De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 6 maart pagina 12

6 maart 1926 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2544 DRAMATISCHE KRONIEK DOOR TOP NAEFF Stadsschouwburg. Kring Kosmos. De geschiedenis van den soldaat, door C*. F. Ramuz en fgor Sfrawinsky EEN middag van sta-vast. Vooral voor den middelbaren leeftijd, die niet wist hoe discreet genoeg te kijken bij deze nieuwe lente in den Stads schouwburg en al dit nieuwe geluid! Verried ik om trent een en ander mijn diepste gevoelens, ik lag er niet alleen artistiek uit", ik zou voor uw oogen ver grijsd zijn in n matinee. Gelukkig drukt de voornaamste taak ditmaal op de schouders van onzen muziek-recensent, en aangezien er, naar mij van bevoegd jeugdige zijde werd ver zekerd, achter den bijna verdachten eenvoud" van de overblijvende woorden en gebaren heusch niets van beteekenis schuilt, hoop ik me nu maar te mogen bepalen tot wat mijn voor deze gelegenheid opgezette kinderoogen aanschouwden. Een tooneeltje op het tooneel, in de naïeve kleuren van de Arke Noach's uit de speelgoedkast, die zoo afgaven" indertijd. Op het neergelaten gordijn: het buitenmodels hoofd van den onbekenden soldaat, gelijk de beeltenis Toet-Ank-Amens op het deksel van de sarcophaag. Links van dit tooneeltje: een tafeltje voor den Voorlezer" met een verontrustend aantal flesschen erop, welke, in den waren zin tot onze verlichting, voor kaarsen-kandelaars bestemd bleken te zijn. Aan de rechterzijde was het orchestje opgesteld. Deze mise-en-scène mocht gezellig heeten, in het bijzonder voor wie de exécutanten wat van nabij kenden. Het bezwaar was alleen, bij de drievoudige actie, die dit triptiek te genieten gaf, te onderscheiden wat daarvan nu eigenlijk tot de geheimen der dramatische kunst behoorde, en wat er bij toeval, als etwas mensehliches", tot openbaarheid kwam. De trein uit Brussel is zeker te laat aangekomen, dacht ik, toen de Voor lezer" nog met zijn twaalfuurtje achter de kiezen op het podium verscheen, terwijl mij later duidelijk bleek, hoe dit nu juist had moeten meewerken tot de illusie van ongeneerde huiselijkheid,welke de slagboomen van romantiek en .poé/.ie tusschen /.aal en tooneel wenscht op te heffen. En toen ongeveer op het hoogtepunt der handeling, de eerste viool zijn neus snoot, was het voor ons, toeschouwers, verba zend moeilijk om uit te maken of dit nu moest worden opgenomen onder de moderne instrumentatie tot verhooging van het klankeffect, in verband met den zielestaat van den veelgeplaagden soldaat, of slechts een opkomende verkoudheid beteekende van den grooten kunstenaar, die de eerste viool bespeelde V Deze problemen raken voor mij feitelijk de kern der moderne kunst: waar moet men ten slotte weer paal en perk stellen aan de, niet alle middelen van het ge sproken, gespeelde, gedanste, gekauwde en genieste woord, gewekte fantasie? , Het begin was vermakelijk: het oerbeeld van den soldaat ging omhoog en daarachter zagen we in levenden lijve Hooykaas op den weg van Sas naar Stuis, alwaar deze, naar het tenu te oordeelen. Franschen krijgsman met veertiendaagse!] verlof, zijn Zeeuwsche moeder en dito meisje ging bezoeken. Al marcheerend: ..Op den straatweg van Sas naar Sluis Een soldaat op weg naar zijn tiuis . ontmoet hij den Duivel in persoon. De stem van den Voorlezer vond daar den martialen toon, het midden houdend tusschen de Marseillaise" en Wij zijn gegaan, al naar de Maliebaan", dat mijn werkelijke jeugd eenmaal glans bijzette, en het rhythme van Strawinsky deed het overige. Achtereenvolgens trok ons toen, in verschillende staties, de geschiedenis van dien soldaat voorbij, als uit de dierbare kleurenkrijtjes-doos van de Fr belklasse opgestaan. Naar een Russische legende, middeleeuwsch gaënsceneerd, waarbij men zich ten slotte afvraagt, wat aan zulke oorspronkelijke kunst nu eigenlijk het oorspronkelijke is? De symboliek van den mensen, die zijn ziel aan den duivel verkoopt -een ziel, die bijna onvermijdelijk in een viool huist kan natuurlijk altijd door een modern kunstenaar modern als oethe bijvoorbeeld op een zoo eigen wijze worden geïnterpreteerd, dat ze als nieuw treft, maar wanneer men niet verder gaat dan een ouden vorm adopteeren om er een overbekend verhaaltje aan vast te knoopen, wordt het essentieel niet zoo frisch als men het wil doen voorkomen. Onze moderne soldaat dan, vergaat het middeleeuwsch. Hij staat zijn viool aan den Duivel af en verkrijgt daarvoor een geheim boek, waaruit hij kan leeren hoe in de wereld fortuinlijk te slagen. Hij ervaart echter alras, hoe weinig werkelijk geluk deze fortuin oplevert, het oponthoud met den Duivel heeft reeds allerlei ongenoegen met zijn familie, die hem vergeefs heeft gewacht, te weeg gebracht, en hij besluit daarom den raad van den Voorlezer" op te volgen en al wat hij bezit maar weer aan den Duivel te ver spelen ten einde zij i viool terug te krijgen. De Voor lezer treedt hier in drie-dubbele functie op: ais verleider", als deus-ex-machina" en als geweten", hetgeen zijn taak niet gemakkelijk maakt. GORDIJN VOOR .,I)K GKSCIIIICDICMS VAN DKN SOLDAAT" DOOR V. K. VAN LYIVANCK Met de teruggave van de viool is de geschiedenis welbeschouwd uit en begint een nieuwe legende, waarvan wederom onze soldaat de held is. Dank zij zijn vioolspel gelukt het hem de dochter \;m den koning uit haar apathie Ie wekken bij welke her rijzenis tot on/e verrassing de ouderwetsere wals haar eerherstel mocht beleven en thans schijnt zijn geluk volkomen, want de hand der prinses was tot prijs beloofd aan hem. die haar weder zou doen glimlachen. Helaas, de Duivel bleef hem op de hielen en thans is het de vrouw die hem zooais een vrouw dit doet -- een slechten raad geeft, het noodlottig verlangen in hem oproept zijn geboortestreek nog eens terug te zien. Hetgeen -Ie mieux est rennuni du bien Joseph droevig bekomt. Opnieuw blijkt een grens te zijn overschreden, en opnieuw huudt hem de Duivel in zijn macht. Wij hooren in dit dramatisch gedicht veel over die symbolieke grenzen", dewelke de mensen niet straffeloos overschrijden kim, doch heel helder werd de verantwoording daarvan mij in dit geval toch niet. Mocht de soldaat zijn goede moeder te Sas of Sluis nog niet eens in zijn armen drukken, niettegenstaande zijn huwelijk met een prinses? Terwijl deze prinses nog wel zoo democratisch gezind was, dat ze zelve voorstelde: Je moe moest maar bij ons komen in wonen", hetgeen lang niet alle schoondochters haar zouden hebben nagedaan. Er waren toch al zijn leven van die lieve gevoelens, welke zelfs den di'ivel ver teederden en schaakniat zetten ! De eenvoud van de geschiedenis kwam mij hoe langer hoe minder een voudig voor.... Zoowel wat den loop van zaken, als wat den tekst betreft. De dichter Nijhoff, tlie IK t met de rijmwoorden overigens niet nauw nam bij deze vertaling, dichtte op wonderlijk": Alles" is niet de som van alle dingen afzonderlijk". Als dit geen philosophie is, weet ik 't niet: mijn kinderlijke vermogens ging het in elk geval op deze jeugd-matinée ver te boven ! Er zijn twee idealen, waarnaar men een oude stof verwerken kan, ook al vraagt zij niet anders te zijn dan de illustratie van een musieale visie. Men kan een realiteit verdroomen tot de sublieme hoogte waar de dichtkunst begint, of men kan een bestaanden droom (sprookje of legende) door streng zakelijke en strikt eerlijke weergave voorstellen als een bevredi gende realiteit, zoodat kinderen erin geloovcn kunnen. Een van die twee idealen moet dan tot een bepaalden stijl leiden, anders wordt het een nuchter allegaartje. En de kunstenaar, die dit onder allerlei leuzen in elkaar zet, gaat volstrekt niet eenvoudiger te werk, dan hij, die zich met ai zijn liefde stort in een onder werp, met het eenig doel het zoo mooi, of zo mogelijk te maken. Alleen de illusie bloeit i tooneel, en slechts de kunstenaar, die op het van xijn hart afgaat, z mdcr erbij te denkei; verplichting nu eens wat ,.niiu\\.-' te brengen, het nie-da-gewesene. Bij het schamd tooneel der ge;1 onze herinnering naar Die i; sinn", zooais dii door Der blatie wat de verbeelding uit het sprookje ? geestig en betooverend voor het oog. v.1 En de/e herinnering deed ons oiuK r hoeveel de gewilde onnoozclhcid de/ compositie te kort moest doen aan d positie, waarmede zij op gelijke hooi;; te staan, om als theatrale eenheid te b Maar den eisch verteld", had i geheele plastische voorstelling in deze we ge kunnen blijven, [inch het an'sf' timbre van Joh. de Meester Jr. (De V zich nu juist niet voor de/e lieve al was het duidelijk dat hij naar d' streefde. De agiteerende opgave: u._ houden met de muziek, ontnam aan de rust, die de atmosfeer schept, waar wil worden aangehoord. Hnoykaas : stuntelig soldaatje. \aast dit goedig echter de geraffineerde Duivel niet dausersgebareii (A. van der Vies) tot a terwijl men met de Prinses in dit lgeen raad had geweten. :eii tred te voordracht :t sprookje aardig liet elgoed, viel r; inodenieMet het uastukje ..Rataplau" var Kelk en Chasalle kwamen \\e van de hoogere militaire rangen. Hier waren de aftandsche generaals in het nirwana vlogen illusies, waarvan een ballen!!. i vertolkt door Joanne Boogcrs genre cabaret leek de episode de heereit iagere in dt 'telden twee hunner ver gracieus de inzet is. In het aardig te kunnen worden, doch de schrijvers misten de pointe" en toen liet het den indruk van een schot dat niet af was gegaan. De grootste verrassing bood de volle z.ial in (nuverlantaarnstemming. Er was een eere-coinite en een bescheiden huissleutel-fluitje ontketend..- een contra demonstratie. b', een rookerig zoldei vaalt je, waar de geheele pratstatie beter op haar pLi i's zou zijn geweest dan in den Stadsschouwburg, /mi ook wel licht dit fluitje als de ouverture eenei nieuwe lente gewaardeerd mogen worden. Thans werden wij te veel herinnerd aan de tltealrale kuns; van honger orde juist aan die vertooningen. w.i.irbij de mu ziek Diepenbrock's muziek aan woord en ge baar zulk een nobel relief gaf, en aan de geestdrift der jongeren", die toen liet er voor het i'ioiieel »p aankwam, uitbleef. Nederlandsche Munt Hollands beste 10 cents sigaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl