De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 13 maart pagina 15

13 maart 1926 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2545 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 DE NIEUWE HEEREN fersfe bedrijf J_T ET nieuwe ministerie Iaat zich foto1 \grafeeren. Alle schjidingen rechts, voor zoover er te scheiden valt in dit Ka binet, dat veel zal moeten vereenen. Ue eerste aanblik is dat ze vrij behoorlijk in hun haar zitten. Er is zelfs in deez kaal geschoren tijden een baardman" onder, een beaver", zooals de Engelschen zeggen. De eenig: hopeloos-kale is de anti-revolutionnair v. d-. Vegte, die Jan Kan met een half-voorhoofdlengte slaat. Eigenaardig dit tusschen streepjes daf de twee vredelievendste en christelijkste uit dit Kabinet, de twee antirevolutionnairen, de minst christelijke namen hebben Donner en v. d. Vegte ! Allemaal eventjes aan Limburg denken", zegt de fotograaf en drukt dan af. En als hij ontwikkelt, merkt hij een lichte vlek, die niet weg is te krijgen. Het blijkt het grijze sportjasjc van jan Kan, dat in een wei van zwarte jassen als een madeliefje aandoet. Hij begint wel erg vroeg met zijn sportieve ma nieren en zit er op zijn stoel bij of hij zoo, om Waszink heen, van Roven een doelzetter" zal geven, onderwijl van Karnebeek ietwat verachtend naar Donner's gestreepte das uit een warenhuisuitver koop kijkt. Let op de houding der handen. De meesten hebben ze onder de tafel. Wat moeten zij in een extra-parlementair Kabinet er eigenlijk anders mee doen? Alleen professor Slotemaker de Bruine is al bezig een blad om te slaan. Zoo'n ijver.... neen, dat moet misloopen !.. .. 'Iweeclc bedrijf F* Eerste optreden in de Kamer. Aan alle loketten hangt het bordje Uitverkocht'. Beneden in de stalles veel confectie en veel aardappelhoofden. Schoongebeeldhouwde Eigenheimers op plooi-nekken en zorgvuldig gekrabde Jammen met roode Malta-neuzen. De heeren en dames dringen om de Ministertafel. De Geer, blond, bescheiden, geschikt, geeft links en rechts handjes. Jan Kan, in een zwart jacket en met de zon van vele matches in zijn bruinen kop, buigt en knipt. Waszink, met zijn naar boven gewerkte page-hoofd, kijkt nieuwsgierig rond en is heelemaal niet beduusd over de be roemdheid van A. B. Kleerekoper om hem heen en van tijd tot tijd werpt hij een schuchteren blik naar Monseigneur, die, hoog rechts, in zijn bankje zit. Maar Monseigneur ziet hem niet. Wat hij dan wel ziet ? Zijn witte handen rusten als twee duiven op de lessenaar, twee mooie handen, die welsprekend worden als van Wijnbergen zich naar hem toebuigt. En intusschen is het een lief gelispel van aangenaam ken nis te maken" om de regeeringstafel. Slotemaker de Bruine doet aan een Transvaalschen boer denken, rustig, monumentaal, een tikje boven de gol ven uitstekend. Hij is de figuur in dit zich zoo kleurloos mogelijk houdend Kabinet. Van Karnebeek kent al de veeren en deuken van zijn stoel en is er diep in weggezakt, alsof er iemand aan zijn beenen trekt. Links zit Marchant, als een ouwe, grijze monnik. Hij schrijft. En Albarda dwaalt door de Kamer, met, als hij naar rechts kijkt, het ploerten" op zijn lippen, waarmee hij de christelijke collega's betitelde, toen zij zwegen bij het geopende graf van zijn ontbindings voorstel". Dan gaat het belletje.... Derde bedrijf Het scherm gaat op over de Regeeringsverklaring. De acteurs zijn nu allen gegroepeerd. De premier staat, de overige ministers zitten. En om hen heen hangt of staat de Kamer, sommigen als koeien op een markt, tegen het hekje der stenografen. De eer leest met een mollige sisklank. Hij is ontegenzeggelijk sympa thiek en de gedroomde figuur om in deze politieke chaos orde te brengen, als zij te ordenen is, niet door kracht maar door vriendelijkheid. Er gaat ver trouwen van hem uit. Zijn verklaring is bijna bedeesd, klinkt min of meer als een verontschuldiging dat hij hier staat te midden van dit gezelschap een herinnering aan het onstaan in dit Kabinet en dan de omschrijving van zijn taak met de bijvoeging: het is een klein intermezzo". Laat ons hopen een weldadig inter-mezzo in deze al te ver politiekte Kamer, waar de gezichten druipen van de groote en de kleine en de allerzieligste politiek. L-'.n als de Premier dan ook zegt, dat dit Kabinet niets met de politiek te maken heeft noch wil te maken hebben, dan gaat een gehoon door de rijen. Wat moeten de stumperds, gekozen als politici, beginnen als de politiek hun ontvalt V Zakelijk wil dit ministerie zijn en al uras de opsomming van de in uitzicht gestelde maat regelen voor een ,,klein irtermezzo" wat lang, er klonk zooveel rust in de stem van den spreker, dat er gerust een tikje meer kracht in had kunnen gelegd zijn. Een stel van honderd doorgepoliekte politiekershad moeten voelen : Daar staat een kerel, dien wij niet aankunnen, dien we van het lijf moe ten blijven". En die indruk maakt de Geer niet, noch zijn ministerie: Te nette menschen. . .. Bezuiniging en belast ing-verlaging, dit laatste o, Colijnsche echo ! ter wille der kapitaal-vorming en verder werden vele zeer beschimmelde schim mels voorgereden waarvan het gehinnik de Kamer al te bekend in de ooren klonk. En toen, aan 't slot van zijn ver klaring, na zijn ongematigde onver schilligheid omtrent het lot van 't Pauselijk Gezantschap getoond te heb ben, de Premier uitlegde dat politieke oppositie der Kamer onnoodig is, onjuist Vl. D \ zou zijn, ging er weer een hoon door de ?N '/ rijen. De heeren voelden zich niet lekker. Waarop het politieke spel on middellijk begon, doordat Albarda voor stelde Dinsdag de Regeeringsverklaring te bespreken en Heemskerk och. och, waar is de brillante Theo uit de dagen van Burgemeester van Leeuwen ! zich voor behandeling op Vrijdag verklaarde, omdat de crisis zoo lang geduurd had ! En Rechts viel hem bij. Begrijpt u dien plotselingeii. woesten ijver?. . . . Uanneer? Doek BARBAKOSSA W H E E R EN* SCHOEISEL BERNARD ELIAS £v--'Kf'-*?«'/' ' - ' .. !' " '?' ?',*.*- s ; "--' £i*£ ? 5U L El Q SCH ESTRAAT ^ ? ?'? JfitlMfl ST R .D A M ifT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl