De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 27 februari pagina 11

27 februari 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2543 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 C3IDDING ITUYNENBURG MUYS| ISCHILDEESI Tcckcntng voor .,c/e Groene Amsterdammer , door J. G. Sinia MUZIEK IN DE HOOFDSTAD DOOR CONSTANT VAN WESSEM D, IE abonnementsconcertcn brachten ditmaal als noviteit een werk van den veramerikaansten Elzasser Charles Loeffler. De connecties, die de dirigent Mengelberg tegenwoordig niet Amerika onderhoudt, brengen vanzelf mee, dat hier werken uit de Nieuwe Wereld geïntroduceerd worden en hier is niets tegen als het belangrijke of om hun kwaliteiten interessante werken zijn. Er zit in Amerika zeker muziek, die het kennismaken waard is, speciaal op het gebied der jazz-muziek, waarvan Amerika het land van de voor keur is en op welk gebied het ongetwijfeld de Amerikaansche muziek kan grondvesten. Indertijd is er hier in dit weekblad opgewezen bij een bespreking der Amerikaansche muziek, dat de Amerikanen het rythmisch element van den jazz voor hebben op de Europeanen, en dat hier in dit rythnie een eigen rijk dom en de ontplooiing voor een eigen kracht meer schuilt dan in de aanpassing van Europeesche muziek vormen, die reeds in Europa geperfectionneerd zijn. Composities van Amerikanen, geschreven op muziek van Amerikaansche bodem en die een echo in het hart van-hun eigen volk vinden, zullen uiteraard interessan ter voor de ontwikkeling der muziek in het algemeen zijn dan het werken met geïmporteerde door de Euro peesche cultuur overgeleverde vormen, en de resul taten wijzen uit, dat dit inderdaad zoo is. (ïruenberg, Whiteman, George Gershwin b.v. hebben scheppingen der jazz-muziek geschreven, waarin zij inderdaad iets oorspronkelijks bereiken (men begrijpt, dat ik met jazz-muziek niet de beruchte (ïassenhauer onzer cat'é's en variété's meen) en ook de rythmische invloed er van op onze Curopeesche componisten is reeds op vallend en hief t zeer stellige vernieuwingen van het rythmisch gevoel ten onzent bewerkstelligd. Edoch, bij du muziek, die Mengelberg uit -Amerika meebrengt, spreekt zijn voorkeur ook een woordje mee en deze voorkeur geldt als bij zoovele musici, die de ernstige" muziek willen, niet de jazz-muziek, in discrediet door onze lawaai-jazz-ban.ds. Derhalve brengt Mengelberg ons niet de bovengenoemde com ponisten, maar Charles Loeffler, Amerikaanse!! com ponist naar woonplaats, niet naar nationaliteit. Zondagmiddag werd van Loeffler gespeeld ee'i orkeststuk ,,A pagant poem", naar Vergiluts, niet piano, hoorn en trompet-solo's. Deze muziek drukt zich uit in de Europeesche muziek-taal der vorige eeuw, is zwaar en romantisch geïnstrumenteerd en verklankt de bekende ergheid" van gevoelens, waar voor in de muziek reeds sinds lang een volkomen con ventioneel geworden muzikale taal bestaat. Zij biedt daarbij geen enkele oorspronkelijke gedachte, geen enkel oorspronkelijk accent, het is alleen knap hand werk, derhalve als muziek aan n stuk door vervelend voor den toehoorder, die op iets zit te wachten, dat niet komt. Het succes dat dit werk van Loeffler be haalde, was dan ook maar matig. Een ruimere mate van toejuichingen viel Zondag avond de elegante celliste Judith Bokor ten deel met het cello-concert van Haydn. Judith Bokor speelt een lichte, soms wat te vluchtige toon, die beter bij de Fiansche muziek dan bij de Duitsche muziek past. Maar haar voordracht had charme en bekoorde het publiek zeer. Mengelberg haalde de 2de symphonie van Bruckner nog eens op. Ik heb er al vaak van gesproken, dat Bruckner voor een hedendaagsch publiek zich niet meer of nauwelijks meer verstaanbaar maakt en dat hij, bezat hij de technische gemakkelijkheid van componeeren van b.v. Loeffler, ons zeker oneindig meer had getroffen, want hier is een componist, bezield van waarlijk hooge en edele gevoelens, die hij, gereali seerd, ontoereikend, in ieder geval moeizaam voor ons uitdrukt. Maar voor de bewonderaars is dat juist het treffende van zijn persoonlijkheid. Ik geloof niet meer aan een nieuwe Bruckner-periode, zooals sommi gen nog doen. MUZIEK D STRIJKINSTRUMENTEN J SNAREN 1-T PAT-J D Achter St. Pieter 4 _J ij O. rVTVi IJX Utrecht _J Tel. 443 _; PIANO'S u J VERHUREN D II VLEUGELS W 1/1 B O E G I N E E S C H E 11 A N D E L S P R A U W E N ''T "T '"'"'" za' z"°''?'S1-'11 'll'' midden der l 7e eeuw geweest zijn, dat macht en rijkdom der Boegineesche landen l 'l tot groote hoogte geklommen waren. De handelsprauweii dezer 1.inden doorkruisten toen in grootei; -l . l getale en in alle richtingen de Indische wateren en hebben er niet weinig toe bijgedragen om de Boegineesche cultuur zooal niet te verbreiden, dan toch grooten invloed te doen uitoefenen tol zelfs in de verste uit hoeken van dit onmetelijk gebied. Naar gelang echter die pranwvaart loiiiam en de handel zich uitbreidde, deed zich ook meer en meer de behoefte gevoelen aan een geschreven wetboek ter vervanging van de slechts bij mon delinge overlevering bekende adafs ten opzichte daarvan, welke tot onophoudelijke geschillen aanleiding gaven, die bij gebrek aan een vaste basis voor hel recht, dikwijls zeer moeilijk tot een einde gebracht konden worden. Men heeft het aan Amanna Gappa, Hoofd of Malowa der Wadjoreezen te Makassar te danken, dat dan ook ten slot t e in het jaar li>7(> zulk een wetboek, de zgn. Oen da n g-oen da n g i u tiertijd door den bekenden zcndelingleeraar Dr. B. F. Matthes in het Nederlandse!] vertaald tot stand kwam. Deze ocndang-oeiidang geeft wel een zeer bij/onderen kijk op het toenmalig beschaeingspeil der B -egineezeii en omdat men veelal geneigd is de beschavingen van vele, in onze YVestersche oogen, nog tamelijk primitieve volkeren min of meer geringschattend te beschouwen en dit te meer wanneer wij voor een dergelijke beschouwing enkele eeuwen nog teruggaan, komt het mij niet ondienst ig voor hier iets uit dit wetboek mede te deeien. \Vij moe ten daarbij niet vergeten, dat in dezen tijd de Oost-Indische Compagnie nog oppermachtig iieerschte in oiv/.e Oost, haar schepen uitzond met eigenlijk het eenige oogmerk zoo groot mogelijke winsten te behalen. De wijze. waarop dat laatste veelal geschiedde, mag ais genoegzaam bekend beschouwd worden. Laat ons nu eens zien hoe de, in de oogen der Hollanders van toen, nog zeer onbeschaafde Boeginees, moest handelen, wanneer hij met zijn prauw ter koopvaart ging. ook om rijkdom te verwerven, (l loot'dstuk XXV der Oendang-Oendang). Het begint al met een bloemrijke beschrijving van de zoogenaamde bagilaba": ,,Het i^eld en de handelswaren, ictiarniede men i'in>r L;eineensehn;'peli/k'e rek'enin^ handel (/////> ( h:i:.'il<il':tt, :iïn cis '! ini't een boom, die op r/cr ivurtcls rusi, ui! i'ierdelei s<mr! i'un tuiide \'n/>r!spruit. \Vilt t"e!t ^een enkeu \i',»te[ rernielen,' n'unt :»n ^;/ Jat doen muntf, kunnen uwe kinderen en kleinkinderen dien hnmn n:el meer ereen." Hierna volgt eene omschrijving van hetgeen men derhalve niet mag doen met het toevertrouwde geld, terwijl daarna de vier volgende punten worden opgenoemd, waaraan men zich dient te houden wil men rijkdom verwerven. Pijper Het tweede concert van Bertha Seroen en \Villcin Pijper bracht wederom interessante kennismakingen met nieuw werk van Auric, Pizzetti en Pijper zelf. De ,,Cint| poèmes" van Auric op tekst van de Nerval zijn een schepping uit de nieuwe periode van Aurie's ,,omkeer" naar het klassieke genre der Tweede Keizerrijk"-mnzick (Offetibaeh, de romance, de popu laire melodie, etc.). Het zijn chansons van het bekende gehalte, gemakkelijk, charmant, voor het gehoor wat goedkoop", doch van een sterke beheerschiug der kunstvaarding. De melodieën van Pizzetti zijn van edeler gehalte, hoewel wat zwaar van expressie. Beide genres werden voortreffelijk door Mevrouw Seroen vertolkt. De twee nieuwe sonatines van Pijper, die de compo nist zelf speelde, zijn strak en sober, zeer kort en voor mijn gevoel wat te experimenteel geschreven. Om er echter een oordeel over uit te spreken zouden ze vaker gehoord moeten worden. Huldigt Auric ,,1'esth tique du plaisir", Pijper eerder het tegendeel en hij vergt veel van zijn toehoorder. Seroen gaf een herhaling van de charmante Soiréis de Pelrograde" van Milhaud, die een der beste voor drachten van deze zangeres blijven, fivffciid was ook de herhaling van Matthijs NVrnienli-ii's La Vcüle", dat nog eens de dramatische en b, kkmmeiide oogeiiblikken van den oorlogstijd terugriep. N. V. KUNSTZALEN DE SIRKEL" Laan van Meerdervoort 53 D DEN HAAG TEL. 36518 WERKEN VAN MODERNE MEESTERS Kunstboeken, Sieraden, Glaswerk Leerdam Unica HRS Aardewerk 2.*> Reproducties naar oude meesters

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl