De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 27 maart pagina 1

27 maart 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

FV Groene Amsterdammer fec?AVêekblad voor Nederland |Cognac| !M a r t e l l! ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF EN G. NOLST TRÉNIT Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM 0MOER O Kweekerij en f DEDEMSVAART| 0000OOOOOOO000OOO00O0000 HEIM0 Tuinaanleg OPGERICHT IN 1877 No. 2547 ZATERDAG 27 MAART 1926 HET NASPELVAN GENEVE ZOOALS te verwachten was, heeft de mislukking van de jongste Volkenbondsvergadering zoowel in de internationale pers als in de volksvertegenwoor diging van sommige landen allerlei nabetrachting ten gevolge gehad. Daardoor kunnen wij iets beter oordeelen over het geen er achter de schermen gebeurd is. Maar het naadje van de kous weten wij nog niet. Als kok en bottelier tezamen kijven, kan de heer des huizes, zoo hij den twist afluistert, op de hoogte komen van de kunst grepen, waarmede zijn personeel hem bedriegt; maar als Chamberlain het in het Lager Huis aan den stok krijgt met Lloyd Oeorge en Mac Donald, wordt het Engelsche volk nog niet gewaar, welke kronkelingen de Engelsche diplomatie heeft ingeslagen. Over n ding zijn wij nu beter ingelicht: over de motieven, waarom Braziliëzich zoo obstinaat heeft getoond. Zijn vertegenwoordiger te Genève, Mello Franco, had reeds geen blad voor den mond genomen, 'maar de president van de Braziliaansche republiek, da Silva Bernardes, heeft bovendien het puntje nog eens op de i gezet. In de eerste plaats dan is gebleken, dat Brazili niet op het laatste oogenblik den boel in de war heeft gestuurd. Het had te voren gewaarschuwd, dat het aanspraak maakte op een vaste plaats in den Bonds raad. Op Duitschland's verzoek om medewerking had het ten antwoord gegeven, dat het slechts zijn stem vóór Duitschland's opneming in den Raad zou kunnen uitbrengen, wanneer niet dit Rijk allén een nieuwen permanenten zetel in dat college zou krijgen, maar tegelijk Brazilië's aanspraak daarop zou worden bevredigd. Het is niet noodig aan te nemen, dat Braziliëhier toe zou zijn opgehitst door Italië. Wie dit veronder stellen, meenen dat Mussolini, uit ergernis over het stoken van de Duitsche nationalisten tegen de Itali anen in Tirol, het Duitsche Rijk een hak zou hebben willen zetten en zich daartoe van Brazilië, dat toch reeds neiging had om de verzenen tegen de prikkels te slaan, zou hebben bediend. En zij vonden een be vestiging van die meening in het feit, dat aan de Italiaansche pers het consigne werd gegeven om niet al te hard over Braziliëte oordeelen. Dit laatste kan echter gereedelijk worden verklaard, zonder dat men het behoeft toe te schrijven aan de verplichting om Italië's strooman de hand boven het hoofd te houden. Menschen van de gezindheid van Mussolini zijn geen vurige voorstanders van de Volken bondsidee; zij houden er met name niet van, dat deze Bond een soort van supra-souvereiniteit over de afzonderlijke staten zal uitoefenen; zij hechten daarom veel meer aan het veto-recht, dat elk lid van den Bondsraad toekomt, en kunnen een lid, dat er op zijne beurt gebruik van maakt, niet te hard vallen; morgen kan immers de beurt aan hen komen ! Het is niet noodig, zijne toevlucht te nemen tot de veronderstelling van allerlei gekonkel, om voor Brazilië's houding een verklaring te vinden. De presi dent van dat rijk heeft er uitdrukkelijk op gewezen, dat de Volkenbond tot dusverre Braziliëversuymt" heeft zooals Nederland vroeger deed, toen het niet genoeg waarde hechtte aan het bezit ervan. In het permanente kader van den Bond heeft slechts ne niet-Europeesche natie, n.l. Japan, zitting; en de Bond wil toch universeel zijn; twintig Amerikaansche naties zijn tot hem toegetreden; is het een onbillijke wensch, dat de Staten van Zuid-Amerika voor een hunner een vasten zetel in den Bondsraad begeeren? Op die vraag kan het antwoord kwalijk bevestigend luiden. Inderdaad heeft de Bond iets goed te maken tegenover Brazilië. Maar desniettemin moet men het betreuren, dat Braziliëde vervulling van zijn recht matig verlangen heeft vastgekoppeld aan de kwestie van Duitschland's opneming in den Raad. Het heeft daardoor kunnen aantoonen, dat de mogendheden, die te Locarno reeds hierover beslist hadden, buiten haar boekje waren gegaan en zich hadden aange matigd iets te vergeven, waarover niet zij allén de beschikking hadden; maar het zou het universeele doel van den Bond beter bevorderd hebben, wanneer het.thans zich niet tegen de opneming van Duitschland had verzet en van deze gelegenheid alleen ge bruik had gemaakt om nog eens de aandacht te ves tigen op het tegenover Zuid-Amerika gepleegde ver zuim, zonder uitoefening van zijn recht van veto. De heeren, die Duitschland te Genève vertegen woordigden, Luther en Stresemann, hebben het bij hunne thuiskomst niet moeilijk gehad. Ondanks het feit, dat zij met de kous op den kop terugkwamen. Deze hoofdbedekking strekte niet hun tot oneer, die ermee getooid waren, maar hun, die haar niet hadden kunnen beletten, Briand en Chamberlain. Alleen de uiterste partijen van rechts eu links hebben in den Rijksdag gefulmineerd tegen de hou ding van de Duitsche delegatie. De communisten zien zoowel in den Volkenbond als in de verdragen van Locarno slechts een oorlogswapen tegen SovjetRusland; de nationalisten namen den schijn aan, zich te schamen over de onwaardige bejegening, die Duitschland zich had moeten laten welgevallen alsof het gebeurde te Genève het aanzien van het Duitsche Rijk niet juist had verhoogd, in plaats van geschaad ! In werkelijkheid is het voor de conservatieven een tegenvaller, dat de door hen zoo fel bestreden over eenkomst van Locarno niet bekrachtigd is geworden door Duitschland's opneming in den Volkenbond. Zoo dit gebeurd ware, zou de tegenwoordige regee ring haar voornaamste reden van bestaan hebbiMi verloren en er voor de conservatieven een gelegen heid zijn gekomen om, door samenwerking met de nationaal-liberalen in de binnenlandsche politiek, weder deel aan de regeering te krijgen; thans zullen zij de September-vergadering te enève moeten afwachten. Nóg gemakkelijker dan Luther en Stresemann heeft Briand het gehad althans wat de verant woording betreft van zijne gedragslijn te Genève. De Fransche Kamer zit nog tot aan den hals in de financieele moeilijkheden; en ook indien deze haar niet zoozeer benauwden en zij reeds gelegenheid had kunnen vinden voor een debat over Genève, zou de meerderheid er Briand geen verwijt van maken dat hij gepoogd had, door de opneming van Polen in den Volkenbondsraad, daar een tegenwicht te scheppen tegen het lidmaatschap van Duitschland. Voor Chamberlain stond het warmste potje te vuur. Lloyd George en Mac Donald waren in open bare vergaderingen zoo hevig tegen hem te keer gegaan, dat hij zich op een felle oppositie in het Lager Huis kon voorbereiden; ook onder de conser vatieven waren er trouwens velen, die zijne diplo matie van de jongste maanden afkeurden; de geheele Engelsche pers was eigenlijk tegen hem. Hij zal echter reeds vóór de Parlementszitting de zekerheid hebben gekregen, dat zijne partij hem niet in den steek zou laten. Toen hij tot de journalisten, DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per j a a r ga n g. ?,10.?hij vooruitbetaling Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel INHOUD: l. Prof. Dr. G. W. Kernkamp, Het naspel van Genève. '2. .Dr., L. H. GrontUjs, Economie en Politiek in Rusland. 3. Ds, W. Mackeazie, De zaak Geelkerken Joh. Braakensiek, Braziliëen de Volkenbond. 4. Mr. E van Bolhuis, Het verkeer in Nederland. 5. Prof, Dr. H. Brugmans, Koloniale geschiedenis Jordaan, De gepantserde vuist in J9-'6. 6. Annie Salomons, Bijkomstigheden. 7. Dr, Jac. P. Thijsse, Groot-Amsterdam, 9. Voor Vrouwen, red. Elis. M. Rogge. 10. Top Naeff, Dram. Kroniek 11. J W F. Werurneus Buning, Kroniek van den Dans, niet tceken. door W. Heskes. Otto van Tussenbroek, Toegepaste Kunst. 12. Ir, J B. H. van Noutnrijs, Onbreekbaar glas Constant van Wessem, Muziek in de Hoofdstad, met teekening door V. H. van Uytvanck. 13. Wybo Meyer, Zakelijke humor. 15. Paul Sabel, financiën A. Plasschaert, Schilderkunst H. Vcrstynen, Dierstudie. lï. Spreektaal. H. Middendorp, Boekbespreking. 17. Alida Zeveriboom, Croqnante Croquetjes. IS, Cornelis Veth, Vroeger en Nu Charivariuri, Charivaria. 19. Andreas Latzko, Het botcrfiammetje. 20. Cel 2, Telefoontje. Bijvoegsel: Johan Braakensiek, Moderne paneelzagerij ? rKersen\ Pralines Bijzonder-frissche Aangename smaak Je/ op den v&n, die hem bij zijn terugkeer uit Genève wilden uithooren, zei, dat hij zijne laatste woorden zou bewaren voor het oogenblik, dat hij het schavot moest be stijgen, zal hij niet meer gevreesd hebben, dat zijn hoofd daar onder de guillotine zou vallen. Maar al bracht hij dan dank zij de omstandig heid, dat ook in het Engelsche Parlement partij discipline de stem van de leden bij belangrijke aan gelegenheden bepaalt het ministerieele leven er af, te pronk heeft hij er toch gestaan. Walxt-tM heeft hij moeten erkennen: dat hij reeds in Decbttiber l.l. van Briand had vernomen dat de Fransche regeering den wensch van Polen om een vasten zetel in den Bondsraad te krijgen, zou onder steunen. En al moge hij zich gedekt achten, omdat hij toen ten opzichte van Polen geen enkele verplichting voor de Engelsche regeering aanvaardde, daarmede weer legt hij niet het verwijd, dat hij verzuimd heeft on middellijk te kennen te geven, dat Engeland voor zulk een plan niet te vinden zou zijn en de opneming van Duitschland in den Bondsraad niet zou laten vastkoppelen aan die van een anderen Staat. Uit Briand's heulen met Polen is alle misère voort gekomen, dit niet onmiddellijk te hebben gestuit, zoodra hij er kennis van kreeg, stelt Chamberlain mede verantwoordelijk voor de mislukking van de jongste Volkenbondsvergadering. KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl