De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 27 februari pagina 9

27 februari 1926 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2543 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE FOUT DER MODERNE VROUW DOOR MR. B. BAKKER?NORT TV/T EJUFFROUW Naber heeft in het Februari?'???'? nummer van het Haagsen Maandblad een artikel geschreven over de Fout der Moderne Vrouw. Een lezenswaardig en goed geschreven betoog, ^ooals alles wat vloeit uit de pen van deze begaafde schrijfster. Maar al bewonderen we den vorm, met den inhoud behoeven we het daarom niet eens te zijn. Mejuffrouw Naber neemt als basis van haar rede neering aan, dat de verwezenlijking van het feminis tisch ideaal erkenning der gelijkwaardigheid van .man en vrouw in wet en zeden een voldongen feit is. Daaruit vloeit volgens haar een zekere moedeloosheid bij de moderne vrouw voort, iets fouts, omdat wij met de gerijpte vrucht in onze handen eigenlijk ver,legen staan en niet recht weten wat er mee aan te vangen." Zij wil daarom de moderne vrouw een nieuw .ideaal geven en stelt voor, dat we thans onze meisjes moeten verlossen van den druk der conventioneele ?opvatting dat het huwelijk zou zijn de eigenlijke, de hoofdbestemming der vrouw, en dat de ongehuwde vrouw even zeer in aanzien behoort te staan als de gehuwde. Hoe nu, heeft de schrijfster de laatste kwarteeuw, dan zoo geheel in afzondering of in innerlijke over peinzingen geleefd, dat ze niet weet dat deze stelling reeds lang niet meer bevochten wordt? Men behoeft «m de Waarheid hiervan te erkennen slechts te denken aan het verschil in het leven der ongehuwde oudere vrouw van heden met dat der oude vrijsters in het verleden. Ja, het is niet te veel gezegd om te beweren -dat dit laatste specimen is uitgestorven. De oude vrijster een voorwerp van medelijden en beklag en meestal ook van exploitatie der gansene familie bestaat niet meer. Ze is vervangen door de zelf standige onafhankelijke ongehuwde vrouw van het :heden, die in plaats van beklaagd door menige ge trouwde vrouw benijd wordt om haar financieele ?onafhankelijkheid en geestverfrisschenden arbeid, die ?de laatste zoo dikwijs moet missen. Neen, inderdaad het in bescherming nemen van de ongehuwde vrouw tegenover de gehuwde is in onze tegenwoordige maat schappij zand dragen naar de woestijn. De woorden van den Heiligen Augustinus, ,,Ge huwde vrouwen mogen er trotsch op zijn dat ze het naaste staan aan maagden," is in anderen zin dan de Heilige het meent, in vervulling gegaan. Dit quasi nieuwe ideaal werd reeds zoo lang verwezenlijkt, dat er reeds weer bestrijding op gevolgd is, zooals in Ina Boudier's Het Tekort der Vrouw". Daarmee kan mejuffrouw Naber geen troost geven aan de volgens haar moedelooze vrouw. En evenmin met de ?consequentie die zij uit haar stelling afleidt, dat nl. de opvoeding onzer meisjes niet meer, zooals door Elise van Calcar in 1873 in haar brochure ,,De dub bele Roeping der Vrouw" is betoogd, gericht moet zijn op het tweeledig doel: huwelijk en vakopleiding. De meisjes behooren een vakopleiding met jongens tezamen te ontvangen, ,,om haar te vormen tot vrou wen sterk en onafhankelijk door eigen loonarbeid, .kennende de bezieling van de beroepsliefde, rijk en bevredigd door haar aandeel aan den gemeenschapsarbeid, gelukkig in haar moederschap voor wat zij zwak en klein vindt op haar weg." Heel mooi gezegd, doch deze waarheid eveneens reeds jarenlang naar voren gebracht door de feminis ten, is ook reeds zoo oud, dat ze alweer versleten puntjes vertoont. Juist immers, omdat de nuchtere werkelijkheid van den beroepsarbeid niet zoo mooi glanst als het ideaal, is de moderne vrouw ontmoedigd. En vereenvoudiging der huishouding op grond van .gebrek aan interne hulp behoeft waarlijk evenmin gepropageerd te worden, die voltrekt zich door de noodzaak van zelf. Zie slechts het verschil van in richting der moderne paartjes, die een huishouding opzetten en die hunner moeders en vaders. Toen de laatsten trouwden, sprak het in burgerkringen van :zelf, dat ze begonnen met tenminste n dienstbode. Nu betrekken de meeste paartjes uit denzelfden stand een heel eenvoudige flatwoning en electrische appara ten zijn dikwijls de eenige vaste hulp in de huishou ding. Toch ondanks geheel verschillend standpunt, stem ik juffrouw Naber toe, dat er iets fouts is" bij de moderne vrouw. Maar deze is niet dat ze bij de berei king van het feministisch ideaal verlegen staat met de gerijpte vrucht. De vrucht is immers nog niet rijp, en het doel van het feminisme nog lang niet bereikt. En juist dat ze meent, dat zij het doel heeft bereikt en dus niet verder behoeft te strijden, is de fout van de moderne vrouw. Mejuffrouw Naber en velen met haar gaan van de geheel verkeerde veronderstelling uit dat het einddoel van het feminisme zou zijn verkregen met de vastlegging van het algemeen vrou wenkiesrecht in de Grondwet. 't Is haar gegaan als een reiziger, die in den waan dat het doel zijner reis is bereikt, tevroeg is uitge stapt op een kruispunt, en nu teleurgesteld uitn ept, dat het doel zijner reis niet aan zijn verwachtingen beantwoordt. Voor ons vrouwen was de invoering van vrouwen kiesrecht zulk een kruispunt, vanwaar de weg ons verder zal brengen naar ons doel: Wettelijke gelijk stelling van beide seksen. Het bezit van politieke rechten is toch nooit op zich zelf een einddoel geweest der vrouwenbeweging, wel een krachtdadig middel om dit doel te bereiken. Wat dan wel het einddoel is? Niet alleen de gelijk stelling van beide seksen in wet en zeden, doch vooral het geleidelijk doordringen van den vrouwelijken invloed naast dien van den man in onze samen leving, opdat zij eikaars arbeid op elk gebied van het leven kunnen aanvullen en tezamen het werk van den volkomen mensch vormen, zooals ook de Nationale Vrouwenraden tot beginsel hebben. En nu is het eerste deel van ons tweeledig doel, de wettelijke gelijkstelling van de vrouw met den man, nog lang niet bereikt, en aan de vervulling van het tweede deel zijn we schier nog niet begonnen. Een periode van eenige jaren van direkten invloed der vrouw op de wetgeving, die eeuwenlang alleen het rechtsbewustzijn van den man tot uiting bracht, is veel te kort om reeds op resultaten te wijzen. Het is naief om te meenen dat plotseling de wereld als door een tooverstaf aangeraakt, zou veranderen alleen omdat de vrouw meestemt. t** Niet door het meestemmen der vrouw, maar door een doelbewust goed gebruik van het stembiljet zal de rnenschheid er bij winnen dat thans ook in het openbaar leven de vrouw naast den man is komen te staan.En het mannelijk karakter der wetgeving zal niet verdwijnen door moedeloos bij de pakken neer te zitten, en te spreken van de teleurstelling van vrouwenkiesrecht. Daarvoor is noodig verder mee te werken en te strijden voor de bereiking van onze idealen. Juist door de laksheid en het gebrek aan medeverantwoordelijkheid van zoo vele vrouwen was het mogelijk, dat ondanks vrouwenkiesrecht de positie van vele vrouwelijke werkers slechter is geworden dan noodzakelijk was in dezen tijd van economische ontwrichting. Dat ware misschien te voorkomen geweest, indien niet vele vrouwen, evenals mejuffrouw Naber in den waan dat met de politieke ontvoogding het einddoel van het feminisme was bereikt, te vroeg de gelederen der feministische strijdvereenigingen hadden verlaten. Toen bleef slechts een kleine groep van onvermoeiden voor al het werk staan, niet krachtig genoeg, om door haar protest de aantasting der beroepsvrijheid van de getrouwde vrouw te kunnen weren. Het is inderdaad bedroevend dat zoo velen meenen, dat ze niet meer voor de gelijkstelling der vrouw in de wet behoeven te strijden, om dat die reeds in ons land zou bestaan. Kan iemand dit in ernst volhouden, zoolang we in Nederland leven onder een huwelijks wet, die de vrouw in menig opzicht gelijkstelt niet onmondigen en met zwakzinnigen? Een huwelijkswet die de vrouw vernedert en haar de waardigheid van een volwassen mensch onthoudt? Minister Cort van der Linden heeft eens gezegd: Wie verstoken is van beslissing over de zaken, die hem als mensch raken, is in zoover een slaaf. Welnu, de getrouwde vrouw is in onze wet verstoken van schier al de rechten die haar als mensch raken; ze bezit geen recht op eigen persoonlijkheid, geen medezeggingsrecht op haar kinderen, geen recht van beheer en beschikking van eigen verdiensten en kapitaal. Is het dan niet te dwaas te spreken van de bereiking van de gelijkwaar digheid van vrouw en man in de wet? En is er wette lijke gelijkstelling als van boven af gedecreteerd wordt, dat als regel elke ambtenares die huwt, wordt ont slagen. De man bezit het door niemand betwiste recht ook na huwelijk zijn eigen terrein van arbeid te kiezen zelfs al voert dit hem ver van zijn gezin. Maar voor de vrouw beslist de overheid als ware ze een onmondig kind, dat ze in elk geval thuis behoort en dat ze bij huwelijk haar eigen gekozen en be taalden arbeid heeft op te geven. De ongehuwde ambtenaren, waartoe alle vrouwe lijke functionarissen behooren, worden veel slechter voor denzelfden arbeid betaald dan de gehuwden, is dat soms gelijkstelling? Zoo zouden we door kunnen gaan, en nog tal van andere punten van achterstelling der vrouw in de wetgeving kunnen noemen. De reeds genoemde feiten zijn echter van zulk een ernstigen aard, dat daardoor reeds het bewijs is geleverd dat het een principieele fout is te beweren dat het einddoel van het femi nisme reeds zou zijn bereikt, en de vrouwenbeweging een overwonnen standpunt uit het verleden. De moderne vrouw behoort tot de overtuiging te komen dat we nog slechts aan het begin staan van de ver wezenlijking onzer idealen. Meer dan ooit is het thans in dezen tijd van reactie noodig dat de vrouw van heden niet slechts teert op hetgeen een voorgaand geslacht voor haar heeft ver worven aan ontwikkeling, vakopleiding, persoon lijke vrijheid en beroepskeuze. Zij moet weten dat ze niet alleen heeft te strijden voor het behoud van dit kostbaar bezit, doch ook verder door moet bouwen aan het ideaal der gelijkstelling, en bovenal aan de verbetering onzer samenleving. Elk geslacht moet toch trachten de wereld een beetje beter na te laten aan hen die volgen. Deze plicht bezit de vrouw even goed als de man. Maar de vrouw, en daarin schuilt m.i. een ernstige fout, heeft nog niet genoeg zelfvertrouwen. Van de last der minderwaardigheid, die zoo vele eeuwen op de vrouw heeft gedrukt, heeft ze zich nog niet bevrijd. Zr durft nog veel te weinig bouwen op eigen oordeel en inzicht, en laat nok uit gemakzucht nog te veel zelfs in eigen aangeKLEEDING VAN DE MAAND Tcckcning voor de Groene Amsterdammer door Nelly Hcyligcrs Middagjurk van zwarte glanzende stuf. Midden, vi;or en achter en (,m de heupen is een dofzwarte geribde band. Over de kraag valt een wit zijden kraagje. De mouwen eindigen in een dubbele strook. legenheden, de leiding aan den man over. De vrouw heeft zoo vele eeuwen moeten hooren, dat ze inferieur was, dat ze nog moet leeren vertrouwen op eigen krachten en niet steeds te leunen op den man. De barrières van vooroordeel en wettelijke achter stelling der vrouw beginnen eerst bressen te vertoonen. Dus hebben zij, die niet ons vau overtuiging zijn dat de samenleving beteren rechtvaardiger zal worden als de vrouw evenals de man ten volle daarop invloed zal verkrijgen, te bedeuken: Dat zij die een recht willen bezitten, er voor moeten werken. Those whi) would be free, must strike the blow ! F.IiN C,I:VAAR VOO K ZLI1G1:L1NGE.N Nu en dan worden sterfgevallen gemeld van zuigelingen, die te slapen gelegd zijn met het hoofdje op een week-veereu kussen. De kinderen geraakten in een kuil van het kussen en konden hun hoofd niet meer vrijmaken. Zij stierven daardoor den verstikkingsdood. Moeders, gebruik dus nooit zachte, weeke hoofdkussens in de bedjes uwer kleinen. Vervang ze door dunne kussens, gevuld niet zeegras of vaien. Veeren kussens ,,broeien" ook te veel aan het hoofdje. De kussens moeten dun zijn, omdat anders óf het kindje afglijdt óf de rug krom groeit. 1)10 G K/O.N 1)11 K11 )SR AA I) VI:RZOI;KI: AU i SII:KKI;N VOOK i>i: KI'BKIKK VOOR VKOTWEN" IN 'ii; ZENDEN AAN m:r SI:CKI;TAKIAAT VAN D ie (i K (i i; N i; A M * i i: K D A M M i: K", K i-: i /. i-: K s d K A c u T 3 3 3, A M s T i; K n A \\. Koopt U een gouden ring zonder merk? Waarom dan wel boter zonder Rijksmerk ? Hofstede Oud-Bussem" Kerkstraat 187. Tel. 49344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl