Historisch Archief 1877-1940
No. 2543
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
BOEKBESPREKING
Fr. de Witt Huberls, Uit de jeugd/aren van
stadhouder Willem 111. 's-Graventiage,
C. Naeff, 1025.
Een boek, dat zich onder dezen titel aandient, is
moeilijk te beoordeelen. Immers op volledigheid aan
den eenen, op beknoptheid aan den anderen kant
maakt het volstrekt geen aanspraak. Wie iets uit de
jeugdjaren van Willem 111 wil mededeelen, is betrek
kelijk vrij in de keuze van zijn stof: hij kan zich
bepalen tot wat hem belangrijk voorkomt; hij kan
alle vragen naar meer of minder afweren met de op
merking, dat hij maar hier en daar een greep heeft
willen doen en dat een ander natuurlijk weer anders
zou grijpen dan hij. Daartegen is natuurlijk weinig
of niets in te brengen, mits de schrijver zich zelf en
ons zorgvuldig rekenschap geeft van de methode,
die hij gevolgd heeft bij de keuze van zijn bijzonder
heden.
Die methode nu is niet geheel duidelijk. De inleiding
spant onze verwachtingen vrij hoog. Hoe is de wor
ding geweest van dezen mensch, die bijna ongeleid
zijn weg moest vinden, welke raseigenschappen
hebben het sterkst in hem gewerkt, hoe ontstaan
zijn levensbeschouwing, zijn zelfbewustheid, zijn
zelfbeheersching, zijn jeugdige ernst? Hoe hebben wij
hem te beschouwen in zijn waarachtig perspectief,
hoe te verklaren het ontstaan van het richtsnoer zijns
levens, van de kiemen, waaruit later zou opbloeien
de Willem III, wiens daden, de goede, zoowel als de
minder goede, wij slechts kennen? Ziet daar de vragen,
welke zich naar voren dringen en die op een volledig
antwoord wachten". Dat klinkt nog al hoopvol en
vol belangstelling wil men verder lezen. Maar dan
neemt plotseling de schrijver zijn draai met het niet
onbekende Engelsche citaat: All history is comprised
of great and small things; of the great things it is
built, but it is of the small things pcople wish to
know". En dan is meteen het karakter van het boek
aangegeven in de volgende woorden: In de volgende
bladzijden zijn vele van die small things uit de jeugd
jaren van Willem 111 vermeld, niet alleen omdat
people wish to know, maar ook wijl het leven van
den enkeling in hoofdzaak uit kleine gebeurtenissen
wordt opgebouwd, omdat ook schijnbaar
onbeteekenende voorvallen bijdragen tot de vorming van een
karakter".
Dat is natuurlijk tot op zekere hoogte waar, maar
ook slechts tot op zekere hoogte. In de oudheid
Plutarchus, in den modernen tijd Taine hebben den
nadruk gelegd, ieder op hun wijze, op de petits.
faits caractéristiques" en daarop voor een niet gering
deel hun historisch werk opgebouwd. Maar zelfs bij
Plutarchus en bij Taine zijn de bezwaren niet uit
gebleven; het Waren dikwijls de petits faits", die
naar voren kwamen, maar niet de faits
caractJristiques". En dan -?welk een historische kunst
is niet vereischt om uit zulke kleine steentjes een
waarlijk historisch mozaiekwerk te fornieeren ! Nu
is de heer De Witt Huberts evenmin een Plutarchus.
als een Taine, wat niemand van hem zal cischen, maar
wat toch de goede toepassing van zijn methode ten
zeerste belemmert.Want wat deze zeker zeer naarstige
onderzoeker ons als het resultaat van zijn speurtalent
mededeelt, zijn zeer veel feiten, die vrij los verband
met elkander houden en die ten slotte te /.amen
niet zoo heel veel zeggen. Er is in dit boek weinig
sprake van het innerlijke leven van dezen grooten
Oranje, van zijn ontwikkeling evenmin. In hoofdzaak
wordt onze aandacht bepaald bij uiterlijke dingen,
die Wel eenige bekoring hebben als alles uit een
sterke periode van beheerscht leven, maar die toch
niet zoo heel karakteristiek zijn voor het intieme leven
van den prins en zijn leeftijd. En zeer belangrijke
feiten als de acte van S2clusie,het eeuwig edict, de
aanneming van den prins als kind van staat, zijn
erkenning als eerste edele van Zeeland, zijn opneming
in den raad van state worden nauwelijks en alleen
van den tiiteriijken kant besproken. En daarbij is
het toch wel karakteristiek, dat het eeuwig edict
niet volledig wordt weergegeven en de acte van har
monie in het geheel niet wordt genoemd.
Dat is wat aan den oppervlakkige!! kant. Wat al
te summier is ook de opgave der bronnen aan den
voet der bladzijde. Wat wil liet zeggen, als alleen
Aitzema, Mercurius, Reports of the royal commission,
Handschrift rovestins wordt opgegeven zonder
opgave van bladzijde en zelfs van deel. Spellingen als
Pepy, Aubry du Maiiriez, Maregnault, Wicqucvoort
zijn op zijn minst afwijkingen van de meest gebruike
lijke. Zoodat dit boek ons loch weinig bevredigt, al
staan er heel wat aardige bijzonderheden in en al be
hoort het misschien tot de lectuur, die men in breiden
kring graag leest.
DE DUITSCH-ITALIAANSCHE TOURISTEN-BOYCOT
TeekenJnif voor ,,t/e Groene Amsterdammer c/oor L. J. Jordaan
DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT
VERZINKT, VERLOOOT, VERKOPERT
ONAFHANKELIJK VAN VORM EN AFMETING
TEGEN BILLIJKE PRIJZEN.
LOONSCHOOPEERAFDEELING.
WAS SICII LlHIiT, J).\S NKCKT SICH
Een aardig en ook leerzaam boek heeft dr. P.
Leendertz Jr. dezer dagen in het licht gezon
den over ons befaamd volkslied. De bestudeering
van het geuzenliedboek bracht den schrijver zelf
tot het geuzeiilied bij uitnemendheid, het Wilhelmus,
dat na een zeer bewogen bestaan van meer clan drie
en een halve eeuw ten slotte meer dan eenig ander
ons volkslied bij uitnemendheid is geworden. Terecht
was dr. Leendertz van meening, dat het van zeer
groot belang is, dat men in de eersie plaats den
tekst van het lied leert verstaan; want juist deze
eeuwaardige tekst is ons lief; met fijn onderscheidings
vermogen heeft ons volk nimmer een verandeiing
of navolging «Is volkslied willen aanvaarden. Daarom
vinden wij hier na een inleiding den tekst van hei
geuzenliedboek van l .W l, gevolgd door de verkla
ring van dien tekst, couplet vuur couplet. Bovendien
Iaat de schrijver dan volgen een studie over de oor
spronkelijkheid het is volgens hem geen vertaling
noch uit het l;ransch noch uit hel Duitsch , een
bespreking van de melodie, die natuurlijk uit l-'raukriik
is go komen, een studie over den tijd van vervaardiging,
die kan worden vastgesteld op einde lödS o t' begin
löfi'.i, een onderzoek naar den dichter, waarvoor u r.
Leendertz op goede gronden Mainix houtd; Un slotte
een zeer uitgebreide geschiedenis \;m liet lied. waaruit
ten duidelijkste blijkt, hoe populair het Wilhelmus
de eeuwen door geweest is. In de bijlagen geeft dr.
Leendertz den tekst van Valerius, de Duitsche ver
taling, de Duitsche en de Fransche vertaling, ten
slotte de parodie. Alles te samen genomen een zeer
nuttig en lezenswaard geschrift, waarin alleen de
melodie van het Wilhelmus en haar merkwaardige
geschiedenis wat te kort komt.
II. IMUV.MANS
Wilt ge Uw Woning
verfraaien ?
nEEBEnGBACNT 5OC
AM5TEQDAH
H AARS)