eindelijk door den jongen man onder woorden te
worden gebracht. Technisch kou zij dit niet aan, bij
toch wel liefs en jeugdigs, dat er een beetje luk-raak
uitkwam. Mevrouw Schwab bleek voor de moederrol,
die /ij zuiver inzette, op den duur een gevaar, zij
neigt gauw naar het caricatnrale en dat moet het
hier naast den menscliclijken echtgenoot -- zoo
min mogelijk zijn. Uit enkele'kleinere rollen ware ook
nog meer te halen geweest, zoowel door den schrijver
als door de vertolkers. Aardig was l'iet Bron in de
kleine rol \an een schuldeiseher, die den bruidegom
in elk stadium het vuur aan de schenen komt leggen,
zonder dat dit zijn moedig hart doet wankelen; het
geen dezen in 111 komen de/.e peneteutiëen uit
in de oogen van liet versmade broidje, dat een
fortuinlijke partij" was, nog kilonieters verheft.
Jan van der Linden maakte iets goeds van een
/ennwpat iënt, waarbij hij echter op moet passen niet
uit de lijst te dringen.
Moge de/e Spieghel on/er saligheit" nu een
repertoire-stuk blijven !
Kunstzaal VAN LIER
'. '? r, ., ,?UIS( J, i-1 Postkantoor te Laren (N.-ll.) ff .9 ff
IANTIQUITEITEN - OOSTERSCHE KUNST
SCHILDERIJEN - NEGERPLASTIEK
Dagelijks ook des Z o n d n g s geopend