De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 6 maart pagina 7

6 maart 1926 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2544 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND UIT DE NA TUUR: WAALENBURG DOOR DR. JAC. P. THIJSSE DIT is een van de mooiste stukken natuur in Nederland: een nagenoeg boomlooze polder met lijnrechte wegen, die elkander rechthoekig kruisen, in den Noordwesthoek liggen een paar hoeven, met door den wind geteisterde singels van boomen en struiken, dat is alles. Die liggen aan den hoogen kant en daar loop je dan ook spoedig tegen den Ruigen Dijk aan. ten zanddijk met hier en daar onregel matige hellingen en den planten groei van het duin. Soms graven konijnen hun holen in dien dijk, maer dat hindert nu al lang niet meer, want negentig jaar geleden is de zee er verdreven door de bsdijking van den polder Kyerland. De Ruige Dijk zelf dateert uit de jaren van het Twaalfjarig Bestand, toen de Hollandsche Natie zich voornamelijk bezig schijnt te hebben gehouden niet godsdiensttwisten en inpolderin gen. Reeds veel vroeger, ten tijde van Filips van Bourgondiëis Waalenburg ook ingedijkt ge weest, maar in het begin van de zestiende eeuw is het weer ondergeloopen en toen drijvende" gebleven tot 1612. De polder is dus al over de drie honderd jaren oud, maar heeft tot den huldigen dag een jeugdig uiterlijk behouden. Het land is altijd hooiland gebleven. De geulen en kreken zijn blijven bsstaan. De slenk, waardoor , toen Waalenburg nog een baai was?het getijwater in-en uitstroomde, is nu nog aanwezig in den vorm vaneen schilderachtig meertje ?, het Kil , en in het verlengde daarvan liggen een paar kreken, die diep in den polder door dringen, tot dicht aan den hoofdweg. Deze wateren onderbreken zeer aangenaam het rechtlijnig verloop van de Kavelslooten. Di aanslibbingen langs de Waddenzee zijn soms zanderig, soms kleiïg en kunnen soms zelfs een soort van veenmodder bevatten. Deze verscheidenheid van grondsoort brengt met zich, dat de bodem ook niet volmaakt horizontaal komt te liggen en zoo vinden wij dan in Waalenburg, hooilanden die be hoorlijk eenige decimeters boven het zomerpeil liggen en andere perceelen die er zich maar zeer weinig büven verheffen. Ja, er zijn zelfs slijkerige stukken, zoo laag en stug, dat z.' niet eens begroeid raken en op zulke plaatsen ziet het er werkelijk naar uit, alsof de zee pas gisteren het veld had moeten ruimen in plaats van meer dan driehonderd jaar geleden. De plantengroei is daar volkomen mee in overeen stemming en geeft een groote verscheidenheid te aanschouwen. Zeebies en Engelsch gras groeien er nog even weelderig als op de kwelders buitendijks, de witte pluimen van wollegras wuiven er op sommige plaatsen even dicht als in de echte trilvenen, van eind April tot aan den maaltijd toe kunnen we er de bonte pracht van allerlei orchideeën bewonderen, terwijl toch ook weer tal van zoete grassen, weelderige roode klaver en heerlijk blauwe wikken ons een MEEUWEN OP ,,I)E STAART" behoorlijke opbrengst beloven van goed en voedzaam hooi. En dan, denk eens aan, die rijke vegetatie, die verscheidenheid van grond, diep water en ondiep water met vasten zandbodem, weeke veenniodder of brakkig slib verzekeren de mogelijkheid van een rijke dierenwereld, van de allerlaagste vormen af en die vindt zijn hoogtepunt in een vogelbevolking van ongewone talrijkheid en verscheidenheid, de trots en glorie van het gezegend Texel. Daarom is \Vaalenburg beroemd , niet alleen bij de Nederlandsehe vogelvrienden maar ver buiten onze grenzen tot in Japan en de Vereenigde Staten. Ge moet dien vlakken boomloozen polder met zijn rechte wegen en slooten maar eens gaan zien in April of Mei of Juni. 't Is al voldoende als ge den hoofdweg langs wandelt, een lichtgele grintslreep door de groene hooilanden. Laat ons zeggen begin Mei. I)t vossestaartgrassen zijn nog in bloei, de pliiimareit glanzig groen, of wit of violet of bruin Ix'spikkeld, al naardat de meeldraden of de stempels zich vertoonen of de bloei nog moet beginnen. Tusschen het gras mooie groepjes van harlekijnsorchis met de sierlijke ijle bloemtrossen, sommige donkerpaarse andere lichter, een heel enkele wit met groenign strepen Dan weer lichtrood van koekoeksbloemen en misschien het eerste geel van ratelaar: het echte bonhe nooiland. En als ge nu rustig voortwandelt dan treffen tusschen al die bloemen andere kleuren uw oog, het wit van een kievitlichaam, eerst dat wit en dan al de staalglansen van het gevedcrte van rug en vleugels en kop en misschien het kaneelbruin van de stuitstreek. Ze kunnen zoo aardig stil staan en dat doen de grutto's ook en de rood-wit-zwarte scholekster. Nu staan we zelf ook stil en speuren tusschen de bloemen, wetende, d;;t daar vogels moeten zijn en dan komen ze allemaal te voor schijn, kievit, grutto en schol ekster en hit slanke tureluurtje op hooge roode pootim of de wondermooie kluut, zwart met wit, de dunne spitse snavel om hoog gebogen. Nu komt er onrust. Een man heeft rechts van den weg een drassig hooiland betreden, heeft een hek geopend en komt nu op zoo'n stuk niet leege slijkplekken, afgewisseld met hoogere gras terrassen. Meteen dat hij daar aankomt gaat een zwartkopmeeuw de lucht in, al krijschend en nu hij voortstapt verrijzen er met oorverdoovcnd lawaai hon derden en nog eens honderden van die kokmeeuwen. Daar ligt nu aan de Rommelpotskil de be roemde broedplaats van de kokmeeuwen. ..de Staart", een bezit ting ean de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumen ten, leder jaar probeereu we ze te tellen, maar van April lot in Juni worden er voortdurend nesten verlaten en bijgebouwd, zoodat er eigenlijk geen oog meer op te houden is en wij alleen maar durven spreken van enkele duizenden. De nesten liggen er /.ij aan zij, gebouwd van dor riet en biezen, sommige als vlakke korfjes laag hij den grond, andere hoog opgetast, al naar dat ze gebouwd zijn in 't slib of op de drogere grasvlakte. Zoolang 'die man daar rondloopt is de lucht vervuld van duizenden vogels, maar als hij er zijn werk verricht heeft en hit terrein verlaat, dan dalen K spoedig weer neer op hun nesten en het kan wel gebeuren, dat er dra geen enkelevogel meer rondvliegt. Ja. dit lieele Waaleiibiirg kan er soms doodstil bij liggen en je ziet dan niets anders dan gras en bloemen en een beetje water en heel in de verte de duinen langs de Noordzee met de hooge Kaap van Koog met liet badhotel en een paar nieuwe huizen, die ook hier alweer de mooie lijn van de duintoppen onderbreker. (\Vnrdt remil^dj ZONLICHTHEIDE DOOR EEN DOKTERSVROUW UIT HET ZUIDEN (M. M. STIEMENS- HOPMAN) PRIJS IN STEVIG OMSLAG f 1.50 UITGAVE VAN: VAN HOLKEMA EN WARENDORF . Mevr, Stiemens Hopman schrijft-. Van het oogenblik, dal Robert Koe h zijn ontdekking deed, treedt overa! de r naar voren. Als wij ons echter a t vragen, wat is tol heden met die best; ijdir ,, Bit ter en bitter weinig . Zoolang in voorzorg en nazorg onvoldoende \ ooi z strijd, Naar elke nieu\\ c Regeering zien \\ ij vol verlangen uit. hopen u dat zij u, kan gelukkige resultaten hoeken. \vat de Reyecriny doet en den sieun van de Re In een \oor ieder gemakkelijk \ erstaanbare t uberculo.se-r. o vel! e heb ik gerrac-n. Moge mijn kleine poging, om een u root se h doel te bereiken succes boeken. Mijn uitgevers hebben zich bereid verklaard een belangrijk deel var. t.b.c.-bestrijding te stellen. AMSTERDAM en opbrengst ter beschikking van de

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl