Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2544
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER 6 Co.
G\S c\s GSS DEN HAAG <fa ^> s^>
AMSTERDAM ~ ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein
HET NIEUWE WETBOEK
VAN STRAFVORDERING
DOOR MR. A. VAN DULLK.MKN
WW voor leekcn van bi-lan<] /.s
'\17ANNEER de lezers van dit blad bovenstaand
** opschrift hebben gelezen, zullen zij mij
met verontwaardiging vragen: Hoe durft gij te ver
onderstellen, dat wij ooit met den strafrechter in aan
raking zullen komen? Waarom meent gij ons die
nieuwe wijze van procedeeren in strafzaken te moeten
voorhouden?"
Mijn antwoord hierop kan kort zijn. Er zijn ook
nog wel eens onschuldig verdachten en juist zij
hebben de waarborgen van het nieuwe wetboek het
meest van noode en dan ook: vele Hollanders
komen in den loop van hun leven als getuigen of des
kundigen met den strafrechter in aanraking, zij het
dan in een heel wat eervoller en aangenamer contact
dan een verdachte". Maar bovendien moet het ieder
ontwikkeld en sociaal-voelend mensch toch
interesseeren te weten, hoe in dat hevige conflict van ver
grijp tegen de maatschappelijke orde de belangen
van den staat zijn afgemeten tegenover die van den
inbreukmaker. Natuurlijk zou de staat dengene, die
zich tegen zijn voorschriften verzette of zich aan zijn
hoogste belangen vergreep, om zoo te zeggen kunnen
maken en breken" en uit vroeger eeuwen zijn er
maar al te veel voorbeelden bekend, hoe tegenover
een persoon nog slechts verdacht van misdrijf het
Barbertje moet hangen" (ook in letterlijken zin !)
al op zetr losse gronden werd toegepast, maar de
moderne rechts-staat en dus ook ons nieuwe Wetboek
van Strafvordering van 15 Januari 1921, dat thans
op l Januari j.l. in werking is getreden, houdt zeer
nauwkeurig rekening met de belangen van het indi
vidu, ook van het misdadige individu.
Natuurlijk wil ik u niet vervelen met
zuiverjuridische opmerkingen over het nieuwe Wetboek.
Er zijn zeker voor juristen vele vette kluitjes"
daarin te vinden. Thans zal ik slechts enkele voor
name wijzigingen, ook voor leeken juist van veel
belang, hier aanstippen.
Om te beginnen zult u mij vragen of iemand, di
ten onrechte blijkt in voorloopige hechtenis te hebben
gezeten, omdat er een dwaling had plaats gehad of
omdat ten slofte het tegen hem verzamelde bewijs
onvoldoende moest worden geacht, kan worden
schadeloos gesteld. Het is altijd een van de schand
vlekken van ons oude Wetboek geweest, dat in zulk
een geval absoluut geen recht op schadevergoeding
tegen den staat kon worden geldend gemaakt. Immers
van een onrechtmatige vrijheidsberooving was in zulk
een geval geen sprake, een onrechtmatige
overheidsdaad was niet gepleegd. Hetzij op bevel van den
Officier van Justitie, hetzij op bevel van den
RechterCommissaris en onder controle of met medewerking
der rechtbank was zulk eene vrijheidsbeneming gelast.
AD VERTEEREN is GOED
AD VERTEEREN IN EEN BLAD
VAN STANDING. WAARMEDE MEN
HET BESTE EN KOOPKRACHTIG
STE PUBLIEK BEREIKT, IS BETER
ADVERTEEREN DOLT MEN
HET BESTE IN DE
GROENE AMSTERDAMMER.
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
KEIZERSGR. 333 AMSTERD.
AD\'ERTENT/LN l'o.7=>
PER REGEL HERHAALDE
Pl.AATS1NGEN VOLGENS CONTRACT
Het is een geluk voor ons volk en liet strekt der
Rechterlijke Macht tot eer, dat, over 't algemeen,
die voorloopige hechtenis dan toch ook meestal niet
een veroordeelend vonnis eindigde en dus ach
teraf gerechtigd bleek. In die uitzonderings
gevallen van onjuist-gebleken, voorloopige hechtenis,
wel eene vergoeding toe te kennen, kan somwijlen
absoluut billijk worden geacht; ook voor leeken kan
dat duidelijk zijn, al bestaat er onder juristen over
den rechtsgrond" van zulk eene schadevergoeding
veel verschil van meening. De artt. 89-92 van het
nieuwe Wetboek hebben nu die mogelijkheid van
eene billijke vergoeding geopend. De gewezen ver
dachte of zijn erfgenamen kunnen binnen drie maan
den na de beëindiging der zaak bij de Rechtbank zulk
eene vergoeding opvorderen, welke echter allén zal
worden toegestaan, voor zoover daartoe gronden
van billijkheid aanwezig zijn", waarbij dan rekening
moet worden gehouden met het levensgedrag, de
houding en de levensomstandigheden van den ge
wezen verdachte. De rechter is dus vrij in het toe
staan van het verzoek kan het ook afwijzen; in elk
geval kan hij voor het werkelijk geleden nadeel eene
vergoeding vaststellen. Is niet terecht opgemerkt,
dat aan dit nieuwe instituut een ,,humanitaire ge
dachte ' ten grondslag ligt, zonder nu direct te ver
vallen in het andere uiterste van steeds te vergoeden?
Een tweede zeer belangrijke nieuwigheid is het op
vrije voeten stellen of laten van een van misdrijf ver
dachte onder borgstelling. In het buitenland o. a. in
alle ons omringende landen is deze regeling al jaren
lang bekend en in de couranten treft men*telkens
daarover berichten aan, zoo onlangs nog bij het ge
ruchtmakende communisten-proces in Engeland. Vol
gens het nieuwe Wetboek (artt. 80-88) dan, kan op
zijn verzoek de verdachte, of een derde, door storting
van een door denTechter te bepalen geldsom als waar
borg, het tegen hem uitgevaardigde bevel van ge
vangenneming of -houding schorsen. Ook kan in
plaats van storting van een geldsom een derde per
soon zich borgstellen. Aan die opschorting is natuur
lijk de voorwaarde verbonden, dat de verdachte zich
tijdens h;t onderzoek niet door d.' vlucht aan \\rderc
strafvervolging zal onttrekken, maar daarnaast kun
nen ook nog all.-rlei andere voorwaarden worden ge
steld, b.v. verblijf in een bepaalde genuente, zich
onthouden van bjpaalde handelingen, etc. etc. Ont
trekt de persoon zich aan n dier voorwaarden, dan
verspeelt hij zijn waarborgsom, die aan den staai ka i
(niet behoeft) worden vervallen ver k aard. Ook kan
bij gevaar voor vluchten trouwens tui allen tijde"
zooals de wet zegt, dit bijzonder voorrecht van op
vrije voeten te blijven, oogenblikkelijk weer worden
ingetrokken. Hier komt dus het staatsbelang weer
zijn rechten eischen !
Het zal zeer interessant zijn te zien, of in de toe
komst veel van de/e gevallen van in-vrij-hcid-laten
zullen worden toegestaan en vooral hi.e ons volk
daarop zal reageeren, m. a. w. of veel
\\rvallen-verklaringen der waarborgsommen of veel intrekkingen
van het bijzondere recht zullen moeten w-orden uit
gesproken. Laten wij hopen, dat ons volk zich van de
beste zijde zal doen kennen en algemeen zulk een
geval als eerezaak" zal worden opgevat, waarin men
de gestelde voorwaarden strikt en eerlijk nakomt.
Dat liet instituut in vele gevallen voor een van een
ernstig misdrijf verdachten persoon van ontzaglijk
veel belang kan zijn is duidelijk. In de eerste plaats in
die gevallen, waarin uitgebreide deskundigen-onder
zoekingen moeten worden verricht men denke
b.v. aan de zaak Briedee en De Jong en dus
tnssclu'ii de arrestatie en het eindonderzoek ter terecht
zitting wel maanden moeten verloopen. In de tweede
plaats kan dit middel uitermate er toe medewerken
ten onrechte verdachte personen buiten het Huis van
Bewaring te houden en hun dus het niet insluiting
gepaard gaande opzien te doen ontgaan. Is toch zulk
een persoon absoluut overtuigd van zijn </nschuld,
dan zal het hem zelf of door middel van derden,
familie, goede vrienden etc. gemakkelijk vallen, die
waarborgsom te storten. Blijkt in enkele dagen of
weken zijn onschuld, dan krijgt hij zijn geld terug
en.... de zoo praatgragc ,,meii" behoeft zelfs van
het geval in 't geheel niets te hebben bemerkt.
Aan dengene, die mij zou willen tegenwerpen, dat
deze voorschriften alleen aan ,,kapitalisten" zullen
ten goede komen, moge geantwoord, dat ten eerste
de rechter geheel vrij is in het vaststellen van het
bedrag der waarborgsom en dus ook kleine luyden"
daaraan wel kunnen voldoen en ten tweede, dat zelfs
al zal dit wel hooge uitzondering worden van
een waarborgsom geheel kan worden afgezien en wij
dus in deze opschorting in dit geval niet veel meer
dan een plechtige belofte tot nakoming der in het
bevel gestelde voorwaarden hebben te zien. En den
zér angstvallige moet het toch ook wel k t s zeggen,
dat in tal van landen dit op vrije voeten laten onder
borgtocht reeds jarenlang wordt toegepast, zonder
blijkbaar het bestaan van den staat of de Justitie op
ernstige wijze te hebben bedreigd.
Hoe het ook zij, dit nieuwe rec'ntsinstituut in zijn
ontwikkeling te volgen zal voor den jurist, maar ook
voor den ontwikkelden leek een interessante /.aak
zijn, omdat het veel licht kan werpen op ons volks
karakter en op de waarde van het ..parole d'honneur"
van den Hollander.
Moge de Nederlandsehe natie het bij deze wets
artikelen in haar gestelde vertrouwen niet beschamen l
GESCHIEDENIS DER
GENEESKUNDE
DOOK PROF. DR. ). BOF.KK
Het is altijd een gunstig teeken, indien er in een
of anderen tak van wetenschap belangstelling voor
de geschiedenis van dat vak bestaat. In een slappen
energieloozen tijd pleegt men zich doorgaans bijzonder
weinig te interesseeren voor hetgeen onze voorvaderen
hebben gewrocht. Het is alsof men zich er een beetje
voor schaamt, te zien hoeveel beter het vroeger ging
en hoe veel meer toen op dit of dat gebied werd ge
presteerd. In onzen verslappingstijd na de l-'ransche
overheerscliing verhuisden alle oude medische in
strumenten naar den rommelzolder. . . . of werden
weggedaan. Van de 027 door Lecinvenltoek vervaar
digde microscopen, die in 1747 te Delft in 't openbaar
werden verkocht, zijn er maar zeer enkele bewaard
gebleven. Jan run 'Hurne, van Mi21 tot Hi7':
hoogleeraar in de ontleedkunde in Leiden, doceerde bij
gebrek aan lijken de anatomie op een ijzeren cadaver
met coivillijnen bloedvaten en/. Welk een belangrijken
blik zouden wij kunnen slaan op de anatomie van
dien tijd, zoo wij dit model nu nog bezaten. Het heeft
tot iti 't begin der 19de eeuw op een zolder van het
toenmalig anatomisch kabinet te Leiden gestaan,
doch is daarna spoorloos verdwenen. En zoo is het
met vele andere belangrijke geschiedkundige voor
werpen gegaan.
Tegenwoordig is dit gelukkig anders. Sinds ons
door Stokvis de geschiedenis der geneeskunde werd
gedoceerd, sinds door Dr. Daniels het historisch
museum te Amsterdam werd gesticht, is de belang
stelling hier te lande voor de geschiedenis der genees
kunde niet meer verflauwd. En het is vooral Dr. de
Lint geweest, die hierbij l'.et vuur heeft brandende
gehouden. En daarom is het z lozeer met blijdschap
te begroeten, dat hij zijn gr.iote kennis op dit gebied
en zijn uitgebreide d:;cumeiitenverzauieliug heeft
willen kristallisecren in c'eii Atlas van de Geschiedenis
der Geneeskunde, wa irvan nu het eerste deel, waarin
de geschiedenis u\ r i ntleedkutide in beeld gebracht
wordt, voor ons i ,t. l)
Dat juist dit onderdeel van de geneeskunde het
eerst is behandeld, is gemakkelijk te hegrijpen, (ken
deel der medische wetenschappen leent zich beter
voor eeu dergelijk doel dan juist de ontleedkunde,
de leer van den vorm en de samenstelling van het
menschelijk lichaam. Het is dan ook een voortreffelijk
geheel geworden. In eeu reeks van 199 afbeeldingen,
portretten en teekeningen, van korte zinrijke bij
schriften voor/Jen, Wc,rut o:is een uitmunt.'iid beeld
geschonken van de langzame ontwikkeling van de
kennis van den houw van het menschelijk lichaam,
zooals er geen tweede bestaat. Op de onbeholpen
afbeeldingen uit de middeleeuwen, dien tijd van
volkomen lijkverstijving van de outlecdkunuige
wetenschap (waaronder eeuige zeer zeldzame, hier
voor het eerst gepubliceerd) volgen plotseling de
goede afbeeldingen van V cs«//;;s en zijn navolgers.
van .\ll>iinis en de groote anatomen der 19de eeuw.
In een reeks van portretten zien wij de gelaatstrekken
van allerlei anatomen, uier namen ons in een aantal
organen in de ontleedkunde bewaard zijn gebleven.
Het is een genot in dezen atlas te zitten bladeren,
en men zon hem in de handen van eiken student in
de medicijnen willen zien, als hij in moei/aam van
buiten leeren bezig is zich een aantal namen van
bloedvaten, van spieren, zenuwen of andere organen
in het geheugen te prenten.
De keuze van de afbeeldingen is over het algemeen
voortreffelijk. Als ik 'nier cciiige bezwaren ga uiten,
is dat meel' om te doen zien, met hoeveel belang
stelling ik van het werk van Dr. tic Lint kennis nam.
Hier en daar is door eeu drukfout eeu afbeelding
verkeerd aangegeven (zoo 71 voor 74). Bij de portret
ten mist men een afbeelding van Albinnt, den tijd
genoot van Boerhaave en volgens Hyrtl de grootste
ontleedkundige van zijn tijd. Er bestaat eeu veel
heter portret van I\iau\v dan het in afb. 74 gerepro
duceerde. Bij de portretten van de (ïrieksche
untleedkundigeii zon men gaarne wat meer vernemen van
d'' herkomst van het portret, ,,1'ortret van Cltiudin*
Guli'iiii*" zegt ons weinig, als wij niet vernemen uil
welken tijd dit portret stamt. Naast de afbeelding aan
Mcckel ontleend (afb. 171) zon een reproductie van
een der \oortreffclijkc afbeeldingen uit den atlas van
llir.'-c/iii'iil en Lcrt'illücr op haar plaats geweest zijn.
Doch dit zijn ten slotte maar kleinigheden, die
volstrekt geen afbreuk doei) aan de voortreffelijkheid
van het geheel. \Vij kunnen dezen atlas in alle op
zichten als een aanwinst van onze Nederlandsehe
geneeskundige vaklitferatuur beschouwen, en wij
zien met groote belangstelling liet verschijnen van de
verdere deelcn van dezen atlas van de geschiedenis
der geneeskunde tegemoet.
TABA SIGAREN
- - ZIJN TOCH DE BESTE