De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 27 februari pagina 5

27 februari 1926 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2543 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BOEKBESPREKING Fr. de Witt Huberls, Uit de jeugd/aren van stadhouder Willem 111. 's-Graventiage, C. Naeff, 1025. Een boek, dat zich onder dezen titel aandient, is moeilijk te beoordeelen. Immers op volledigheid aan den eenen, op beknoptheid aan den anderen kant maakt het volstrekt geen aanspraak. Wie iets uit de jeugdjaren van Willem 111 wil mededeelen, is betrek kelijk vrij in de keuze van zijn stof: hij kan zich bepalen tot wat hem belangrijk voorkomt; hij kan alle vragen naar meer of minder afweren met de op merking, dat hij maar hier en daar een greep heeft willen doen en dat een ander natuurlijk weer anders zou grijpen dan hij. Daartegen is natuurlijk weinig of niets in te brengen, mits de schrijver zich zelf en ons zorgvuldig rekenschap geeft van de methode, die hij gevolgd heeft bij de keuze van zijn bijzonder heden. Die methode nu is niet geheel duidelijk. De inleiding spant onze verwachtingen vrij hoog. Hoe is de wor ding geweest van dezen mensch, die bijna ongeleid zijn weg moest vinden, welke raseigenschappen hebben het sterkst in hem gewerkt, hoe ontstaan zijn levensbeschouwing, zijn zelfbewustheid, zijn zelfbeheersching, zijn jeugdige ernst? Hoe hebben wij hem te beschouwen in zijn waarachtig perspectief, hoe te verklaren het ontstaan van het richtsnoer zijns levens, van de kiemen, waaruit later zou opbloeien de Willem III, wiens daden, de goede, zoowel als de minder goede, wij slechts kennen? Ziet daar de vragen, welke zich naar voren dringen en die op een volledig antwoord wachten". Dat klinkt nog al hoopvol en vol belangstelling wil men verder lezen. Maar dan neemt plotseling de schrijver zijn draai met het niet onbekende Engelsche citaat: All history is comprised of great and small things; of the great things it is built, but it is of the small things pcople wish to know". En dan is meteen het karakter van het boek aangegeven in de volgende woorden: In de volgende bladzijden zijn vele van die small things uit de jeugd jaren van Willem 111 vermeld, niet alleen omdat people wish to know, maar ook wijl het leven van den enkeling in hoofdzaak uit kleine gebeurtenissen wordt opgebouwd, omdat ook schijnbaar onbeteekenende voorvallen bijdragen tot de vorming van een karakter". Dat is natuurlijk tot op zekere hoogte waar, maar ook slechts tot op zekere hoogte. In de oudheid Plutarchus, in den modernen tijd Taine hebben den nadruk gelegd, ieder op hun wijze, op de petits. faits caractéristiques" en daarop voor een niet gering deel hun historisch werk opgebouwd. Maar zelfs bij Plutarchus en bij Taine zijn de bezwaren niet uit gebleven; het Waren dikwijls de petits faits", die naar voren kwamen, maar niet de faits caractJristiques". En dan -?welk een historische kunst is niet vereischt om uit zulke kleine steentjes een waarlijk historisch mozaiekwerk te fornieeren ! Nu is de heer De Witt Huberts evenmin een Plutarchus. als een Taine, wat niemand van hem zal cischen, maar wat toch de goede toepassing van zijn methode ten zeerste belemmert.Want wat deze zeker zeer naarstige onderzoeker ons als het resultaat van zijn speurtalent mededeelt, zijn zeer veel feiten, die vrij los verband met elkander houden en die ten slotte te /.amen niet zoo heel veel zeggen. Er is in dit boek weinig sprake van het innerlijke leven van dezen grooten Oranje, van zijn ontwikkeling evenmin. In hoofdzaak wordt onze aandacht bepaald bij uiterlijke dingen, die Wel eenige bekoring hebben als alles uit een sterke periode van beheerscht leven, maar die toch niet zoo heel karakteristiek zijn voor het intieme leven van den prins en zijn leeftijd. En zeer belangrijke feiten als de acte van S2clusie,het eeuwig edict, de aanneming van den prins als kind van staat, zijn erkenning als eerste edele van Zeeland, zijn opneming in den raad van state worden nauwelijks en alleen van den tiiteriijken kant besproken. En daarbij is het toch wel karakteristiek, dat het eeuwig edict niet volledig wordt weergegeven en de acte van har monie in het geheel niet wordt genoemd. Dat is wat aan den oppervlakkige!! kant. Wat al te summier is ook de opgave der bronnen aan den voet der bladzijde. Wat wil liet zeggen, als alleen Aitzema, Mercurius, Reports of the royal commission, Handschrift rovestins wordt opgegeven zonder opgave van bladzijde en zelfs van deel. Spellingen als Pepy, Aubry du Maiiriez, Maregnault, Wicqucvoort zijn op zijn minst afwijkingen van de meest gebruike lijke. Zoodat dit boek ons loch weinig bevredigt, al staan er heel wat aardige bijzonderheden in en al be hoort het misschien tot de lectuur, die men in breiden kring graag leest. DE DUITSCH-ITALIAANSCHE TOURISTEN-BOYCOT TeekenJnif voor ,,t/e Groene Amsterdammer c/oor L. J. Jordaan DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT VERZINKT, VERLOOOT, VERKOPERT ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING TEGEN BILLIJKE PRIJZEN. LOONSCHOOPEERAFDEELING. WAS SICII LlHIiT, J).\S NKCKT SICH Een aardig en ook leerzaam boek heeft dr. P. Leendertz Jr. dezer dagen in het licht gezon den over ons befaamd volkslied. De bestudeering van het geuzenliedboek bracht den schrijver zelf tot het geuzeiilied bij uitnemendheid, het Wilhelmus, dat na een zeer bewogen bestaan van meer clan drie en een halve eeuw ten slotte meer dan eenig ander ons volkslied bij uitnemendheid is geworden. Terecht was dr. Leendertz van meening, dat het van zeer groot belang is, dat men in de eersie plaats den tekst van het lied leert verstaan; want juist deze eeuwaardige tekst is ons lief; met fijn onderscheidings vermogen heeft ons volk nimmer een verandeiing of navolging «Is volkslied willen aanvaarden. Daarom vinden wij hier na een inleiding den tekst van hei geuzenliedboek van l .W l, gevolgd door de verkla ring van dien tekst, couplet vuur couplet. Bovendien Iaat de schrijver dan volgen een studie over de oor spronkelijkheid het is volgens hem geen vertaling noch uit het l;ransch noch uit hel Duitsch , een bespreking van de melodie, die natuurlijk uit l-'raukriik is go komen, een studie over den tijd van vervaardiging, die kan worden vastgesteld op einde lödS o t' begin löfi'.i, een onderzoek naar den dichter, waarvoor u r. Leendertz op goede gronden Mainix houtd; Un slotte een zeer uitgebreide geschiedenis \;m liet lied. waaruit ten duidelijkste blijkt, hoe populair het Wilhelmus de eeuwen door geweest is. In de bijlagen geeft dr. Leendertz den tekst van Valerius, de Duitsche ver taling, de Duitsche en de Fransche vertaling, ten slotte de parodie. Alles te samen genomen een zeer nuttig en lezenswaard geschrift, waarin alleen de melodie van het Wilhelmus en haar merkwaardige geschiedenis wat te kort komt. II. IMUV.MANS Wilt ge Uw Woning verfraaien ? nEEBEnGBACNT 5OC AM5TEQDAH H AARS)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl