De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1926 3 april pagina 3

3 april 1926 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2548 DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET VOORSPEL VAN DEN OORLOG VAN 1672') DOOR PROF. DR. H. BRUGMANS "1X7 AT het voorspel van den oorlog van 1672 moet ?* worden genoemd, zou men niet zoo onmiddellijk gissen, wanneer de ondertitel van het boek van dr. Elzinga ons niet dadelijk en volledig inlichtte. Het onderwerp' van. dezen nauwgezetten onderzoeker wordt gevormd door de economisch-politieke betrek kingen tusschen Frankrijk en Nederland in de jaren 1660 tot 1672. Dit onderwerp is niet geheel nieuw, maar toch ook aan den anderen kant van deze zijde uit nog weinig onderzocht. Dat de groote strijd tusschen Engeland en de Republiek goeddeels werd beheerscht door economische factoren, dat wat beide staten scheidde en uit elkander bracht, niet was een politiek beginsel, maar een economisch belang, dat werd eigenlijk van oudsher altijd aangenomen. Het conflict met Frankrijk werd meestal anders verklaard : het ging in hoofdzaak om de staatkundige macht, die afhing van het bezit der Zuidelijke Nederlanden, die Frankrijk wilde annexeeren, geheel of gedeeltelijk, maar die de Republiek als bolwerk voor haar eigen veiligheid ongerept wenschte te houden. De econo mische geschillen, die er klaarblijkelijk ook waren, traden daarbij geheel op den achtergrond. Die economische geschillen nu worden juist naar voren gebracht en op hun werkelijke waarde gesteld door dr. Elzinga. In een breede uiteenzetting tracht hij aan te toonen, dat de economische tegenstelling tusschen Frankrijk en de Republiek vooral niet minder tot botsingen aanleiding gaf dan de politieke verhouding. Dr. Elzinga doet dat door een uitvoerige schets van den economischen toestand van Frankrijk en van Nederland in en na 1060. Er was tusschen beide landen een opmerkelijk verschil, dat haast tot strijd moest uitnoodigen: men zou ze elkanders tegenvoeters kunnen noemen. Frankrijk was politiek zeer machtig, maar economisch vrij zwak; de Repu bliek was juist economisch haast oppermachtig, maar staatkundig niet sterk. Wanneer men dien toestand overziet, blijkt het opnieuw, dat er tusschen de economische en de staatkundige kracht van een land niet steeds zulk een nauw verband bestaat als men geneigd is aan te nemen. Dat Frankrijk in 1660 de eerste staatkundige macht en de sterkste militaire staat van Europa was geworden, is bekend genoeg. Het was den zwaren last van den oorlog met Spanje en de interne woe lingen der Fronde te boven gekomen. Het koninklijk gezag was door Richelieu en Mazarin stevig gevestigd. Dat gezag was in handen nu van een krachtig vorst van groote regeergaven, geneigd en geschikt ook om iich met nadruk te doen gelden in de wereld. Maai de economische toestand van het land beantwoordde volstrekt niet aan die politieke beteekenis. Dr. Elzinga wijst erop, dat de landbouw in volledig verval ver keerde, dat de nijverheid nog zeer weinig beteekende, dat de handel, zelfs die op den Levant, zeer sterk was achteruit gegaan. Het is de verdienste van Colbert geweest, dat hij dezen vervallen toestand heeft gepeild en tevens middelen heeft beraamd om zijn land tot economischen bloei te brengen. De middelen, die hij daartoe aanwendde, zijn bekend genoeg. Maar het was begrijpelijk en onvermijdelijk, dat hij daarbij stuitte op de economische kracht van Nederland. Niet bij zijn pogingen om den landbouw uit zijn verval op te heffen, meer bij zijn streven om de nijverheid PLEZIERVLUCHTEN K, L. M. Dagelijks op de Vliegvelden SCHIPHOL en WAALHAVEN bij bij Amsterdam Rotterdam f 7+50 per persoon Voor gezelschappen van minstens 20 personen 10 pCt. reductie. INLICHTINGEN bij de Kantoren der K. L. M. te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag alsmede bij alle Reisbureaux HET PAARD DER TOEKOM5T I rekening voor ..</c fiVoem* /1/7?,s/rrf/0/nmrr tiooi' Joh. K K N SPKCIAUC RAADSCOMMISSIE TK CIIICAGO IS MKT K K N VOORSTEL GEKOMEN. DAT ALLE PAARDEN EEN ACHTERLICHT MOETEN DRAGEN tut bloei te brengen, steeds en overal bij zijn stelsel om een handelsmarine en daarmede ook een oorlogs vloot te scheppen. Want de Hollanders vond hij op alle zeeën, in alle baaien, in alle havens, op alle reeden van Frankrijk. Men kan zeggen, dat de geheele import en export van Frankrijk in hun handen was; zelfs Fransche kustvaart was een Hollandsch bedrijf. In economischen zin was Frankrijk stellig geheel afhankelijk van de Republiek, die met haar vrachtvaart den geheelen wereldhandel beheerschte en door haar steeds aangroeiende, modern geoutilleerde kapitaalmacht de leiding van het economische leven van Europa stevig in handen had. Zulk een overmacht is veelal heilzaam, maar wordt toch spoedig als uitermate drukkend gevoeld. Vandaar verzet, eerst in Engeland, waar in 1G51 de befaamde Acte van Navigatie werd uitgevaardigd; daarna in Frankrijk, waar Colbert het naar hem genoemde stelsel ging toepassen om Frankrijk economisch onafhankelijk te maken van de Republiek en misschien wel tot de heerschende macht ook op dit gebied. Dr. Elzinga zet in den breede de maatregelen uiteen. die door Colbert zijn genomen en die eigenlijk alle in het nadeel van den handel der Republiek waren, al waren zij stellig niet alle als zoodanig bedoeld. Als een inleiding daartoe moeten worden beschouwd de eerste drie hoofdstukken; zij schetsen den econo mischen toestand en de economische politiek der beide landen, die de oorzaak was der scherpe be langenantithese; zij brengen de personen ten tooneele, die in de betrekkingen tusschen beide staten een beslissende rol hebben gespeeld, Colbert en Van Beuningen. Dr. Elzinga hecht blijkbaar zeer aan die tegenstelling, die er natuurlijk wel is, maar die toch alleen met eenige reserve kan worden aanvaard. Al dadelijk geeft het bezwaar een geheele politiek en een geheel stelsel van regecringsbeleid in n persoon te belichamen. Maar zelfs al kan men dat ten opzichte van Colbert laten gaan, toch zeker niet ten overstaan van Van Beuningen. De Amsterdamsehe burgemeester was stellig een man van groote gaven en van karakter bovendien; hij was zeker een man van invloed en beteekenis. Terloops gezegd: wie geeft ons eens een op de bronnen gefundeerd levensbeeld van dezen zeer merkwaardigen Amsterdammer? Met al de waardeering voor zijn persoon, kan Van Beuningen toch niet met Colbert worden vergeleken in invloed en beteekenis. Onze Amsterdammer had het niet als een Fransen minister voor het zeggen; de eigenaardige constitutie der Republiek stond een dergelijke machtsvorming volkomen in den weg. Maar boven dien: waar is het economische stelsel van Van Beu ningen? Nergens blijkt, dat hij iets anders en meer heeft gedaan dan het verdedigen van de economische belangen van zijn vaderland, zooals men die in zijn dagen algemeen verstond. Wij spraken van de drie eerste hoofdstukken. I let vierde schetst den strijd, die door de belangen-tegenstelling tusschen beide landen in Europa en in de beide Indien werd gevoerd. Deze schets gaat vooraf aan de beschrijving der verhouding tusschen Frankrijk en Nederland gedurende de jaren 10(50 tot 1672 in QQKTFRED:.TPOESKE ZANDBLAD ~ SIGAREN 8 enIO ets. de daaraan volgende hoofdstukken. In het vijfde hoofdstuk wordt allereerst uitvoerig gedocumenteerd de sluiting van het bekende traktaat van 27 April 1662, dat eerst na lange onderhandelingen tot stand kwam. Men kan het beschouwen als een welgemeende, maar slecht gelukte poging om den belangenstrijd te doen eindigen of althans te temperen. In het zesde hoofdstuk vinden wij de economisch-politieke ver houding beschreven in de jaren 1663 tot 1(567, die liggen tusschen de twee beroemde Fransche tarieven; het is duidelijk, dat het traktaat van 1662 al is mislukt. Die tarieven van 1(564 en 1667 worden in het zevende hoofdstuk onderzocht; na 1667 is het economische conflict eigenlijk al voltooid. I let achtste hoofdstuk beSLhrijl't de economisch-politieke verhouding van 1(567 tot 167i):die verhouding wordt dan steeds slechter, be vorderd ook door hel politieke geschil v.'ui den devolntie-oorlog en het drievoudig verbond. Eindelijk in het negende hoofdstuk worden de gebeurtenissen beschreven, die aan den grooten oorlog onmiddellijk voorafgaan: de taricveno.irlog is dan reeds in vollen gang. Dit weinige moge volstaan om de beteekeuis van het boek van dr. Elzinga in het licht te stellen. Het moge ook volstaan om den indruk te geven van de belangrijke dingen, waarom het toen ging, van den /waren strijd, dien ons volk toen had te doorstaan. ONVERSCHIETBARE GEKLEURDE VITRAGE tOO BH. PER METER F !._ EFFEN FILET 75 BR. P. MTR. 0.45 XHDEtt ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl