De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 6 maart pagina 23

6 maart 1926 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

'No. 2544 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 CESIGNA DOOR C. F. ROOSKMSCIIOON Een beeld van de ontvolking van de Fransche Jura (~\ VER Césigna's heuvelen blakert de ^^ zon en verschroeit er het spich.ige gras, dat opgeschoten was met de warme voorjaarsdagen en wat kleur gaf aan de dorre hellingen. Hier en daar staan boschjes jeneverbes en sleedoorn, een enkel forscher boomgroepje verleven digt het landschap. De oude hagen, die de akkers omtuinden, zijn uitgegroeid tot boschrandjes. Aan den top komt de naakte rots te voorschijn : de dunne aardlaag, niet mee i' vastgehouden door een dicht net van wortels, schuift weg; zware slagregens hebben diepe geniet'. uitgeslepen in den lossen grond. Lood recht staan de zonnestralen te branden op de naakte aarde. De bodem droogt uit, de planten groei verschrompelt tot een honger vorm. Eens was Césigna een welvarend dorpje van het tweede plateau der Fransche Jura. Als een breed dal tusschen twee heu velrijen strekt zich het eerste plateau oostwaarts uit, aan Césigna's voet doorsneden door de kloof der Vallotix. Hooger op de heuvels ligt het derde plateau, maar daar woont al bijna nie mand meer. Eens waren Césigna's hellingen rijke wijngaarden, bosschen bedekten de heuveltoppen. Vele geslachten hadden er aan gewerkt het land in terrassen te leggen. Alle steenen werden uit dm akker gezocht en dan onderaan als een muur opgestapeld; zoo kon de grond niet meer wegspoelen. Doornhagen beschut ten eiken akker tegen den wind. Wegen werden aangelegd, voetpaden in de rotsen uitgehouwen. Het water uit de bronnen werd afgeleid naar fonteinen en drinkbakken; beneden aan de rivier werd een molen gebouwd met groote schepraderen. leder jaar brachten de ossenwagens vele vaten wijn naar de steden en tal van beesten werden ge mest. Césigna's bevolking leefde in harden maar vruchtdragend!! arbeid. Het bescheiden huizetigroepje ligt er zoo veilig op den zuidrand van den breeden rug. Vlak achter het dorpje rijst de heuvel steil op. Rondom ligt een kleine vlakte vette weiden. Hier staan wat hooge populieren, een paar vlier struiken en een oude zware eik, die de groote drinkbak overschaduwt. Een fonteintje klatert, wonderlijke schadu wen spelen over den altijd krinkelendui spiegel. Dit is een heerlijk plekje. Naar den kant van de rivier helt het land steeds steiler af, om met een loodrechten wand te eindigen. Door het nauwe ravijn schiet de vlugge Valloux. Soms loopt ze vlak langs den bergwand, dan weer buigt ze af en laat een breede drassige grasstrook vrij. Op een vast kantje staan een stuk of zes zware wilgen, verderop op moerassigen grond zijn het weer struiken en steenen. Waar een zware rotsmassa de rivier dwingt om te buigen ligt een stuwdam, die het water leidt naar de molenkolk van het domein van Césigna. Uit de ruïnes van den molen, die eeuwenlang al het koren maalde van het plateau, steken nog de zes assen met de grauwe skeletten van de reusachtige schepraöeren. Eens bruischte het overvloedige water over de schoepen en verliet schuimend het snelvlietend afvoerkanaal. En de steenen maalden het graan, door ezels voorzichtig het moeilijke zigzagpad afge dragen. Van den anderen kant kwam een weg voor ossewagens langs een minder steil gedeelte. Er lag een brug over de rivier, in 't midden ondersteund door een zwaren peiler. Het ezelpad is nu met mos begroeid, geen ossewagen komt de weg nog af, het brugdek is sinds lang verdwenen de peiler staat nog sterk en draagt een forsche sleedoornstruik. Schommelend schokte het oude zwak ke stoomtrnmmetje, dat ons naar Arnithod zou brengen, om den bochtigui bergwand. Arnothod is het eindpunt van het 30 K.M. lange lijntje, dat dit deel van de Jura met de spoorlijn bij Lous-leSauimiei' verbindt. Césigna ligt dan nog 5 K.M. verder, op het plateau ten westen. Een mederei ziger vertelde : Alle hellingen waren vroeger wijngaar den, maareik jaarkriinpt de oppervlakte van de gecultiveerde akkers in. Kijk, deze tuin is het vorige jaar nog wel geoogst, maar daarna is er niet ge snoeid, de grond is niet bewerk:, dit jaar zal hij geen vruchten dragen. Daar is een stuk, dat ai geheel ver wilderd is. De lange ordelooze ranken groeien door elkaar, in drie jaar is er niets aan gedaan. De wijnstokken zullen spoedig sterven. - Kijk dit veld, de doode zwarte stompen steken nauwelijks boven het onkruid uit. En hoe dat zoo kom t V De mensehc'.. ontbreken: in de stad is meer te ver dienen, en het leven is er aangenamer, meent men. Monsieur, we sturen onze jongens naar Marokko en Syrië, naar Cccliin-China en Madagascar; dacht u, dat ze hie. weer in hun rustig achterland terug kwamen, als hun diensttijd cm is? En dacht u, dat de meisjes hier blijven, als de jongens naar de groote steden trekken? Let u maar eens op, hoe v.einig jonge menschen n hier ziet ! Zwitsers, die komen hier veel, zooaN. de Belgen in het Noorden, en de Ita lianen in de Riviera en Savoye. We sturen onze eigen mensellen naar woestijnen en woestenijen, om het oude culttiurland, waar geslachten en geslachten, eeuwen aan hebben gewerkt, over te laten aan vreemdelingen. Ou i. Monsieur. la Franco, c'est la plus belle colonie du monde ! Césigna's nieuwe eigenaar, een Hollan der, liep met ons over liet land. Het heJe complex van toppen en terrassen baaude zich al in de ochtendzon, terwijl de verre overzij van het wijde dal nog in paarse schemering lag. De koele zuivere berglucht trok door onze dunne zomerklee en en omspoelde ons als een heldere beek. Leeuwerikken stegen op uit het geurige gras. De schapen trokken de helling op, begeleid door een ouden man en zijn hond. Uit dui stal kwamen n voor n de koeien, strekten den hals, zogen diep de frissche buitenlucht i.: en loeiden rauw ui heesch, dat '? ver doorgalmde tnsschen de heuvels Dan dronken ;;e zich vol aan de fontein. De kinderen van de Zwitsersche ar beiders kwamen aanspringen op hun bloote voeten en dreven de kudde mei veei roepen en dreigen naar de wilde weiden boven do rivier. Een span ossen ging af en aan over de akkers, en trok voor na voor door den vetten grond, gehoorzamend aan een enkelen roep van den jongend rijver, die de zw'are ploeg nauwelijks kon keeren. Samengekoppeld aan het juk. dat tnsschen horens en ooren rust, scheurden ze de taaie zode om, zoodat die openbrak in bruine kluiten en de warme voorptarslucht kon binnendringen in het zaaibcd. O,i het hooiland wuifde het lange gras. De lucht was vervuld van die lekken kruidige geur van bergweiden. De hooitijd naderde al. Dat is nu liet drukke seizoen voor Césigna. Verder Wordt er hard gewerkt met het kapmes. Het overal verspreidt- struik gewas moet Worden opgeruimd, de verwilderde hagen worden sterk inge kort of geheel omgehakt. Als het hout dan goed droog is, en de wind gunstig, dan steekt men er den brand in. De ruim1 zode brandt dan meteen'kaal en als er dan maar een malsch regentje op wil vallen, springt het jonge gras weer te voorschijn. Toen ik Césigna kocht," begon onze gastheer, was het in handen van n man. Oorspronkelijk waren er (> of 7 boerderijtjes, maar die w'aren bij ver erving telkens weer onderverdeeld, zoodat er een menigte kleine akkertjes was ontstaan." Deze versnippering was niet alleen funest voor de cultuur, maar was bovendien de oorzaak van eindelooze oneenigheid tusschen de buren; over de grenzen en de grenssteenen, over het recht van overpad en afwatering, over het snoeien van hagen, en/.. En als er eenmaal wrijving komt in zoo'n klein dorpje, dan loopt het spoedig hoog op en het leven wordt verpest. Maar den ergsten klap heeft het land toch gekregen met de druiven/.iekte in het midden van de vorige eeuw. In vollen zomer stierven de planten plotse ling at', de bladeren verdroogden tot bruin-zWarte dutjes. Niets werd ge oogst. Met armoede was het land geslagen. Toen begon men de bosschen om te hakken, dat bracht veel geld in. Vroeger werd alleen het rijpe hout er uit gehaald, zoodat het bosch zichzelf weer aanvulde en in stand hield. Maar nu werd er onbarmhartig gekapt. Aan de rivier werden lioutzaagmolens gezet en die draaiden van alle hout klusjes voor de zijdecnltuur. Na eenige jaren was men de ziekte van den wijnstok meester. De kwaad aardige schimmel, die haar verwekte, was ontdekt en men had de middelen tot bestrijding gevonden. Maar het land had een onherstelbaren knak gekregen. Over de kale toppen kwamen de wilde Westerstormen gieren en begonnen hun vernielingswerk. De nu onbeschermde hellingen daalden sterk in opbrengst en er brak een /.ware tijd aan voor de bewoners van Césigna. Als hun kinderen volwassen werden ontvluchtten ze de armoede. De ne akker na de andere kwam braak te liggen. De verlaten huizen werden duur niemand onderhouden en raakten in verval: de school kwam in onbruik. Ondergang en verlatenheid drukten op de bewoners. Een enkel oud paar bleef tot het einde toe daarna was het land aan de erfgenamen. Een man uit de streek, die in den oorlng rijk was geworden, door slecht hooi aan het leger te verkoopeii voor een goeden prijs, kucht liet geheele domein op, verloor zijn geld en deed liet weer van de hand. Aldus is Césigna's eerste cultuur periode voorbij, maar een tweede breekt aan. In de plaats van den wijnbouw komt het zuivelbedrijf. De vele kleine akkertjes worden aaneengelegd tot flinke perceeien. De terrassen kunnen prach tige weiden worden, water is er overal. Waar een koe niet meer grazen kan, daar klimmen de schapen nog wel tegen op. Men hakt paden door de doornboschjes, die op de toppen staan, maar voorkomt angstvallig verdere ontbossching. De ondergang van de oude werkwijze stemt weemoedig, maar hierin ligt een groote troost, dat ook de nieuwe tijd steunt op de fundamenten, die eeuwen geleden zijn gelegd door een geslacht, dat tegen geen moeilijkheden opzag. Pessimisten voorspellen den onder gang van ons ras. Maar een nieuwe opbloei is geenszins een illusie, zoolang er menschen zijn. die de erfenis durven aanvaarden. r\ entoonstellmgen De kunstschilders N. Bast ei t ui A. L. Koster houden \;m (i tot 31 Maart een tentoonstelling van liun werken in de kunst/aal YVillein Blok te Hilversum. H J. VERSTEEG, Van Ocnout tot jLdooIacomniissaris De -Politie vooriieeii en mans Met een voorwoord van W. DE VLUGT, />n/i</i'/iii'c.ilt'i' ('ii/i . liu.<li'r<)iiin. Al et talrijke illustraties. Ingen. f 5.25- Geb. f6.50 I n i cd t're n solieden boekhandel verkrijgbaar. Uityavc van Van Holkemn, "Ware n dor! 's Uitgevers Maal ij. Amsterdam // al i'i'wbtllefHh' i>l(K>i'n ('ir/1 <hi bock .tf/vY/tr/f/ ,,Alle lui M e aan den l leer Ver ste f v t) d r xi) n verdienslel ijken ar- '. beid! ,,Xi|ii \vt'i'k vormt een belang rijk e bijdrage tot de aeschiedems van Amsterdam . II. A. Kesturü'eon in tl e ,,N. Crt . ,,lloe de politie georganiseerd en ae reorganiseert! werd. waarin en hoe /A] werd verbeterd, we Ie/en en wc y.ien liet on ineniLie plaat. KM /oo verbindt lu't boek waarlijk verleden en heden . Mr. J. de Waard in de.,N. Kol.Crt". ..!)e s c h rij ver mo^en we ten si i »tte on /.en dank weten voor liet vele, wal hij ons metled eelt o v «r tic geschiedenis tier politie in vroe'cr eeuwen , Si1 h out en Schepenen, strafrechtelijke rcch isple^'inu', de be\\ a k ing v.'i n de Stad Amsterdam, de opnu-ren van 169<> en 17-fS, blad/.ijden uit tl e Si'csclnedenis van on/e beschaving Ie wei n iii gekend maar /.eer merk waardij.:, alleen al omdat /.i| van/.ell uitlokken lot vergelijking en ons doen /.ien, dat de toestanden waaronder \\ i) leven, toch wat tien \ e i h n h c i d sd lens t bet rel t heel veel verbeterd /.ijn, het boek eert tl e politie, maar ook de pp h t ie e e r'l het boek. . Dr MuNbers in «Ie ..Ma.isl.oJi-". , .Summa summa rum : een /eer le/.ens waardig boek , dat on^et w ijI e l d /.i(n weu o ml r r vele l e xe i's /.al vinden. B. m de ,, Mcdedcch ruien I l ooi d bes t uu r Bond van Poli t leamblenaren. ,, \ oor ieder il ie belang stelt in historie i n meer speciaal m Amsterdamsche est iuedems. is dit boe k van den commissaris voor tien admi'[ n i si rat ie ven diens!. tien heer II. |. j \ crslrt'Li', een beiiijdbaar bc/.it . ' Is. Santcroo.s in ,.1 let Volk". CHAMPAGNE EXTRA D UM IN Y Agcnce: Comptoir des Pays- Bas et de Paris, La Hayc ? , Ken hoogst belangwekkend . i n >r k, il a l de tociit'Wijde bclanii1 ! sleili nti' verdien l van ieder 'oed burger \ a n den N cd c r! a ml se hèn Staal", ..Dr lloll.uuisJu' KCMU-". ,, Dc Burgemeester van Amster dam schonk hel werk van Y ersteeu een waardeerend en pnj/end \\'oortl. Aan lid slot \\ t'nsi. h l hij hel bock i vele l e /.e r s Dat verdient de/r n j arbeid /eer /eker in de eerste plaats i i nul e r de A ede r Kt iul sein- pol 11 ie w ter t HM a n a er dooi' is u et l ie n tl ' n i n iet iit'i'i n u1 e male . | l j. A. de Koning in ,,Alu. i Ncd. l'olilic XVëekblad1"'.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl