De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 3 april pagina 1

3 april 1926 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene ammer voor Nederland Cognac M a r t e l l o 0 0 ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF EN G. NOLST TRÉNIT Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg.: N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM MOER HEIM Tuinaanleg <> Kweekerij en DEDEMSVAART| OPGERICHT IN 1877 No. 2548 ZATERDAG 3 APRIL 1926 MUSSOLINI'S FEESTREDE B, IJ het lezen van de feestrede, die Mussolini heeft 1 gehouden op den zevenden verjaardag van de stichting der fascio, dacht ik aan een artikel van hem, dat in het begin van dit jaar in een Italiaansch tijdschrift verscheen, waarin o.a. deze tirade voor kwam: ,,1926 zal voor Italiëeen Napoleontisch jaar i worden". Napoleontisch is in elk geval de toon van de rede voering, waarin hij den Italianen heeft voorgehouden wat door hem en zijne aanhangers bereikt is, sinds tegen het einde van Maart 1919 de strijdfasces ge sticht werden (fasces -- bundels, groepen), die de kern van de latere fascistische partij zouden vormen. Napoleont'sch door de gebeeldhouwde zinnen, maar ook door de zelfverheffing, en de minachting voor wat zich hem in den weg stelt. Rome is door ons toedoen weder het groote Rome van den keizertijd geworden, de ziel van de Latijnsche wereld, terwijl het eenige jaren geleden nog sliep onder een drukkende bureaucratie en een stad was als een andere". Het fascisme heeft het zwaarste probleem van deze eeuw, dat van de betrekkingen tusschen kapitaal en arbeid, volledig opgelost door kapitaal en arbeid op hetzelfde peil te plaatsen, van aangezicht tot aan gezicht met het gemeenschappelijk doel: de welvaart en de grootheid van de natie". Het groote Rome van den keizertijd herleefd", de volledige oplossing" van het sociale vraagstuk hij moge grijpen naar dat ideaal, binnen zijn bereik is het nog niet. Op minder tegenspraak behoeft hij te rekenen bij deze passage: ik ben er trotsch op, te verklaren, dat wij allen, en ik in de eerste plaats, geen beteekenis hechten aan alles wat men in het buitenland zegt en drukt". Het woordje alles" maakt, dat elk leider van een regeering hem deze betuiging van minachting kan nazeggen, maar doet tevens vragen, waarom hem de kam zoo zwelt van trots over deze uiting. Het antwoord daarop vindt rnen in den onmiddellijk volgenden zin: de wereld van vijanden, om wier oor deel hij zich niet bekommert, is de internationale wereld van democratie, liberalisme, vrijmetselarij" voor een Italiaan behooren deze begrippen bijeen, maar het is zuiver demagogie ze samen te koppelen, zooals Mussolini doet, met geldmacht en vaderlandsloosheid". Aan de verantwoordelijke elementen in de oudere landen" geeft hij den raad: gij moet doormaken, hetgeen wij doorgemaakt hebben; indien gij wilt leven, moet gij een einde maken aan het kletsende parlemen tarisme en werkelijke macht geven aan het uitvoerend gezag". Die raad is gericht tot hen, die met eerbied opzien tegen het goddelijke en aanbiddelijke fascistisch Italië", maar wien de moed, of de gelegenheid, ont breekt in eigen land de strijdbundels te vormen, die den kamp tegen democratie en liberalisme zullen aanbinden. Maar ook de democraten en liberalen, voor wie Mussolini alleen minachting over heeft, mogen deze woorden overdenken. Aan een kletsend" parlementarisme kunnen zij een einde maken, zonder het parlementarisme zelf over boord te werpen; en zij behooren tevens tot het nzicht te geraken, dat een versterking van de macht van hel uitvoerend gezag niet indruischt tegen liet begrip van democratie, wanneer dit gezag voor de groote lijnen van het gevolgde beleid verantwoordelijk blijft aan de volksvertegenwoordiging. Wanneer deze laatste hare taak beperkt, zal zij de komst van het fascisme niet bevorderen, maar tegenhouden, omdat het parlementarisme alleen weer tot aanzien kan komen als het parlement zijn eigen bevoegdheid besnoeit en niet daarmede wacht, totdat een Mussolini het kapmes gaat hanteeren. Maar ik ben de verklaring nog schuldig, waarom . de feestrede van den dictator mij herinnerde aan zijne profetie, dat 1926 voor Italiëeen Napoleontisch jaar zou worden. Ziehier dan de passage, die ik op het oog had. (lij ziit ongetwijfeld in ongeduldige afwachting van iets, kameraden. Toen ik u het vorige jaar be loofde, dat wij iets schoons zouden krijgen, heb ik woord gehouden". Dit schoons" blijkt te bestaan in ,,de wetten van nationaal herstel en van reorganisatie van leger, marine en luchtvaart", die het Italiaansche volk in 1925 deelachtig is geworden. Maar daarmede zijn de vurigste wenschen nog niet verwezenlijkt. Men hoopt op meer, op iets nog schooners en grooters. Welnu, ook deze verwachting zal in vervulling gaan. Mussolini vraagt aan zijne getrouwen: gelooft gij mij, wanneer ik u zeg, dat uw ongeduld eens bevredigd zal worden?" En op het enthousiast geroep van ja ! ja !" laat hij dan volgen: niet een openbaring van het heil, dat Italiëmag verbeiden, maar een aanmaning tot geduld: de groote uren slaan niet elk oogenblik en niet op alle klokken; het rad van het lot draait; de wijze en de waakzame moet het goede oogenblik weten aan te grijpen". Eerst moeten de Italianen zich nog volmaakt hebben in de werken des vredes; eerst moeten zij het tot een onwaarschijnlijke!! graad van discipline gebracht hebben in den dagelijks te verrichten arbeid". Maar dan weest er van overtuigd, dat wan neer het rad der fortuin aan ons voorbij zal komen, wij klaar zullen staan om de fortuin te grijpen en haar naar onzen wil te buigen". Een feestrede, alleen om de gemoederen aan te vuren tot den hoogsten gloed van geestdrift, om de verwachtingen strak gespannen te houden, tot aan de grens van breekbaarheid ? Of een, voor de buitenstaanders nog ontsluierde, maar voor de ingewijden volkomen duidelijke aan kondiging van groote dingen, die staan te gebeuren, straks reeds, nog in dit Napoleontische" jaar 1926? Niet alleen het Rome van den keizertijd", maar ook het imperium Romanum herleefd? wat dan, getransponeerd in mineur, zou beteekenen: een uit breiding van Italië's heerschappij over eenig gebied, ergens aan de Middellandsche zee, in klein-Azi misschien? En we herinneren ons, dat het geschil tusschen Engeland en Turkije over de grens van Irak nog altijd niet is opgelost; dat het gevaar van een oorlog in West-Aziënog niet is opgetrokken; dat Italiëhet eiland Rhodes nog in zijne macht heeft en dank zij de reorganisatie van leger, marine en luchtvaart" in het vorige jaar daar allerlei toehereidselen ten oorlog heeft gemaakt en zich voor aan Engeland te bewijzen diensten kan laten beloonen door een stuk DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per j a a r Per .\o. 2f> Cent. a n n ? 10.---- hij vooruitbetaling Advertentien ? 0.75 per regel INHOUD 1. Prof. Dr. G. W Kernkamp, Mussfllini'x fec-.tiede. 2. Dr. L. H. Grondijs, Economie en Politiek ir. :i. Prof. Dr. H. Briigmans, De oorlog ran ;,;,-_? Joli. Braakensiek, ile' paard der toekomst. 4, H. J. M. Walenkamp Czn., De. nieuwe korf. 5. Mr. H. O. Koster, Indiseli-' eauseriei'n Jordaan, Het referendum in Duiisclilc.nd. 6. Annie Salomons, Bijkomstigheden. Dr. Jac. P. Thijsse, Groot-Amsterdam. Voor Vrouwen, red. Elis. M. Rogge. Top Naeff, Dram. Kroniek. Wyho Meyer. Zakelijke humor. Willem van Doorn, Nieuwe [?'n^elïdie h< *>l. ?; Ir. B Witjersina, Boekbespreking. H. K. Teune, l.ion ran Lier. Constant van Wessem, Mu:iek in ae llooji'.-tnj J. d. Sinia, On:e Koloniën: Munlok L. J. Jordaan Kioseopv. Ihr. Mr. H. Smissaert, Op den t'.con. Uitkijk - H. Verstynen, Dierstudie. A. IJlassch;.ert, Sehilderknnstkroniek t'ithet Klinfseliri It i'tin Jantje II. Middendorp, ^?>t/, Cnarivarius, Charii'uria - Cel 2, Telefoontje. Barbarossa. i:it din (lemeenteraud, met teekenin^er: door B. ran Vlijmen. C'ornelis Veth, Weleer en Non - 11. Veersema. Indische Clirnwormpje*. Charles van Ierse!, l'euilletun. Georgc van Raemdotick, De kraelit der ;.;e\i'oun'e S[>elproble:nen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, .VlicsWini'x feest rede. 9. l i. 12 13 15. l ti. 17 21. van Klein-Azië. Moet daar de vluchtige fortuin worden gegrepen? Zullen de Italianen daar metter daad moeten toonen, dat liet ,,schoon is te leven onder de banieren van het fascisme, maar nóg schuimer er onder te sterven?" Of is het niet tastbare buit, maar ideëele grootheid, die Mussulini aan zijn volk voorspiegelt? Het Rome uit den keizertijd heeft zijn tooverstaf voor de oogen zijner getrouwen althans doen herrijzen; zal nu ook de titel der keizerlijke waardigheid straks den hoogsten luister bijzetten aan aan wien? aan Koning Victor Enianuel? Ach arm ! men zou hem bijna zijn vergeten ! hij is heelemaal in de verdrukking geraakt; dank zij de practijk van Mussolini's theorie over de versterking van ,,het uitvoerend gezag", is de legitieme drager daarvan zoo goed als verdonkeremaand. Tot welk een onwaarschijnlijke.!! graad van dis cipline" moeten de fascisten hel niet gebracht hebben, als Mussolini hen beveelt aan hem lic! ...Ave Caesar Imperator" toe te roepen ! KERNRAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl