De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 13 maart pagina 11

13 maart 1926 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2545 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 VOOR VROUWEN ? *, "' OUDE EN NIEUWE KANTEN" DOOR ELIS. M. ROGGE T_LET is een prachtige kantexpositie in het Rijks?*? * museum. De Vereeniging het Kantsalet" «organiseerde deze in de nieuwe tentoonstellingszalen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. De kanten zJJn er op zóó fijne wijze tentoongesteld, dat 2e zeker niet voornamer naar rang en aard konden ?uitkomen. Hoe schitterend is toch dat oude speldewerk. Was ?er wel ooit zulke kostbare vrouwenarbeid, zal er wel «ooit zulk tijdroovend werk weer kunnen ondernomen "worden? Wij gelooven het niet. Want al zou men nog <de bekwaamheid en het geduld er voor vinden, dan toch zou een machtige factor er voor ontbreken n.l. 'het ragfijne eigenhandig gesponnen ongebleekte Hinnengaren, dat destijds alle capaciteiten van rekbaar heid en soepelheid bezat, noodig om aan kunst van zulk een subtiel gehalte het aanzijn te geven. Zie de Venise 18e eeuw, de point de rose met haar vele gepicoteerde naaldreliefs, hoe teer is de kleur van den fijnen roomwitten werkdraad en vergelijk die oude kant met het waarlijk technisch zuiver gewerkte moderne stuk Venise van mevr. de Lange?Gouda, ?hoe mist ge hierin de trillend-warme kleurscha kering van de oude Italiaansche kant. Hetzelfde is waar te nemen bij de moderne Brusselsche aiaaldkanten. Ze zijn kostbaar van arbeid, kwistig "van naturalistische bloemornamentiek maar toch ?van een koud aspect in haar blauwwitte kleur van gebleekte klaarheid. Hoeveel pronkeriger doen daar door de drukke stijve reliefranden vergeleken bij de sobere uitvoering der oude Alengon, waarde contours, «ver een haar gewerkt, daardoor het soepele karakter van bloem en bladvormen konden behouden. Welk een kunstschat, die oude kant! Is het wonder dat men haar tracht bijeen te brengen en voor verval te behoeden, zoodat ze nog in onze dagen genot kan geven? Belgiëheeft te Brugge zijn Museum Gruuthuuse met een ongekende veelheid van oude Vlaamsche kanten, keurig onderhouden, gerangschikt en geëtiketteerd. Eenige jaren geleden zijn ook in ons Rijksmuseum de eerste stappen gedaan om een kant?collectie te verzamelen, die aanvankelijk uitstekend geslaagd zijn. De Vereeniging ,,het Kantsalet", komt TIU het Museum zusterlijke tegemoet duor elk jaar aan de collectie een kantstuk van waarde toe te voegen. Zoo bood zij in 1925 als eerste gave aan: een breede sjaal Vieux Bruxelles kloskant, een kantstuk, zij 't al niet van de fijnste dezer kantsoort, toch van mooie decoratieve kwaliteiten. Een der kleine zalen is gevuld met de kantinzeiiding ?van H. M. de Koningin-Moeder. Daar hangen point de Tose kanten, breed en smal. Ze werden door den Stadhouder Willem III gedragen op staatsiekleeding en als erfstukken door H. M. de Koningin-Moeder, met liefde voor het oude mooie speldewerk, be waard. Er zijn nog meer goed geconserveerde oude specimina in 't Vorstelijk bezit, o.a. kanten in Venise, mouwstukken in point de France een door zichtig fijne mutsbol en barbes in Vieux Bruxelles, een toreede kant Vieux Brabant. En om het oude heen dingt het nieuwe om den voorrang, bovenal de mo derne Brusselsche weeldekant, geschapen als voor de dracht van parelen en juweelen. De fancnons, de sjaals, de zakdoekjes ook die met Valenciennes, Malines en Alenc.on, de applicaties, ze dateeren nage noeg alle uit de 2de helft 19e eeuw. Tegen den achterwand van het zaaltje hangt de kanten sprei door H. M. de Koningin aan H. M. de Koningin-Moeder ten geschenke gegeven. Dit mooie ?werkstuk 2 M. in 't vierkant groot, komt helaas door Point de rose, in het bezit van den Stadhouder Willem III. Vieux"_Bruxelles sjaal. G;schenk van het Kantsalet" aan het Museum. den lichten ondergrond niet tot zijn recht. Het werd in de Duchesse techniek geklost op de Koninklijke Kantwerkschool Sophie der Nederlanden te Sluis door een groot aantal der beste kantklosters naar ontwerp van J. M. v. d. Vlis-Roos, destijds directrice van deze kantwerkschool. Het fond van kleine roosjes wordt onderbroken door bloemfestoeneii rijk van compositie. Het middenmedaillon en de zich daarbij aansluitende breede buitenrand geven door verzwaring relief aan het werk, dat in 't karakter van de oude kant gehouden een werkstuk van beteekenis is, waaraan de naam van de Sluische kantschool met eere verbonden zal blijven. De tentoonstelling blijft geopend tot 22 Maart. L E W IET JE DOOR S. HOS T EWIETJE! ja, zoo werd hij genoemd door ?'?'vader, moeder en negen broertjes en zusjes, die om beurten naar hem kwamen kijken. Want Lewietje was nu immers het ,,bijzondere", het bijna deftige", bijna een prinsje zooals hij daar lag in z'n mooie witte wieg. Toen hij twee maanden oud, gebracht werd, tóen was 't niets bijzonders, een vuil, goor armoekindje uit groot gezin, slap en ziekelijk. Moeder was blij er af te zijn, niet dat ze 't kind niet liefhad, maar och, er waren er nog zooveel thuis en 't is vermoeiend zoo'n schreeuwende zuigeling, vooral 's nachts. En 't ging tóch nooit goed als zij een klein kind thuis hield, 't was te benauwd en te druk in de kleine kamer met zooveel menschen. Tenminste, dat zei de Dokter. Was 't dan niet heerlijk dat ze het veilig in andere handen overgeven kon. De eerste weken werd er niet veel notitie van 't kind genomen, maar nu, nu hij al over 't half jaar oud was en bijna 't liefste kind van de zaal, ja, nu werd het wat anders, nu was 't heerlijk om te zeggen: ,,dat is onze Lewietje". Door het dagelijksch bad, goede voeding en door alles wat bij zoo'n kleintje behoort is hij een schattige baby geworden. Een pronkkindje ! i» Niemand zou in hem het minne, zieke kind herkend hebben, zooals hij daar tevreden en genoegelijk ligt rond te kijken, 't Is geen druk levenslustig ventje, maar hij kan zoo innig tevreden en voldaan zijn. Je hoort hem nooit; maar dat lieve teere lachje dat hij geeft aan ieder die even tijd voor hem heeft ! , -sNu is moeder trotsch op hem, ieder bezoekuur zit ze naast de wieg en brengt een tante of buurvrouw mee om te laten zien hoe lief haar Lewietje wordt. Alles wordt terdege bekeken, de wieg niet gouden rand, de rainmelaar, 't helderwitte lakentje en niet 't minst 't mooie witte truitje dat Lewietje aan heeft. 't Is 't mooiste van allemaal, want hij is de lieve ling" zegt moeder gauw. En hoewel het een beetje bezijden de waarheid is, daar ieder kind 't zelfde truitje draagt, wordt het haar toch niet kwalijk Hotel Duin en Daal'' - Bloemendaal Str. koud en warm water op alle kamers PRIVÉBADKAMERS - Telefoon 22223 genomen. Zoo zoetjes aan is de tijd gekomen dat 't kind weer naar huis moet en dus zal moeder het morgen kinnen halen. Je laatste nacht, Lewietje in de mooie witte wieg ! Voor 't laatst precies op tijd ie pap, melk of vrucht ! 's Morgens wordt hij nog eens door allen om beurt vertroeteld en geknuffeld en hij verdwijnt in de hadkanier om gestoken te worden in de kleeren die moeder gebracht heeft. In de badkamer is gegaan een Leuietje in zacht wollen pak en wit zijden truitje en een bloot zacht bolletje, l'it de badkamer komt een Lewietje dat de een de tranen in de oogen duet schieten van 't lachen en de ander bijna van verdriet. Daar zit kaarsrecht op den arm, Lewietje in groote donkerblauwe matrozenjurk, cheviot niet blauwe kraag. En op z'n kleine hoofd danst een donker blauwe marine-baret niet wapperende linten. Voorloopig is deze veel te groot, een paar randen carton en papier verhelpen dit euvel. Zwarte kousen en schoenen voltooien z'n toilet, dat moeder heel wat hoofdbrekens gekost zal hebben. Moeder, blinkend van trots, laat hem netjes gedag zeggen en verlaat dan met hem de zaal. Hoe zal hij reageeren op al het nieuwe en vreemde dat hem te wachten staat? Bij de deur draait hij nog eenmaal z'n kleine k< pje naar ons toe. Z'n oogjes staan verschrikt door at groote gevaarte op z'n hoofd, toch geeft hij ons nog n van z'n stil lieve lachjes. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN ,,D E (j R OEN E A M S T E R D A M M E R", K E I Z E R S (i R \CIIT 33 3, A M S T E R D A M. Wie YOGHURT van OUD-BUSSEM eet, wordt oud, maar blijft jong, KERKSTRAAT 187. - TELEFOON 49344.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl