De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 13 februari pagina 21

13 februari 1926 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

Verkleurde Tanden kunnen thans blinkend wit gemaakt worden door deze nieuwe methode. Deze methode geeft U on middellijk het gewenschte re sultaat. Neemt eens proef. WET is een zeer eenvoudige proefneming welke een groote verandering in de kleur en de gezondheid van Uw tandvleesch al teweeg brengen. .De tandheelkundige wetenschap ontdekt thans vele tand en tandvleeschkwalen, die direct of in?direct een gevolg zijn van een tandaanslag die zich op de tan den gevormd heeft en waarin zich vele bacteriën hebben opgehoopt. Deze tandaanslag absorbeert kleurstoffen, die het gevolg zijn van voedsel, rooken enz. Daarom zien Uw tanden er ver kleurd en vuil uit. Millioenen bacteriën vermenigvuldigen zich daarin. Zij zijn met hettandsteen de hoofdoorzaak van phyorrea. Gij kunt onmo gelijk mooie tanr den hebben, als gij deze tand aanslag niet bestrijdt. De best Bescherm het glazuur. Pepsodent werkt ia op den aanslag en verwijdert dezen met een middel veel zachter dan het glazuur. Men gebruike nooit middelen, die scherpe bestanddeeled bevatten. aangeschreven autoriteiten op dit gebied, zullen dit bevestigen Het verwijdert de tandaanslag en maakt het tanflvleesch sterk. Thans wordt deze nieuwe methode toegepast door middel van een tandpasta Pepsodent ge naamd, waarvan de formule, de toepassing en de uitwerking beter is, dan de tot nutoe bekende pas ta's. Wanneer gij het een paar dagen gebruikt hebt, zult gij ook overtuigd zijn. Waarom aan oude methode's vasthouden wanneer deautoriteiten over de geheele wereld zelve op een betere aandringen? Neemt eens een proef met pepso. dent. koopt nog heden een tube bij Uw drogist GEDEP. ???^^???????????^^?^^^????^^^ De Hedendaagsche Tandpasta, wordt door tandheelkundigen over de geheele wereld aanbevolen en is verkrijg baar bij alle a po t h, en drogisten in groote en kleine tuben van f 1,25 en £ 0.75. «OOmOTOREN «Sterling* Grav ' 5* 500 p.l. JZJ* 5P.ic &ia£ 4-tytbg* l««i* pttmfiwtw, ->n«bn- *«*t Sffffxm. In kop .«-SojlCn ttufgmtfb MM. U 6«*:i in. dl GEBRf. WILLINK . AMSTERDAM i J, R KARTHAUS Groote Markt HAARLEM Engelsch Aardewerk Tafelserviezen <~> RIJKE <~ SORTEERING AMSTERDAM ROTTERDAM DEN HAAG Dam hoek Hoogstraat Spui hoek Nieuwendijk h. W. Wagenstr. Spuistraat HAARLEM Gr. Houtstraat 36 GOES L. kerkstraat UTRECHT L. Vlestraat 3 ZIERIKZEE Post- en Meelstraat CHAMPAGNE BOUVIER FRÈRES vin Ouisse Qualil itéxcellente © © © © VAN STRAALEN MONSIEUR & ERKELENS IFIJNHANDELAREN DEN HAAG ROTTERDAM DEN HELDER Leuvehaven 34 E H [? E E EL £H E E E EO EO EO r°i Onderlinge Levensverzekering Van Eigen Hulp 's~Gravenhage - Kortenaerkade 3 BIJKANTOREN: Amsterdam, Keizersgracht 628: Rotterdam, Mauritsweg 18; Arnhem, Jansbuitensingel 23; Utrecht, Maliebaan 104; Groningen, Groote Markt 26, Batavia, Voorrij Zuid. Volkomen soliditeit door het onderling stelsel, de reserves en het zekerheidsfonds. Vraagt prospectus aan het Hoofdkantoor, de Bijkantoren of de He«ren Inspecteurs en Agenten _I ~ES E Ei E E E E E E E E E E E E E E E Iö! PROBLEMEN SCHAAKPROBLEEM 50 van H. MENDES DA COSTA te Amsterdam (1892) DAMPROBLEEM 57 van P. J. EYPE, Haarlem Motto: P." Zwart 9 schijven a b c d e f g h Wit: Kdl, Da3, Te7, Lc4 en g3, 'e2 en h4. Zwart: Ke4, De8, La2 en f2, Phi, lionnen: b 3, c7, d2, e6 en go. Wit geeft mat in drie zetten. Oplossing in het eerstvolgend nummer. l G H 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 60 Wit 9 schijven Stand Zwart: 8, II, l/i, 14, 16/19, 26. Wit: 22,27,28,30,31,36,37,40,43. Oplossing Probleem No. 55 van ,. R. B. Sumner. 1. Dh5-g4. Correspondentie-adres: Dr. A. G. Mland, A. R. Falckstraat 5, Utrecht. Oplossing probleem No. 55. Wit 28-22, 33-28, 26:8, 25:1! Zwart 17:48, 23:21, 48:20 Correspondentieadres: K. C de Jonge, Van Woustraat 112n, Amsterdam. BRIDGEPROBLEEM 53 <'orre<'li<>. Oplossing probleem_.r>2. Door dat in de oplossing van probleem :>J een zin is uitgevallen, is er een t'O'.if Mgcslopen. L moet m de vijfde s!ag inY; :?-,!. U. en ScH. na spelen, maar 1*1. r>. AN V aan slag komt met KL b., dan moet V, na eerst zijn R. gemaakt te hebben, niet Scli. nakomen. L en B maken dan nog 2 Sch.-slagen. Neemt A de KI. b. van V over. dan wordt er boven dien van L nog een KI. vrij. Kerslprobleem II KI. H H. Scli. ti. KL: h. v. 2. R.: a. h. B H.: 7. (i. 3. v A Sch.: v. .5. 3, L KL R. H. Sch. a. <i. 8. h. b. M. 2. b. 7. 9. 5. 2. Haiten i* tioef: L Is aan slag. L en B moeten van de resteerende 12 nog 7 trekken maken, hoe V en A zich ook ver zetten. OPLOSSING. L begint met KI. l».: V neemt natuurlijk met KL v. De sterkste verdediging voor V en A is de volgende: II V- R a ? B: K, 1O; A: R. 2; L: R. 5. III. V: R. h.; B: K. !>.: A: R. 3; L: R. 7. IV V-H 3- B- H. 4; A: H. 10; L: H.2. V. A: R. 4; L: R. 8; V: H. 6; B: K. v. VI V :H.7; B: H. 9; A: KI. K; L: H. 8. VII. B: Sch. a.: A: Sch. 4; L : Sch 2; V: Sch. 3. De toestand is thans zoo. dat V en A 5 trekken hebben (A en B: 2); V en A mogen dus geen trek meer maken. VIII. B: R. 6. (Deze heeft B expres bewaard, om L nog aan een extra slag te kunnen brengen). Als A in VIII Sch. 7 bijgooit en V KI. 2, dan speelt L in IX Sch. h.; in X Sch. b. V moet dan Sch. v. spelen, B troeft af, en L, die nog met KL a. aan slag kan komen, maakt .Sch. 'J, omdat Sch. 10 van A in X gevallen is. Gooit A in VIII KL 9 bij KL 3 en KL 8 zijn al weg dan moet V KL h. en 2 houden. Anders worden de KL van B vrij, die met troef aan slag komt, nadat L KL a. gespeeld heeft. V zou dan Sch. 5 moeten weggooien; maar dan speelt L Sch. h. en Sch. f.) na, die B aftroeft. L maakt dan de vrije Sch. b, door met KL a. wee.i aan slag te komen. Hoe V en A ticli ook verzetten, de rest is voor L en B. Maar nu de mogelijke variaties. Immers V en A hoeven niet zoo te spelen, als dit boven verondersteld is. Mogelijk hebben ze een sterkere voortzetting. V kan in U in plaats van met R. a. met Sch. of KL nakomen. Dan maken L en R als volgt hun trekken: iu Scli.: 2; in KL: 1; in H.: 4 door aan weerskanten Scli. rn KL af te troeven. V kan ook m 11 diiec-t H spelen; A komt dan aan slag met 11. iu. Wat moet die dan spelen? Laten we zeggen: Sch. 4. B komt aan slag, die KI. naspeelt; L. komt aan slag, die weer Scli. naspeelt. B troeft in, waarop B weer KL L introeft. L speelt daarna R. Steeds maken L en B nog Sch. h. en b. en H. 9, of de Ruitens van B. Speelt A geen Sch. maar KL, dan maakt dit verder geen verschil; speelt A direct R en V daarop R na, dan zijn de R. van B vrij. Hoe ook, L en B maken steeds 7 slagen, als hij met KL b uitkomt. Maar als hij nief met KL t> uitkomt? Dan kunnen V en A zich zoo verzetten, dat de 7 trekken niet ge maakt worden. FOUTIEVK OPLOSSING. ' Een zeer verleidelijk begin voor L is: R. 5. Bij goed tegenspel van V en A kan L er echter niet komen. V moet dan in II met Sch 3 nakomen. L kan dan weer R. spelen. V speelt dan H. 3. A komt aan met H. 10 en speelt KL L kan dan of de aas nemen of den boer. De aas kan nooit succes brengen; dus de botr, V KL h. Daarna V : H. 7. L komt thans aan slag met H. 8, V en A maken altijd nog twee trekken. B. M.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl