De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 27 februari pagina 1

27 februari 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

No. 2543 ZATERDAG 27 FEBRUARI 1926 voor Onder Hoofdredactie van G. W. KERNRAMP Redacteuren? H. Brugmans, Top Naeff en G. Nolst Trenité. Secretaris der Redactie! C. F. van Dam UITGAVE : N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang f 10?bij vooruitbetaling. Per No. 25 cent Advertentiën f 0.75 p. Regel - Dispositiekosten 20 Cent REDACTIE EN ADMINISTRATIE t KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM DE CRISIS VAN HET PARLEMENTARISME DEZE week is er te Brussel een vergadering ge houden van de Vereeniging voor de rechten van den mensen", waarop een aantal sprekers van allerlei nationaliteit uit Frankrijk o. a. de Parijsche hoogleeraar Aulard, wel bekend door zijn studiën over de Fransche revolutie het woord hebben ge voerd voor de vrijheid der volkeren en tegen den dictatorialen geest". Misschien is dit onderwerp juist te Brussel aan de orde gesteld naar aanleiding van de fascistische be tooging, die daar kort geleden heeft plaats gehad bij de overbrenging van de vaandels der opgeheven regimenten. Maar reeds de keuze der sprekers een Franschman, een Italiaan, een Hongaar, een Belg bewijst, dat het veldwinnen van den dictatorialen geest een internationaal verschijnsel is en dat in meer dan n land de noodzakelijkheid wordt gevoeld om er tegen te waarschuwen. Tot nog toe waren het vooral de volken van ZuidEuropa, die zich geschikt hebben in de vervanging van den parlementairen regeeringsvorm door de dictatuur. Het voorbeeld, dat Mussolini in Itali gaf, is door Spanje, en later ook door Griekenland gevolgd; de wijze, waarop het dictatoriale gezag wordt uitgeoefend, verschilt in elk der genoemde landen, maar overal heeft het zich door een coup d'état gevestigd. Over de gebeurtenissen in Spanje en Griekenland worden wij hier niet zóó goed op de hoogte gehouden, dat het mogelijk is zich een oordeel te vormen over de gezindheid, die de meerderheid van het volk ten opzichte van het regeeringsstelsel koestert. Maar van Italiëweten wij wat meer, omdat Mussolini en het fascisme vele pennen in beweging hebben gebracht. En uit betrouwenswaardige be richten, die uit dat land tot ons komen, schijnt men wel te mogen afleiden, niet alleen dat het gezag van den dictator daar nog op stevige voeten staat, maar ook dat de meerderheid van de Italianen instemt met het gebruik, dat hij ervan maakt. Bij de kieswethervorming, die Mussolini in 1923 liet aannemen, werden aan de partij, die ten minste een vierde der uitgebrachte stemmen op zich zou vereenigen en alleen die der fascisten mocht verwachten dit resultaat te bereiken twee derden van het aantal zetels in het Parlement verzekerd. Het motief, waarmede deze wet werd verdedigd, heette te zijn: de wenschelijkheid om een einde te maken aan de veelheid der partijen en om een krach tige regeering te verzekeren, steunende op althans de grootste der partijen; in werkelijkheid echter werd bedoeld de heerschappij van Mussolini te hand haven, ook al zou de meerderheid der kiezers zich tegen het fascisme uitspreken. Bij de verkiezingen van 1924, de eerste, die volgens de nieuwe kieswet werden gehouden, was het fas cisme, door de versplintering en de oneenigheid van zijne tegenstanders, dan ook zeker van de overwin ning; maar tevens bleek toen, dat het de meerderheid der kiezers achter zich had; 65 procent van het aantal geldige stemmen werd op de lijsten der fas cisten uitgebracht. In den sedert verloopen tijd zijn de aanhangers van het fascisme waarschijnlijk nog talrijker geworden. Van de Zuid-Europeesche volken plegen wij te denken, dat zij op politiek terrein alevel wat raars hebben", zooals in de Camera Obscura van de stu denten wordt gezegd: zij hebben bij ons nooit als modellen gegolden, wanneer het staatkundig leven zich moest richten; zoo alleen bij hen in de laatste jaren de dictatoriale geest" de heerschende was ge worden, zouden wij vermoedelijk geneigd zijn dit aan het volkskarakter toe te schrijven. Maar ook buiten de landen aan de Middellandsche zee vertoont zich hetzelfde verschijnsel, in het eene wat duidelijker dan in het andere, maar bijna overal ziet men toch de ontevredenheid over het parlemen taire stelsel groeien en hoort men het verlangen uiten naar versterking van de macht der regeering en be perking van die van het parlement. De vorige week heeft de vroegere Fransche gezant hier te lande, de heer Benoit, te Leiden gesproken over ,.de crisis van het parlementarisme", een onder werp, waarover hij reeds uitvoerig had geschreven in de Revue des deux mondes"; naar de verslagen in de kranten te oordeelen, heeft hij de quintessens van die artikels nog eens aan zijne Leidsche toehoor ders voorgedragen. Ook al vergeet men niet, dat de heer Benoit een bepaalde politieke richting is toe gedaan en een andere, dan die van de meerderheid in het tegenwoordige Fransche parlement, dan toch mag men uit hetgeen hij verkondigt afleiden, dat ook in Frankrijk de ontstemming over het parle mentarisme zeer is toegenomen. Te verwonderen is dit niet. De versplintering der politieke partijen is daar zoo groot, dat het voor een vreemdeling uitermate moeilijk valt, het verschil tusschen al deze fracties te begrijpen, ten minste tusschen de beginselen ervan; het lijkt er meer op. dat zij dienen tot bevrediging der persoonlijke eer zucht van sommige afgevaardigden. In gewone tijden bemoeilijkt dit de taak der regeering reeds; hoeveel te meer in de tegenwoordige omstandigheden, nu, ter gezondmaking van de financiën, aan het volk zware lasten moeten worden opgelegd. De Kamer is er niet in geslaagd, de middelen aan te wijzen om uit den nood te geraken; Briand hoeft de hulp van den Senaat moeten inroepen en zal straks misschien tot ontbinding van de Kamer moeten overgaan. wanneer deze halstarrig blijft; maar wie waarborgt hem, dat een nieuwe Kamer ook een betere zal zijn? Men moet er zich eerder over verwonderen, dat in Frankrijk de roep om een dictator nog niet luider wordt aangeheven. Zoomin als in de dagen van het Boulangisme en in latere tijden, die van de Action franc.aise en de camelots du roi, ontbreekt het daar thans aan elementen, die zich om een dictator zouden vereenigen; misschien is het wachten alleen op den man, die de noodige eigenschappen daarvoor bezit. Wanneer men iemand als Benoit hoort, verwerpt hij wel de twee middelen, waardoor een einde kan worden gemaakt aan de crisis van het parlemen tarisme; de revolutie of de dictatuur, maar wat hij dan wel aanprijst ter verbetering van de gebreken, die het parlementarisme aankleven, is zóó weinig overtuigend, en het ongeloof aan de geneigdheid van de democratie om deze kuur te ondergaan. klinkt zóó luide tusschen zijn woorden door, dat men van hem en zijne geestverwanten moet verwachten, dat zij een dictatuur, zooal niet met gejuich, dan toch zonder morren zullen aanvaarden. In Nederland verschillen de toestanden nog wel zooveel van die in Frankrijk, dat de groote meerder heid er zeker niet verlangt naar een dictatuur. Maar de crisis van het parleinentarisme is toch c».|< bij ons reeds ingetreden. De patiënt leed al eenige INHOUD: 12. n 18. 11». 20. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, De crisis van hè! parlementarisme. Prof, Dr. G. Sissingh, l'ruf. Dr. Kamerlingh Onnes f. Dr W. van Ravesteyn, Het eenheidsfront der arbeiders Joh. Braakensiek, lir i and zoekt steun bij den Senaat. G. de Clercq, Bezuinixïngskunst Mr. H. G, Koster, Hoe Ooethe op stellingen promoveerde. Prof. Dr. H. Brugmans, Hoekbcspreking L. J. Jordaan, Duitscli-Italiaansche tonristenboycot. Annie Salomons, Bijlmmstighcclen. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de Natuur O. van Tussenbroek, Toegepaste Kunst. Voor Vrouwen, red. Hlis. M. Rogge. Top Naeff, Dram. Kroniek. Constant van Wesscm, Muziek J. G. Sinia, Onze Koloniën. Prof. Dr. J. Prinsen, Boekbespreking George van Raemdonck, De moderne vrouwenfiguur. C. de Dood, lïen schema voor een nieuw tooneel. Paul Sabel, Financien H. Verstynen, Dierstudie. Carry von Bruggen, Grepen Uit het Klad schrift van Jantje A. Plasschaert, Schilderkunst. 1-- .)? Jordaan. Bioscopy Cel 2, Telefoontje. Alida Zevenboom's Croquante croqitetjcs. Dr?AndrëSchillings, De roep fier aarde, Charivariiis, Cliarivaria -- Kiimgra Nosalis. Hij m. Omslag: Spe/problemen. Bijvoegsel : Joh. Braakensiek, De lun^: duur \'<m de crisis. Kersen Pralines Bijzonder frissché^ Aangename smaatej J*-t cp dfrt naam 'ton onaif-t&int jaren aan een slepende ziekte; de gebeurtenissen van de laatste maanden hebben het proces alleen verhaast. Onverschillig hoe de afloop moge zijn van de pogingen van Mr. Limburg, de waardeering van het parlement en van de politieke partijen in het alge meen is diep gedaald; wat eigenlijk het meest moer verontrusten, is de volslagen apathie, waarmede men alles ondergaat. Wanneer het den heer Limburg, hoven verwachten, mocht gelukken een kabinet samen te stellen, dan is uit den langen tijd, dien hij daarvoor noodig had, toch voldoende gebleken welke buitengewone moeite hel heeft gekost, een aantal mannen te vinden, die niet alleen bekwaam en voor hun taak berekend" waren, maar die tevens genoeg burgerzin hadden om eigen voordeel en gemak aan 's lands belang op te offeren; op te offeren -- want ondanks alle klets praatjes over het gemakkelijke en goed bezoldigde ministersbaantje, blijft het aanvaarden ervan een offer, althans voor hen, die men het liefst minister /ag worden. Fn zoo hij zich van zijn opdracht niet kan kwijten en het demissionnaire ministerie, omdat er toch een regeering moet zijn", wordt verzocht aan te blijven, dan zal eerst recht aan den dag zijn gekomen, hoe diep wij in het politieke moeras zitten. Aan de kabinetscrisis zal dan een einde /ijn ge komen. Maar voor de ziekte van hel parlemeiitarisiiu- /al er een nieuwe, en heviger crisis aanbreken. K K k N KAM l'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl