Historisch Archief 1877-1940
No. 2545
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15
DE NIEUWE HEEREN
fersfe bedrijf
J_T ET nieuwe ministerie Iaat zich
foto1 \grafeeren. Alle schjidingen rechts,
voor zoover er te scheiden valt in dit Ka
binet, dat veel zal moeten vereenen. Ue
eerste aanblik is dat ze vrij behoorlijk in
hun haar zitten. Er is zelfs in deez kaal
geschoren tijden een baardman" onder,
een beaver", zooals de Engelschen
zeggen. De eenig: hopeloos-kale is de
anti-revolutionnair v. d-. Vegte, die Jan
Kan met een half-voorhoofdlengte slaat.
Eigenaardig dit tusschen streepjes
daf de twee vredelievendste en
christelijkste uit dit Kabinet, de twee
antirevolutionnairen, de minst christelijke
namen hebben Donner en v. d. Vegte !
Allemaal eventjes aan Limburg
denken", zegt de fotograaf en drukt dan
af. En als hij ontwikkelt, merkt hij een
lichte vlek, die niet weg is te krijgen.
Het blijkt het grijze sportjasjc van jan
Kan, dat in een wei van zwarte jassen
als een madeliefje aandoet. Hij begint
wel erg vroeg met zijn sportieve ma
nieren en zit er op zijn stoel bij of hij zoo,
om Waszink heen, van Roven een
doelzetter" zal geven, onderwijl van
Karnebeek ietwat verachtend naar Donner's
gestreepte das uit een warenhuisuitver
koop kijkt.
Let op de houding der handen. De
meesten hebben ze onder de tafel. Wat
moeten zij in een extra-parlementair
Kabinet er eigenlijk anders mee doen?
Alleen professor Slotemaker de Bruine
is al bezig een blad om te slaan. Zoo'n
ijver.... neen, dat moet misloopen !.. ..
'Iweeclc bedrijf
F* Eerste optreden in de Kamer. Aan alle
loketten hangt het bordje Uitverkocht'.
Beneden in de stalles veel confectie en
veel aardappelhoofden.
Schoongebeeldhouwde Eigenheimers op plooi-nekken
en zorgvuldig gekrabde Jammen met
roode Malta-neuzen. De heeren en
dames dringen om de Ministertafel.
De Geer, blond, bescheiden, geschikt,
geeft links en rechts handjes. Jan Kan,
in een zwart jacket en met de zon van
vele matches in zijn bruinen kop, buigt en
knipt. Waszink, met zijn naar boven
gewerkte page-hoofd, kijkt
nieuwsgierig rond en is
heelemaal niet beduusd over de be
roemdheid van A. B.
Kleerekoper om hem heen en van tijd
tot tijd werpt hij een
schuchteren blik naar Monseigneur,
die, hoog rechts, in zijn bankje
zit. Maar Monseigneur ziet hem
niet. Wat hij dan wel ziet ? Zijn
witte handen rusten als twee
duiven op de lessenaar, twee
mooie handen, die welsprekend
worden als van Wijnbergen
zich naar hem toebuigt.
En intusschen is het een lief
gelispel van aangenaam ken
nis te maken" om de regeeringstafel.
Slotemaker de Bruine doet aan een
Transvaalschen boer denken, rustig,
monumentaal, een tikje boven de gol
ven uitstekend. Hij is de figuur in
dit zich zoo kleurloos mogelijk houdend
Kabinet. Van Karnebeek kent al de
veeren en deuken van zijn stoel en is
er diep in weggezakt, alsof er iemand
aan zijn beenen trekt.
Links zit Marchant, als een ouwe,
grijze monnik. Hij schrijft. En Albarda
dwaalt door de Kamer, met, als hij naar
rechts kijkt, het ploerten" op zijn
lippen, waarmee hij de christelijke
collega's betitelde, toen zij zwegen bij
het geopende graf van zijn
ontbindings voorstel".
Dan gaat het belletje....
Derde bedrijf
Het scherm gaat op over de
Regeeringsverklaring. De acteurs zijn nu allen
gegroepeerd. De premier staat, de
overige ministers zitten. En om hen
heen hangt of staat de Kamer, sommigen
als koeien op een markt, tegen het hekje
der stenografen.
De eer leest met een mollige
sisklank. Hij is ontegenzeggelijk sympa
thiek en de gedroomde figuur om in
deze politieke chaos orde te brengen,
als zij te ordenen is, niet door kracht
maar door vriendelijkheid. Er gaat ver
trouwen van hem uit. Zijn verklaring is
bijna bedeesd, klinkt min of meer als
een verontschuldiging dat hij hier staat
te midden van dit gezelschap een
herinnering aan het onstaan in dit
Kabinet en dan de omschrijving van
zijn taak met de bijvoeging: het is een
klein intermezzo". Laat ons hopen een
weldadig inter-mezzo in deze al te ver
politiekte Kamer, waar de gezichten
druipen van de groote en de kleine en de
allerzieligste politiek.
L-'.n als de Premier dan ook
zegt, dat dit Kabinet niets
met de politiek te maken heeft
noch wil te maken hebben, dan
gaat een gehoon door de rijen.
Wat moeten de stumperds,
gekozen als politici, beginnen
als de politiek hun ontvalt V
Zakelijk wil dit ministerie zijn
en al uras de opsomming van
de in uitzicht gestelde maat
regelen voor een ,,klein
irtermezzo" wat lang, er klonk
zooveel rust in de stem van den
spreker, dat er gerust een tikje
meer kracht in had kunnen
gelegd zijn. Een stel van honderd
doorgepoliekte politiekershad moeten voelen :
Daar staat een kerel, dien wij niet
aankunnen, dien we van het lijf moe
ten blijven". En die indruk maakt de
Geer niet, noch zijn ministerie: Te nette
menschen. . ..
Bezuiniging en belast ing-verlaging,
dit laatste o, Colijnsche echo !
ter wille der kapitaal-vorming en verder
werden vele zeer beschimmelde schim
mels voorgereden waarvan het gehinnik
de Kamer al te bekend in de ooren klonk.
En toen, aan 't slot van zijn ver
klaring, na zijn ongematigde onver
schilligheid omtrent het lot van 't
Pauselijk Gezantschap getoond te heb
ben, de Premier uitlegde dat politieke
oppositie der Kamer onnoodig is, onjuist
Vl. D
\
zou zijn, ging er weer een hoon door de
?N
'/
rijen. De heeren voelden zich niet
lekker. Waarop het politieke spel on
middellijk begon, doordat Albarda voor
stelde Dinsdag de Regeeringsverklaring
te bespreken en Heemskerk och. och,
waar is de brillante Theo uit de
dagen van Burgemeester van Leeuwen !
zich voor behandeling op Vrijdag
verklaarde, omdat de crisis zoo lang
geduurd had !
En Rechts viel hem bij. Begrijpt u
dien plotselingeii. woesten ijver?. . . .
Uanneer?
Doek
BARBAKOSSA
W H E E R EN*
SCHOEISEL
BERNARD ELIAS
£v--'Kf'-*?«'/' ' - ' .. !' " '?' ?',*.*- s ; "--'
£i*£ ? 5U L El Q SCH ESTRAAT ^ ? ?'?
JfitlMfl ST R .D A M ifT