De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 6 maart pagina 2

6 maart 1926 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2544 Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER 6 Co. G\S c\s GSS DEN HAAG <fa ^> s^> AMSTERDAM ~ ARNHEM Verhuizingen per Auto-Trein HET NIEUWE WETBOEK VAN STRAFVORDERING DOOR MR. A. VAN DULLK.MKN WW voor leekcn van bi-lan<] /.s '\17ANNEER de lezers van dit blad bovenstaand ** opschrift hebben gelezen, zullen zij mij met verontwaardiging vragen: Hoe durft gij te ver onderstellen, dat wij ooit met den strafrechter in aan raking zullen komen? Waarom meent gij ons die nieuwe wijze van procedeeren in strafzaken te moeten voorhouden?" Mijn antwoord hierop kan kort zijn. Er zijn ook nog wel eens onschuldig verdachten en juist zij hebben de waarborgen van het nieuwe wetboek het meest van noode en dan ook: vele Hollanders komen in den loop van hun leven als getuigen of des kundigen met den strafrechter in aanraking, zij het dan in een heel wat eervoller en aangenamer contact dan een verdachte". Maar bovendien moet het ieder ontwikkeld en sociaal-voelend mensch toch interesseeren te weten, hoe in dat hevige conflict van ver grijp tegen de maatschappelijke orde de belangen van den staat zijn afgemeten tegenover die van den inbreukmaker. Natuurlijk zou de staat dengene, die zich tegen zijn voorschriften verzette of zich aan zijn hoogste belangen vergreep, om zoo te zeggen kunnen maken en breken" en uit vroeger eeuwen zijn er maar al te veel voorbeelden bekend, hoe tegenover een persoon nog slechts verdacht van misdrijf het Barbertje moet hangen" (ook in letterlijken zin !) al op zetr losse gronden werd toegepast, maar de moderne rechts-staat en dus ook ons nieuwe Wetboek van Strafvordering van 15 Januari 1921, dat thans op l Januari j.l. in werking is getreden, houdt zeer nauwkeurig rekening met de belangen van het indi vidu, ook van het misdadige individu. Natuurlijk wil ik u niet vervelen met zuiverjuridische opmerkingen over het nieuwe Wetboek. Er zijn zeker voor juristen vele vette kluitjes" daarin te vinden. Thans zal ik slechts enkele voor name wijzigingen, ook voor leeken juist van veel belang, hier aanstippen. Om te beginnen zult u mij vragen of iemand, di ten onrechte blijkt in voorloopige hechtenis te hebben gezeten, omdat er een dwaling had plaats gehad of omdat ten slofte het tegen hem verzamelde bewijs onvoldoende moest worden geacht, kan worden schadeloos gesteld. Het is altijd een van de schand vlekken van ons oude Wetboek geweest, dat in zulk een geval absoluut geen recht op schadevergoeding tegen den staat kon worden geldend gemaakt. Immers van een onrechtmatige vrijheidsberooving was in zulk een geval geen sprake, een onrechtmatige overheidsdaad was niet gepleegd. Hetzij op bevel van den Officier van Justitie, hetzij op bevel van den RechterCommissaris en onder controle of met medewerking der rechtbank was zulk eene vrijheidsbeneming gelast. AD VERTEEREN is GOED AD VERTEEREN IN EEN BLAD VAN STANDING. WAARMEDE MEN HET BESTE EN KOOPKRACHTIG STE PUBLIEK BEREIKT, IS BETER ADVERTEEREN DOLT MEN HET BESTE IN DE GROENE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND KEIZERSGR. 333 AMSTERD. AD\'ERTENT/LN l'o.7=> PER REGEL HERHAALDE Pl.AATS1NGEN VOLGENS CONTRACT Het is een geluk voor ons volk en liet strekt der Rechterlijke Macht tot eer, dat, over 't algemeen, die voorloopige hechtenis dan toch ook meestal niet een veroordeelend vonnis eindigde en dus ach teraf gerechtigd bleek. In die uitzonderings gevallen van onjuist-gebleken, voorloopige hechtenis, wel eene vergoeding toe te kennen, kan somwijlen absoluut billijk worden geacht; ook voor leeken kan dat duidelijk zijn, al bestaat er onder juristen over den rechtsgrond" van zulk eene schadevergoeding veel verschil van meening. De artt. 89-92 van het nieuwe Wetboek hebben nu die mogelijkheid van eene billijke vergoeding geopend. De gewezen ver dachte of zijn erfgenamen kunnen binnen drie maan den na de beëindiging der zaak bij de Rechtbank zulk eene vergoeding opvorderen, welke echter allén zal worden toegestaan, voor zoover daartoe gronden van billijkheid aanwezig zijn", waarbij dan rekening moet worden gehouden met het levensgedrag, de houding en de levensomstandigheden van den ge wezen verdachte. De rechter is dus vrij in het toe staan van het verzoek kan het ook afwijzen; in elk geval kan hij voor het werkelijk geleden nadeel eene vergoeding vaststellen. Is niet terecht opgemerkt, dat aan dit nieuwe instituut een ,,humanitaire ge dachte ' ten grondslag ligt, zonder nu direct te ver vallen in het andere uiterste van steeds te vergoeden? Een tweede zeer belangrijke nieuwigheid is het op vrije voeten stellen of laten van een van misdrijf ver dachte onder borgstelling. In het buitenland o. a. in alle ons omringende landen is deze regeling al jaren lang bekend en in de couranten treft men*telkens daarover berichten aan, zoo onlangs nog bij het ge ruchtmakende communisten-proces in Engeland. Vol gens het nieuwe Wetboek (artt. 80-88) dan, kan op zijn verzoek de verdachte, of een derde, door storting van een door denTechter te bepalen geldsom als waar borg, het tegen hem uitgevaardigde bevel van ge vangenneming of -houding schorsen. Ook kan in plaats van storting van een geldsom een derde per soon zich borgstellen. Aan die opschorting is natuur lijk de voorwaarde verbonden, dat de verdachte zich tijdens h;t onderzoek niet door d.' vlucht aan \\rderc strafvervolging zal onttrekken, maar daarnaast kun nen ook nog all.-rlei andere voorwaarden worden ge steld, b.v. verblijf in een bepaalde genuente, zich onthouden van bjpaalde handelingen, etc. etc. Ont trekt de persoon zich aan n dier voorwaarden, dan verspeelt hij zijn waarborgsom, die aan den staai ka i (niet behoeft) worden vervallen ver k aard. Ook kan bij gevaar voor vluchten trouwens tui allen tijde" zooals de wet zegt, dit bijzonder voorrecht van op vrije voeten te blijven, oogenblikkelijk weer worden ingetrokken. Hier komt dus het staatsbelang weer zijn rechten eischen ! Het zal zeer interessant zijn te zien, of in de toe komst veel van de/e gevallen van in-vrij-hcid-laten zullen worden toegestaan en vooral hi.e ons volk daarop zal reageeren, m. a. w. of veel \\rvallen-verklaringen der waarborgsommen of veel intrekkingen van het bijzondere recht zullen moeten w-orden uit gesproken. Laten wij hopen, dat ons volk zich van de beste zijde zal doen kennen en algemeen zulk een geval als eerezaak" zal worden opgevat, waarin men de gestelde voorwaarden strikt en eerlijk nakomt. Dat liet instituut in vele gevallen voor een van een ernstig misdrijf verdachten persoon van ontzaglijk veel belang kan zijn is duidelijk. In de eerste plaats in die gevallen, waarin uitgebreide deskundigen-onder zoekingen moeten worden verricht men denke b.v. aan de zaak Briedee en De Jong en dus tnssclu'ii de arrestatie en het eindonderzoek ter terecht zitting wel maanden moeten verloopen. In de tweede plaats kan dit middel uitermate er toe medewerken ten onrechte verdachte personen buiten het Huis van Bewaring te houden en hun dus het niet insluiting gepaard gaande opzien te doen ontgaan. Is toch zulk een persoon absoluut overtuigd van zijn </nschuld, dan zal het hem zelf of door middel van derden, familie, goede vrienden etc. gemakkelijk vallen, die waarborgsom te storten. Blijkt in enkele dagen of weken zijn onschuld, dan krijgt hij zijn geld terug en.... de zoo praatgragc ,,meii" behoeft zelfs van het geval in 't geheel niets te hebben bemerkt. Aan dengene, die mij zou willen tegenwerpen, dat deze voorschriften alleen aan ,,kapitalisten" zullen ten goede komen, moge geantwoord, dat ten eerste de rechter geheel vrij is in het vaststellen van het bedrag der waarborgsom en dus ook kleine luyden" daaraan wel kunnen voldoen en ten tweede, dat zelfs al zal dit wel hooge uitzondering worden van een waarborgsom geheel kan worden afgezien en wij dus in deze opschorting in dit geval niet veel meer dan een plechtige belofte tot nakoming der in het bevel gestelde voorwaarden hebben te zien. En den zér angstvallige moet het toch ook wel k t s zeggen, dat in tal van landen dit op vrije voeten laten onder borgtocht reeds jarenlang wordt toegepast, zonder blijkbaar het bestaan van den staat of de Justitie op ernstige wijze te hebben bedreigd. Hoe het ook zij, dit nieuwe rec'ntsinstituut in zijn ontwikkeling te volgen zal voor den jurist, maar ook voor den ontwikkelden leek een interessante /.aak zijn, omdat het veel licht kan werpen op ons volks karakter en op de waarde van het ..parole d'honneur" van den Hollander. Moge de Nederlandsehe natie het bij deze wets artikelen in haar gestelde vertrouwen niet beschamen l GESCHIEDENIS DER GENEESKUNDE DOOK PROF. DR. ). BOF.KK Het is altijd een gunstig teeken, indien er in een of anderen tak van wetenschap belangstelling voor de geschiedenis van dat vak bestaat. In een slappen energieloozen tijd pleegt men zich doorgaans bijzonder weinig te interesseeren voor hetgeen onze voorvaderen hebben gewrocht. Het is alsof men zich er een beetje voor schaamt, te zien hoeveel beter het vroeger ging en hoe veel meer toen op dit of dat gebied werd ge presteerd. In onzen verslappingstijd na de l-'ransche overheerscliing verhuisden alle oude medische in strumenten naar den rommelzolder. . . . of werden weggedaan. Van de 027 door Lecinvenltoek vervaar digde microscopen, die in 1747 te Delft in 't openbaar werden verkocht, zijn er maar zeer enkele bewaard gebleven. Jan run 'Hurne, van Mi21 tot Hi7': hoogleeraar in de ontleedkunde in Leiden, doceerde bij gebrek aan lijken de anatomie op een ijzeren cadaver met coivillijnen bloedvaten en/. Welk een belangrijken blik zouden wij kunnen slaan op de anatomie van dien tijd, zoo wij dit model nu nog bezaten. Het heeft tot iti 't begin der 19de eeuw op een zolder van het toenmalig anatomisch kabinet te Leiden gestaan, doch is daarna spoorloos verdwenen. En zoo is het met vele andere belangrijke geschiedkundige voor werpen gegaan. Tegenwoordig is dit gelukkig anders. Sinds ons door Stokvis de geschiedenis der geneeskunde werd gedoceerd, sinds door Dr. Daniels het historisch museum te Amsterdam werd gesticht, is de belang stelling hier te lande voor de geschiedenis der genees kunde niet meer verflauwd. En het is vooral Dr. de Lint geweest, die hierbij l'.et vuur heeft brandende gehouden. En daarom is het z lozeer met blijdschap te begroeten, dat hij zijn gr.iote kennis op dit gebied en zijn uitgebreide d:;cumeiitenverzauieliug heeft willen kristallisecren in c'eii Atlas van de Geschiedenis der Geneeskunde, wa irvan nu het eerste deel, waarin de geschiedenis u\ r i ntleedkutide in beeld gebracht wordt, voor ons i ,t. l) Dat juist dit onderdeel van de geneeskunde het eerst is behandeld, is gemakkelijk te hegrijpen, (ken deel der medische wetenschappen leent zich beter voor eeu dergelijk doel dan juist de ontleedkunde, de leer van den vorm en de samenstelling van het menschelijk lichaam. Het is dan ook een voortreffelijk geheel geworden. In eeu reeks van 199 afbeeldingen, portretten en teekeningen, van korte zinrijke bij schriften voor/Jen, Wc,rut o:is een uitmunt.'iid beeld geschonken van de langzame ontwikkeling van de kennis van den houw van het menschelijk lichaam, zooals er geen tweede bestaat. Op de onbeholpen afbeeldingen uit de middeleeuwen, dien tijd van volkomen lijkverstijving van de outlecdkunuige wetenschap (waaronder eeuige zeer zeldzame, hier voor het eerst gepubliceerd) volgen plotseling de goede afbeeldingen van V cs«//;;s en zijn navolgers. van .\ll>iinis en de groote anatomen der 19de eeuw. In een reeks van portretten zien wij de gelaatstrekken van allerlei anatomen, uier namen ons in een aantal organen in de ontleedkunde bewaard zijn gebleven. Het is een genot in dezen atlas te zitten bladeren, en men zon hem in de handen van eiken student in de medicijnen willen zien, als hij in moei/aam van buiten leeren bezig is zich een aantal namen van bloedvaten, van spieren, zenuwen of andere organen in het geheugen te prenten. De keuze van de afbeeldingen is over het algemeen voortreffelijk. Als ik 'nier cciiige bezwaren ga uiten, is dat meel' om te doen zien, met hoeveel belang stelling ik van het werk van Dr. tic Lint kennis nam. Hier en daar is door eeu drukfout eeu afbeelding verkeerd aangegeven (zoo 71 voor 74). Bij de portret ten mist men een afbeelding van Albinnt, den tijd genoot van Boerhaave en volgens Hyrtl de grootste ontleedkundige van zijn tijd. Er bestaat eeu veel heter portret van I\iau\v dan het in afb. 74 gerepro duceerde. Bij de portretten van de (ïrieksche untleedkundigeii zon men gaarne wat meer vernemen van d'' herkomst van het portret, ,,1'ortret van Cltiudin* Guli'iiii*" zegt ons weinig, als wij niet vernemen uil welken tijd dit portret stamt. Naast de afbeelding aan Mcckel ontleend (afb. 171) zon een reproductie van een der \oortreffclijkc afbeeldingen uit den atlas van llir.'-c/iii'iil en Lcrt'illücr op haar plaats geweest zijn. Doch dit zijn ten slotte maar kleinigheden, die volstrekt geen afbreuk doei) aan de voortreffelijkheid van het geheel. \Vij kunnen dezen atlas in alle op zichten als een aanwinst van onze Nederlandsehe geneeskundige vaklitferatuur beschouwen, en wij zien met groote belangstelling liet verschijnen van de verdere deelcn van dezen atlas van de geschiedenis der geneeskunde tegemoet. TABA SIGAREN - - ZIJN TOCH DE BESTE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl