Historisch Archief 1877-1940
No. 2543
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
B I O S C O P Y
DOOR L. J. JORDAAN
LON CHANEY
De man, die de klappen krijgt. Tuschinsky
K heb het lang opgegeven te vech
ten tegen het variété-gedeelte der
bioscoop-programma's. In een tijd,
waarin een kunstzinnige overheid
niets nalaat om de film-theaters
moreel en finantiëel te nekken
mag men de bioscoop-directies niet
1 hard vallen, wanneer zij den zwaren
en ergerlijk-onrechtvaardigen strijd
om het bestaan voeren met al
de middelen, die hun ten dienste
staan. Tegenover het kei-harde
conservatisme en de belachelijke kortzichtigheid
van autoriteiten, die de film tegenwerken, omdat
zij toevallig niet in hun hoogst gewichtigen persoon
lijken smaak valt of omdat zij ('t komt voor !) er
eigenlijk niets van weten is ieder inferieur variét
nummer een daad van wettige zelf-verdediging. En
wanneer de stille schoonheid van een werkje, als Eert
uw vrouw" wordt ingeleid door een paar luidruchtige,
krollende Dancing-girls" of de nobele majesteit
van een Adelaars"-film door de evocaties van een
Zingende zaag".... dan valt de volle verantwoorde
lijkheid voor zulke smaakverpestende
barbaarschheden op onze stedelijke besturen, die dan ook
trouwens meestal een afdeeling?Kunstzaken" rijk'zijn.
Waarmee ik maar zeggen wil, dat wij, critici, ge
leerd hebben het Schitterende nummer op het
tooneel" met gelatenheid te aanvaarden al weten
we, dat het de emancipatie der film-kunst verhindert
en de ernstige menschen uit de bioscoop jaagt. Maar
verder mogen wij ook niet gaan: ons oordeel in
dezen verwarden, hybridischen toestand moet vóór
alles zuiver blijven ! Het variété-nummer, goed of
slecht, is een noodzakelijk kwaad zijn combinatie
met de film, in welken vorm ook, een stijlloosheid. Deze
waarheid moge de criticus op tactische gronden
tijdelijk in verzachtenden vorm uiten of met stil
zwijgen voorbijgaan.... haar verloochenen kan hij
nimmer als hij ei tenminste op gesteld is, dat zijn
mooi en nuttig werk ernstig wordt opgevat. Wanneer
ik dan ook in een onzer groote bladen lees, dat de
film ,,De man, die de klappen krijgt" verbleekt
na den langen, krachtigen proloog" dan acht ik
mij verplicht, bij wijze van protest, voor ditmaal, het
stilzwijgen over het tooncel-gedoe te verbreken.
Het doet aan de persoonlijke prestaties der
medespelenden in dezen proloog niets toe of af, wanneer
wij tot de erkenning komen, dat een
gelegenheidsensemble, hetwelk een bont en rammelend allegaartje
van declamatie, zang, dans en acrobatiek ten beste
geeft naast een weloverwogen artistieke eenheid,
als een goede film toch is eenvoudig niet in aan
merking komt en hoogstens storend en irriteerend kan
werken. Wel verre van te verbleeken, is de zwijgende
ernst van de film na het gezongen en gesproken
gelamenteer van den proloog een weldaad !
Want De man, die de klappen krijgt" is een zeer
goede film zooals ik hier met vreugde constateer.
In de eerste plaats wel door de prestatie van Lon
Chaney.
Het is hoogst belangwekkend, dezen karakterspeler,
dien we tot nog toe slechts in allerlei vermommingen
en verminkingen konden gadeslaan, eens in een
gewone" rol te mogen bestudeeren. En de indruk,die
men van hem krijgt, is zóó goed dat men zich ver
drietig afvraagt, waarom een film-speler van deze
beteekenis, tot nog toe steeds, afzichtelijk toegetakeld,
in allerlei draken-karakters is opgetreden.
Men kent de uitdrukking ,,het tooneel vullen".
Een acteur, die het tooneel vult, maakt iedere scène,
belangrijk of onbelangrijk, waarin hij optreedt tot
iets boeiends en levends. Zonder hem is het tooneel
leeg en dood en het is wel een der hoogste lof tuit ingen,
aan het genie van Louis Bouwmeester, wanneer men
deze prominente eigenschap van zijn
kunstenaarspersoonlijkheid naar voren brengt. Het valt dikwijls
moeilijk na te speuren, waaruit die magische suggestie
van den tooneel-kunstenaar ontstaat. Is het de stem?
Of het gebaar? Of het masker? Of is het een algemeen,
niet nader te definieeren fluiduin, dat van deze
krachtige en belangrijke figuren uitgaat? Hoe dit
zij hetzelfde merkwaardige verschijnsel duet zich
voor bij film-spelers, (jij behoeft den kop van een
Jannings slechts even op liet doek (e zien, om te
ondervinden, dat hij u niet meer loslaat -- gij ziet
het masker van een Asta Nielsen slechts enkele
seconden en gij weet, dat haar fascineerende oogen
en gevoelige mond u zullen boeien tot het einde.
Nu is het een wonderlijke gewaarwording den
griezel-acteur bij uitnemendheid Lon Chaney, die
men als zoodanig slechts matig apprecieerde her
schapen te zien in een klein bewegelijk mannetje, met
een rap, treffend gebaar en .... met datzelfde geheim
zinnige vermogen van het doek te vullen". Welk een
jammerlijke misvatting, - dit prachtige,
smartelijkgegroefde masker, dat als een kostbaar instrument
op de geringste aandoening reageert en waarin de
oogen staan als twee spiegels van diepe, berustende
melancholie te verminken tot een gruwelijk nacht
merrie-fantoom. Welk een zinneloos vandalisme deze
fijne, gevoelige natuur, die zich weet te uiten in teere
en verstilde nuances op te zweepen tot allerlei
melodramatische ijselijkheden. Welk een dwaze
verspilling tenslotte, compleete Opera's en
NótreDame'"s te bouwen rondom deze kleine figuur, die
geheel alleen.... het doek vult"!
Lon Chaney heeft niet de creatie van De man, die
de klappen krijgt" bewezen een voortreffelijk kunste
naar te zijn van een wel zeer on-Amerikaausche
noblesse. Uitteraard zijn de scènes, die hij met
ongeschminkt gezicht speelt het beste - de tooneelen,
waarin hem het verraad van den vriend en de ontrouw
van zijn verloofde duidelijk worden, zijn van een
ontroerende schoonheid en hij vertoont in zijn uit
beelding van het stille, milde leed een opmerkelijke
gelijkenis met Moissi. Maar ook de laatste acten
zijn buitengewoon mooi het is bewonderenswaardig,
zooals hij diezelfde superieure, berustende smart weet
uit te drukken, door de dikke schminklaag van het
groteske clowns-masker heen wel een wonderlijke
wijze van verbleeken", na het huilerige
Lach-danPaljassoo !"-verdriet van den proloog.
TELEFOONTJE
DOOR CKL '2
Van de overige medespeleiiden, niet uitzondering
van den clownesken Graaf" niets dan goeds, De
Baron" is, in zijn kille, stalen wreedheid zelfs uit
muntend. Een speciale vermelding verdient nog de
(ongenoemde) regisseur. De metamorfose van de
honende clowns in de lachende Academici, van de
clowns-kop uit het laatste tooneel in dien van den
geleerde uit de eerste acte. toonden een juist begrip
van 't gebruik der film-materie evenals het afscheid
van Marie's minnaar. Ik wil hier iiiet in gedetailleerde
vergelijking treden met Variété" van Dupont.
Veeleer wil ik de/.e uitstekende Anierikaansche film
met vreugde en zonder ediige reserve vernielden.
NORDISK- IL'BILML'M
l/C
"AT zon het interessant zijn
geweest, indien de Nordisk-film
Cy., eens een retrospectief over
zicht hadde gegeven van de
ontwikkeling der film-kunst
waarin zij een zoo werkzaam
aandeel heeft gehad, door
het vertooncn van
fragmentenfilms uit dien ouden, bewogen
tijd, toen de cinematografie
haar eerste wankele schreden
zette. Welk een belangwekkend
en kostbaar materiaal zou zij geboden hebben voor
de studie van den groei van het trilbeeld. Hoe leerzaam
en nuttig ware het geweest figuren als Alf. Bliiteeher,
Waldemar Psylander, Olaf Eónss, l.auridz Olscu en
vele anderen terug te zien om van .Asta Nielseii
nog te zwijgen.
Helaas ?- iustede daarvan heeft zij gemeend een
jubileums-film te moeten samenstellen, van een
genre, dat reeds lang dood en begraven is. .Als hoofd
persoon fungeert daarin een Nordisk-artist, die hoe
geliefd ook bij de bakvisschcn, nimmer tot de sterksten
hoorde. Gunnar Tolnaes is oud geworden en de
adoreerende bakvisschcu van destijds zijn thans brave
huismoedeis, die zich aanmerkelijk meer interesseeren
voor de kleercn van hun kroost, dan voor welken
filmbeau ook. En daarmee is de grootste attractie van
Gunnar Tolnaes verdwenen, liet is uitermate ver
velend deze verwelkte harten-breker negen acten lang
in allerlei duizelingwekkende costumes Ie zien
rondloopen, met een afwezigheid van ad ie, waarop
Valentino jaloerseh kan zijn. Het is zijn geluk, dat de
spelers hecleinaal niets zijn: het juffen ie i
en machteloos de jonge'it'g is onlvnullig
komiek van liet geval, die onder deii provo-ere
naam van Hein Piepeiibrink. in de s;edaaule v
zeeman met plat telands-dumiiie'. --haar op h
verschijnt is om op te schieten. Ten
n\\\roept de film allerlei vernietigende reministeiizen
wakker aan een vroeger werk (Das Indische Grahma!)
Ben jij daar, Bougie?
Met je ouden sobat, Cel 2....
Werkelijk? Heb je mijn stem herkend? Dat is
sterk. Zeg, je bent toch ook weinig veranderd.
Net als in Delft. Herinner jij je nog die fuif op
de kast van ....
Precies. Arme kerel. Is ook al minister geweest !
Ja, wij dachten wel dat het slecht met hem af zou
loopen. Ik houd voor jou ook mijn hart vast, Bougie !
Nou, echt een antwoord van jon. Er staat net
niet in wat er in moet staan.
- Waarachtig? Ik dacht, eerlijk gezegd, dat van
Karnebeek je er mee geholpen had. Zoo'n beetje zijn
sfinx-stijl.
En dus ben je nu je eigen Directeur-Generaal .....
- - Ik vind dat je je collega's een prachtig voorbeeld
geeft. In de eerste plaats al van wege de bezuiniging.
En dan is 't zoo goed voor 't ministerieele prestige. . . .
Prestige" een beroerd woord? Ja, jij gebruikt
het nog al eens verkeerd. Let eens op dat ze alle
negen je voorbeeld gaan volgen. Schokking past nu al
alle mogelijke veldwachtershelmen op en Lambooy
kun je 's avonds voor de Alexander-Kazerne vinden
als schildwacht.
-?Maar heb je wel aan de consequentie van je
prachtige daad gedacht !
Emerson heeft al gezegd dat een fatsoenlijk
man zich de weelde van inconsequenties kan ver
oorloven omdat hij toch fatsoenlijk blijft, maar als jij
zoo doorgaat, stuur je overmorgen je
secretarisgeneraal met verlof en dan je bode en zoo vervolgens
je heele Departement, en als ik over drie maanden een
postzegel van een cent kom koopen, zit je zelf achter
het loket je en wat belet ie straks om zelf de brieven
te bestellen?
| a, waarom ook niet? Het is in dezen van dicta
tuur zwangereii tijd eigenlijk de weg en als ik lieg dan
doe ik 't in commissie, maar van de week is me inden
Haag verzekerd dat Colijn zelf al op stap is geweest
om de dwangbevelen te betcckencii.
Non, Bougie, ik hoop voor jou en de l'. T. T. dat
Limburg nog een jaartje ot' zoo aan 't formeeren blijft.
Ik hoor dat hij er een nieuwe denii voor heeft aange
schaft. Sterkte en huud dien Boon in de gaten ..
H
eel aardig ! Hij lijkt me ook
Ta ! Ta ! En als je bij mij een brief in de bus moei doen,
denk er dan om: in de bovenste. .Anders maken mijn
beneden-buren ze open. Adieu....
NIE U W E UIT G A V E N
Hulstkamp en Zoon en Moulijn, likeurstokers te
Rotterdam geven ter gelegenheid van het
honderdvijftigjarig bestaan van hun firma een gi'illustri'ertt
gcilt'iiksi'hrift uit.
.\urti, Ellerman's nieuw magazine, Ie jaargang,
nummer l bevat o.a. bijdragen van Heiiri v.
Wernierskerken, Helene Swarth, Retie de Clercq, J.
Zeldenthuis, (i. H. Priem, Henri van Booven, Jeaune
Reyneke van Stnwe, Charles van lersel en teekeningen
van Th. Voorstad, W. Bielkine, Is. van Mens, W
i leskes.
?)<? (jf'«'s iiinr de (icnicciite \'Uringen bevat tal van
geïllustreerde bijdragen ovei en een plattegrond
vandeze belangrijke Zeeuwsche stad. liet boekje werd
uitgegeven door NA'. D. l |. Alta te .Amsterdam.
<>!> ci'ii />!.'.';/ ;?.". iinr.u'li. geeft dansstnuies over
Gertrud !.<.i>tiknu. Niddy Impekoven, llannelore
Ziegler en Edilh vuil Schrer.ck \an de hand van
|ohan Theunisz. l'ilgave van de l'itgevers Maat
schappij De Gulden Ster" ie Amsterdam.
'GiRATIS TÖEZ. maand: WONING^SlOS.