Historisch Archief 1877-1940
16
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2545
M^UZIEK IN DE
HOOFDSTAD
DOOR CONSTANT VAN WESSKM
Ofïorïno Respighi
STRAWINSKY vertrekt. Respighi komt.
Is hij inderdaad de voornaamste mutikale ver
tegenwoordiger van het hedendaagsche Italië, zooals
de programmaschrijver van het Concertgebouw het
doet voorkomen? Ik geloof het niet. Malipiero heeft
in ieder geval bewezen grooter, krachtiger, en ook
moderner componist te zijn dan Respighi, al heeft
deze, de oudere in leeftijd, een uitgebreider oeuvre
in alle genres achter zich en is hij vooral ook een
volhardend werker, die respect afdwingt.
Nochtans, niet de jong Italiaansche school, maar
R. Straus en Rinisky Korsakoff (zijn leermeester)
hebben Respighi voortgebracht; hij blijft een aan
hanger der Noordelingen en zijn eenige samenhang
met het streven der jongere kan men noemen
Respighi's opnieuw bewerken" van de klassieken in
den zin van wat deze aan primaire muziek en ker
kelijke muziek in zich hadden. Respighi schrijft
concerten in de antieke toonsoorten: zijn Concerto
.gregoriano" voor viool op Gregoriaansche motieven,
zijn concerto in de myxolidische toonsoort, voor
piano, eveneers op een oud motief. In beide werken
heerscht een tweespalt tusschen vorm en uitdruk
king, die bij beide werken schaadt en lengtes, die
leegtes worden, schept. In beide Werken strijdt het
antiek-vocaal gedacht psalmodieeren van het thema
met de modern gedachte instrumentatie.
In het concerto voor piano, dat Respighi Donder
dagavond zelf als solist introduceerde begint de
piano, als boeiende, quasi-improviseerende, inzet,
het hoofdmotief van het werk, en deze stemming
beheerscht het geheele werk en brengt slechts ge
ringe afwisseling. Wij draaien steeds om zekere
klanken heen: een stilstand ontstaat, de aandacht
verslapt, nieuwe schoonheden boeien dan weer, om
onze aandacht opnieuw te doen verslappen. Zoo gaat
het met het geheele oeuvre van Respighi, dat wij
Donderdagavond hoorden. Alleen de Fontanc di
Roma verloopt ,,aus einem usz", het is een met
slagvaardigheid gecomponeerde symphonische
dichtung", het programma behoeft niets te verantwoorden,
zooals wel in dat latere Pini di Roma" (Pijnboomen
in Rome), dat kleine scènebeelden in het orchest laat
hooren, waarbij o. a. een nachtegaal op een
gramafoonplaat de stemming " moet verhoogen, een
trompet van vechtende jongens klinkt en aan het
slot zelfs Mussolini, als Romein vermomd, met zijn
gansche schare opmarcheert.
Het concert werd ingeleid met een orchestratie van
oude Italiaansche dansen, interessant aangenaam
om naar te luisteren maar niet bijster belangrijk.
Alexander Schmuller introduceerde het viool
concert Poema autumnale", een werk, waarvoor
het programma, dat er bij staat afgedrukt, gelukkig
ook overbodig is. Zonder Dionysus is dit een uitste
kende, effectvol en teeder voor de viool geschreven,
muziek, mooi door Schmuller voorgedragen en met
veel applaus ontvangen.
Maar een geheele Respighiavond? dat heeft ons
toch niet kunnen bevredigen.
hrica A'!or/n/
Deze Weensche violiste leerden wij reeds op een
der abonneinentsconcerten van het Concertgebouw
als een eerste rangs virtuose kennen met haar voor
dracht van het vioolconcert van Olazounof. Op een
concert in de KI. Zaal konden wij ons een gedetail
leerder oordeel over haar vormen. Erica Morini speelt
met een kranige durf, een brillante virtuositeit.
Technisch is zij , behoudens eenige gewaagdheden,
volmaakt. Maar haar voordracht is niet steeds voor
naam, vooral in die gedeelten, waar sentiment uit
gedrukt wordt, krijgt haar expressie een vulgair
tintje, wordt Wienerisch" in den slechten zin,
(andante van Spohr, andante van Lalo !) Evenwel,
Erica Morini is nog jong, nog veelbelovend", een
grootere muzikale cultuur zal haar hier ook wtl
zelfcritiek leeren uitoefenen.
</O5t' llurhi
r Woensdagavond hoorden wij op den pianocyclus in
de Vrije Gemeente den Spaanschen pianist Jos
Sturbi. Een man met een wereldnaam en ongetwijfeld
een man met een onwankelbare, ijzeren techniek, een
sportsman, die de moeielijkheden, die de technische
voordracht hem opgeeft, aanvaardt zooals de stieren
vechter den stier. Den geheelen avond beleefden wij
zulke duels, waaruit Sturbi iedere maal glansrijk, als
overwinnaar te voorschijn kwam. Dat werd alles ver
bazingwekkend in de polonaise van Chopin, in de
Mephisto-wals van Liszt, in de Paganini-variaties van
Brahnis. Maar een sonate van Mozart zonder nuances
te hooren afspelen als was het een Strawinsky-etude
vooreen mechanische piano, dat kon bij alle verbazing
toch onze intense ergernis niet bedwingen, en feitelijk
zijn wij den geheelen avond maar weinig gesticht door
Sturbi's formidabele techniek, die ons koud langs den
rug, maar ook koud langs het hart loopt. . . .
DE NIEUWE MINISTERS
Tcekcnmg voor ,.(/(* Groene Amsterdammer ' door Ccorgc VYJ/
..ZOUDEN ZE HET IN DIE BUI IT1TIOÜDEN '!"
SCHILDERKUNST
DOOR A. PLASSCIIAKRT
\Vlllcin van f\oniji)cnbur^. bij /\/ci/hii!n/>
Er is een hier nu eens te constateeren verschil
tusschen de bezoekers van een tentoonstelling van
Toorop's of van een van Willem van Konijnenburg'^
werken. Bij Toorop voelt ge de felle, levendige belang
stelling, bij van Konijnenburg gedraagt de bezoeker,
de volgeling, zich onderdanig; het bezoek, dat hij
brengt, doet mij altijd deuken aan den kerkganger en
zijn kerkgang. Opeen behoorlijken afstand beschouwt
hij het werk van zijn Meester (met een hoofdletter !)
Maar, wij zullen dat verschijnsel vorder niet psycho
logisch onderzoeken, en ons nu bepalen tot deze
kleine tentoonstelling (klein wat het aantal werken
aangaat. Dit beperkt getal geeft ook reeds een zekere
plechtstatigheid aan de uitstalling). En dan is /.onder
weifeling te schrijven, dat liet beste werk van de ten
toonstelling is: de teekcniiv^ van de ,,0v(rgave", waar
de vrouw zich traag en gansch gaat geven aan den
man. Het is een groote teekening van twee figuren,
evenals het schilderij van hetzelfde onderwerp
een groot schilderij is met de twee, dezelfde,
sterkplastisch gegeven figuren. Deze lust tot
sterk-plastische formuleering is van Konijnenburg dikwijls eigen,
en maakt hem verwant aan den beeldhouwer. (Er
zijn teekeningen van Van Konijnenburg, die op werk
van Raedecker lijken). Maar, het zou mogelijk zijn,
deze plastische lust te overdrijven, en eigenlijk van
de schilderkunst in de beeldhouwkunst op ongepaste
wijs te verzeilen. Dit wordt bij Van Konijnenburg
voorkomen, doordat hij naast die beeld-formeerende
lust, of liever eenvoudig-weg, doordat hij een roman
ticus is, en als schilder, het best wanneer het minst
gekleurd", weet en voelt en begrijpt, dat de roman
tische schilder zich in licht, lichtspelen en lichtvlaag
moet vertolken. Dat neemt het starre van het beeld
weg, en houdt het schilderij binnen de schilderkunst.
Zóó vindt ge Van Konijnenburg dan ook in de
geteekende ,,Overgave" en juist omdat zóó goed als alles
zwart-en-wit bleef, is het gevaar der ,,kleur" verme
den. Minder imposant dan het schilderij, is de
tiekening hier hij K'eykamp zeker niet minder zuiver.
Zij overtreft door haar romantische innigheid vuur mij
verre de wandversiering, die in Parijs was te zien.
Divini verbi inspiratio", en nu hier in haar lengte
en breedte tentoongesteld slaat. Het gegeven b
zuiver-symmetrisch voorgesteld; om de middelfiguur.
een jonkman van eenigszins onbestemde vormen,
elegant maar sterker dan een Arondeustype, bewegen
zich figuren en gezichten in diverse expressies, Met
een paar koppen, een Sint-Jeroen, en een paar
teekeningen nog, heb ik clan het geheele getal der te
zieiie werken aangeduid. Eén ding nog: De Sint Jerneii
is voor van Konijnenburg 't symbool van den eigen
strijd en van den strijd, die het leven is. (ie moet
hieraan toevoegen, dat er schakeeringen in de
vticrstclling zijn, die tegelijk een bekentenis blijken, hoe
Van Konijnenburg op een bepaald moment van zijn
leven dien strijd erkent, en daarom weer wil geven.
Soms is de tegenstander, hoewel gevaarlijk, toet1
niets dau het ter aarde kruipend gedierte, maar
soms rijst de draak met den st;:art omhoog, en
lijkt een opstaande vlam, en i< bijna zoo groot ut
zoo hoog als Sint Jemen zelf! Dau erkent Van
Konijnenburg de macht van dien tegenstander als
zeer groot, en lijkt hem het leven een wisselend
bijna winnen en bijna verliezen, een strijd vol kante
lingen en kenteringen, en nadert zoo, wat wij het
tragische bij de Tegenwoordigen en van de Tegen
woordigeii hebben geheeten. Wanneer ge dit wat hier werd
geconstateerd, eenvoudig weg mei uw oogen nagaat .
elan weet ge hoe in zeker tijdperk de beschouwing van
Willun van Konijnenburg is omtrent actie en
reactiein het leven, in zijn eigen leven !
i l MUZIEKHANDEL ~
PIANO'S C^r VLEUGELS
A' 1835 D U DAMP D Tcl ^
ichterSt.Pi9ter4 n« KHHK UTRECHT