Historisch Archief 1877-1940
No. 2542
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
EEN BELANGRIJKE VER
ZAMELING KINDER
POËZIE
DOOR C. M. VAN HILLE?GAERTH
Een eeuw Kinderpoëzie 1778 - 1878 door
Dr. L. J. Th. Wirth. Bij J. B. Woltets'
U. M. . Groningen, den Haag 1926.
A AN het einde van haar zoo belangrijk boek zegt
**? mej. Dr. Wirth: Tenslotte zijn het niet de kin
deren,die wij uit deze litteratuurhebben leren kennen,
maar de volwassenen in hun verhouding tegenover de
kinderen. In wezen zullende kinderen toen niet anders
geweest zijn dan nu, maar ze werden andersopgevoed,
anders gewend, anders gekend. In de kinderpoëzie zien
wij ze slechts door de bril hunner opvoeders, sprekend
en handelend in hun geest, maar ondanks dat toch
weer telkens herkenbaar in hun natuurlike ge
aardheid"
Het is een schat van kinderpoëzie, die Dr. Wirth
ons uit deze eeuw geeft ook al is poëzie dikwijls
een te groot woord voor deze rijmelarijtjes.
Wie het voorrecht heeft gehad een Grootvader of
een Oud-tante te bezitten, die hem in de kinderjaren
behalve op boterhammen met muisjes en
soeskrakelingen ook vergastten op verhalen en oude versjes,
die je nooit in de boeken vond, zal in later jaren,
toen het oude geslacht was heengegaan, zeker wel
eens met een broer of zuster gezocht hebben naar den
vergeten nen regel, naar het verloren derde couplet;
en op tentoonstellingen van het kinderboek vindt
juist de historische afdeeling bij vele Volwassenen
aftrek, omdat ze er ineens weer staan voor de van
Alphens met de hoedjes en o, vreugde ! de van
Alphens met de steekjes omdat zeer 't prentenboek
van ,,het Huis van Adriaan" terugvonden:.... ,,die
in dVchtendstond kraait wakker de dochter van
Hillegond, die melkte de koe van zes honderd pond,
?die omhoog smeet den hond, die wegjoeg de kat, die
pakte de rat, die at van het graan, dat lag in het huis
van Adriaan".
Of 't vers van 't Hoen :
Altijd zijt ge even stijf,
Sprak het wulpsche Mietje
Tot haar broertje Pietje,
Nimmer zoekt ge een tijdverdrijf
Doe als ik, wees altijd blij !
Dansen, zingen, springen
Zijn zoo schoone dingen
Neen, zei Pietje, al ben ik klein,
Ligt kan mij op heden
Nog de dood vertreden.
Zou ik dan zoo dartel zijn?
Neen, ik zoek hier boven
Eeuwig God te loven.
We staan wel wat te kijken over zulke kinderpraat.
,,Maar, zegt de schrijfster: ,,we mogen niet vergeten,
?dat we nooit kunnen nagaan, hoe de kinderen die
gedichten vonden. Immers nog treft het ons vaak,
dat kinderen mooi vinden, wat wij als onkinderlik
hebben verworpen". Litterair heeft de kinderpoëzie
in deze eeuw weinig beteekend, maar van cultuur
histories standpunt is er menige waardevolle op
merking te maken".
Bij het samenstellen van dit boek is gebruik ge
maakt van de verzamelingen van 't Schoolniuseum
te Amsterdam, de Universiteitsbibliotheek aldaar
en die van de Maatsch. der Nederl. Letterkunde te
Leiden, de Henri-Tak-verzameling teMiddelburg, de
verzameling van Dr. G. J. Boekenoogen te Leiden.
De Maatschappij van 't Nut van 't Algemeen heeft
wel den stoot gegeven tot daadwerkelijke hervorming
van het onderwijs en het is interessant te zien, hoe
toen reeds dezelfde problemen, die in onzen tijd de
.onderwijswereld bezig houden, de aandacht vroegen.
Om enkele geschriften van het Nut te noemen:
Over de lichamelijke opvoeding, 1797.
Over beloonen en straffen, 1797.
Over het onderwijs als voorwerp van staatszorg,
1810.
Wat er in dezen tijd voor het kind geschreven
werd, gold niet zijn plezier, maar z'n lering en stich
ting".
In een gemakkelijk overzicht geeft Dr. Wirth dan
de verschillende groepen van kinderpoëzie: De
almanakken, gelegenheidsgedichten, fabelen, enz.
De gelegenheidsgedichten zijn vele; en knap de
schoolopziener, die zijn figuur wist te redden, als
hem bij schoolbezoek deze welkomstgroet gewerd
(twee der vijf coupletten):
Vraagt steeds
VAN OUDS HET BESTE MERK
Zijt welkom brave Letterheid !
Zijt welkom in dit uur,
Elks hart smacht naar het onderzoek,
En wacht U reeds met vuur.
Leef lang nog voor het onderwijs,
Smaak immer 't edelst lot;
En wat Gij deed Voor Kerk of jeugd,
Zij eens uw Kroon bij God !
Ten behoeve van de schoolvakken werd er lustig
op los gerijmd; we kennen de vele nommerkransjes
en A.B.-boekjes. De taalspiegel geeft taalregels op
rijm, voor de teekenles dit vers:
Komt nu aan 't halve cirkels maken,
Voor 't schetsen van gebogen zaken,
Een olieblik, een keukenlicht,
Een gieter, trechter en gewigt....
Mr. G. Dumbar schreef in z'n: Kort begrip der
geograpnie in digtmaat (1800):
Europa aan een vrouw gelijk,
Heeft tot haar hoofd het Spaansche Rijk,
Op dat geen' koud' haar vatten zal,
Heeft zij tot mutsje Portugal. . . .
Na 't succes van van Alphen waren de mindere
epigonen Vele, maar ook hun boeken werden grif
gekocht en gelezen. Pieter van 't Hoens Nieuwe
proeve" 1778?'79 werd in hetzelfde jaar twee keer
herdrukt.
Meestal wordt er ruiterlijk uitgekomen voor het
gemis aan oorspronkelijkheid. D. Onderwater dicht
in de volgende samenspraak tusschen Jantje en
Koosje, voor hun moeders verjaardag:
Jantje. Moeders jaardag eischt een lied.
Koosje. Ja, zoo dacht ik ook voor dezen,
Maar men moet van Alphen lezen:
O, die Weet voor Kind'ren raad.
Jantje. Elk, die ooit 's mans versjes las,
Moet zijn nagedachtnis eeren.
Koosje. 'k Wil hem gansch van buiten leeren !
Beiden. Zacht, zacht rust' zijn dierbare asch !
In de zedekundige tafereelen wordt de onsterfelijke
pruimebooin klakkeloos in een perzik veranderd,
Jantje vervangen door Christiaan en Jantjes vader
door een abdis.
Bij 't voorwaarts gaan
Vond hij een perzik. Hij bleef staan,
En zei: ,,O welk een schoone vrucht!
Waar' ik niet voor de Abdis beducht,
Ik at haar op"
Toen sprak de Abdis, die voorwaarts trad,
En hem in 't groen beluisterd had:
,,'k Schenk haar tot loon van uwe deugd,
Daar, eet die perzik, Kris ! met vreugd. ..."
Francüntje de Boer maakt van den pruimeboom
een rozenboompje:
O, sprak hij mogt ik U plukken
En U steken op mijn' hoed !
Maar hoe zou dit moeder spijten,
Die ik nooit bedroeven moet
Juist ! mijn Willem, sprak de Moeder,
Die hem vriendelijk tegentrad
.... Kom, mijn jongen ! haal uw makkers,
Ook den braven Boudewijn,
Moeder wil u alles geven,
't Moet vandaag een feestdag zijn.
Petronella Moens zegt in Herfstbloempjes:
Mietje zag een mandvol kersen
In 1855 komt de critiek op van Alphen, o.a. door
van der Hoop.
C. van Koetsveld dicht:
En het is de klok van twalef,
Die mij 't liefst in de ooreii klinkt.
Vader! 'k wil toch vlijtig leeren,
Maar geloof mij, dat 's toch mis,
Heusch!.... ik ken niet nen jongen,
Wien het leeren, spelen is.
Na vee! sentimentaliteit en tranen komt er met
Beets, de Genestet en Heye een nieuwe, kinderlijker
toon in de kinderpoëzie en de verzen van Goeverneur,
Jan de Rijmer, waren toch maar de liefste boeken
ui de kinderkamers van het oudere geslacht. En hoe
gretig hebben ook ónze kinderen die voorgelezen en
voorgedragen versies weer opgevangen en gezegd,
want ze blijven door de afwisseling van pakkende
vertelling en geestigen dialoog zoo geschikt voor uit
beelden en nazeggen, wat voor veel kinderen zoo'n
genot is: zoo de beruchte Piet , die nestjes wilde
uithalen.
Maar de nachtegaal zag l'iet,
En dacht: Neen, dat gaat zoo niet.
KLEEDING VAN DE MAAND
Teekening voor de Groene Amsterdammer", door
Nelly Heyligers
Avondjaponnetje van zacht blauw-paarse Crépe de
Chine en grijze met zilver doorweven Kantstot'.
TENTOONSTELLING VAN
KUNSTNIJVERHEID
In de Nederlandsche Vrouwenclub wordt van
20-29 Februari een tentoonstelling gehouden die
voor Vrouwen zeer belangrijk zal zijn. Ze omvat
alleen vrouwenarbeid; uit den vreemde en ons
vaderland. Zoo zijn er o.a. kostbare
kruisnaaldwcrkstukjes van Erica Freund uit Keulen, batiks
van Ragnhild d'Ailly, poppen van Be p Amesz,
leerwerk van Nel Schoo, werk van Marie Rueter, van
Eleonore Endrucks uit Miinchen, Suzanne Bertillon,
Mies van Os en vele andereu. Ook niet-leden hebben
voor de tentoonstelling vrij entree.
E. M. R.
Kindreu!" riep ze, we! verbazend!
Daar komt Piet aan.... is hij razend?"
Rep je, kinders. Doet je best !"
En met een.... leeg was liet nest!
En de vogels sliepten luid
Nog den armen Pieter uit.
't Eenigste, dat Piet gebeurde,
Was, dat Piet zijn broekje scheurde.
Het is een rijk boek, dat Dr. Wirth ons heeft
gegeven en het uitgebreid register wijst hen, die
zich voor dit werk intcrcsseeren, naar veel lectuur op
dit gebied.
En voor wie met de goede herinneringen aan de
kinderjaren de brokstukken en regels van
Verslievcnde oudtantes zuinig bewaard heeft is dit boek:
waarin hij zooveel, wat hij geschonden meedroeg, gaaf
en toegelicht terugvindt, een kostelijk bezit.
DRINK WEINIG MELK
maar goede melk. van betrouwbaar
GEZOND VEE.
HOFSTEDE OUD-BUSSEM
KERKSTRAAT 187. TELEFOON