De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 20 februari pagina 1

20 februari 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

No. 2542 ZATERDAG 20 FEBRUARI 1926 voor Onder Hoofdredactie van G. W. KERNRAMP Redacteurent H. Brugmans, Top Naeff en G. Nolst Trenité. Secretaris der Redactie t C. F. van Dam UITGAVE: N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang f 10.- bij ^uitbetaling. Per No. 25 cent Advertentie» f 0.75 p. Regel - Dispositiekosten 20 Cent REDACTIE EN ADMINISTRATIE, KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM KAMERONTBINDING TOEN in 1672 dat weet iedereen nog wel: het jaar van reddeloos, redeloos, radeloos" na den moord van de gebroeders de Witt ook te Amsterdam de burgerij oproerig werd en verande ring van de regeering wenschte, werd er aan de Beurs een geschrift aangeplakt met allerlei eischen, waar onder deze: dat voortaan de vroedschap uit fatsoen lijke kooplieden zou bestaan. Dat leek erger dan het bedoeld was; de opsteller ervan wou niet zeggen, dat er tot nog toe onfatsoen lijke kooplieden in de regeering hadden gezeten, maar dat de regenten een afzonderlijke stand waren gewor den en geen menschep, van zaken meer waren; dat moest nu anders worden; ze moesten weer gekozen worden uit de eigenlijke burgerij, de fatsoenlijke kooplieden". Zoo leek ook het bericht, dat Mr. Limburg niet hard opschoot, omdat hij zich er speciaal op toelegde bekwame en voor hun taak berekende ministers te 1 vinden, niet complimenteus voor andere formateurs van kabinetten; maar natuurlijk wou hij hun niet verwijten, dat zij er maar een beetje de hand mee hadden gelicht; de bedoeling was vermoedelijk alk-en, het publiek er op voor te bereiden, dat het zijn geduld nog zou moeten oefenen. Nu, op dat geduld kan hij een hoogen wissel trekken; de crisis duurt nu al veertien weken en geen sterveling schijnt zich er om te bekommeren, of er nog ooit een einde aan zal komen; alleen de S. D. A. P. die zich tot nog toe kalm had gehouden, zóó kalm, dat je niet meer wist, wat je aan haar had vindt, dat het nu maar uit moet zijn en verrast ons met het bericht, dat haar Kamer fractie bijeenroeping van de Tweede Kanier zal vragen en het voorstel wil indienen om aan de Koningin te verzoeken, de Kamer te ontbinden. De leiders van deze partij hebben klaarblijkelijk geen vertrouwen erin, dat Mr. Limburg zal slagen in zijne taak; als vandaag of morgen den volke wordt meegedeeld, dat hij zijn Kabinet bijeen heeft, ver valt immers de reden voor hun voorstel; zij zullen dan toch eerst moeten afwachten, met welk program ma het nieuwe ministerie voor den dag komt; konden zij, nu zij zoolang de kat uit den boom hebben gezien, de indiening van hun voorstel niet hebben uitgesteld totdat er zekerheid over den uitslag der pogingen van Mr. Limburg bestaat? En wanneer die mislukt zijn, welke reden is er dan om Kamerontbinding te verzoeken? Er bestaat immers geen conflict tusschen Regeering en Volksvertegenwoordiging; alleen de vier Katho lieke ministers hebben ontslag genomen wegens het .Kamervoturn over het gezantschap bij het Vaticaan; de overige ministers hebben hunne portefeuilles ter beschikking gesteld, niet wegens dit votum, maar omdat er een hoogloopend geschil was ontstaan tusschen de partijen, waarop het kabinet-Colijn steunde. Bij een Kamerontbinding dient aan de kiezers een bepaalde vraag te worden voorgelegd. Welke vraag zou dit moeten zijn? Niet deze: zijt gij vóór .of tegen een gezantschap bij het Vaticaan? want de beslissing, die in de Kamer daarover gevallen is, heeft aan den in de eerste plaats daarbij betrokken minister, en ook aan de meerderheid zijner collega's, geen aanleiding gegeven het bijltje er bij neer te leggen. Zou men de kiezers zich dan willen laten uitspreken over de vraag, of en hoe het geschil tusschen de rechtsche partijen moet worden bijgelegd? Maar deze kwestie raakt toch alleen hen, die tot deze partijen bchooren, niet het kiezerscorps in zijn geheel. Vermoedelijk vreest de S.D.A.P., dat bij mislukking van de poging om een extra-parlementair kabinet te vormen,het demissionnaire ministerie bereid zal worden bevonden, aan te blijven. Maar gesteld dat dit gebeurt, dan zal toch eerst de Kamer hebben uit te maken, of zij deze oplossing van de crisis aanvaardt; eerst wanneer zij mocht hebben te kennen gegeven, niet te willen samenwerken met het herrezen kabinetColijn, zou de Regeering tot Kamerontbinding kunnen overgaan, indien zij reden heeft te vermoeden dat de kiezers er anders over denken, dan de Kamer. Zoover zijn wij echter nog niet. Men zou dan ook gevoegelijk alle beschouwingen over Kamerontbinding kunnen opschorten, totdat het «ogenblik is gekomen, waarop dit vraagstuk urgent wordt, indien er, in verband met ons kies stelsel, geen reden bestond om reeds nu de aandacht te vestigen cp een eisch, waaraan de politieke partijen zullen moeten voldoen, zoo eventuccle nieuwe ver kiezingen ecnig richtsnoer aan de Kegeering /uilen geven. Wat gebeurt er tegenwoordig bij verkiezingen? Men stemt op de lijst van een partij, met wier denk beelden men zich in hoofdzaak kan vereenigeii. Klke partij voert propaganda voor haar gen meeningen en tracht zooveel mogelijk kiezers te bewegen, op haai' te stemmen. Kerst na afloop der verkiezingen plegen de partijen, die in aanmerking komen voor de formatie van een op haar steunende regeering, overleg over een gemeenschappelijk programma. De verkie/.ingen dienen alleen om de numerieke sierkle te bepalen. waarin elke partij vertegenwoordigd zal zijn in de Kamer: zij geven geen aanwijzing omtrent den wensen van de kiezers betreffende de regerings vorming. Reeds meermalen is betoogd, dat de p< litieke partij en aan de kiezers behoorden mede te deelen, naar welke regeringsformatie zij /uilen streven; de Delftsche hoogleeraar de Vooys heeft reeds verscheiden jaren geleden hiervoor gepleit; nog onlangs, in een rede te Leeuwarden, heeft het Kamerlid van Vuuren «p het/elfde aambeeld gehamerd. Voor de rechtsche partijen bestaat er dan ook de meeste aanleiding, te betreuren dat zij de/e gedrags lijn niet hebben gevolgd. Toen de verkiezingen van den afgeloopen zomer in het gezicht kwamen, be schikten zij over een meerderheid in de Volksver tegenwoordiging en mochten zij zich vleien met de hoop. dat zij die meerderheid, /ij het clan ook ver zwakt, zouden behouden. Wanneer /ij zich toen met elkaar verstaan hadden over het programma, dat zij tot uitvoering zonden trachten te brengen en over de beperking in de vervulling van eigen wenscheii, die elke partij zich daarbij zou moeten getroosten, /ou den zij niet alleen alle misère hebben vermeden, die hun in de laatste maanden zoo rijkelijk werd beschoren,maar zou de uit hen voortgekomen regeering zich ook gerugsfeund hebben gevoeld door de meerder heid van de kiezers, die aan het gemeenschappelijk programma haar zegel had gehecht. Ook voor de minderheidspartijen verdient dezelfde gedragslijn aanbeveling. Bij de politieke toestanden in Nederland is het uitgesloten, dat de niet-kerkelijke partijen, wanneer het hun gelukt de meerderheid van de Kamerzetels te bemachtigen, gezamenlijk een regeering zouden vormen; wat men vroeger een linksch Kabinet noemde, zal misschien nooit meer, en zeker niet in de naaste toekomst aan het bewind geraken. Juist de zekerheid echter, dat de sociaal- en vrijINHOUD: Prof. Dr. G. W. Kernkarnp, Kamerontbinding? Prof. Dr. H. Brugmans, De Torensluis. Ur. U. Htiber Noodt, Clcmencean schrijjt --Joh. Braakensiek, De im/c :etels in tien Volken'bondsraad. Dr. B Raptschinsky, D? Bolsjcwiki en China. Prof. Dr. W. Storm van Leeuwen, Prof. Dr. W. Einthnven. Annie Saloinons, Bijkomstiglieilen. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit'ile Natuur. L J. Jordaan, Duvel-in-de-doos. Vnor Vrouwen, red. Elis. M. Rogge. H. J. M. Walenkamp O.n., Dr. H. P. Beria^e. 70 jaar. Dr. Joh. C. Breen, J. W. Enschedé- Mr. H. . Koster, Boekbespreking - Georye van Raerndonck, Italië. v. T.. De Verkeeistentoon^leltint! te Amsterdam. Willern van Doorn, Hn^elsehe boeken Wybo Meyer, W. j. Krussc. Jhr. Mr H." Smissaert, Op den F.eon. l'ilkijk H. Verstijnen. Dierstudie Conttant van Wessem, Muziek. Prof. Dr. H. Bru^rnans, De Middeleeuwen. Hit het K/adselirijt van Jantje L. J. Jordaan, iïioKeapv Kion^ra Nosalis, Rijm. Barbarussa, ('// den Gemeenteraad, niet teeken. door B. van Vlijmen. zinnig-denircratcüui de Vrijhcidshi ;ui ailei-n do^r samengaaii mei een of meer van de partijen, die t"t dusverre rcchtsche partijen luelten, deel van de regeering zullen kunnen uitmaken. \ erplichl hen, vóór de verkiezingen zich ie beraden, aan welke combinatie /ij /ouden willen ikehicmen, \an welke wenschen \ an hun programma /.i| 'Jan bereid /ouden zijn af stand Ie doen, en welke zii in geen ge\al /ouden willen laten varen. Voor de kiezers, die gewoon zijn altijd op de iij.-t van eenzelfde parlij te stemmen, zou dit alles ver moedelijk weinig onderscheid maken: maar we! vour hen. die zich niel aan een partij gebonden vielen, en het /ijii juist de/i:i. van wie de verschuivingen in den uitslag der verkiezingen afhangen; hunne stem zou ook worden Inpaald door het prespcctief. dat de partijen openen omtrent de nieuw te vormen regeering. Wat de sociaal-democratische fractie met haar voorstel eigenlijk beoogt, is moeilijk te gissen ;misschicn wil zij alleen maar wat leven in de politieke brouwerij brengen; in elk geval zal zij wel niet verwachten, dat er thans een Kamerontbinding plaats heeft. Maar de politieke toekomst bergt wel zooveel on zekerheid, dat met de mogelijkheid van nieuwe Kamer verkiezingen, vóór den normalen termijn, moet wor den rekening gehouden. In dat geval moge de kiezer, bij het uitbrengen zijner stem, tevens weten, welke legeeringsformatie hij er mee bevordert. KERNRAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl