Historisch Archief 1877-1940
No. 2542
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PROF. DR. W. EINTHO\EN
DOOR PROF. DR. W. STORM VAN LEEUWEN
40 jaar Hoogleeraar
RUIM veertig jaar geleden deelde de beroemde
Utrechtsche physioloog Donders bij den aan
vang van een zijner colleges aan zijn hoorders mede,
dat een Utrechtsch student was benoemd tot pro
fessor in de physiologie te Leiden. De ouderen begre
pen, dat die student niemand anders kon zijn dan
de semi-arts Einthoven.
Een zoo jonge man te benoemen op een zoo belang
rijke plaats.de faculteit die toentertijd die voordracht
heeft opgemaakt had daarmede een groote verant
woording op zich genomen. Het onderwijs in de
physiologie is een van de allergewichtigste onderdeden
van de medische opleiding, en hoe kon men zeker zijn,
dat deze semi-arts in staat zou zijn dat vak aan de
Leidsche universiteit te doceeren?
Ongetwijfeld zal de f?culteit Donders's oordeel
hebben gevraagd en diens invloeden gezag waren toen
groot genoeg om als basis voor een benoeming te
dienen.
Daar kwam dus een zes-cn-twintigjarig jong arts
naar Leiden als professor in de physiologie, en velen
zullen zich hebben afgevraagd: Zal hij het kunnen?
Zeker zullen velen die vraag aan Donders hebben
gesteld en ik kan mij wel voorstellen wat Donders
zal hebben geantwoord: Deze jongen heeft bij mij
gewerkt, hij heeft een groote intelligentie en een groote
liefde voor de physiologie. Dat is voldoende om goed
werk te leveren in een bepaald onderdeel van het
vak, maar nog niet voldoende om het vak te doceeren,
want er zijn natuurlijk groote gebieden waarvan hij
nog veel te weinig weet. Ik kan er echter voor instaan
zoo zal Donders betoogd hebben dat hij dat
tekort aan kennis snel zal aanvullen, omdat ik nog
zelden iemand gezien heb met zulk een groot
plichtgevoel. En dat lartste z l bij een aantal
faciilteitsleden, die voor deze voordracht nog terugschrikten,
wel den doorslag hebben gegeven.
Dat is veertig jaar geleden en wij allen weten nu
al langen tijd, dat Donders zich in zijn leerling niet
vergist heeft. Het is niet noodig dat hier uitvoerig
te betoogen, daarvoor zijn al te veel eerbewijzen uit
binnen- en buitenland in de laatste jaren aan den
Leidschen physioloog toegekend.
Men heeft de groote geleerden wel ingedeeld in
klassikers" en romantikers". Einthoven is een
onvervalscht type van de eerste categorie. Hij dankt
zijn beroemdheid niet aan snel opgekomen geniale
gedachten; hij kan niet zeggen: one niorning I
awoke...."; men kan zijn carrière niet voorstellen
door een snel stijgende lijn, die na het bereiken van
zijn hoogste top vrij snel weer daalt om later even
tueel nog door eenige hooge toppen te worden gevolgd.
Einthoven's curve loopt nu al veertig jaar lang in
langzame glooiing opwaarts, hij heeft een zeer groote
hoogte bereikt, en wij die hem van nabij kennen, zien
nog geen aanwijzingen, dat hij gaat dalen.
Wat is Einthoven's levenswerk?
Bij weinig geleerden kan men met zooveel recht
van een levenswerk" spreken. Want inderdaad heeft
deze man veertig jaren van zijn leven gewijd aan
n taak, de bestudeering van de electrische verschijn
selen in het lichaam, in het bijzonder die in het hart.
Onze kennis van de physiologie en vooral ook van
de ziekteleer van het hart is in de laatste decenniën
enorm vooruitgegaan, en met name is men omtrent
de onregelmatigheden in de hartswerking bij zieken
veel meer te weten gekomen. Wanneer men zich
afvraagt aan welke namen deze vooruitgang in hoofd
zaak is te danken, dan komen er vijf direct op den
voorgrond. De eerste in chronologische volgorde
is Engelmann geweest, die in Utrecht en later in
Duitschland de basis legde voor de kennis van het
hartrhythme bij koudbloedige dieren, dan onze land
genoot Wenckebach, die als hoofdverdienste heeft
dat hij, steunende op de physiologische feiten die
toen bekend waren en aan welker ontwikkeling
hij zelf had meegewerkt, de kliniek der
hartsonregelmatigheden bewerkte. Deze arbeid culmineerde in
zijn in 1914 verschenen boek over de onregelmatige
hartswerking. In dat boek vindt men over Einthoven's
werk nog zeer weinig.
In Engeland had Mackenzie, als gewoon practisch
arts eveneens de studie der hartswerking ter hand
genomen, een studie die hij later als professor in
Londen voortzette en waarbij zeer belangwekkende
feiten aan het licht kwamen. In dien tijd was
Einthovens' werk nog nauwelijks tot de kliniek door
gedrongen. Zijn curve steeg en steeg, maar was nog
niet hoog genoeg.
Engelmann en Wenckebach hadden gewerkt met
relatief eenvoudige onderzoekingsmethoden, Macken
zie met zeer eenvoudige. De laatste was zoozeer onder
den indruk van wat met deze eenvoudige hulpmidde
len kon worden bereikt, dat hij nooit de grootheid
van Einthoven's werk heeft willen erkennen. Wencke
bach heeft dat wel degelijk gedaan.
Wenckebach's leeftijd komt, naai ik schat, ongevee;
met dien van Einthoven overeen, Mackenzie was wat
ouder. Waarom kwam Einthoven's werk dan later?
Daar was reden voor.
Misschien heb ik het al eens meer verteld; ik sprak
eens over Einthoven met een van onze Duitsche col
lega's, die bekend is voor de korte, treffende gezegden
waarmee hij een situatie of een persoon kan
karakterisceren. Einthoven ! Ah, Fre/.icionsgehirn !
Einthoven was als jong physioloog begonnen met
de studie van de electrische verschijnselen die zich
bij elke contractie in het hart voor doen. De toen
malige methoden o.a. die van de capillairelectrometer
voldeden hem niet, waren niet nauwkeurig genoeg,
derhalve maakte hij steunende op een nieuw door
hem gevonden principe een nieuw apparaat, de later
zoo beroemd geworden snaargalvanometer. Maar dat
gaat niet zoo vlug. In het nieuwe toestel was een
snaar" noodig, een uiterst dunne kwartsdraad; dan
wordt een onderzoek in het laboratorium op touw
gezet over dunne draden, een onderzoek dat jaren.
wellcht tientallen van jaren duurt. Maar dat heeft
dan ook het resultaat dat Einthoven draden laat
maken, dunner, elastischer, bruikbaarder dan eenig
andere, dat hij bovenden de eigcnschapjien, de theo
rie" van dunne draden en hun toepassing heter kent
dan wie ook. Dat zijn de draden, maar hetzelfde prin
cipe geldt voor elk ander onderdeel. Alles wordt tot
in de puntjes onderzocht, berekend, geregistreerd.
Het eindresultaat is, dat daar nu in Leiden een labo
ratorium bestaat zooals er geen tweede in de wereld is.
Toestellen, de fundeeringen, tal van werktuigen en
hulpapparaten en - niet te vergeten - een stat'
van uitnemend geschoold personeel, allen : hoogleeraar,
assistenten, instrumentmakers, bedienden samen
werkend tot n doel. En dan kan men wat bereiken '.
Zoo heeft Einthoven gewerkt en zoo werkt hij nog.
Op deze wijze werd een schat van kennis verzameld
omtrent het rhythme van het hart, omtrent de ge
leiding in het hart en het contractievermogen van
de hartspier; een geheel nieuw arbeidsgebied ont
stond, dat van de electrocardiographie. Vele jaren
bleef dit werk beperkt tot het laboratorium, en als
men Einthoven zelf hoort, clan zegt hij, dat de
Engelschman Lewis de man is geweest die heeft ge
maakt dat de electtocardiographie bruikbaar is ge
maakt voor de kliniek en algemeen als zoodanig is
erkend.
Het voorschrift voor het toekennen van de Nobel
prijs hepaalt o.a. dat deze prijs moet worden toegekend
aan ctengene die in het laatste jaar de belangrijkste
ontdekking heeft gedaan. Ontdekkingen die vele jaren
terug liggen, /.ouden dus niet kunnen worden beloond,
maar er is nog een clausule bij, het kan n.l. wel indien
het belang van de ontdekking eerst in de laatste
jaren is gebleken, l let vermoeden ligt voor de hand
dat het Nobelcomitéo.a. op deze clausule gesteund
heeft toen het besloot de prijs voor 1924 aan [{inthoven
toe te kennen. Want Einthoven's ontdekking" ligt
al veie jaren terug, ook zijn physiologisch onderzoek
vormde al een gesloten geheel: maar de invoering
van zijn methode in de kliniek waardoor nu ook zijn
werk vruchten afwerp! voor vele duizenden patiënten,
dat alles is van de laatste jaren en daarbij moet zeker
Lewis' naam niet eere en in de eerste plaats worden
genoemd. l)at geef ik gaarne toe en ik wil de minste
zijn om aan Lewis' verdieibte te kort te doen (ook al
omdat mij dat door mijn collega Einlhoveii zeer ten
kwade zou worden geduid) maar n ding wil ik er
nog bij zeggen. De idee, dat dit physiologische werk
voor de kliniek van groot belang moest zijn is van
Einthoven zelf. Ook zijn van hem zelf de eerste onder
zoekingen op gezonde en zieke menschen. Dat de
groote klinische uitwerking door een clinicus moest
geschieden, spreekt vanzelf en het werk van Lewis
is daarbij van zeer groote waarde geweest.
Ik gevoel mij eenigszins schuldig tegenover mijn
ouderen collega omdat ik het gebod, dat niet ge
huldigd" mag worden niet geheel heb geëerbiedigd.
Wellicht heb ik kans op vergeving wanneer ik hem
in zijn zwak tast, en dat doe ik wanneer ik behalve
het werk van Einthoven zelf, ook dat prijs van zijn
talrijke leerlingen, van zijn vriend Lewis en van zijn
zoon, den ingenieur Einthoven.
Lewis heb ik al vermeld. De veel assistenten en
leerlingen die Einthoven in die 40 jaar gehad heeft,
zij hebben hem geholpen met een trouw en een toe
wijding waarvoor hij dat Weet ik uit goeden
bron - uitermate dankbaar is.
En van den zoon? Ook hij heeft zijn vader jaren
lang geholpen bij het werk, geholpen, met hart en
ziel" en met zijn verstand. En zijns vaders voetstappen
heeft hij gedrukt door te zamen met hem een belang
rijke uitvinding te doen waardoor het principe van
de snaargalvanometer kan worden toegepast op de
draadlooze telegraphie.
Een karakteristiek van het werk van Einthoven?
Ah, Pre/.icionsgehirn" /.ei de Duitsche collega.
Snaargalvanometer" zeggen velen,
Studie van de electrische verschijnselen in het
lichaam, vooral in het hart" kan men zeggen om wat
nauwkeuriger te zijn.
Maar als de karakteristiek iets meer woorden mag
omvatten en uitdrukken, zal, wat m.i. het gewichtig
ste is, dan zou ik het als volgt willen zeggen:
Einthoven heeft een bepaald gebied van de
physiologie (dat later dienstbaar werd gemaakt aan de
ziekteleer en zoo de kliniek bereikte) bewerkt met
physische methoden en heeft daarbij gestreefd naar
de uiterste nauwkeurigheid. Hij heeft geen enkel
risico genomen, niets als waar aangenomen of gepu
bliceerd voordat de juistheid ervan boven allen
twijfel verheven was, hij heeft getracht de wissel
valligheden van het physiologisch experiment zoodanig
te compenseeren en uit te schakelen, dat ook een
physicus trotsch zou zijn op de nauwkeurigheid van
de verkregen resultaten. Daartoe is werk tot stand
gekomen dat vermoedelijk door een geheel geslacht
niet zal kunnen worden verbeterd. Hij heeft veertig
jaar gearbeid aan eenzelfde gebouw, het ging lang
zaam, steen voor steen. Alleen met het leggen der
fundamenten gingen grif twintig jaren heen. Het
gebouw is nog niet voltooid, maar reeds steekt het
hoog uit boven vele andere, het is in heel de weten
schappelijke wereld bekend. Er zijn hoogere gebouwen
dan het zijne, dat is wel zoo. M'aar of er velen zijn
zóó hecht van structuur en die zoolang weerstand
zullen bieden aan den tand des tijds?
Einthoven heeft ons een voorbeeld gegeven hoe
door toepassing van de uiterste nauwkeurigheid, door
het respecteeren ook van schijnbaar nietige details
grootsch werk kan worden verricht. \\ ij vertrouwen
op dat werk als de l lollandsche zakenman op de
Ncdcrlandsche Bank.
TOEGEPASTE KUNST
De i'crkeersplaat van \Vijrnnan
Het is voorwaar geen slechte gedachte om het
veilig verkeer te bevorderen door Voorzichtigheid
te propageeren, zooveel dit maar mogelijk is en het.
is in dit verband toe te juichen dat men van overheids
wege zich tot de knnstenaren richt om bij het ont
werpen \an pakkende propaganda-reclame-bil jetten
behulpzaam te zijn.
Maar wat ei nu verschenen is: een door Wint
Wijnman geleekt -nde affiche (gedrukt door
Seiiefckler in oranje-rood en zwart) maakt de menschen
nog veel schrikachtiger dan zij in onzen zenuwachtige!!
tijd al zijn !. . . .
l Ce n n.ode autobus en motorfiets, den flitseiiden
schijn ha re r schijnwerpers voor zich uit priemend,
bestormen een in het z\:art gehuld wezen, welks haren
ten berge rijzen, de oogen achter een rcusachtigen
uiknbril en de mond zijn in doodsschrik i.ps. ngespalkt
en in het bleeke gelaat van deze spookachtige ge
stalte (man, vrouw, hennaphrodirt ?) is het alsof
het in angst als wegsterven van het leven onder de
bedreiging van hel overredcn-wordtn zich culmineert !
Ei.n wel /eer cxpasMeïbiljet dus, drch dat zijn do,,-!
volkomen door IK i caricatiirale voorbiistactt.
En de UUets.... Ze staan i. r weer net hii als l
ze met het hcele i;ival niets te maken wil',n hebben.'