Historisch Archief 1877-1940
12
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2545
Voor]ödr~ en Zome rfoileffe n van de Mode revue bij Hirsch
Voor ,,(/£ Ciroene Amsterdammer' geicekend door I'reddv Landde r
MON BÊCU1N
donkerblauw tafzijden
mantelpak met inge
haalde rozetjes
TALBOT
parelgrijze
_ reismantel
van zachte wollen stof
SPORTDEUX PIÉCES
lavendelbl. crèpe de
C hine rokje, jumper
van honijnwollen slof
MADO
turkoois-blauwe lafzij
metgoudhantcn onder
kleed
COL1BRI
helgroene crêpe de
(L hine mei donker
blauw en zilv. kralen
geborduurd
CL! N D'O EU l L
veelkleurig robe
man f eau donkerbr.
peau de suède ceintuur
PRINTPMPS
smucrwR
crèpe geonfefte
bleuleclnque me/
^e
bloem (Je s i uk ken
DRAMATISCHE KRONIEK
DOOR TOP NAEFF
Vereenigd Tooneel. Improvisaties in Juni,
door Dr. Max Mohr.
JARENLANG heette het tooneel in Nederland nood
lijdend, thans lijkt het bijna of het niet op kan, zoo
veel tijden geld blijkter beschikbaar voor de allerprilste
improvisaties en aberraties van o.a. den heur Max
Mohr, wiens naam zelfs geen pseudoniem van onzen
Defresne bleek te zijn.
Sociologie in dramatischen vorm. Kort na den
oorlog zijn ze plotseling uit den grond geschoten, deze
Duitsche auteurs, die den overspannen tijdgeest
lucht trachten te geven in den gewrongensten en
goedkoopsten aller kunstvormen: de allegorie, en zich als
improvisator, dat wil in deze zjggen: als verzinner
van invallen, naast Shakespeare onsterfelijk hopen te
maken. Dr. Max Mohr heeft in het bijzonder Hamlet
goed gelezen, het zijn of niet-zijn van den jongen
menschin den rotten Staat Europa, ging hem ter harte
en een tooneelspelers-optreden als de clou van een
bedrijf, dacht hem navolgingswaard. En aangezien
het pessimisme in de litteratuur vieux jeu is, moest het
gaan met het hart omhoog en het oog, zooal niet naar
boven, dan toch in de ruimte", en eindigen in een
fanfare op hetLcven, dat uit alle ruïnen bloeit. Mensch,
durf te leven !
De aanloop wekte even verwachting: In het uitge
put Europa, voorgesteld als een Koninklijk lustslot,
vinden we de oude vorstin, die zestig jaren het
menschelijk geluk (het liefdegeluk) heeft gekend, aan
de baar van haar overleden gemaal. Zij wtnscht niet
meer dan het geheim van den dood met hem te mogen
deelen en, aangezien het vergif, dat haar man haar
schonk ,,om het leven te overwinnen" onvoldoende
heeft gewerkt, vraagt zij een harer onderhoorigen
Tomkinoff, een vrij,- geest, die de vorstelijke mena
gerie tot dusver verzorgde haar den bevrijdenden
kogel te willen geven. Ook in minder idealen zin bleef
haar geen andere keuze. Het met schulden belast
paleis is dooreen Amerikaanschen milliardair gekocht,
die het nog dienzelfden avond wil betrekken, reeds
zijn zaakgelastigden, in de leerschool van den
almachtigen dollar groot gebracht, vooruit zond. Behalve
de tegenstelling tusschen het cultureel bezit, dat on
aantastbaar is, en den struggle der barbaren om iets
van werkelijke waarde het hunne te kunnen noemen,
treft in dit tooneel de melodie" van het waarachtig
en onsterfelijk geluk. De oude, uitverkoren vrouw,
voor het laatst op haar vergulden zetel tronend, toont
het zilveren doosje, waarin de vorst haar het vergif
als een kostbaar kleinood schonk: de zekerheid de
eenige, die een groote liefde vraagt nimmer van
elkander gescheiden te kunnen worden. Als we heel
gelukkig waren, keken we ernaar...." zegt ze. En
met deze innige woorden, draagt zij de illusie: boven
de omstandigheden uit te kunnen groeien door de
liefdekracht, die de essentie is van het zuiver, diep
bezonken geloof aan het goede, over in de twee ont
vankelijke jonge harten in haar naaste omgeving.
Het zijn de oppasser Tomkinoff en het meisje Olga,
de dochter van een tooneelspeler, reeds op het slot
aanwezig om den zoon van den milliardair die lijdt
aan vertwijfeling over het meiischdom -?schoonheid,
opbeuring en vertrouwen te brengen.
Dit experiment moet dan de volgende bedrijven
vullen en doet dit in volslagen wartaal. Evenals een
deel onzer jonge dichters woorden naast el kaai
schrijven en het aan den verwanten geest overlaten
er een gedicht uit te lezen, zoo stelt ons deze impro
visator in Juni een verzameling motieven ter keuze
met verzoek daar nu maar een of meer tooneelstiikken
uit te distilleeren. Hier en daar vangen we een geesti
ge n zet op, doch meerendeels zijn het banale en grove,
en met de haren bijgesleepte wereldwijsheden, in het
bijzonder den Improvisator" (den
gelegenheidstooneelspeler) in den mond gelegd. Nog minder geniet
baar dan deze scherts, vond ik den zoogenaamden
ernst in dit stuk, rhetoriek over de vrijheid van den
onomkoopbaren mensen, waarmede vooral de Op
passer was belast, "phrnsen, die door Van Dalsum
onder zulk een hoogdruk werden geuit, dat het
abonnementspubliek ze ongetwijfeld voor een nieuw
Evangelie hield. De daad bij deze woorden bestaat
dan hierin, dat de Papa van den jongen heer Mill dien
phraseur een cheque aanbiedt: ziehier een millioen,
redt u voorloopig", doch met het duidelijk oogmerk
van den schrijver, dat deze met een edel handgebaar
dit vuile geld af zal wijzen. Hetgeen gebeurt. Hij neemt
zijn avontuurlijk leven weer op, weliswaar op een
paard uit de overgenomen vorstelijke rijstallen, maar
overigens zonder verplichting jegens het kapitaal.
Deze onverwachte daad brengt zelfs den rijkaard uit
zijn evenwicht, het was hem nog nooit overkomen,
dat iemand zijn geld niet hebben wou. De jonge Mill
wordt er radicaal door genezen. Wie zou er wanhopen
aan het leven, zoolang het ondergaande Avondland
nog kerels van sta-vast oplevert als dezen
dierentemmer ! En de dochter van den improviseerenden
tooneelspeler in wien wij, geloof ik, zooiets als den
kunstenaar moeten zien, die zijn kunst, of zijn kunsten
voor geld te koop biedt volgt vanzelfsprekend
dezen onversaagden held in de ruimte", in de ideale
vrijheid, waar zonder God's wil geen muschje op
aarde valt. En dit beteekent dan, aangezien zij het
milliardairszoontje tevoren heeft afgewezen, volgens
het programmabijschrift, zooveel als de overwinning
van het eeuwige leven op de mecanisatie" v;'n
onzen tijd.
Met den moed der wanhoop hebben de spelers,
geroepen om dezen chaos voor het voetlicht te brengen,
er zich doorgeslagen. Van Dalsum, de vertaler en
regisseur, bleek knappe en fijne aanwijzingen te
hebben gegeven, zoodat er theatraal nog wel wat te
genieten viel. Als acteur gaf hij zooals gezegd, aan de
communistische gemeenplaatsen, waaruit de rol vai:
den oppasser grootendeels bestond, de hem eigen
geladenheid, een overspanning, die ons de
menschelijke vrijheid als een zware taak deed beseffen.
Kloppers, de Improvisator - waarom toch in Juni'r'
Mei is nu eenmaal de maand voor alle vervoeringen
bestemd slaagde er niet in de stukken en brokken
van zijn rol bijeen te houden, doch wist door boeiende
schakeering en sterke, boven de situatie verheven
plastiek de aandacht: evendig te houden. Hij en Lobo
waren in dit milieu de eenigcn, die tot een uitbeelding
kwamen, en doordat we Lobo zoo zelden meer zien
optreden, trof het ons misschien dubbel welk een goede
kracht hij in een gezelschap kan zijn. Zijn
geldmagnaat" was een geestige persiflage. Den zoon'
(Henri Eerens) stellen we ons jeugdiger en gevoeligei
voor, hij vertegenwoordigt de jonge generatie tusschen
twee werelden. Tot een uiterste van jonkheid, zooals
Sara Heyblom (Olga) behoefde hij daarbij niet te
gaan. Olga is de vrouw, die liefheeft en gelooft, haai
extaze bij het iiitvliegen der vogels is meer dan de
opgetogenheid van een schoolkind, zij vraagt de ver
heven diepte, zonder welke een symbolicke handeling
geen reden van bestaan heeft. De rol der Vorstin was
opgedragen aan Louise Kooiman en het bleek wel
zeer duidelijk, dat zij voor een 80-jarige nog eenige
jaren te jong was. Overwegend caricaturaal speelde
zij deze laatste van een ancien régime, als een figuur
uit de (iespeiister-Sonate". Waarmede de, dooi
innigheid nochtans grootsche figuur, die zichzelvc
niet meer au sérieux neemt omdat zij in haar afge
sloten wereld het geluk, dat wil zeggen, het leven, heeft
gekend en den overgang niet telt, haar nobele, zij het
in moderne oogen ietwat groteske, schoonheid inboet te
Het slagwoord van onzen tijd rhythme" en de
parade-marseh, waarin ons kortelings de aandoeningen
van den Soldaat" werden getoond, had mij ook bij
deze moderne kunstpraestatie op den looppas voor
bereid. Het tegenovergestelde bleek, het Leidsche
Plein-iempo had geen versnellingen ondergaan.
IMPOBTELDB
JSTIKKELJB ALKMAAB