Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2541
AFB. I. DE OUDST BEKENDE BEELDHOUWKUNST:
PROFIEL VAN BOVEN GEZIEN
DE PRAEHISTORISCHE
VONDSTEN BIJ
. PREDMOST
DOOR PROF. DR. J. 13OKKE
Overblijfselen van menschen en dieren;
wapenen en werktuigen.
p\ E opgravingen bij Predmost in Moravié, waarvan
?*?' in een vorig artikel melding werd gemaakt (zie
flit Blad, No. 2538, 23 Januari '20), waarbij ei n zoo
overgroot aantal overblijfselen van den
praehistoTischen mensch, wapenen van steen, ivoor en
rendiertioorn, gebruiksvoorwerpen, overblijfselen van dieren
"etc. in het loess diep onder den grond werden
opgedolven, zijn nu door Dr. Absalon nader beschreven in
eenige artikelen in the Illustrated Londen News.
De overblijfselen van den voorhistorische!! mensch
zelf zijn, zooals ik reeds in mijn vorig artikel aangaf,
niet zeer belangrijk. We! meent L)r. Absalon, dat de
homo predmostensis" nog dicht bij den
Neanderdalmensch zou staan, omdat hij sterk ontwikkelde
wenkbrauwbogen bezit, doch als men de verdere
?kenmerken van de opgedolven schedels nagaat, de
vooruitstekende kin, het reeds vrij hoog gewelfde
voorhoofd, het vrij ronde achterhoofd, den vorm van
den onder- en bovenkaak, de duidelijk aantoonbare
verschillen tusschen mannelijke en vrouwelijke
skeletten met hun reeds veel fijneren bouw, dan
blijken deze voorhistorische jagers van Predmost veel
dichter te staan bij het laaf-p.Jacolithisehe ras van
Cro-Magnon, ons uit de opgravingen in Erankrijk /oo
goed bekend, dan bij het Neanderdalras. Het is
natuurlijk mogelijk, dat de ..horno predin stensis"
van gekruisd ras is geweest. Het Neanderdalras is in
latere perioden in Europa blijkbaar uitgeroeid, doch
dat zal, vooral in streken als Moravié, (men denke
aan de vondsten bij Krapina in Hongarije, waar ook
overblijfselen van twee verschillende rassen uit de
oud-Palaeolithische periode in dezelfde stecnlaag
werden aangetroffen), wel niet zonder rasvermenging
zijn gegaan. En in dit opzicht zal een nauwkeurig
onderzoek van de menschelijke overblijfselen uit de
steenlagen bij Predmost ons wellicht nog belangrijke
gegevens kunnen verschaffen. En dit des te meer.
waar op verschillende plaatsen bij deze opgravingen
lagen van verschillenden ouderdom boven elkaar
gevonden werden. B halve twee steenlagen nut
eolithen (de alleroudste steenen wapenen, vermoe
delijk van tertiairen oorsprong) die nog nader onder
zocht moeten worden, werden bijvoorbeeld in de
Ku/na-grot, een 92 M. lange, 10 M. breede, 9 M. hooge
tunnel in de rotsen, die reeds in mijn vorig anikel
werd vermeld en afgebeeld, boven elkaar steenlagen
met steenen wapenen en dierlijke overblijfselen
gevonden uit drie verschillende perioden van het
?*?=AFB. 111. Mi:s VAN VUUHSTI-EN IN I-IEN
MA.VIMOETHBEEN
oude steenen tijdperk. De oudste dezer
drie perioden, het zoogen. Moustérien"
is het tijdperk, waarin de
Neanderdalmensch hier in Europa voorkwam. Wie
weet, welke belangrijke resultaten in dit
opzicht het verdere onderzoek ons nog
zal geven. Trouwens, er zijn nog meer
van dergelijke grotten, zoo bijv. een
bij Macocha, die 200 meter lang is. Ook
daarin kunnen, behalve de reeds nu in
overgroot aantal opgedolven steenen
wapenen, nog menschelijke overblijf
selen gevonden worden. Tot nu toe was
dit niet het geval.
Belangrijker dan de menschelijke
overblijfselen zelf zijn'de dierlijke over
blijfselen en de wapenen en werktuigen.
Overblijfselen van den matnmoeth,
van den holji.beer, den hobrleeuw, de
hyaena, den poolvos en den grooten
bever uil den ijstijd werden in ver
bazende hoeveelheden gevonden, /oo de
skeletresten van 800 tot 'JOO mammoeths,
van kleine zuigelingen" tot oude dieren,
zoodat men bijvoorbeeld hieruit de
tandvorming en tandwisseling bij den
mammoeth even nauwkeurig kent als
die bij den tegenwoordig levenden
olifant, en van den hoLnbeereen reeks gave skeletten,
(sommige van 3 i M. lengte !) die iederen directeur
van een palaeontologisch museum zouden doen
watertanden. Zoo werden in een kleine afgesloten
grot de min of meer gave skeletten gevonden van
26 bevers uit den ijstijd, die daar op een hoop
lagen en blijkbaar bij een of andere catastrophe daarin
waren opgesloten en omgekomen.
Naast de dierlijke overblijfselen zijn de wapenen,
gebruiksvoorwerpen en kunstvoorwerpen, die in
dezen schatkamer van de voorgeschiedenis van
den mensch zijn opgedolven, buitengewoon belangrijk.
In de eerste plaats wegens de ongeloofelijke
hoeveelheden, waarin zij zijn gevonden
(Prof. Absalon schatte nu reeds het aantal
steenen wapenen op 40.000 en eiken dag
van het onderzoek komen er nieuwe bij),
in de tweede plaats om de groote ver
scheidenheid in herkomst en afwerking en
vorm, die zij vertoonen.
Zoowel in het loi'ss als iu de verschil
lende holen en grotten, die worden onder
zocht (28 verschillende grotten !) zijn
steenen werktuigen gevonden uit de meest
verschillend ? perioden van het oude steenen
tijdperk, van de nog vrij ruw bewerkte
vimrsteencn uit het Aeheuleen", de reeds
beter bewerkte wapenen uit de moiisterien"
periode, tot de fijn afgewerkte regelmatige
wapenen, krabbers, lanspunteii. pijl- punten,
steenen messen etc. uit de Aurignaeien"
en solutrcen" periode, hel
rendiertiidperk. [Jan de prachtig bewerkte steenen
wapenen uit den glaustiid van het oud
steenen tijdperk, de ,,magdaleiiieu" periode,
niet daarnaast pijlpimten en harpocneu,
naalden en gespen, lepels en lweelandige
vorken van rendierhoorn, die ons van
bewondering vervullen voor de kunstvaar
digheid en hel geduld, waarmede met de
uiterst geringe hulpmiddelen, waarover die
rendierjagers uit het oud-steenen tijdperk
konden beschikken, dergelijke fijn afgewerkte voor
werpen werden vervaardigd.Trouwens, wat dit betreft,
leert ons het bij Predmost opgedolven materiaal niets
nieuws. De in Frankrijk, het klassieke land van de
voorhistorische ciilluur, opgedolven gebruiksvoor
werpen uit dezelfde periode zijn vaak nog fijner
bewerkt, nog kunstiger gestyleerd dan die der oud/
Moraviu's. Maar juist daarom is de voudsi bij
Predmosr in dit opzicht zoo belangrijk, omdat daardoor
wordt gedemonstreerd, wat nien vroeger wel eens uit
het oog verloor, dat ook bij den praehistorischen
mensch reeds een groote verscheidenheid v;in cultuur
bestond. De jagers van Predmost volgden gedurende
de lange, lange eeuwen van hun nederzetting een
eigen lijn van ontwikkeling, die zich wel indeg.oote
lijnen aansloot bij die van hun meer westelijke na
buren, doch in allerlei details daarvan afweek, en
dergelijke afwijkingen kunnen natuurlijk alleen dan
nauwkeurig worden bestudeerd en vastgesteld, als
men over zulke kolossale hoeveelheden aan materiaal
beschikt, als nu uit de leenigrondeii bij Predmost L n
de grotten voor den dag is gekomen. /oo is bijvoor
beeld een mes van vuursteeu in een hef! van
mammoethbeeu (lig. III) (een wapen, waarvoor onze
jongens met graagte al hun zakgeld zouden willen
geven) iets, dat wij uit de Hransche praehistorische
depots absoluut niet kennen, evenmin als de lepels
en schoppen uit mammoethbeeiuleren vervaardigd.
Allermerkwaardigst zijn de lamst voorwerpen. Er
zijn er bij uit inammouthbeen vervaardigd, uil
ivoor, uit reiidierhooru, uit klei, sommigen volmaakt
realistisch, anders volgens een bepaalden .,stijl
bewerkt.
Een uit klei vervaardigde kopje van een holenbeer
(ongeveer 2 e.M. lang), in lig. i l afgebeeld, is volkomen
zuiver gemodelleerd. Evenzoo een uit ivoor ver
vaardigd beeldje van een mammoetli. dal waarlijk
niet behoeft ouder te doen \""i' de terecht beroemde
voorhistorische figuurtjes, in Frankrijk gevonden.
En juist deze kunstvoorwerpen wijzen, zooals
Prof. 'Absalon m.i. volkomen terecht opmerkt,
evenals de overige opgedolven voorwerpen op een
mengeling van twee culturen, vermoedelijk van
verschillende herkomst.
Naast de boven beschreven naturalistisch gemodel
leerde beeldies, waarbij de kunstenaar er blijkbaar
naar streefde, de natuurlijke vormen zoo getrouw
mogelijk weer te geven (physoplastiek), beeldjes die
slechts in een gering aantal exemplaren werden
gevonden, vinden wij in veel grooter aantal
decoraties, waarbij de figuren door geometrische
lijnen volgens een bepaald patroon
(ideoplastiek) worden aangeduid. Er is toch
niets nieuws onder de zon. De cubist, die
zijn kunst als ,,le dernier cri" beschouwt,
vindt hier. bij de oude mammoethjagers
uit den grijzen voortijd, zijn
kunstverwanten. De stijl, waarin de kunstenaar
van voor cluizeiicle jaren op een stuk
mammoethivoor zijn geliefde afbeeldde met
een reeks van geometrische figuren en
lijnen, waarmede hoofd, boezem en verder
lichaam zijn aangegeven, zou zelfs de
meest rasechte" cubist niet verbeteren.
Ook echte lijndceoratie kwam voor.
Zoo was op een stuk mammoethivoor,
tot een gebruiksvoorwerp bijgewerkt, een
versiering aangebracht van meer dan
20(Ml regelmatig op elkaar volgende ge
bogen lijnen, op andere stukkeu weer drie
hoeken en meander- lijnen in min of meer
regelmat ige rangschikking.
Kortom, in allerlei opzichten behoort
de massa.- vondst bij Predmost tol een
tier belangrijkste praehistorische vondsten
van de laaiste jaren. En wie weet. wat
de verdere opgravingen ons nog /uilen
leereti.
Een ding alleen is jammer. De diepe
grollen, die in uitgebreidheid niet onderdoen
voor de beroemde grollen van Allamira,
van la Mo..the, van Pair-nun-Pair en Marsonla^,
vertoonen «een spoor van muurschilderingen, zooals
die, welke in de eerstgenoemde grotten zoo terecht
de bewondering van de Spaansche en 1-ransche
arcliaeologen tot zich getrokken hebben. De kun
stenaars van Predmost versierden blijkbaar uit
sluitend de wapenen en voorwerpen van dagelijksch
gebruik. Maar ook wat dit betreft, kan het onderzoek.
dat nog steeds wordt voortgezet, ons eiken dag iets
nieuws iecren.
NIEUWE UITGAVEN
Ovcrbeei;. /uinllen, \\ . . l hieine el Ue.
VAN NELLE'STABAK
'' '