Historisch Archief 1877-1940
10
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2549
DRAMATISCHE KRONIEK
DOOR TOP NAEFF
Vereenigd Tooneel. Julius Caesar
IN het programma voor deze voorstelling geeft
de leider van het spel als zijn persoonlijke
«leening te kennen dat hem Shakespeare's Julius
Caesar het treurspel van de macht toeschijnt", en
vraagt zich daarbij met treffende bezorgdheid af,
af ook de(n) kriticus deze, zijne uitspraak welgevallig
zal zij i? Mij.ierzijds heb ik er waarlijk niets op tegi.ru
Het treurspel van de macht, eri niet minder: van de
maat. Want het geldt de menschelijke macht, die
haar grenzen dreigt te overschrijden, en daarom
naar een goddelijke natuurwet ten onder moet gaan;
de overmacht. En is het niet juist dit maatgevoei,
dat het monumentaal werk hier mogen we het
dan nu schrijven, dat in de laatste jaren te grabbel
gegooide woord monumentaal" ! maakt tut zulk
een zuiver symmetrisch beeld, dat we aan een natuur
verschijnsel moeten denken, gelijk de sneeuwvlok
uit loutere elementen saamgestold. Afgewogen, als
op een haar van het redelijk gevoel, doet ons dit
organisme in zijn machtige aanschouwelijkheid
al het menschelijk ontoereikende, betrekkelijke en
in-den-tijd-gemetene beseffen, de stemming van den
onvermijdelijken ondergang ligt over het gansene
stuk. In het midden van dit, even zuiver, als schit
terend mozaïek staat de figuur van den Caesar, de
onveranderlijke, als de hoogste dienaar van den
Staat, als de tijdelijke drager van het sociaal ideaal.
Karel van de Woestijne schoof in een toelichting, die
hij in 1920 voor de opvoering van Julius Caesar door
het Rotterdamsch-Hofstadtooneel schreef, het woord:
Oemeenebest" naar voren. Het algemeen belang,
dat rationneel en souverein is, en altijd weer een
nieuwe illusie zoekt. Daarom moeten we hier ook
wel het verschil in het oog houden tusschen de
ingeschapen macht het caesarisme zooals zich
dat een zeldzame maal in een poque in een mensch
manifesteert (Julius Caesar, Napoleon, Mussolini,
als 't een beetje wil ) en de macht, die grootendeels
uit heerschzucht is gegroeid. Caesar's tegenstanders
doen al hun best het (onwillekeurig) strevende van
de figuur in het licht te stellen, doch onaantastbaar
houdt Shakespeare hem boven iedere verdenking.
Uit elk woord, dat uit zijn mond klinkt als een gebod:
Calphurnia, stand you directly in Antonius' way'',
al uit de wijze waarop hij in de omgangstaal zich in
den derden persoon invoert: And Caesar shall go
forth", spreekt het caesarisme; na hem is het zijn
aangenomen zoon Octavius, die, zoo jong als hij is,
vanzelf dien absoluten toon overneemt en daarmede
de aangewezen opvolger bewijst te zijn. Ik dwars
boom niet, maar ik verlang het zoo", is zijn antwoord
op een beschuldiging van tyrannie, juist zooals
Julius Caesar zijn afwezigheid in den Senaat niet
geen nadere toelichting wenschte te verontschuldigen
dan deze: De reden is mijn wil, ik wil niet komen".
Door dit hooghartig woord staat hij voor onze ver
beelding wat ook de uiterlijke kenteekenen van
verval mogen zijn tot zijn laatste uur in zijn onver
gankelijke kracht en zegeviert het begrip. Dit is,
schreef ik in 1920 en het zij mij vergund het hier aan
te halen omdat ik het niet duidelijker zou weten te
zeggen: dit is de vastberadenheid-in-zich-zelf, die
door dz menigte in haar zwakke oogenblikken wordt
gezocht en ten troon geheven, tot zij weet op krachten
is en in den (vermeenden) despoot verguist, wat ze
in den heerscher, in den enkeling, die de teugels greep
toen de massa onmachtig bleek, verheerlijkt heeft.
De Caesar blijft zichzelf getrouw, hij heeft de macht.
en die macht groeit met hem, maar het onbetrouw
baar menschenbeeld rondom hem wisselt met den
stroom van vóór- en tegenspoed, de menigte met haar
instinct, dat verder reikt dan zijn overzichtelijkheid,
houdt het evenwicht, dat wil zeggen, het voordeel
aan den belasten kant. Hier ligt het onvergelijkelijk
prachtige in dit Shakespeare-drama, dat we deze
oerkracht in al haar grillig geweld aan den gang zien
als de natuur zelve, rusteloos verheftend, rusteloos
neerhalend, van den morgen tot den avond bereid
voor den grooten hoop te bevechten wat toch altijd
maar voor den zich-onderscheielctidcn enkeling is
weggelegj.
Om het lijk van den verslagen ongelijke" woelt
het volk van Rome, vóór het gestoelte voor den
nieuwen, belovenden geest". Daarboven hangt de
kroon, waarnaar Caesar's handen in aarzeling zich
strekten. . . . het onbereikbare symbool der wcreldsche
vervulling. . . .
Intusschen, het onpersoonlijke moge in dit werk
boven het persoonlijke uitgaan, Shakespeare heeft
aan alle figuren zulk een fel menschelijk relief
gegeven, dat de karakteristiek van elk hunner hoe
hibridisch zijn deze karakters", hoe levend juist
daardoor een hoofdstuk vullen kan, en wij nauwe
lijks weten op welke wijze zij ons het meest boeien:
als dragers der idee of als mensclien. Naast Caesar,
de ondeelbare: de hartstochtelijk-scherpzitinige
Cassius, welke diens heroïsme overnam en eerst in zijn
element geraakt wanneer in den nacht de demonen
losbreken, donder en bliksem jagen achter de ge
dachte", die wil worden tot daad", (de
sainenzweering) doch die daar tegenover niet terugdeinst en
hierin ligt het verschil met Julius Caesar voor een
laagheid, zoo de daad deze vereischt....
En naast dien Caesar-naar-den-geest, Brutus:
Caesar's ziel, wiens bezinning te zwaar weegt altijd
gaat het om het evenwicht voor het initiatief, en
wiens activiteit ten slotte een dichterlijk compromis is:
O, waar 't ons mogelijk Caesar's geest te treffen
En Caesar niet te deren...."
En tegenover die smartelijkgebonden Hamlet-figuur
Antonius, de losbandige. Welk een tweespalt in
dezen sentimenteelen diplomaat, die zich, als de
tooneelspeler, welke tegelijkertijd in en buiten zijn rol
leeft, kan overgeven aan een (oppervlakkig) oprecht
leed, zonder daarbij zichzelf en het belang dat hij
dient, n seconde uit de hand te verliezen. Al deze
tusschen-figuren (alleen Julius Caesar is in zichzelf
compleet) leven in hun" gespletenheid dramatisch
op de spitsen, menschen vol dwaling en tekort.... en
nochtans zijn ze allen edel, ademt, ieder persoonlijk
ook den hoogen geest van het werk. Gentle", het
begrip is nauwelijks vertaalbaar in dit verband. De
milde voornaamheid, die hier zelfs een sluipmoord
boven iedere lage verdenking verheft, ze is niet
te vatten dan uit de dichtertaai zelf, uit de woorden
keuze, de cadans, uit het woord, dat als een
aureool om deze Romeinsche revolutie weeft.
Het omscheppen van een Shakespeare-werk in het
algemeen, en van Julius Caesar" in het bijzonder, is
een taak, waarvoor een Nederlandsch dichter van
reputatie zich wel driemaal zou bedenken.... Wat
Verkade ertoe gebracht heeft Shakespeare's
dichtertaal in de zijne om te zetten is ten slotte geen
vraag van litterair belang, en geldt alleen voor zoover
ze besliste over het plan, waarop de vertooning daar
door kwam te staan.
Er mag een zeker democratisch beginsel bij komen,
wanneer dit beginsel de sfeer zoo laag bij den grond
houdt, dat ons elk verheven beeld daarin pathos
toeschijnt, bewijst zich dit verstandelijk inzicht ook
meteen als een gebrek aan poëzie-aanvoelend ver
mogen. Romeinsche senatoren, welke elkander met
dolgraag" antwoorden, volkstribunen, die als
hedendaagsche kostschoolmeisjes hun bijval uitdrukken
met En óf!" het herhaaldelijk gebruik van
stoplappen als Jn soort", en ook het jijen en jouen"
maken de sfeer al wonder weinig geschikt voor de
romantiek der daden, voor aspiraties als bijv. Cassius':
There is my dagger, and here my naked breast;
wherin a heart dearer than Flutus' mine, richer than
gold".... Het dichterwoord kleeft erin vast, en het
verhevene schijnt ons rhetorica. In plaats ons de
dingen nader te brengen, worden wij ervan ver
wijderd, aangezien zij zich in onzen te huiselijken
gedachtengang niet voegen, er min of meer be
schaamd in geraken.
Enfin, het is de oude geschiedenis bij
elkShakcspeare-stuk, dat Verkade - al of niet in colbert,
essentieel maakt dit voor mij niet veel verschil
onderneemt, en jammer van de verdiensten, die zijn
werk, waaraan ,,Ie souffle"ontbreekt, overigens heeft.
Te loven viel hier in het begin de helderheid van het
schema en menig plastisch detail, waarbij intusscheii
weer bevreemdde waarom bij dit intellectueel reali
stisch streven de voorkeur was gegeven aan een
munteering, zoo illusoire mogelijk. Ongetwijfeld zon de/e
aanduidende architectuur (Wijde-veld was de schepper)
bij een vertooning, die de verbeelding opwekte, veel
meer luhben medegewerkt dan uu wij geheel bij de
rede" bleven. Waarom ook het groote tooneel voor
dit werk van gewjdige afmetingen opzettelijk ondiep
gemaakt? De verbeelding vindt in de geln.de litte
ratuur geen stoet" zoo imposant, zoo schitterend
als Caesar's gang naar den l'alatijnschen heuvel ter
eere van het Lupercusfeest. Op den nauweu voor
grond kon men de koppen tellen. Zonder spanning
bleef ook de moord, een jeu de grace" van bord
papieren messen. Het lijk van Caesar, gelijkvloers
op het eerste plan, gaf geen illusie van mysterieust
grootheid, terwijl ook het volk daar omheen veel
rauwer, veel minder gevoelig reageerde dan ondei
Van der Lugt's leiding indertijd, en te individueel
zich onderscheiden liet.
Daartegenover was juist voor het intiemer tooneel,
dat innig gesprek tusschen Cassius en Urutus in de
tent, een naar verhouding veel groutcr ruimte ge
nomen, waardoor het uitteraard wat vervloog, minder
tot zijn recht kwam. Die roerende wending: ,,1'ortia
is dood".... welke de stilte schept, waarin ele be
proefde vriendschap dier twee, eiie te samen een
vormen, tol broederschap stijgt.
Dat het slot bij ele gegeven opvattingen mislukke'ii
moest, was van het begin af duidelijk. Daar komt
alles op de romantische verbeelding aan, en dat elie
in de zaal op dezen avond niet gewekt was geworden,
bleek uit de wrevele rumoerigheid van het tot dusver
geduldig en belangstellend publiek.
Wat het spel betreft, moeten we ons lot enkele
hoofdpersonen en een kantteekeiiing bepalen. Het
Vereenigd Tooneel' kan zulk een werk niet be
zetten. Bij de een (Louise Kooiman ,,1'ortia") bracht
de persoonlijkheid, tegen de regie in, roniant ischeii
adel, terwijl de uitbeeldende- krachten te kor!
schoten. Bij den ander (Eerens, ., |u!is Caesar") was
het juist andersom en onderstreepte, bij beduide-nel
spel, de weinig imposante verschijning van den ver
tolker, te zeer het naderend verval ten
kostevan den Caesar". Van Dalsum. die Brutus"
bij de Rotterdammers indertijd zee-r ongebreideld
MUZIEK D STRIJKINSTRUMENTEN D SNAREN
D
G
H. RAHR
Achter St. Pieter 4
Utrecht D Tel. 443
a,
D'
PIANO'S O a VERHUREN Q D VLEUGELS
speelde, was bezonkener geworden, maar bleef met
het lettergrepig" spreken, dat hij zich h,eft aan
gewend, nog ver van den eenvoud, die de innigheid
van dit dichterlijk gemoed kenmerkt. Een niet over
wegend schrandere en wat ouderwetsch gespeelde
Cassius" van Lobo, die echter oprecht innerlijk
leefde en daardoor boeide ; een Casca" van Paul l lui'.
welke den kernachtigen Casca van Jules Verstraeteu
indertijd niet vergeten deed. Van Verkade als Anto
nius" kan worden gezegd, wat voor de geheele
vertooninggeldt:zijn wereldberoemde rede werd ondermijnd
door deu te gewonen" en bijgevolg te
weiuigsuggestieven toon. Zijn diplomatie werd al te duidelijk..
Antonius praat het volk niet platweg om", er gaal
van zijn gladde welsprekendheid een onnaspeurbaar
fluïdum uit. Tusschen den autocratische!! democraat
en het volk blijft afstand, ook al vraagt hij tot hen
af te mogen dalen. De afstand, die tusschen den
dichter en ons allen is, en blijven moet, of het wordt
om met den vertaler te spreken: 'n soort Julius.
Caesar van 'n soort Shakespeare.
VAN NELLE'5 TABAK
KWAÜITEIT
ALOM VERKRIJGBAAR
TOEGEPASTE KUNST
DOOR OTTO VAN TSSKNBROKK
In het Internationaal .Antiquariaat Memio
Hertzberger te- Amsterdam is eene intieme Iciitounstellini:
ingericht van bijzondere aanwinsten: incunabelei;.
post-iiicunabe-leii en hoiitsnede-bi eken van de l lic tot
de l'.He eeuw en ook enkele werken uit later tijd
(o.a. van de beroemde Engelsche private pre-sses er:
van de l l"llaiidsclic ,,Zi]ve'relistel"-uitgavcn).
Wie liefde' heeft voor het >chooiie b.ek; uie oui;
heet'! voi.r tien m.beien houw der lettertypen of vuur
het zuiver evenwicht van het zwart en wit van deu
spiegel; wie belang stelt in de- histi rie van het eli ukken
en iu de zoozeer uiteenloopeiide wijzen waar..p lu-t
aesthetisch inzicht in verband met de uiterlijke ver
schijning van liet 15. ek als zuudauig zich bij eie
samenstellers duet kennen, kan hier naar hartelust
neuzen" ....
De- schoonheid van hel boek is eene deftige
schui.nlieid welke de stille oproept en waarvan eene groutc
rust uitgaat. Wie zulk een oud Ivekje opneemt zai
moeten toegeven dat het is ahnj uien de ccinvcn u;
tic liiind houdt; viM r een k< rt uugciiblik is het al-ut
alle staelst umull, alle haast en alle Iceliikheid vai
elen liedendaagschen tijel wegvalt, d< ch juist tien ik
mijzell in gemijmer over vn cgere schoi nheid
verzi nkeii .gevoelde kwam over het < uele huis aan der
Singel het zwaar ronkend geluid van een
vliei;m.ichine-moii r mij er aan herinneren dal alles ver
anderd is en dat in onze dagen ele stilte en de .-ei»
unlieiei als een '?chuwc hinde" vlucht Voi l ge-raas ei
gerucht. Ijl toch ....
Een Wereld gaat open Vuur uien zich in aaneiaeh'
\erdiept in dt- k-:iM van het hi ek en aan al
hclgecil houdt. Alen /. n zelN kunne!
een mielelel si huilt 0111 111 de-r
het evenwicht ie hervinden waar