Historisch Archief 1877-1940
No. 2549
DE GROENE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
BOEKBESPREKING
Dr. G. Dekker, Die invloed van Keats en
Slielley in Nederland gedurende die
negentiende eeu. J. B. Wolters U. M.
Groningen 1926.
Siegfried van Praag, De West-Joden en
tuin Letterkunde sinds 1860, Uitg. Mij.
Elsevier, Amsterdam 1926.
J. van Oudshoorn, Tobias en de dood,
Amsterdam, Van Holkema en
Warendurf 1925.
Nu mij een handelsexemplaar van deze
Amsterdamsche dissertatie wordt toegezonden, wil ik hier
gaarne even verslag geven van den inhoud van dit
voor onze 19de-eeuwsche litteratuurgeschiedenis
belangrijke boek van een Zuid-Afrikaner.
Dr. Dekker begint met een typeering van Shelley
en Keats, Shelley den wercldhervormer met zijn gods
dienstige en sociale idealen, zijn mystiek, en Keats, die
zijn modellen vond in Spenser, den schepper van een
liefelijke tooverwereld, de Elizabethans met hun
rijkdom van indrukken en beelden, Milton met zijn
grootschen epischen stijl.
Dat sociale en revolutionnaire in Shelley heeft in
Duitschland het meest gepakt, hier absoluut niet. Ook
dj Dageraad" kent rum eerst na '8üen dan nog
oppervlakkig. De dichter Shelley is hier tot ongeveer
1860 onbekend; van dien tijd af groeit de belangstelling
langzaam, tot het groote enthousiasme van na '8U
komt, alles langs zuiver litterairen weg.
Genoemd wordt Shelley hier het eerst in 1825; Quack
schijnt wel de eerste te zijn geweest, die als student in
de jaren 1854?'55 werkelijk door hem aangegrepen is.
Uitvoerig gaat Dr. Dekker de bekendheid van den
dichter na bij Potgieter, Huet, Boissevain, Vosmaer
e.a. Zoo toont hij aan, dat Kloos dwaalt, wanneer hij
meent dat vóór hem zich niemand ernstig hier m.t
de studie van Shelley heeft bezig gehouden en dat
hij alleen daarvan het monopolie had.
Die konklusie waartoe ons gekom het omtrent
die Shelley-vereering van die tagtigers, dat dit 'n
duidelik aanwysbare voorgeskiedenis het, geld nie
vir Keats nie". Potgieter noemt hem een paar keeren;
zijn naam wordt nu en dan naast dien van Shelky
genoemd. Die suiwere arties, die poets poet", die
sanger van Beauty is truth, truth beauty", het
te ver gestaan van die Hollandse mentaliteit van
die dae. Shelley was 'n man met goddelose,
verfoeilike idees, maar tog 'n man met politieke en sociale
ideale, met 'n prediking, met gedagtes"- iets waar
'n mens houvas" aan gehad het. Vir Keats se suiwere,
pure kuns, sy strewe naar kuns alleen, was Holland
in die eerste tagtig jare van die negentiende eeu
nog nie rijp nie".
Intusschen ook hij is niet door de tachtigers ont
dekt. Reeds in 1879 kwam de beroemde Hyperion
vertaling van Warner van Lennep, die ook door de
jongeren met geestdrift werd begroet.
Van dien tij J af zijn Shelley en Keats die besielers
van die jongere generasie; dis onder hulle aTispiesicëdat
die nuwe geslag hulle ideale uitdra, dis grotendeels
deur hulle poësie dat die jongercs hulle b.wus word
van eie skoonheidsaanbidding. Laat ons uit hierdie
laaste egter geen verkeerde konklusie trek nie, en Iaat
ek, waar ek invloed van Keats en Sh.lley op die
,,tagtigers" konstateer, dadelik daaraan ' t ievoeg
Frans Coenen se definisic: Geestelijke invioeden zijn
dan hoogstens eerdere bewustwordingen", die ver
volgens gelijkgezinden tot besef helpen van eigen
gevoel".
Van dit standpunt uit gezien behandelt Dekker
nu verder den invloed van Shelley en Keats op Perk,
Kloos, Verwey, van Eeden, Gorter en nog een paar
dichters van minder beteekenis; met tal van voor
beelden en vergelijkingen licht hij zij.i conclusies en
opmerkingen toe. Hij besluit niet ,,So het Keats en
Shelley ingewerk op die tagtigers, half sluimerende,
half om bevrijding worstelende gevoelens en gawes
tot uiting en tot werking gibrag. En as lat.r die
tagtigers uitmekaar gaan, elke een langs eie w. e sy
digtersroeping en die ontwikkeling van sy
digterspersoonlikheid volg, dan behou hulle die een
gemeenskaplike trek: die gawe van die klare, plastiese beeld.
Die werklike diepgaande invloed is die wa; berus op
'n vervulling van behoeftes en waarvan later die
spore weggewis is".
't Komt me voor, dat de heer Van Praag aan de
historie nauwelijks de emancipatie der Joden in het
Westen vergeeft; zij werd de ontbinding der
vnlkseenheid terwille van het individu, dat zich aansluiten
AU CAVEAU PARISIEN"
American Bar - Dancing Amsterdam
Afternoon-ThéDansant 4 6.30
Soiree-Dansante 8.45?12
ALS GROOTSTE ATTRACTIE VOOR DEN DANS
DE BEROEMDE EN U ELSCHE BAND
THELONDON SYMPHONY FIVE"
kon bij het sociale leven van zijn eigen landen hoog.
stens neig uiterlijk trouw bleef aan de synagoge
Omstreeks 1860 openbaart zich een krachtig streven
naar hernieuwd volksbewustzij , herstel van de oude
volkseenhiid, het Zionistisch ideaal.De Joodsche letter
kundigen van hetWeSteu hebben weinigleidh gg'.geven
aan deze bewegingen. Van Praag gaat na, wai er van
te bespeuren is in de Fransche, E, g.Ische,
N\derlaudsche en Duitsche liti.ru.uur. Hij Verrast ons daarbij
soms met misschien slechts weinig n bakende schoon
heid, opent bij wijlen nieuwe gezichtspunten.
De invloed van de Joden op Fraukrijks cultuur
is niet groot. Deze is te krachtig en te wezenlijk, dat
haar gevaar kan dreigen van den geest der vreemde
landgenooten. Men ziet dan ook, hoe in dit land de
Joden zich volkomen aanpassen aan den Franschcn
geest, zonder dezen ook maar eeuigszins richting te
kunnen geven. Toch zijn ook hier de jongere Joodsche
dichters, die deel nemen aan den grooten strijden
treffen door hun nieuwe- oud-tistamentische ge
luiden, een Edmond Fleg, AndréSpire, Allxrt Cohen".
In Duitschland was de verhoudh g ge hiel anders.
Het dwaze Duitsche superioriteitsgevoel verdrukte ook
na de wettelijke gelijkstelling Hen Jood het meest:
vandaar ging dan ook de eer te opvoering uit in
Herz!, de stichter der Zionistische beweging. Kracht
vereert de Duitscher, vrede de Jood; wijsgeerigheid
de Dnitscher, wijsheid de Jood; stroef is de Duitscher,
soepel de Jood."
Eng.eiand in de middeleeuwen het felst in zijn
Jodenpolitiek, wees in 1917 Palestina aan als een
nationaal tehuis voor het Joodsche volk. De groote
dichteres van den jongsten tijd is daar Mina Salaman.
In Holland was h.-t Joodsche lexe.i klein en taa.".
Ze h bben h:t hier te goed g had. In 1795 werden
we geëmancipeerd en toen sulden we, voorlgesjord door
onze assimilan.en-leiders het Joodsche hellinkje af
en h:t dal in der kleurloosh.id". Toch zou ik de stelling
durven verdedigen, ook na de lectuur van dit boekje:
dat Holland in de Joodsche" letterkunde van het
Westen bovenaan staat in de laatste halve eeuw.
Zeer belangwekkend is van Praags typeering van
Heijermans en Qucrido. Van Campen en De Haan
zijn voor hem de groote vernieuwers.
Er zitten in het Zionisme st.llig dichterlijke motieven,
de kunstenaar kan ereen geestelijke hi,ud:ng in vinden,
ook de niet-Jood, dat bewijst Börrics von M
nchhausen in Duitschland. Daar hebben we hier
enkel mee te maken en dat h.eft Van Praag ook vol
doende aangetoond.
Tobias en de dood, een karakteristiek. Dit laatste
woord staat niet op het titelblad, wel op den
franschen titel. Toch geeft het zeer juist aan het standpunt
van waaruit we dit boek hebben te bezien. Hildebrand
schreef in zijn tijd al karakteristieken, van den
NoordHollandschen boer, den Leidschen peuëraar, den
hunrkoetsier. En Jonathan dito. Het was een mode,
uit Frankrijk ingevoerd; ze noemden dat karakter
schetsen. Dit boek van Van Oudshoorn is een uitvoerige
karakterschildering, in détails doorgevoerd, en als
zoodanig beschouwd is het werkeliJK goed werk.
Hij staat hier ten voeten uit, elie Tobias, koel,
wrang, cynisch, de man die zien overigens vlot en
gemakkelijk beweegt in zij i kring, viot en gemakkelijk
zijn talen spreekt, door alle up-and-dow.:s van het
leven gegaan is, zonder eigenlijk voor iets en.stigs
ter wereld geschikt te zijn, die er maar in zijn opper
vlakkige bi'pcrkth.id van cultuur doelloos op los leeft
in zijn gare, innière, onder toezicht van een juffrouw,
die vroeger erg'lis gouvernante was en dus kennis
van het vak had.
Hij heeft zijn perioden van onrustighiid en doods
gedachte, zijn z. IfmiMirdidccën, zij i jacht naar vi
rstrooiirg en avontuur, een stalen g.stel, da! merk
waardig bestand blijkt legen een mier dan normale
hoeveelheid hartsterkirg u".
Zij'i eerste offieieele vrouw /ei van hun: Dut hij
een gro\e ig"ï;t was, zoneier een gnin lulat.gstellir-i;
voor boeken of muziek. Vooral, ela.t hij een vrouw
van stand" behandelde als een deerne, (ioede
h.'inel, niet h t:'. If Ie recht kon men een boom ve
rwijien, dal hij houterig i , en plaats inneemt". Zoo nu
en dan heeft hij b.-vücgn.gen om zij.i leven in g.n
gelder banen te leiden" en dit ixstaai dan hierin, dat
hij er hoe lang r hoe minde!' voor voelt bij daglicht
thuis te komen, ,,1'nans stond hij als n ge l reeds lel"eii
n uur 's middags op, ontbeet op zijn g. mak niet
de courant, g'ng elan de straat op en nog voor hij
het wist, was h;-t al weer een eind in den avond.
Vervelen deed Tobias zich geen ongeiiblik".
Als hij zoo eens zit te soezen, hoon hij in zijn ver
beelding zijn eigen lijkrede uitspreken door een van
zijn socieieitsk'-nnissen: Zeker, een menseh, elie
w.l meer elan anderen zij i bijzondere eigenaardigheden
h id g .'had, zoo goede als slechte. Moeilijk toegankelijk
ook, het was waar, maar \oor wie lum nn eenmaal
kenden, een /.eer apar' karakter. Ecu IIKMI uil een
stuk gegoten, wars van aile onoprecht hèi;l en /:ieh
vooral niet und.'i's r,.-venel dan".... /on heiii hij
o)i zij:i maiii,. r zij'! ;; voel van , i:;euv.'a.''rile.
Deze h er zal t-'ii sloiu- v«,>r de1 l\uvde maal
gaan t :'< uwe:: en jni.-it ei,n: va!i hij niet /.o:-der eT^nei
in h:mel, n van <-e-n r!vn!,;r. Op h.i m-Miünt dal
hij met plannen roui;|n:,p; onieiii ii.dividu, etai him.d
een hoop g hl gekost hielt. a;iu ten donkeren hoi k
maar even te mailen \T:-i;i ir m ra/ei.ele vaart
plotseling een auto voorbij, iijit Tob;,is bijna door
midden, maar vermorzelt een paar passen verder
BOUWT IN HET
OOSTEDPAPK
INLICHTINGEN VERSTREKT DC DIRECTIE
mtr. INT. Nt 6358
den chanteur. De dood had onverbiddelijk de partij
van Tobias gekozen."
De tec-kci;ii.g van dezen tamelijk weerzinwekkender]
Tobias is als teckenii.g op zien z.lf correct en op
sommige plaatsen belai.gwekkeiid, van een fijne
geraffineerdluid, en de en.st waarmee hiel dit leege
nonsensbestaan wordt behandeld geeft soms eenigen
humor aan het geval.
|. PRINSEN J.LZ.
Vincente Blasco Ibaïiez. De fatale vrouw.
Vert. uit het Spaunsch d. Eila E. Schuur
man. Amsterdam z. j. Van Holkema en
Warendorf
.-(et is eigenaardig, dat in de Spaansche romans
van vroeger en later tijd altijd opnieuw de drang naar
het picareske te voorschijn komt. Ook in de romans
van Blasco Ibanez, en zeer sterk in De fatale vrouw".
Het is een moderne avonturen- en schelmenroman;
een boek van avonturen in Zuid-Amerika en tegelijk
een boek van een schelm, een vrouwelijke ditmaal,
maar men zegt dat die nog gevaarlijker zijn dan d'r
mannelijke soortgenooten. De mooie Helena" uit
dit boek bewijst allerminst het tegendeel. Ze brengt
haar man tot zelfmoord; is de oorzaak van een duel
van twee aanbidders, waarbij de een wordt doodge
schoten; schopt den heelen ontginningsarbeid aan de
Rio Ncgro, een werk van jaren, in e war, doordat
ondernemers en ingenieurs verliefd op haar worden
en tot de onzinnigste en belachelijkste buitensporig
heden overgaan om het haar naar den zin te maken;
ze weet zelfs een fameuzen ouden schurk naar haar
hand te zetten en hem te bewegen orn een jong meisje,
dat haar in den weg staat, te ontvoeren. Kortom, er
worden in dit boek sterke staaltjes verteld van wat
een vrouw vermag; en wat het verhaal tot een groot
kunstwerk maakt, al deze avonturen worden bijeen
gehouden door een sterk meesterschap over den vorm.
Dit is geen avonturen-roman, die zija waarde ontleent
aan de spanning van het avontuur op zich-zelf. Men
voelt deze vrouw als een verschijning van het Noodlot,
dat, blind, verderf brengt aan alles en lettereen, waar
het mee in aanraking komt. (Jok aan zich-zelf, en dat
maakl de figuur van deze vrouw, met haar kort
zichtige harte loosheid, zoo intens-vrouwelijk.
Een van haar Amerikaansclie kennissen, zelf
ternauwernood aan haar funeste bekoring ontsnapt,
vindt haar jaren lattr terug op Montmarire, als een
verwelkte, aan den drank \xrslaafele dcmi-mondaiue.
Het boeiende van kunst en leven zit altijd in een
vorm van het ongewone. Dat 01.gewone schuilt in de
bot k,n van ISlusco Ibanez in hu Imiiei.spnrige der
meusehelijke karakters. Ook elat is typeerend voor
den aard \au de Spaansche litteratuur, die immers
sedert I ion (Juichotte vol is van zoudcrlit.ge personages.
Ook in ik/.en roman voeren eiie karaKiers lot de
onberckenbaarsle (laden, maar hoe exassict, hoe
grotesk menigmaal de handelende personen zich
mogen voordoen, /ii blijven muischui, uoordat de
schrijve r nut zeldzaam talent het verband tusscheii
karakter en daad w\et vast te houden. Zijn kunst is
romantiek van groole allure; aehiet zijn bixeel gebaar
stuwt he-1 leven z-elf. Znnlaug er boeken geschreven
worden ais de zijne, kan men in litteraire
achlcrstraaiii-s de romantiek rustig dood Verklaren.
Het Nederlandse!) van de vertaalster is slecht. De
/.innen loopen niet, de' taal is zonder rlïyihnie; het
hoi-k wemelt van s:ijitot.te n. I'e vinaiiig van een
werk ais dit moest meer eelt artistieke eaaei zijn.
IIKK.MAN MII)I)KM)ORP
BOOTMOTOREN MOTORBOOTEN
Bingliarn & Lugt - Slepersvest l - Rotterdam